Allerlei: lezingen voor het kristene Vlaamsche volk

785 0
01 Januar 1914
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1914, 01 Januar. Allerlei: lezingen voor het kristene Vlaamsche volk. Konsultiert 28 März 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/dz02z14f2t/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

^ Prijs 6 centiemen. Cent, ^P\CTIE : PBecretariaat HKsewerking van het mêmesn secretariaat en het werk der volksbibliotheken br « de straal ». w a ALLERLEI H Weekblad voop ons Viaamsche Volk. rlNHOUD : Belangrijk Bericht. — Avondgedachten. — Ave ■weasch. — Een voorgenomen diefstal. — Toegeve heid. — De Geschiedems der Tabakspijpen. — 't ] dend de Dreef (2e vervolg). — Luim. — Voordracl en Lessen. ^ Belangrijk Bericht. Tôt ons innig spijt moeten wij onze lez berichten dat ons blad voorloopig maar om veertien dagen kan verschijnen. Onze lez gelieven ons, wegens de omstandigheden, verontschuldigen en ons voort hun vertrouv te schenken. I Avondgedachten. ^ _r 't Avondt, 't avondt, traag en treurig zinkt de zonne nederwaarts ; H dwijnt het licht, en gaat er geurig HP reukwerk uit den roozengaard ; stille en zonder ruit noch muit V nijpt de nacht de dagkeerse uit. Proevend en herproevend de heerli H poëzie die deze woorden van den groots onzer dichters uitwalmen, zit ik in het gr grauw geflikker waarin de wegzinkende < zijne laatste krachten verspilt. ! De zon, als een reusachtige sinaasap L. gereed om elk oogenblik te vallen, in ( [ h",melkoepel hangend, spat en sprietelt h laatste bleekgele stralenbundels juist bo' de daken der hoogste huizen van onze ste< plots toont ze nog eens gansch haar gui gel en plof ! weg is ze achter de wazige wolk die wolken tôt wien onzen dichterkon rzegde : 'k Zie u geren blauw en blank, blank en blauw geweven wolken. Genietend van dat dagelijksch maar al fonkelnieuw wonder blijf ik in de onmeteli uitgestrektheden des heelals turen en glur Moedermensch alleen in het wijd-geopc raam, schouw ik, dubbend en dobberend, het prachtige en geheimzinnige dat zich d zooeven'voltrokken heeft. Op het mysterieuze, ja, dat zich daar 't ruim gewelf des firmaments heeft afgespe en den geest in duizelingwekkende va medevoert naar die ongekende oorden w; aile schoonheden en kunsttafereelen zich v eeuwigen. Hoeveel harten heeft dat schou spel van avond geroerd; hoevele zielen hare bewusteloosheid wakker geschud, hoev twijfelachtigen uit hunnen pijnlijken toesta Jfl^^^H^MMVerluide galmt en gilt ze uit, de dagvorstin, aan allen die het willen md- hooren, dat ze zich schikt naar d'eeuwige |nd- raadsbesluiten van Hem die ailes met dè pink iten van hand bestuurt en in hare klanklooze taal is ze welsprekender en krachtiger dan de beroemdste menschenstem. — Waar is ze nu henen die levenswekster, waar volbrengt ze nu hare kunstgrepen, die toover-godin? Voorzeker in ons bekende maar 00k erg onbekende gewesten waar ze met koortsig-heet verlangen verbeid werd en begroet wordt ers doorden aanbiddenden, verrukkenden blik van te den beschaafde, den schuw-angstigen oogslag ;en van den wilde en het blij en ongedwongen luit- en fluitspel van de vlugge woudharpe-naren.— Welken indrulc laat haar beeltenis daar in die duizende, in die millioenen gemoederen die ze allen met evenveel liefde verwarmt en verlicht? Worden hare verhevene woorden die in aile talen verstaanbaar zijn, 00k dààr be-grepen en gewaardeerd ? Zijn hare lichtspelin-gen en golvingen bekwaam niet alleen het lichaam te koesteren en op te wekken van hen dieze beschijnt, maar 00k de ziel te genaken en ze vatbaar te maken voor hooger licht ? 't Zijn als zoovele vragen die de hersenen ten doorvliegen. — « Kling-klang, klang-kling » galmt zacht i door het zwerk ; 't is als een zwerm lijzekens : gonzende bijen die op gouden vlerken komen pel toegezweefd, zoo zoetjes klingelt dat klokje : ^en Ach, lieflijk is 't om hooren aar hoe 't neerstig belt en bidt : c [sn « Kom-bin, kom-bin, kom-bin ! » £ e; 1 aat Niet langer kon ik die vriendelijke uitnoo- 1 en' diging weerstaan en trek in gedachten ver- 1 lnS zonken naar het kerkje, waaruit dat klokken- \ lied ons tegenvliet. 1 En dààr, in den verblindenden glans die \ uitgaat van de witte Hostie, waarbij het \ gouden gegulp der zonne verbleekt en ver- r dwijnt, smeek ik Hem, die ailes met zijn rijd alziend Oog omvat, in de harten van die vele c jke ongelukkige afgedwaalden en onwetenden, v en. al ware 't 00k maar één enkel vluchtig spran- 1: :nd keltje van het kostbaar licht des geloofs te t op laten nederdalen, dat dan weldra onder de l aar bezieling zijner alvermogende genade tôt groote vuurgensters en laaiende liefdevlammen \ in zou overslaan. Want tôt allen toch roept Hij eld door den mond van zijn priester-dichter : c art . v lar Welkom zijt gij allen er. die na duizend ongevallen t w_ op des werelds wilde zee uj(- zoekt en vindt de blijde haven. ^ ele g md g Een mensch zonder geduld is als eene lamp het zonder olie. c LangzaH Verre kl De eerste star AllervyegeM Zijgt de zH Van den zoetenB Kindren^B Vol vertj Nu de handje® En de Van hun bed^B Laaft als dauw mijn * 'k Voel bewogen Moeders oogen Op mij blikken als wek Mij omvatten keer bifl Een Yoorgei* iooren, welke over oorbij, waar het luidr^l len mij in rouwklee^B och ik mag niet moflH eheele leven zelden z^H auw tachtig jaar worde^B

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Zufügen an Sammlung

Zeiträume