Allerlei: lezingen voor het kristene Vlaamsche volk

980 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1917, 02 Dezember. Allerlei: lezingen voor het kristene Vlaamsche volk. Konsultiert 20 April 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/p843r0rh7g/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Vierde jaargang Nr 3. Prijs 6 ceiitiemen. Zondag 2 December 1917. HOOFDREDACTIE : "VROUWENSECRETARIAAT met medewerkisg van het Algemeen SECRETARIAAT en het werk der VOLKSBIBLIOTHEKEN^»- ¥i « DE STRAAL ». \ - *■& ALLERLEI Weekblad voor ons Vlaamsche Volk. Beheer : PEPERSTRAAT, 17. —«o»— ABONNEMENTEN: ïiÇR JAAR fr. 3,2$ ÉgSgvMAANDEN . . » 1,60 OR® MAANDEN . . » 1,00 W?/ rjs ■ INHOUD: ; Aan onze Lezers. — De blinde Organist. — Gedicht : ' De Onbevlekte Ontvangenis. — Moet men zich scha- : •Bien. — O, die priesters en monikken. — Moeders. — : De Reiger. — Luim. — Voordrachten en Lessen. — ;Spreuken. — De Vergelding (ie vervolg). Aan onze Lezers. Met het begin van den vierden jaargang •wezen wij op de moeilijkheden die van aile kanten opiijzen en niet zonder reden. Tengevolge van de duurte en de schaarschte van het papier, zien we ons verplicht ons formaat te beperken tôt vier bladzijden ; we ^ullen echter trachten zooveel plaats mogelijk in te winnen door het gebruiken eener kleinere letter, aldus zal den inhoud ongeveer hetzelfde bedragen. Wij hopen dat ons geëerd klienteel rekening zal houden van de omstandigheden en ons voort welwillend zijn betrouwen en goedkeu-ring zal schenken. De blinde Organist. De burgers konden zich kwalijk begrijpen, hoe Janes dus lang kon zitten spelen,en zingen met halver stem, terwijl de kerk reeds ledig was, en vaak des avonds nôg uren na het blus-.schen der kaarsen en lampen. Eenigen zijner leerlingen, knapen der schole, welke door het Kapittel van S. Maarten aan de kerk gehecht was, en van de Kanunniken onderwezen wer-den, bleven soms, na den afloop der les, aan hetkleine orgel stil zitten luisteren en toezien, uit een hoek bij een der pijlerbundels, die, van de zoldering des orgels af, nog weder een aan-.zienlijk eindomhoog rezen, alvorens het sche-merachtige gewelf van den middelbeuk der kerk te helpen schragen. Dan schoot de zon haar laatste roode stralen door de gechilderde glazen bezielend neer op de figuur des blinden orgelspelers, wiens eerwaardig hoofd, met luttel grauwe haren omkranst, helder verlicht -afstak op de duisternis, die de ruimte rondom het orgel vervulde. Dan begon hij doorgaans, gansch in elkander gedoken, met gekromden rug over de toetsen gebogen, een zachte en treurige melodie te spelen ; en fluisterend ont-gingen aan zijn mond eenige, weinig verstaan-bare woorden, als vertaling der uitgebrachte orgelklanken. Als een dichte vlucht van blanke duiven, ontvloden de statige of zangerige akkoorden, zwevend of klapwiekend, aan het orgel, en gingen zich in de holle ruimte der kerk verspreiden, vermengen, en eindelijk daarginds boven het outaar, als in Godgewijde zuchten, wegsterven. Langzamerhand verhief zich dan het spel van den blindeman. 't Scheen den vroom-aandachtigen kinderen toe, ot naar-mate de avondschemer de vormen van hun goeden meester minder duidelijk omtrok — zijn figuur daarentegen meer verlicht werd, als door een gloed, die werd geboren tusschen tiem en zijn speeltuig. 't Was of dit laatste een kneedbaarheid onder de vingeren van den bezielden speler aannam, die er hem tonen uit deed voortbrengen, in kracht of in fijnheid, in omvang of in rijkdom van schakeeringen, het gekende vermogen eens orgels ver te boven gaande. De meester werd als één met zijn orgel. Naarmate de melodie zich verhief en, van de teêre klacht der geboeide ziel, in het smachtend, het vurig, het luidschallend lied van den met geweld tôt zijn God opsteigeren-den geest overging, rees 00k zijn lichaam uit den gedrukten, den verworpen toestand op, waarin het placht te verkeeren ; zijn voorhoofd scheen het gewelf des Hemels te willen door-dringen; zijn uitgedoofde oogen schenen blik-ken te vinden om tôt de Godheid op te varen. 't Was of hij zweefde voor 't speeltuig, en toch bewoog hij met een ongekende vaardig-heid en veerkracht de toetsen en pedalen, die den innigen galmen zijner ziel ten echo beloof-den te zijn, ja soms eene uitdrukking gaven, die hem nog hooger begeesterde, die als een nieuw en vruchtbaar zaad in zijn gemoed viel, om een nieuwen rijkdom van klankgebloemte met weelderigheid te doen ontspruiten. Soms 00k loste zijn gevoel zich op in een zachte, schier eentonige, maar onophoudelijke bruising van geluiden; dan beefden zijn klamme vingeren over het klavier ; zweetdruppelen vloeiden hem langs het gloeiend wezen, terwijl hij met effen voorhoofd en wenkbrauwen, en strak-staande oogleden, de lippen vooruitbracht, als om er den dauw eener bovenaardsche muziek, door niemand dan hem zelven gehoord, in op te vangen. En uren, uren lang, al fluisterend en zingend, en soms odk in krachtige galmen losbarstend, die het kerkgewelf doordaverden, herhaalde hij : Deus, Deus meus et omnia ! Mijn God — en mijn al! Huiverend van ontzag, bevangen van een gevoel, dat zij zich niet wisten te beschrijven, zaten dan de kinderen in hun schuilhoek, en vouwden onwillekeurig de handen en baden een Onze Vader. De lichte schuring hunner voeten over de steenen draai-trap, waarlangs zij zich verwijderden, wekte hem dan gewoonlijk op uit zijn verrukking, althans wanneer het knaapje, dat den blaas-balg trad, niet ingesluimerd was, en dit den kunstenaar reeds tôt zich zelven had gebracht. Met de grove mouw van zijn tabbaard wischte hij zich dan het aangezicht, sloeg nog eens zijn doffe oogen ten Hemel, zegende met de voorste vingeren der rechterhand het klavier en haastte zich huiswaarts. Josephus Albertus Ai.berdinck-Thijm, (De Organist van den Dont.) De Onbevlekte Ontvangenis. De slang bracht Adam in zijn zalig Eden met ons ten val, met ons ten droeven dood ! Maar, God zij lof, herschapen werd 't verleden, Maria redde ons uit den diepen nood. Zij werd beloofd, toen Adam diep gevallen geen straal van hoop meer op deze aarde scheen, zij werd de dageraad, oplichtend voor ons allen, die vreugde schiep uit droefheid en geween. Maria heil ! die Satan heeft verwonnen ! Maria heil ! de nooit volprezen Maagd ! Haar loflied stijge boven 't licht der zonne, waar zij de kroon van Koninginne draagt. O Koningin, gij Maagd zoo zeer verlieven tôt Moeder Gods, zijt 00k Moeder zoet op Golgotha door Jezus ons gegeven, bij 't storten van Zijn laatsten droppel bloed. Gij onze Hoop en Toevlucht in het lijden, geheime troost en zalving in de smart, in droeve tijden troostend met verblijden en levenslust het arme menschenhart. O Moedermaagd, o reine Bloem der vrouwen, Gods wonderwerk in 't menschelijk geslacht, wij bidden U met teederlijk betrouwen dat Ge ons altoos Uw liefde toont en macht. Moet men zich scliamen? Wanneer men in de. huidige tijden zijne blikken laat weiden over hetgeen rondom zich gebeurt en de toestanden nagaat die men soms, ondanks zich zelf te zien krijgt, dan wordt het hart soms diep gewond en ailes komt met onbedwingbaar geweld in opstand. Schande, driedubbele schande is het gedrag van sommige menschen en inzonder van ver-schillige vrouwen en 't is met grievend hartzeer dat wij moeten vaststellen hoe bij hen het laatste sprankeltje gevoel van eerbaarheid en zedigheid uit hun brein verdwenen is. — Ja, terwijl ginds aan het Yzerstrand een echtge-noot, broeder of bloedverwant zijn huis, have en goed, ja haar leven zelf dat hem duurbaar is als het licht zijner oogen, verdedigt met het beste van zijn bloed, trappen zij als ware monsters, die niet meer waardig zijn met den naam van mensch begroet te worden, aile natuurwetten met de voeten ; ailes wat nobel en verheven is, verlagen en bedekken ze met het drabberige slijk der ontucht en wulpsch-heid. — Luistert maar eens hare gesprekken af en terwijl het schaamrood u 't aangezicht kleurt zult ge stampvoeten van billijke veront-waardiging. Ongelukkigerwijze was ik, enkele dagen geleden bij toeval getuige van een wal-gelijk feit,dat mijn pen weigert te beschrijven. Eene deftige voorbijgangster, die evenals ik er de ongewenschte toeschouwster van was, riep

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel Allerlei: lezingen voor het kristene Vlaamsche volk gehört zu der Kategorie Katholieke pers, veröffentlicht in Gent von 1914 bis 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung

Ort

Zeiträume