Belgisch dagblad

1101 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1915, 30 Dezember. Belgisch dagblad. Konsultiert 19 April 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/416sx6506z/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

lste Jmîi i-gaiig1. ÛOTVDJERDAG 30 DEOEMBER 1913. IVo. 90. ' ABONNEHENTEN. Per 3 maanden voor Holland f 2.50 franco per post. Losse ttummers: Voor Holland 5 cent Voor Bnltenland 7Vs cent. Den Haag. Prinsegracht 39, îelef. Eed. Adm. 7405. BELGISCH DAGBLAD Bestuurders: Dr. TERWAGNE — CH. HERBIET. Hoofdredacteur : L. DU CÂSTiLLON. ADVEETENTIES: Yan 1—5 regels f 1.60: eli» regel meer f 0.80; Réclamés 1—5 regels f 2.50; elke regeî meer f 0.50. London : Dixon House Lloyds Avenue E. C. M op lookMof ai E1 île KoAu ta' letaiiie. Majesteit, Een vrijwillig "banneling, een burger van Brussel, verstout zich tôt U een zeer necterige en zeer eerbiedige bede te richten. De burgemeester van Brussel, de geboortestad van Uwen doorluchtigen Vader, Willem III, is steeds in Duitschland gevangen. Misschien herinnert zich Uwe Majesteit nog dien hoofschen gentleman, met blonden baard en blauwe oogen, fijn en élégant in uniform. Was hij het niet die Uwe Majesteit, bij Haar laatste bezoek aan den Koning en île Koningin der Belgen, namens de Stad eerbiedig huldigde en met praal en praclit ontving ? Het overheerlijk hui£ der gemeente was bont en smaakvol bewimpeld en bevlagd, alsmede de historische Groote Markt. Binnen het stadhuis, in de gotische zaal, waren de rijkste en oudste tapijten van Brussel ter eere van de Koningin der Nederlanden uitgespreid. De bevolking begroette en bejubelde Uwe-'Majesteit spontaan hartelijk en geestdriftig. Wellicht herinnert zich Hare Majesteit ook nog het feestelijk défilé der school-kinderen en maatsehappijen yoor Haar, terwijl in die onovertroffen omlijsting van prachtgebouwen statig en breed de Wilhelmus over de hoofden van duizenden golfde. En ik, kronijkschrijver van mijn tijd, hoorde het feestgezang, zag die oogenweelde en voor mij rees op hetzelfde plein, de groote Zwijger op, een tiouwe Brusselaar en verder in een schemer Egmond en Hoorn, aile drie martelaars van de vrijheid, die ons( Belgen, tôt in het bloed zit, de vrijheid waaryoor wy de schandigste vemederingen en de zwartste ellende verduren en ons leven zelve veil hebben. Ik dacht dan ook aan Koning Willem II, den held van Quatre Bras en Waterloo, die zoo ridderlijk den eersten Koning der Belgen zyn steun toezei in bange dagen ; aan Willem III, Uw onvergetelijken Vader, geboren een burger van Brussel, dien ik, als jonge knaap, nevens Leopold II gezt^ea aar hetzelfde stadhuis zag rjjden. Beide Koningen waren levende zinnebee len van twee natiôn, die de natuur van zelf tôt elkander dringt. 0 ja, de Oranje's hi bben steeds een voorliefde voor Brussel gekoesterd.... Maar, o Majesteit, g y scheen me op de t ibune nog grooter dan uwe voorvaderen, omdat Gij aan het mannelijk karakter en de ontembare dapperheid der Oranje's ook de engelachtige goedheid en de schoonheid eener vrouwe paart. Br was immers buitengewone moed noodig om, midden de lakschlfeid der staten, vooa- een tiental jaron, een ouden man, een vluchteling, een eigen oorlogsbodem te sturen om hem naar eene veilige haven te brengen. In 1907, toen de wateranood Zeeuwscli-Vlaanderen teisterde, heb ik U gevolgd te Axel en te Hulst. Als landsmoeder vol hoogen plicht, zyt Gy er heengegaan om er de slachtoffers' op te beuren en te troosten. Later, verleden winter nog, zag ik U terug, Majesteit, te Baarle-Nassau, aan.de grens. Vastberaden staptet Gij door plassen, modder en slijk om, naast uwe trouwe soldaten, doodarme Belgische vluchtelingen in een verlaten vunzige leerlooierij te bezoeken en hun aalmoezen uit te deelen. Gedoog dat ik het nu vertel, want ik heb U gevolgd, o Majesteit, terwyl Gy vol bescheidenheid rozen van liefde en menschelijkheid langs uwe wegen hebt gestrooid. Gesterkt en gesteund door hetgeen ik met eigen oogen zag, beschouw ik het niet meer als eene vermetelheid Uwe Majesteit te smeeken een nieuw werk van barmhar-hartigheid te willen plegen, namenlijk een gevangene te Iaten verlossen, den burgemeester van Brussel, m ij n kranigen burgemeester, die ons, Brusselaren, zoô aan het harte ligt. Wie kan het hem euvel duiden zjjne stad met gansch zijn ziel, in het voile plichtsbesef te hebben gediend en bemind tôt in de ballingschap en de gevangenis, toe, ja tôt in den dood als-het moet? Voorzeker geen lid van het heldengeslacht van Oranje, dat niets dan dapperen telt; voorzeker geen tegenstrever die in gegeven omstandigheden ook het ergste zou onderstaan. Zal daarom Adolf Max niet veel worden vergeven omdat hij veel bemind heeft ? Zal de onpartijdige Geschiedenis later niet getuigen dat hij zijne stad heeft bewaard en vriend en vijand een onzaggelijken dienst bewees door opstanden te yermyden waarover het nageslacht nog zou schreien? Nog dezer dagen werd een-als gijzelaar gevangen Belgisch Senator uit Duitschland naar huis gestuurd. Verdient de burgemeester van Brussel diezelfde gunst niet om zijne kranigheid, goed humeur en burgerdeugden? Majesteit, Vol onuitputtelijke goedheid waart Gy voor de massa Belgen die in de donkerste dagen der geschiedenis van hun vaderland bij hunne noorderburen eene schuilplaats zochten. Wil U even goed toonen voor een der beste burgers van België. Wie zou en wie kan Uwe bede weerstaan, U, de Koningin, de Vrouwe die door de ganache wereld wordt hooggeacht en gevierd? Zoo Uwe Majesteit er in slaagt, voor den burgemeester van Brussel, den kerker te doen openen en de ballingschap in Duitschland te laten eindigen, o dan zullen aile Brusselaars en aile Belgen d ep ontroerd danken de Koningin met het groot r- menschelijk gevoel, die mede'hare ridderlijke hand over Paul Kruger heeft uitgestrekt en thans Adolf Max de zonne der vryheid zal laten aanschouwen. In die hoop durit verblijven Haar nederigste dienaar, LEONCE du CÂSTILLON. > TiËSTAiO Aan het Westeiijk iront houdt de lca-lonnade langs weerskanien niet op. Dit ■is het geval in den engelschen sector Yperen, Aimentièrs en La Bassée. De artillerie der L>ritten weègt op tegen deze d)er Duitschers, ja overtreft haar. Rond Diksmuiden heeit onze artillerie successen âian te stippen. Eessien waar de Duitsche cantonnciiaentcn- verwioeet zijn, heeit het onder von'cien. Van oli'ensietf in dezen rotten winter, Wanneer alie wegen in Vlaanderen een slijkpoel gelijken, is er slechts spraak in net naar kopie-hongerig-bre.ji van de ooirrespondenten-aan-de grens va.n Hol-landsehe bladlen, die door valsche of ge>-• zw°Hen berichten, reeds zooveel kwaad Èedaan hebben aan de zaak der bond-genooten.an het Oastelijk front leggen de Duit-Bcuers reusachtige versterkingen aan. Het geheele land tusschen Wilna en Duna-burg is met verschansingen bedekt. 'Dit is ook het geval voor de Boeglinie, waar de burgers verplicht zijn te werken. Aile <!orpen die in dien weg van dte Duitsche artillerie stonden, zijn ten gronde afgebroken. Gedurig komen nieuw ge-schut de linie versterken. Het aantal ina-chinegeweren is verbazeud groot. Aldus besparen de Duitschers regimenten. Auto-màtisehe geweren worden eveneens ver-menigvuldigd.De Cenlralen vermiogen er niet in voor-uit te komen. Verwonderend klinkt het nieuws uit Rome dat de Italiamen bezig zijn hun front te versterken. Wij kunnen niet ge-looven dat zij hun aanvallen zullen sta-ken.In Roeanenië komen zoovele Oosten-rijkscHe dieserteurs aan d'at de Roemeen-sche grens scherp bewaakt wordt dioor de Oostenrijksche legerautoriteiten. De Oostenrijkers lijden hon| ' Lioks en Rechts. Kardinaal Mercier en de Ouitsche vrede. Nog bespreken de italisaansche bladen ■dio uitgestelde reis Van kardinaal Mercier naar Rome. De S e c o 1 o weet te melden dat de kardinaal er niet geweest is omdat • het Vaticaaai hem en kardinaal Amette van P.arijs wilde gobruiken om een vrede te bewerken waarvan België noch die Entente niet willen hooren. De Duitschers moeten thans een andere list gebruiken. Misschien Iukt het beter met den pr'ns van Monaco, die als vriend van keizer Willem en als vriend van zekere fran-sche politieke mannen het kan probee-ren.De economische ooriog. Uit Londen komt ons de verheugende tijding, da.t- de onderhandelingen tusschen de Engelsche, Fransche, Italiaansche en Belgische regeeringen over eene handels-overeenkomst, met het oog op de hestrij-ding van Duitschland's iiaiidel na den ooriog, goed vlotten. Ailes is ook geroeed voor België's toe-treding tôt het verdrag van Londen. Dit mag, tro.ts het gehuil der Duitschers en hunne trawanten, de Groot-Nederlanders, als eene afgedane zaak worden bescliouwd. Aan te stippen dat minister degers voor het eerst het woord bond grho o o-ten heeft gebruikt, ta«n hij zicblgjlojf Le Matin over de Vlaamsche ^teistie heeft laten ondervragen. Tôt nu toe had geen Belgisch minister het woord uitge-sproken.België kan zich waailijfc de luxe van een splendid isolement niet betalen, noch zich door kleine, zwakke landjes — die het in den steek lieten ■— op sleeptouw laten nemen. Het is verkieslijker als g e-lijke, gelijke voor al door zijn zedelijke, en economische krach t, in een internationale entente van groote staten te treden, zonder dat diè entente invloed kan hebben op zijn nationaal leven, wat overigens de waarheid is. De getuigenis van een Kathofiek. Hier en daar tret'< inen katholieken aan dlie zich inbeelden dat Keizer Willem II eene katholieke roomsche keizer zal worden. Wordt die ta bel zelf s niet door Vastikaansche prelaten geioofd? Wat de Hohenzollern, voor de katholieken waren, leert een HoUander, de Eerw. heer J. B. W. M. Môller in zijn opstel ,,Otto von Bismarck en de Kulturkaimpf", ver-schenen in De Katholiek: ,,In het Brandenburgsche Koningshuis gingen, be-houdens zeldziamen uitzonderingen, antiV-katholicisme en begeerte naar geestelijke heerschappij over van\geslacht tôt ge-slacht.,,De landheer was niet tevredien met zijn reeds sterk-uitgebreide wereldllijke rnacht, hij meende ook rechtens de mus episcopu&i" te zijn over aile ker-ken van zijn gebied, In hem leefde een sterk bewustzijn van het protestantsch karakter van zijn nfltie en zijn staat." De Kulturkampf van voor 40 jaiar en de Kulturkampf, die bijna onverimjdelijik zal wezen na dezen ooriog, heeït bewe-zen of z/al het opnieuw bewijzen diat het godsdienstïg fanatisme de Hohenizol-lern ateeds in het bloed steekt. Als, er Belgische katholieken zijn die onder. hun scepter verlangen te leven... Van den eersten leugen niet gebarsten. Wolff heeft met zijne gewone oprecht-he'di gelogenstraft de predieatie van den veldpredilcamt Er-it-z JPhilippi, geciteerdl door den Standard van 4 dleeember en door ons overgenomen. Ds. ». Pat-tist, prediikant te Aardenburg„ schrijl't aain het Vaderland alhier (.28 dec. 2e avondbl.) dat hij toevallig die preek in be&it heeft. ,,Zeer zeker zijn die dioor het Wolff bureau geciteerde regels in bedoelde veid-predicatie te vinden. Maar er st&at nog veel meer in. Zoo zegt b-v. Philippi in zijne inleiding, <3!it hij kort geieden ste-an-die op een kruispunt van wegen, onder een daar opgericht crucifix, Atrecht aan den horizont ziet branden. En dan volgt: ,,Diese brennende Stadt sollte brennen ! Das Feuer war mit Willen angezundet vqu Menschenhand, von uns! Uund je griind'Uchei Arras ■ ausbrannte, um so lieber war es uns." Een «nder citaat nog: ,,Drum aber, lasz es brausen in Ost und West und Nord als Ruf wie Donnerhall: Ich bin gekommen ein Feuer an zu ziindien, und was wollte ich lieber, denn es brennete schon ! Hindurch! Nun, Schwert, sei, Feuer und brennel Halfaheit ist verbre-chen! Je schonungsloser, um so barm-herziger ist der Krieg. Es soll Ruho werden fiir Kinder undl Enkel. Heulen und Zâhneklappern tiber aile Frevler, rasz nicht als bal*$ wileidierum die Menseh.--. heit gekreuzigt- werden rnusz." «t.iM.iiinii—11 win—in miim ■ i ' ■■mi—hh— ■iiwim mm Weekabonnementen op ons blad, aan 15 oenten en uitsluitend voor de Belgen, kunnen besteld woiden bij onzen Depôthouder te Rotterdam, den heer DE BATTY, Oranjeboomstraat 3371, te Rotterdam. Rotterdam sche Brieven. (Van onzen brjzonderen coirispondeat van Rotterdam). Werkverschaîfing aàn Belgen door Belc.en. Voor enkele uurtjes hebben de naal-den en de machines stilgestaan, in dit zoo hoogst verdienstelijk werk aan wiens opriehters en voortzetters nooit voldoen-den loi zal kunnen toegezwaaid worden. Het nijvere gegons van het bijennest van het Slagveld, was gisteravond voor enkele uren, overgebracht naar het ruime lokaal der Schiedamkade, 146. Ter gelege-nheid van het KersMeest werden onze nagenoeg twee honderd Belgische vrouwen en meisjes der W e r k-verschaffing voor Belgen door Belgen onthaald, en vergast door de dames der besturende commis-sie, mevrouwen Reuchling Elink Schuur-man, Gips en Panthaléon van Eck, waarbij zich nog een paar Hollandschei dames aangesloten hadden. Het gezellig samenzijn bestond uit eene gelegenheidfevoorlezing door mevrouw Reuchling Elink Schuurman en het uit-voeren van oude Kerstliederen door de werksters • in koor. De Belgische baryton, heer Lepage, deed daarna zijne prachtige stem gelden in eea paar gelegenheidsliederen, bege-leid door den heer Hansen, dien daarna zijn kundig spel op het orgel nog heeft doen bewonderen in enkele prachtige stukken. De genoegliijke avond werd geslo-ten door eene uitdeeling van chocolade en ook van allerlei nuttige geschenken. Er werden namelijk veeivuldige paren, fraaie en warme pantoffels geschonken, zakdoeken met het portret van Z. K. H. prins Leopold van België, enz. enz. Niet eene werkster werd vergeten. En zoo was het dan, dank aan edel-moedige zielen, ook Kerstfeest geweest voor de Belgische werkersvrouwen te Rotterdam. In de harde ballingschap ge-voelden zij zich toch niet geheel en al vergeten ! Vele Belgische werksters zullen met weemoed gedacht hebben aan Kerstfees-ten uit het verleden, gevierd met dezen waarvan zij nu gescheiden zijn ; ande-ren zullen gedroomd hebben — vooral de jongere — aan Kerstdagen der toe-komst, die zij vieren zullen in het Vaderland, uit zijn asch verrezen, te sa-roen met al wat zij beminnen en te midden van vaderlandsche opgeruimdheid, bij Belgischen lach en lied l De outplolfing in de kruitfabriek le Miinster. Omtrent de ontploffing te Munster i/W. vernemen wij nog nader: Voordlat de ontploffingen plaatai hadden — er zijn er meeruere geweest — werd door verschillende vrouwen in de fabriek werkzaam, reeds geconstateeru, dat er in verscheidene lokalen rook hing, do eh daar dit wel meer gebeurde, werd hierop niet voldoende acht geslaigen. Bij het doen van de ronde door den Feld-webel, mot het politie-toezicht betest en die in het bezit was van de sleutels der versehilliende gebouwen, bemerkto deze, dat er rook uit den vloer kwam. Hij vroeg een vrouw, wat dit beteekende, maar dieze kon geen opheldering geven. Hij duchtte groot gevaar en gelastte on-middellijk d©n vrouwen de" ïabriek te verlaten en schijnt toen nog die gelegen-heid gehad te hebben, de brandvrije kel-ders, die onder dé fabriek aanwezig waren, af te sluiten. Kort nadat het bevel aan de vrouwen gegeven was die fabriek te verlaten, had een ontzettende ontplot-fing plaats, waarbij de Feldwebel bene-vens een groot aan ta 1 menschen op de fabriek werkziaam, het leven verloren. Op d!e fajbriek werkten ongeveer 750 per-soren.Dadelijk nadiat de uitbarsting plaats haid, snelden de menschen uit de omge-ving, zoowel kinderen als vrouwen naar buiten om te zien wat er gebeurd was. Velen dachten aan bommen, geworpen doior vijandelijke vliegeniers. Deze nieuwsgierighe:d kostte echter aan velen het leven, want van de zich in de fabriek bevindendie granaten en bommen sprongen vele achtereënvolgens uit el -kander. Een granaat vloog omhaog, kwam terecht in een straat, sloeg een gat in den grond, beschadiigde een groot) anM huizen en dioodde verscheidene in-woners. De ontploffing was zoo hevig, dat kinderen cpgenomen en in de lucht geslingerd werden. Een spoorbrug werd ernstig bescha- dlisd" , v. 1 Onder de ontplofte granaten bevond zich o.m1. nog een lichtkogel van enor-me lichtsterkte, die omhoog geworpen, géheel Munster verlichtte. Het awntal slachtoffers, ofschoon niet juist aan te geven, mioet meer dan 400 bedragen. Nederlandscho arbeiiders op de ïabriek werkzaam, zouden in hechtenis genomexi zijn en de toegang tôt de ïabriek is doior militairen afgezet. Persoiiiierlioaa mit ie inerei Dr. GudzIm h Mr. Percy Jeslorters IrBAlescMlis Deilai; Het Belgisch Dagblad heeft zija tweede personderhoud gevraagd aan de heeren Dr. J. Gunzburg en Mr. Percy, bestuurdera van de Belgische school van Den Haag. De ervaring opgedaan in deze hoedanigheid door onze beide zeer verdienstelijke Jandgenooten waren wij verlangend aan onze lezers bekeBd te maken. Wij treffen den heer Percy in zijn direc-teurscabinet van de gemeenteschool der Koningin Emmakade en drukken hem het verlangen van het Belgisch Dagblad uit, er Oijvoegende : — Waarde confrater (Mr. Percy is advokaat aan de Balie van Antwerpen en medewerker van Mr. Yseux, thans een der voornaamste ambtenaren van het Ministerie van Justitie ia Den Havre) wie had ooit kunnen denken dat ik u eens zou komen aanspreken, als be-stuurder eener Belgische school in Nederland? — O hoe gelukkig ben ik geweest het ideo gehad te hebben een ondeawijs hier te doen inrichten voor onze Belgische kindereD, maar ik voeg er gaarne bij, dat ik deze taak moei-lijk had kunnen volbrengen, indien Dr. Gunzburg met zijne groote ervaring van schoolwezen zich niet aangeboden had om die taak naast îaij op te neuien. De geschiedenis onzer school is voldoende bekend en ik hoef u deze niet te verteilen. De vooraaambeid van ons werk komt nog meer uit van dag tôt dag en het getal leerlingen groeit nog steeds, wy tellen er heden 400, verdeeld in lager en middelbaar ondeiwijs en eene athenaeum afdeeling ver» deeld in 'nieuwe humaniora, en grieksch-latijnsche humaniora, waarvoor een volledig onderwijs gegeven wordt door een dertigtal ûeste leerkracnten. Het gemeentebestuur van den Haag, ea vooraamelijii Mr. J. D. Verbroeck wethouder van het onderwijs, heeft ons de grootste diensten bewezen voor het inrichten onzer school. Wat uiinder bekend is, wij hebben talrijke sçhoolbanken en een Nederlandsch schoolœateriaal gekregen, waarmede wij onze eeiste lessen onmiddellijk konden beginnen. Nu hebben we ook een groot getal Belgische leerboeken kunnen doen komen. De school is nu goed ingericht en voldoet in aile op zich ten ; de eindexamens hebben een voile bestuurlijke waarde; baron Fallon, in ver-vanging van minister Poutiet, heeft zelf de examen-commissie voorgezeten. Wat betreft de geldeiijke toestand onzer school, deae is verzekerd door de bijdragen der betalende ouders en van de centrale com-missie voor het onderwijs aan de uitgewekenen. — Wat heeft de praktijk van het onderwijï in Nederland geleeid? — Dat de toestanden in België zeer ver» schillend zijn van de Nederlandsche. In da Belgische scholen heer'scht meer vrijheid en minder tucht. De gemengde opvoeding van jongens en meisjes, welke in Nederland alge-meen ingericht is, was voor ODze school iets geheel nieuw, waaraan de kinderen zich hebben moeten gewenden. Een ander voorname factor, welke in Nederland het on'cterwijs bevordert, is de taaleenheid. Hier kunnen de leerlingen van de lagere school onmiddellijk naar de Hoogere Burgerschool of het Gymnasium. In onze school zijn wij ver-plicht geweest een driedubbele indeeling ia te richten, wat de studies zeer belemmert: een aldeeiing voor de Vlaamsche, een voor de Waaische en een voor de Brusselsche kinderen. Dank aan den goeden wil van allen, hebben wij toch deze moeilijkheid overwonnen. Wij brengen een klein bezoek aan de Belgische school en begeven ons, vriendelijk be-geleid door dtn heer Percy, naar zijn collega in het bestuur, dr. J. Gunzburg, den bekenden Antwerpschen paedagoog,welke juist zijn plaats mnam in de juiy voor het examen van het Belgisohe Roode Kruis. Dr. Gunzburg, die ook in België een welverdiende naam bezit in de physistlierapie, zag in Nederland zijn vermaard-heid erkend, door het toekennen eener plaats van assistent in de cursus van physiologie aan de Universiteit van Utrecht. — Mag ik u uwe opinie vragen over de Nederlandsche wetenschap en hetNederlandsch onderwijs vergeleken bij de onze î — Gij stelt mij daar een voorname vraag, welke breedvoerig zou dienôn beautwoord te worden. Zie hier echter mijne zienswijze in een paar woorden. Het lager onderwijs staat in Nederland beslist op een hooger voet dan het onze, doch het middelbaar en het hooger niet. Bij het universitaire onderwys komt toch dit bij, dat de Nederlandsche geest ineer abstract, minder concreet is ; wij missen wat de Nederlandsche wetenschap heeft; meer studie der mathesis voor de concreete vakken ; de Belgische doctoren zouden goed doen intergraal en diffeientieel rekenen te kennen om beter hunne proeven te kunnen maken ; zij moeten ieeren positief deze met cijiers berekenen. Dank aan dezen meer abstracten geest, heeft Nederland drie Nobelprijzen voor de wetenschap kunnen verkrijgen. De Nederlandsche klinieken zijn anders niet beter dan de Belgische. Wat betreft het middelbaar onderwijs, heeft België dit voordeel tegenover Nederland, dat de afdeelingen voor moderne humaniora in Griek-Latijnsche humaniora in dezelfde school bestaan, terwijl in Nederland er een afzon-derlijke Hoogeburgerschool en een Gymnasium er voor ingericht zijn ; hierdoor z\jn meer leerkrachten en meer scholen noodig, omdat het onderwijs in de geraeenschappel^k* vak* ken, er afzonderlyk geschiedt.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel Belgisch dagblad gehört zu der Kategorie Oorlogspers, veröffentlicht in 's-Gravenhage von 1915 bis 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung

Ort

Themen

Zeiträume