De bakkerijschool: vakblad ten behoeve van de bakkerij en aanverwante nijverheden, tevens gewijd aan de bestrijding van de vervalschingen der levensmiddelen

853 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1917, 01 Dezember. De bakkerijschool: vakblad ten behoeve van de bakkerij en aanverwante nijverheden, tevens gewijd aan de bestrijding van de vervalschingen der levensmiddelen. Konsultiert 28 März 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/f76639mb9n/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

l"e JAARGANG — N' 5. 0.10 FR. HET NUMMER. ZATERDAG, 1 DECEMBER 1917. DE BAKKERIJSCHOOL ooooo VAKBLAD «oooo TEN BEHOEVE VAN DE BAKKERIJ EN AANVERWANTE NIJVERHEDEN VERSCH1JNENDE OM DE VEERTIEN DAGEN, DEN ZATERDAG. Onder hoofdredactie van Ingenieur Aloïs VAN LOY. BEHEER & OPSTEL : 105-107, LANGE KIEVITSTRAAT, ANTWERPEN. ABONNEMENTSPRIJS : AANKONDIGINGEN : België, per jaar fr. 1.50 Volgens overeenkomst met het beheer. Drukkerij der De Beukelaer's Fabrieken, Biscuits & Chocolade, Naamlooze Vennootschap, Kievitstraat en Ploegstraat, Antwerpen. BERICHT. — Ingevolge de verplichte papierbe-perking zal het vakblad voortaan op twee bladzijden verschijnen. Aankondigingen mogen niet meer in-gelascht worden. Iets over Kaneel en Specerijen. Alhoewel deze specerij geen artikel is van dagelijksch gebruik in de bakkerij, komt het ons niettemin voor dat het niet onnuttig kan zijn er in het vakblad enkele woorden over te reppen, en wel omdat ongetwijfeld een groot deel onzer lezers zich in gewone tijden toelegt, 't zij meermalen in het jaar, bij gelegenheid van St Nicolaas, half-vasten of nieuw-jaar, 't zij het geheele jaar door, op het bakken van specu-laas of dergelijke artikelen, waar specerijen of kruiden bij te pas komen. In hoofdzaak zijn zulke specerijen dan meestal samengesteld uit kaneel mits bijvoeging van kleinere hoeveel-heden andere specerijen. Het kan er dan ook op aan komen voor den bakker eenige kennis te bezitten betreffende de hoe-danigheid der hem aangebodene waar ; 't is met het doel onze lezers vertrouwd te maken met de karakters van deugde-lijke kaneel en enkele andere specerijen dat wij besloten eenige artikels in ons blad daaraan te wijden. Wij zullen aanvangen met het onderzoek der verschillige kaneelsoorten, de andere specerijen zullen opvolgentlijk onder-zocht worden. Vooreerst zij het ons toegelaten een woordje te zeggen over de, ons inziens, weinig oordeelkundige manier waarop de bakker zich de doorgaans dure specerijen aanschaft. Zonder waarborgen, van welken aard ook, koopt hij van den eersten den besten reiziger of drogerijenhandelaar een artikel, dat .hem aangeraden wordt als beste speculaaskruid en waarvan hij niet weet of kan weten wat het bevat. Van onderzoek is er geen spraak, en ook hoe kan het an-ders ? De waar is in fijn gemalen poedervorm, hetgeen reeds bij voorbaat eenig ernstig onderzoek uitsluit. De hulp van een scheikundige inroepen om eenige zekerheid omtrent de hoedanigheid te verkrijgen zou veel te duur kosten. Kortom men gaat enkel af op kleur, smaak en geur en is dan ook meermalen bedrogen, daar deze eenvoudige proeven geen zekerheid kunnen verschaffen. Er bestaat nochtans een zeer praktisch middel om aan al die onzekerheid en het geknoei der verkoopers een einde te stellen, en dit is : nooit gemalen specerijen koopen. Wanneer men de kruiden in ongemalen, ruwen vorm koopt kan men ze gemakkelijk beoordeelen op hunne uitwendige karakters, daar deze zeer in het oog springen. Men zal alzoo bij voorbeeld gemakkelijk Ceylonkaneel uit Chinakaneel kunnen erkennen, terwijl dit bezwaarlijk gaat wanneer deze kruiden in gemalen poedervorm voorkomen en bijzonder wanneer deze, zooals het dikwijls voorkomt, in mengeling ver-kocht worden. Men zal mij dan opwerpen : hoe krijgen wij onze specerijen onder fijn gemalen vorm ? Ieder verbruiker kan zich toch de moeite en de kosten niet getroosten om die grond-stoffen, die doorgaans moeilijk bewerken, te gaan malen en ziften ? Die moeilijkheid kan ons inziens zeer gemakkelijk opgelost worden en dit door « samenwerking ». Waarom zouden een zeker aantal bakkers zich niet in gemeenschap een degelijke molen en ziftgereedschap aanschaffen ? Zulks zou, naar onze overtuiging, rijkelijk de moeite loonen. Hoeveel bakkers beschikken inderdaad niet over drijfkracht ? Het zou gemakkelijk te vinden zijn het klein maalbedrijf in te richten bij deze welke over een overschot van drijfkracht beschikken. De kosten van aanschaffing van de benoodigde machines kunnen niet hoog zijn en desnoods kan er van bevoegde hand hulp en raad verschaft worden. Men late zich niet afschrikken door het woord « samenwerking » dat zoo vaak met de daad tegen de bakkers gebruikt is, maar neme zelf dit wapen ter hand om zijne bedreigde belangen te ver-dedigen. Na deze kleine uitwijding keeren wij terug tôt onze specerijen. De kaneel. — Kaneel is, zooals overigens aile kruiden of specerijen afkomstig uit de warme landen, en voornamelijk uit Azië ; Ceylon, China, Java zijn de bijzonderste voort-brengers.Hetgeen in den handel voorkomt onder den naam van kaneel is de schors van den Cinnamomum plant. Deze wordt be-handeld zooals men hier te lande doet met de eiken, elzen of berken kanten, namelijk dat de stammen tôt bij den grond afgekapt worden, dit om het voortbrengen van veel takken te bevorderen. Eerst na twee of drie jaren van die behande-ling worden de takken afgesneden en ontschorst. De bast, of het gedeelte dat tusschen de buitenschors en het hout gelegen is, wordt min of meer zorgvuldig afgekrabt en opgerold, men laat het vervolgens drogen in de zon. Deze laatste behandeling wordt echter in de verschillige productie landen niet op dezelfde manier uitgevoerd, wij zullen de verschillen doen uitkomen bij de behandeling van elke afzonderlijke soort kaneel. De eerste soort, en wel de beste en fijnste, staat bekend onder den naam van « Ceylonkaneel ». Zij bestaat uit lange pijpen (men noemt alzoo de stokken die hier ter markt komen) soms tôt een meter lang ; de middelmatige dikte is deze van den kleinen vinger. Ieder stokje of pijp bestaat uit verschillige overeengeschoven of ineengerolde pijpjes afgeschrapten bast, die ieder op zich zelf zeer dun zijn ; daardoor alleen reeds kan men ze gemakkelijk van de Chinakaneelpijpen onderscheiden, welke veel dikker zijn en zeer zelden bestaan uit verschillige in malkander gerolde pijpjes. Nog een ander onderscheid kan men vinden in de verpak-king, indien men kaneel in zijn oorspronkelijke verpakking koopt : Ceylonkaneel komt gewoonlijk ter markt in pakken van 25 à 30 kgr. « fardeelen » genaamd, terwijl de Chinakaneel in kisten verpakt is. De kleur van Ceylonkaneel is licht bruin, de smaak is zeer fijn en aangenaam, na eenigen tijd prikkelend op de tong. De reuk is insgelijks zeer aangenaam en nooit duf wel te verstaan bij gezonde soorten. De breuk van Ceylonkaneel vormt weer een onderschei-dingskarakter, daar zij houterig is m. a. w. dat wanneer men een pijp doorbreekt er altijd spaanders of vezels ontstaan, terwijl dit met de andere kaneelsoorten het geval niet is. De tweede soort is de Chinakaneel welke op groote schaal in China voortgebracht wordt en welke voortkomt van de Cinnamomum Cassia Nees een andere soort dan die welke de Ceylonkaneel voortbrengt. ( Wordt vervolgd.) Galiaan. De Bakkerij onder Gezondheidsoogpunt. Naar aanleiding van de artikels in het vakblad verschenen, betreffende het gebruik van kneedmachines onder gezondheidsoogpunt, ontvangen wij van bevoegde zijde het volgen-de schrijven : De wetgeving stemt jaarlijks een krediet van 40.000 fr. ter gemoetkoming aan klein-nijveraars en ambachtslieden die hun werktuigen willen verbeteren. Een bijzondere dienst staat den ambachtsman daarenboven terzijde met den noodigen raad bij elke verandering op gebied van technische inrichting. De bakkerij heeft in ruime mate van deze staatsbemiddeling gebruik gemaakt. Zou de wetgeving onder gezondheidsoogpunt nu niet dieper kunnen ingrijpen en, verder gaande, een komiteit aanstellen dat als raadgevend lichaam, den bakker met raad en daad zou bijstaan in de verbetering, onder algemeen gezondheidsoogpunt, van de bakkerij en van den bakker zelf. De open-bare gezondheid zou er ten zeerste bij gebaat zijn. Dit komiteit zou desnoods de macht moeten bezitten om bij bakkers, die niet over de noodige geldelijke middelen beschikken of de noodige kennis niet bezitten, op de kosten van den staat en in het belang der openbare gezondheid de noodige gezondheidswerken te doen uitvoeren. Dit komiteit zou eveneens het recht bezitten om bij menschen van slech-ten wil, van rechtswege de bakkerij te doen sluiten alsook bij die bakkers welke over de noodige ruimte niet beschikken teneinde degelijke gezondheidswerken uit te voeren. Zouden deel uitmaken van dergelijk raadgevend lichaam : een paar gewezen meester-bakkers, een bouwmeester, een geneesheer, een machienenbouwer, een tweetal bakkersgasten, een paswerker enz. Enkel de werklieden welke van dit komiteit deel uitmaken zouden eene vergoeding ontvangen ; de andere zouden hunne medewerking kosteloos verleenen. Een dergelijk lichaam zou geroepen zijn uitstekende dien-sten te bewijzen onder gezondheidsoogpunt. u. D. Een Brood- tevens Groenteplant. De heer B. Ruys, kweekerij « Moerheim » te Dedemsvaart, zond ons een pakje zaad van Chenopodium Quinoa, met o. st. berichtje, dat wij gaarne opnemen : In Duitschland zijn in het vorige jaar proeven genomen met het kweeken van een soort melde, de Chenopodium Yuinoa, een broodplant die in Chili en Peru veel verbouwd wordt en d^ar aan millioenen menschen voedsel levert. Het zaad heeft eeh hoogere voedingswaarde dan graan en rijst en de plant kan nog noordelijker groeien dan de grens van het graan. In Chili en Peru vervangt de zaadkorrel, die als sago of rijst gekookt wordt, de rijst geheel en al. De groene plant kan ook als spinazie gegeten worden. ( Onze Tuinen. ) „ Mineraalgist. " Prof. dr. H. Wefers Bettink ontleent voor het Pharmaceutisch Weekblad het volgende aan een buitenlandsch tijdschrift : Het voedingsvraagstuk blijft voor Duitschland (ook voor Ne-derland, Réf.) bij de aanhoudende pogingen, om dat land, door het afsnijden van allen buitenlandschen toevoer, uit te honge-ren, van overwegende beteekenis. Om in den nood te voorzien, tracht men in Duitschland de groote hoeveelheden gist, die de bierbrouwerijen voortbrengen (in gewone tijden per jaar 70,000,000 kilo) tôt voedsel te ver-werken, en men is daarin vrij goed geslaagd. De prijs van bier-gist is daardoor in den laatsten tijd 60 pet. gestegen. Men is echter hierbij afhankelijk van de bierbrouwerij, en dit gaf aanleiding, om een anderen weg voor gistvorming, onafhan-kelijk van het bierbrouwen, te zoeken. Men is ook daarin geslaagd en bereidt thans gist langs anderen weg, waardoor men in staat is, gist, dus een eiwithoudende stof, te bereiden, zoodra men die noodig heeft, terwijl deze zoogenaamde minerale gist het voordeel heeft niet den bitteren smaak te bezitten, afkomstig van de hop, die bij biergist altijd eenig bezwaar oplevert. ( Gist uit branderijen smaakt niet bitter. Réf. ) De grondstof, waarvan men uitgaat, is melasse ( bijprodukt der suikerbereiding, in Duitschland derhalve beetwortelmelasse ) met ongeveer 50 pet. voor gisting vatbare suiker. De melasse wordt met veel water verdund, waarin ammonium- en kalium- of magnesiumzouten zijn opgelost, welke voor de ontwikkeling der gistcellen noodig zijn. De gisting geschiedt in ruime kuipen, terwijl die gistsoorten worden uitgezaaid, welke geen alkohol vormen. Deze gist ontwikkelt zich dus zonder verlies en groeit veel sneller dan biergist. Proeven hebben reeds bewezen, dat deze ,,mineraalgist" als veevoeder even bruikbaar is als biergist. Men beoogt, ook, zich door deze nieuwe gistbereiding onafhankelijk te maken van den buitenlandschen toevoer van krachtvoeder (lijnkoeken, raap-koeken, enz. ) voor het vee ; deze invoer bedraagt voor Duitschland per jaar 300 millioen kilo. Natuurlijk moet men voor de bereiding ook andere bronnen dan melasse opsporen, aange-zien men anders weer afhankelijk is van de suikerbereiding. Afvalwater van de aardappelmeelfabrieken komt hier wellicht in aanmerking, terwijl, wanneer men, wat zeer waarschijnlijk spoedig geschieden zal, er in slaagt, door gistsoorten cellulose om te zetten in suiker, men over een onuitputtelijke bron van eiwit beschikt. Ook voor andere landen heeft dit vraagstuk groote beteekenis. N. R. O.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Zufügen an Sammlung

Ort

Zeiträume