De Belgische standaard

1346 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1915, 24 Juni. De Belgische standaard. Konsultiert 28 März 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/ks6j09x05x/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Jaar. — N° 85 ¥ijf centiemen bet nummer Vrijdag 24 Juni 1915. De Belgische Standaard Door Taal en Volk Voor G-od @n Haard en Land < DE BELBISCHE STANDAARD » verschijitt dagelijts. Abonnementsprijs voor 50 nummers bij vooruitbetaling. Voor de Boldaten: 2,50 fr. Voor de nlet-aoldaten — in 't land 3.50 fr.} buiten 't lana 4.50 fr. Indien meer exemplartn van elk nummer worden gevraagd, wordt d* abonnements-frijs minder/ „ Bestuurder : ILDEFONS PEETERS. VASTE OPSTELLERS : M. E. BELPAIRE, L. DUYKERS, Victor VANGRAMBEREM Bertrand VAN DER SCHELDEN, Juul FILLIAERT. nmmmxszzsama* -xbimmb wsn&vz ■»»»««"■■■«■■ » Voor aile mededeelingen zich wenc'en tôt : Villa MA COQUILLE, Zeedijk OE PANNE. Aankondigingen : 0.25 fr. de regel. — Reklamen : 0.40 fr. de regel. Vluchtelingea : 3 inlasschingen van 2 regels, 0.50 fr. Verontwaardising In mijn hoedanigheid van doctor in germaansche philologie ben ik opgeleid geweest zoo niet in de bewondering, dan toch in de vereerende waardeering van 't Duitsche kultuurstreven, Inzonderheid op wetenschappelijk gebied. Laat mij openhartig bekennen dat Duitschlands wetenschap met recht in hoog aanzien stond niet alleen in België, doch de gan-sche beschaafde wereld door. Als leeraar zag ik met dankbare gene-genheid op naar mijn Duitsche Collega's die met noeste vlijt een even overvloedig als degelijk pœdagogisch materiaal in zake middelbaar onderwijs hadden bij-eengegaard, waarop wij, Belgische pro-fessors in College of atheneum, met iet-wat vadsige gemakzucht teerden sedert maanden en jaren. De oorlog brak uit.... Nog klinken mij de woorden van den Duitschen gezant te Brussel in de ooren : "Wellicht zult gij het dak van uw feuur-mans huis zien branden, doch het uwe zal gespaard blijven ,, En ik betrouwde op Duitschlands eerlijkheid. Voor de oude Germanen immers was, volgens de getuigenis van Tacitus, het gegeven woord een heilig iets en Duitschland had met de andere groote mogendheden de onzijdigheid van België met jn eed bezegeld. » Zij schonden echter én hun woord én onze onzijdigheid en de dichte Duitsche drommen, prat op hun overmacht, wier-pen de dunne rangen van 't heldhaftig Belgisch legertje overhoop en achteruit. En tôt verklaring van die eerlooze wandaad hun drieste leus : «Es ist Krieg» en «Deutschland iiber ailes !» Een bitter, ho zoo bitter gevoelen van ontgoocheling greep mij aan.... Verder steeds drongen de Duitsche drommen voort, verkrachtend jonge meisjes en getrouwde vrouwen, vermoor-dénd kinderen en ouderlingen, in brand stekend hutten en kasteelen, verdelgend gansche vlekken en steden aJs Aarschot, en Tamines,bij voorkeur hun protestant-schen haat koelend op katholieke prie-sters, kerken en Leuvensche Universi-teit.En tôt verklaring steeds hetzelfde : «Es ist Krieg» en «Deutschland iiber ailes !» | En mijn ontgoocheling sloeg over tôt wrevel en verachting.... En verder gingen ze, trappend op 't bebloede lijk van België, Frânkrijk in en met hun monsterkanons schoten ze Reims heerlijke kathedraal, Atrechts . statig stadhuis en Yperens prachtige : Lakenhallen plat, al kunstvolle concre- | tiseeringen van 't politisch en godsdien- ; stig streven van 't Frankisch voorge- ; slacht in een eeuwenlange opeenvolging ] van geslacht op geslacht. En tôt verklaring van al diebarbaarsch-heid het onveranderlijke : «Es ist Krieg» en «Deutschland iiber ailes !» En mijn wrevel en verachting werden afgrijzen in rechtmatige verbolgenheid. I En, de woorden van hun ijzeren Bis- < marck indachtig : «Eenmaal dood, ligt ' men even goed boven als onder den grond» graafden zij hun donkere gangen dwars door de graven der heilige doo-denakkers, beschoten zij met helsche lust kerkhoven en begraafplaatsen dat de witte gebeenten der afgestorvenen als stof in de lucht vervloog. En tôt verklaring van die onmensche- ) lijkeheiligschennis immer en altijd het- ! zelfde waanzinnige «Es ist Krieg» en ■ «Deutschland uber ailes ! » | En dan sloeg mijn afgrijzen over tôt heilige verontwaardiging en ik moet ze nu uitschreeuwen : Niet omdat gij Duitschers zijt, afstam-melingen der Germanen, die trouw het eenmaal, gegeven woord hielden, die de kanstschatten van Italie en Gallië gespaard hebben, die hun dooden vereer-den in zang engedicht, die eerbied hadden voor de vrouw; maar omdat gij rati-onalisten, in werkelijkheid onmenschen geworden zijt, voor wie het hoogste ge~ bod is, 00k voor de Katholieken, schijnt het, «Bemin het machtige Duitschland boven al,» daarom zijt gij, in uw dollen hoogmoed van de zoogenaamde Uber-menschlichkeit gedaald tôt de laagste Untérmenschlichkeit, en wat gij doet is geen krijg, doch barbarenwerk en ik werp U de verachting, het afgrijzen en de verontwaardiging van aile nog recht-geaarde en eerlijke menschen vlak in 't aangezicht ! Belgische jongens, harop ! Niet ge-rust-vooraleer gij den reinen, heiligen vadergrond gezuiverd bebt van 't vuile Duitsch gebroed! V. V. GERM ANIA. (aan het Niederwaldes Monument te Riidesheim) 0 nijdig trotsche vrouw, die gloort op uwe rotsen, Met hoog gespannen borst, door zonnelicht omstreeld, Hoort ge dien dollen vloek, die wild in 't bloedig botsen Vas steigerenden strijd, rauw opgalmt naar uw beeld ? ...Toen 't vrede was en rust, en galmde in Rhijnschen De blijde sikkclklang dermaaiers om u heen [velde Geborgen ûwe vuist het vuige zwaard omknelde En bloeddorst zat gegriefd in uw gehaten steen. « Nun weh dir, Gallia ' » klonk plots uw oorlogsschet- ftren j Vervaarlijk door de lucht. En op dat wreede woord !Te wapen springt uw volk al huilen en al plettren En 't vreeselijk geschut rolt daverende voort !... ...Ei ! troonend op uw rots, )aal 't vlammend 00g nu [weiden Op 't bersten van den storrn, dien gij hebt losgevroet En jubel hoog en trois bij 't wrange menschenlijden j Bij smook vangrijze puin en rook van edel bloed. . i Wee u, Germania ! eens bloost de vale klaarte > Van 't spokend oorlogsvuur weêr op uw vuig gelaal Want 't dreigt het wraakgericht uw eigen log gevaarte En 't steigert om u heen der volkren wilde haat ! ! ...'k Begroet al in 't verschiel de naderende helden Die stuiten op hun zwaard den vloed der tyrannij En brijzlep gaan, hoezee ! op zijn bebloede velden Het zwaar granieten beeld der duitsche hoovaardij. • ST. SM. t Ons Blad. Gedurig, en van aile kanten, Jcomen ons ge-lukwenschen toe, nu bijzonder voor het dage-lijks verschijnm van De Belgische Standaard. Hier onder laten wij een âezer briefjes volgen: Ik kan niet zeggen met welk genoegen de vlaamsche soldaten en ik niet het minst, de dagelijksche ver-schijning van De Belgische Standaard begroeten : dit echt soldatenblad, zoo door en door vlaamsch, zoo in -Vaderlandsch.Oprecht fier ben ik, wandelend 's avonds langs de straten, De Belgische Standaard te mogen lezen. — Zie dat is nu ons blad, dat is mijn blad. Welke vreugde voor ons onze vlaamsche figuren te zien in redactie en meêwerking, welke troost en welk een spoorslag van aanmoediging, terwijl wij op 't slag-veld onze steke staan, diezelfde mannen, met hun gloeiend, overtuigend woord ons Recht te zien verde-digen ; ons dierbaar Vlaanderen, zijn volk, zijn taal én kunst doen kennen, doen eerbiedigen, hoogschatten en liefhebben ; hoe troostend eindelijk in het gering strookje onbesmeurd België De Belgische Standaard te zien ronddragen, wakend over het vrijgebleven en strijdend vlaamsch Volk, zijn wondèn heelend, en al-len aanval op zijn volk en vlaamsch zijn te keer vliegend.— Ja, De B elgische Standaard dat is ons blad, dat is mijn blad. Ik behoef niet te zeggen dat de keus derartikeis on-berispelijk van aard is en het werk der welgekende opstellers verraadt. Hun diepe kennis van volk en toe-standen heeft ons weer juist dat gegeven wat wij noo-dig hadden. Ik eindig, met U geluk te wenschen om uw verheve-ne poging. De Hcmcl zegene De Belgische Standaard, < opdat hij al de vruchten afwerpe die zijn edele stichters zich ten doel stelden en moge hij opwassen tôt het groot, degelijk vlaamsch dagblad. Ew soldant bij 't 3* Unie. UIT ENGELAND De eerste minister hield gisteren, 15 juni, een zaakrijke rede in het Engelsch parlement. De tijd der mooie redevoeringen is voorbij. Het hoofddoel zijner rede was het voorleggen van een nieuw oorlogscrediet van 6,250,000,000 fr. Reeds vroeger was er aangenomen geworden een uitgave van 9 milliards voor 240 dagen.Dat vertegenwoordigt een oorlogsuit-gave van 37 en half millioen frank daags. Thans bedraagt de, dagelijksche uitgave reeds 66 millioen, maar de minister voorzag een dagelijksche uitgave van 75 millioen; het leger wordt grooter van dng tôt dag en gel-delijke hulp wordt door andere mogendheden gewenscht. Hieruit blijkt dat het fransche spreek-woord altijd waar blijft : « l'argent est le nerf de la guerre». Dit is de eenigste reden waarom ik erover spreek. Geldzaken waren nooit mijn geliefd-koosd onderwerp. In andere opzichten was de rede van den eersten minister zeer merkwaardig. Ook heeft zij een zeer grooten indruk gemaakt en zal zij de eensgezindheid in het land zeer veel begunstigen. De bladen die het meest vijan-dig bleven aan een coalitie-cabinet zeggen ronduit dezen morgend, dat « ware de verklaring van den minister vroeger gekomen er veel misverstand zou vermeden zijn ». Zij zien nu in dat het o'ogenblik niet gekomen is «om de redenen te bespreken die tôt het stich-ten van een coalitie-ministerie aanleiding gaven. Zij vertrouwen in het woord van hun leider, het woord dat zoo kranig en dui-delijk klonk, Hij heeft niet gehandeld onder welken dra.ig ook van buiten : « Laat mij dadelijlt zeggen, in de klaarst mogelijke bewoordingen, dat ik niet gerech-. tigd zou geweest zijjn te doen wat ik gedaan heb onder de drukking van een invloed van buiten, of een tydelyke moeilijkheid of een voorbijgaanden parlementairen eisch. » De minister blijft getrouw aan zijne poli-tieke beginselen, « Ik vraag aan mijn vroegere collegas, en ook aan mijne vrienden en partygenooten, de verzekering te aanvaarden, indien daar-voor eenige verzekering noodig is, dat er geen man onder lien meer getrouw is dan ik aan de groote beginselen der politiek die geduren-de het beste deel van dertig jaren, de verzuch-ting, de ingenng, de lijst en de regeenngs-kracht waren van de diensten die ik aan den Staatkon bewijzen. Ik zie van niets af, ik verlaat niets, ik offer niets op, Wat ik aan-kleefde in het verleden, kleefik vandaag aan zoo vast en zoô getrouw als ik ooit deed ; voor dat zal ik werken en vechten in de toekomst, indien ik eenige toekomst heb, met al wat er-van me overblijft, aan overtuiging, aan geloof, aan hoop, aan energie en aan levmde kracht. 't Spijt me dat de B. St. me niet genoeg ruimte verschaffen kan om de rede in haar geheel mede te deelen, ze is het overwaard, deze geloofsbelijdenis. in politieke beginselen. Ze steekt zoo heerlijk^af tegen aile politiek opportunisme. Met leedwezen legt de eerste minister het tôt zwijgen en dat slechts voor een hooger doel en alleen tôt wanneer dit doel is bereikt : « Den oorlog door te voeren ten welken pryze ook tôt een zegevierend einde. » « Voor het oogenblili hebben we slechts één, duidelijken en opperstenplicht te vervullen : in den dienst van den Staat te brengen de goed-willige en georganiseerde hulp van elke kias onzer gemeenschap. De inrichting van de natiemethet 00g op den oorlog wordt flink doorgevoerd. Binnen kort is er geen nijverheid, geen man, geen vrouw of ze werken voor hetzelfde doel : de zege van het recht. Deze inrichting zal bereikt worden door de vrijheid. Ik denk niet dat dienstplicht b. v. voor-eerst zal tôt stand komen ; de oppositie is te groot, Hopen we dat ze nutteloos wordt, dat îeder vrijwillig zijn plicht zal doen. k f * Een nieuws uit België dat mij, als voorzitter der Belgische machtige vereeniging voor na-tuur- en stedenschoon, en ieder bewonderaar van onsschoone België treffen moet is wel het volgende. De Duitschers hebben reeds zooveel mooie boomen in België uitgehakt, maar nu hebben ze een staat opgemaakt van de mooie lanen om zoo het schijnt de boomen in veiling te brengen tegen aanstaanden winter. 0 die duitsche militaire cultuur ! 16 Juni 1915. Dr A. Van de Perre, Laatste Berichten. Parijs, 23 Juni, 7 u. In den loop van clen morgen werden een vijftiental bomniei^op Duin-kerke geschoten. Onze zware batterieen hebben dadelijk geantwoord. In de streek ten Noorden Atrecht staakten de Duitschers hun tegenaan-vallen. Een uitnemend geweldig artilleriegevecht had plaats tusschen Souciiez en Ecune. In Champagne nabij Perthes heeft de vijand eenige mijnen doen ontplof-fen zonder gevolg. Op de hoogten der Maas op de loopgracht van (Jalonne, deden de Duitschers eenen .geweldigen aanval. Zij gelukten een deel hunner vorige tvveede linie terug te bezetten. Onze tegenaanval sloeg hen terug. Het getal der krijgsgevangenen gemaakt sedert den 20 Juni bereikt 220 manschappen en 3 officieren. Nabij Marcheville in Woevre werd een aanval door ons vuur uiteengedreven. In Lorreinen werd een Duitsche aanval komende van het Oosten van Lein-trey door onze artillerie tegengehouden. In d^ Vogeezen, aan de Fecht zijn wij vooruitgegaan. Paris 15 uur. Atrecht. Duitsche tegenaanvallen bij het kerkhof van Neuville, en de Labyrinthe werden bloedig afgeslagen. Argonne.- Het gevecht woedt voort, in de loopgrachten vecht men met handgranaten. Overal in d( zen sector beschoten de Duitschers heftig onze stellingen maar vielen niet aan. In de loopgrachten van Galonné veroverden Iwij een nieuw gedeelte van de tweede duitsche linie. Lorrei len : We behielden al onze winsten. Vogeezen : Tegen een onzer stellingen (200 meters) front schoten dè Duitschers 4000 obussen en vielen 1 aan.Ze bezetten de stc lling. Een tegenaanval verjoeg den vijand gedeeltelijk. | Op de Fecht namen we nog een dorp in. I j . Oorlogsnieuws. OOSTELIJK FRONT. | Het laatste krijgsbericht bracht ons amb-telijk de ietwat verrassende krijgstijding dat de Grodeltmeren door de Russen waren ont-ruimd. De Grodekmeren liggen tusschen Presmysl en Lemberg en vormdeu de laatste steîling voor deze vesting. Thans zijn de i Russische legers opgesteld op de lijn van I Lemberg. s De toestand in Galicië schijnt dus een ernstig verloop te nemen. Sedert Mei wordt . er op het Russische front gebeukt op eene : wijze die het Russisch loger noodzaakte : immer in aftocht te vechten. Weliswaar ver-: weren onze bondgenooten hen hardnekkig, brengen daarbij, niettegenstaande hun tekort | aan ammunitie, den vijand nog geweldige l slagen toe, maar het taai weerstandsvermo- I5 gen van den Russischen soldaat werd telkens beheerscht door het materiaal geweld van granaten en stikwolken. Na de ontruiming van Presmysl had men gedacht dat de | Duitsch-Oostenrijksche legers wel uitgeput : konden geraken door de uiterste krachtin-spanning die ze hadden uitgevoerd, maar weerom is hier de degelijke organiseering van heel het Duitsch oorlogssysteem voor den dag gekomen. Sedert het begin van het Duitsch offensât in Galicië is het Russisch leger onder de aanhoudende drukking' meer dan honderd vijftig kilometers achteruit getrokken. Niet-temin mag bet verbazend heeten dat de Duitschers er nog niet toe gekomen zijn een doorbraak te bewerkstelligen. Zonder twijfel ware dit gebeurd indien, tegen ailes in, het Russisch leger niet had geplooid. Nochtans mag niet ontkend worden dat een gedurig achteruittrekken velerlei en groote bezwaren ; oplevert die kunnen oorzaak worden van een s noodlottigen afloop in den veldslag. Dat nu : deze achteruittocht hoofdzakelijk moet toe-! geschreven worden aan de ontzaglijke voor-deelen van de Duitsche artillerie belet niet dat we thans staan voor het feit zelf. De beteekenis ervan is gewichtig en zwaar aan ; gevolgen. ! Zoo deze achterwaartsche beweging niet kan worden stop gezet in de eerste dagen mogen we ons aan degeheele ontruiming van Galicië verwachten, indien nochtans de uiter-| ste russische zuiderflank op de Dniester geen ! doelmatig werk verricht om met een flank-; Vooruitdringen het duitsche middenfront in gevaar te brengen. Zulks schijnt thans aan 't gebeuren. De jongste Russische overwinning staat er borg voor. Lemberg blijft als laatste hoop van Galicië. Kunnen nu genoegzame legers bijgebracht worden om den duitschen opmarsch te stuiten (het Russisch leger dat te Odessa gereed lag tôt inschepen om in de Dardanellen hulp nriraniaaixwwui n maniBiiii utihi ■Humain m.m te bieden werd reeds naar Galicië gezonden,) dan is de toestand niet om te wanhopen, al-hoewel de nooef nog"dreigend zou zijn. Doch tusschen de algeheele ontknooping zouden zich dan elders gebeurtenissen kunnen voor-doendie eene gansche omkeering mochten teweeg brengen. België ontvoog'd. Er wordt veel geschreven en gesproken over 't nieuwe België dat uit den oorlog zal geboren worden. Ongetwijfeld zal ons land diep veran-derd uit den langen, moordenden strijd op-staan, zelfs indien er geen haarbreedte aan zijne huidige grenzen moest worden toegevoegd. Het België van na den oorlog zal van het vroegere verschillen gelijk een man, gerijpt door wrange levenssmart,verschilt .van den hoopvol-len, overmoedigen knaap. Wel blijft de hoop weelderig leven in 't krachtig mannenhart, maar de zelfkennis, het juiste besef van eigen wil en kracht, het najagen van beter afgeba-kende, breedere idealen hebben de jeugdige droomen tôt ernstige zekerheid gerijpt. Zoo ook zal 't wezen voor België. Gelukkig was het, eertijds, en sleet zijn zonnig bestaan in voorspoed en weelde ; 't werkte zijn weg dapper en moedig vooruit op al de banen die naar meer rijkdom, naar meer weelde leidden. Maar daarbij miste het iets dat de groote vol-keren teekent, al is het grondgebied klein ; het miste de zelfbewustheid, de fierheid der Eelf-staande volkeren. Het was wel onafhankelijk, in schijn en in wooiden, en liep hoog op met zijne onafhankelijkheid ; maar, in werkelijkheid hing het af, door 't wezen zelf van zijn bestaan, van de vijf Mogendheden die het over de doopvont hielden, zijn recht van bestaan erkenden, zijne onafhankelijkheid waarborg-' den. Tegenover deze stond het in durende min-derjarigheid, met de voordeelen, ja, maar ook met de nadeelen die de minderjarigheid bij— brengt ; en bij slot van rekening komen deze zwaarder te wegen dan de eerste. België moest zich regelen volgens al de voorwaarden door zijne voogden vastgesteld ; een leger er op nahouden, uitsluitend om den doorgang op zijnen boden aan zijne naburen te beletten. — We hebben gezien wat de uitslag daarvan was ! Maar het mocht geen bondge-nootschap met een ander land sluiten, om ster-ker te kunnen ogtreden in 't uur van 't gevaar. Het was verwezen tôt onderhoorigheid, ge-dwongen te luisteren en op te zien naar zijne machtige naburen, het strictste evenwicht tusschen hen tehouden. Een onvermijdelijk gevolg hiervan was dat, onbewust maar zeker, de groote Mogendheden minder eerbied gevoelden voor België, dat te-vieden scheen met zijne gemakkelijke neutra-liteit, dan voor andere kleine landen die niet hoefden gepatroneerd te worden, die aan eigen gevaar blootgesteld door 't leven gingen, njaar op eigen beenen stonden,

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel De Belgische standaard gehört zu der Kategorie Katholieke pers, veröffentlicht in De Panne von 1915 bis 1919.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung

Ort

Zeiträume