De Belgische standaard

1291 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1915, 22 Juli. De Belgische standaard. Konsultiert 28 März 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/0v89g5h82p/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Be Belriscle Standaard Door Taal en Volk Voor God en H&ard en Land t*<* v -rrr-n— -irrtiimr nu -ni n i ma»mi h» h i «iminn îimnrwiw imifruiMii nim nmn i n i , n.in. « OE BFV9ISCHE STMRB» nnm\9i Aboanementsprijs voor 50 rramraers bij voorcubetaîing. V oor de aolaetexi : t,50 fr. v'oor <5o Blet-goîdiùea — in 7 land 3.50 fr. t buift* 7 (and 4.5a fr. fn-b » m**? wmUar*» Min «M mtmmtr wordtn gnraa^é, wcrai d» abowttwttt-;irfs • îindtr. B©stuurd«r : 5LDEFON8 PEETERS. YASTS OPSTELLERS t M. E. BELPA1BE, L. DUYKERS, Viôtor VAN6RAK8EREK, Bertrand VAW OER SGHEUlEïi, luui HLLSAERT. sKttwm*ty<Mea.vvw/<tv*vv« 1 l-«rm m'riT 1 v~r" Jir nrnimTr-r—rtfi- -"mr-rn-iinin-r ini~rrnrM»i»nii-iii«nimriiTiiiiiin ■itbiiiiiih—ibi iummi-tm Voor aile mededeeliugen zich wenden tôt : Villa MA COQUILLE, Zeedijk DE P A M M E. "" ; A&akondigingen : 0.2-5 fr. de regel. — Reklamen : 0.40 fr. de regel, j Viuchtelingen : 3 inlasschingen van 2 regels, 0.50 fr. Holland doorDuitschland bedreigd n il k'îi 1 "Tilii il iiii—iii Een ophefmakend interview. Donderdag 15 Juli, volkstegenwoordiger King [van Somerset] vroeg, in de Engelsche Kamers, aan Hoofdminister Asquith : " of hij wist dat Minister.Churchill kortelings een interview toegestaan had aan eenen Hol-lanschen dagbtadschrijver ? En, indien ja, of d > gedachten in dat interview uitgedrukt, mochten aanzien zijn als de meening van de E~i";elsche Regeering ? Mr Asquith antwoordde : " Ik weet dat mijn achtbare vriend een interview toestond. Dit was niet officieel, maar niets van al wat mijn achtbare vriend schijnt gezegd te hebben is tegenstrijdig met het gedrag van de Regeering.Dit berucht interview werd verleend door Mic.ister Churchill aan den vertegenwoor-digcr van " De Nieuwe Eotterdamschc Courant Het werd verschillige dagen ingc-houden, werd door de censuur stipt en streng gekeurd hier, en het is slechts in Holland toegekomen enkele uren nadat Mr King zijne vraag in de Engelsche Kamers Donderdag gesteld had. Het interview wordt heden zatcrdag I7 Juli, in de « Nieuwe Rotterdam-mer » gedrukt, maar ik kan van heden af reeds den korten inhoud er van zenden. Nut-teloos hierbij te voegen dat deze ophefbaren-de verklaringen, gerugsteund door de Engelsche Regeering zelf; dat dit dagen-lang ach-terhouden; dit officieel keuren, niet min dan de treffende inhoud van het gesprek, en het feit dat het interview juist toegestaan werd aan het groote Nederlandsch dagblad, De N. R. Ct, - tôt nu toe aanzien eerder als vijandig aan de bondgenosten, en vriendelijk gezind voor Duitschland, — eene mare opschudding malien hier in Engeland en voorzeker niet mir. zullen maken in Holland, ook, waar zij, in eenen trek, de maanden-lange kuiperijen, ^onderduimsche of openbare werkingen van Duitschland, met of zonder goud belegd, zul-leti te niet doen. * * * Minister Churchill, om te beginnen, wees op de verbazend groote en zware opofferin-gen, reeds door Engeland gedaan tijdens de-zen oorlog, om het bestaan en het recht der kîeine natiën te verzekeren. De Hollandsche dagbladschrijver meldt dat hij diep getroffen was door de rechtzinnig-heid en de ware ontroering van den Minister tijdens het interview. « M. Churchill, zegt hij, verzweeg zijn eigene meening niet dat, aardryksltundig en krijgskundig gesproken, de grondverdeelingen rond de monding van de Schelde hem ona-tuurlijk sclienen. Zonder twyfel hoegenaamd, die verdeelingen hebben groote schade berok-kend aan de Bondgenooten. Had Antwerpen kunnen krij gstransporten krij gen langs de Schelde, het zou waarschijn-lijk nooit gevallen zijn, en het Bel-gisch leger zou stand kunnen houden hebben op de Nethe in plaats van op den Yzev! «Ik zegde : in Nederland is niet iedereen van die meening, eH M. Churchill wilde dat niet betwisten, wanneer ik hem deed be-merken dat de nadeclen van Hollandsche be-zetting der Schelde niet uitsluitend eene par-tij troffen, maar dat die toestand nu, van den andereu kant, de Duitschers opgesloten hield te Antwerpen.» « Maar wat er 00k van weze, wedervoer M. Churchill, wil me nietkwalijk begrijpen. Ik heb goen klachten noch klagen in 't zin. Indien Nederland die ^chending van zijn on-zijdigheid had toegelaten, het zou aangeval-len geweest zijn en misschien bezet voor een grootdeel door het Duitsch leger. Dit zou eene opoffering geweest zijn, die niemand het recht had te vragen of te verwachten van Nederland.> « Hebben wij het bewijs niet geleverd dat wlj Holland's recht erkennen ? In de moei-lijkste omstandigheden, zelfs, wij hebben het zcrgvuldig geSerbiedigd. Wij hebben noch gevraagd, noch zelfs niet bedekt den wensch ! uitgcdrukt doorgang door de Schelde toege- | staan te zijn. Dat wij ons zelven zouden ver- j oorloven geneigd te zijn eenen aanval te 1 de n op Nederland, is onmogelijk. Het is on- i denkbaar. Wij zullen nu ivy zelf niet gaan ' het grondbeginsel verwurgen voor het welk j i wij zoo lang reeds te vechten staan, na da wij zulke groote opofferingen er voor ge^.aai hebben. Ik kan u verzekeren dat, in gelijk welk( omstandigheden, wij er nooit zullen op denkei drukkingen uit te oefenen op Nederland, op-dat het zijne onzijdigheid opgeve ! Ik bel overtuigd dat de Hollanders wel doen het vaardig te houden, maar het gevaar za nooit dreigen van onze zijde. Ik moet nie uitleggenaan eenen Nederlander dat Belgii in de handen van de Duitschers het einde be-teekent van de onafhanbelijkheid van Neder land. Een vrij Nederland kan niet bestaar nevens een Duitsch Antwerpen ! » « Maar dit al zijn zaken over de welke uwf eigene staatsmannen en uw eigen volk te be slissen hebben. « Intusschentijd, het gevaar blijft dreigend over Nederland. Duitschland kan misschien zich gedwongen voelen Rolland aan U vallen. Duitschland verkeert stil aan in eer toeetand van een wild beest in zijn kooi, dal de vlammen nader en nader ziet komen, en dat wanhoopige sprongen maakt, links en rechts. Gelukkiglijk gij hebt een goed leger, en daarbij uwe wonderbare waterstaat.» « In aile geval, ge zult begrijpen dat wij, die ons aangesteld hebben als de kampioenen van een verdrukt klein volk, niets zouden kunnen doen tegen het onvervreemdbare recht van een ander klein volk. Ge begrijpt 00k dat na dezen oorlog, wanneer wij de zaken tôt een zegevierend einde gebracht hebben, — en dat zullen wjj zeker doen, de toestand van de kleine Staten zal sterker zijn da*. voor dezen.» « De misdadiger, die op het kleine Belgie gesprongen is, zal, na zijne verdiende straf, daar staan in de oogen van de wereid als een vreeslijk voorbeeld. Aangaande hetgeen ge nu zegt, dat sommi-ge lieden in Holland vreezen dat tijdens de vredesonderhandelingen, wanneer de Bondgenooten hunne voorwaarden stellen, er ZOU kunnen sprake zijn van een voorstel aan Nederland Zeeuwsch Vlaanderen op te geven of te verwisselen tegen een stuk Duitsch grondgebied, Oost-Friesland, of zoo iets 'lyk dat, ehwel, wy zyn nog een eindje af van den vrede, en van die zaken heeft er seftaars, of nog niet, gesproken geweest, » Maar, nog eens, het ware echt tegen het grondbeginsel van onze zaak een land gelijk Nederland, slecht te behandelen, of het met dreigementen of machtmisbruik te willen lastig vallen, nu of later.» Dat de Bondgenooten zullen en moeten winnen, kan, volgens Mr Chuichili, zélfs niet betwyfeld worden. « Wij moeten winnen, zegt hij. De wereid staat voor ons open. Wij kunnen altijd ons zelven verhelpen en opknappen; wij kunnen ons versterken zoo dikwijls of dat het noodig is. De Russen zijn in aftocht ? Wel, dan misschien niet dit jaar, dan het toekomende. Ons volk is taai en vol geduld. Ieder maand onze vastberadenheid en on?e macht groeienl De mannen, de vrijwilligers, steeds stroomen in ! Wij waren zelf niet in staat ze zoo rap te kleeden en te reeden of dat ze effen aan binnt n kwamen. Nu zijn 's lands nijverheids-krachten dwarsdoor georganiseerd.» « De voortbrengst van ammunitie zal ver-schrikkelijk zijn. De vloot groeit elken dag. De Italianen strijden nu aan onze zijde. Zij staan frisch en versch in den stnjd. MEER ANDERE volkeren gaan volgen. De Duitschers hebben misrekend opzichtens Frank-rijk. Zij hebben nooit kunnen begrijpen wat Frankrijk, in verbond met England, bij machte was te doen ! » Dit zijn de hoofdgedachten en bijzonderste zinsneden uit dit ophelmakend interview. Ik twijfel grootelijks of de Duitschers heden de « Nieuwe Rotterdamsche Courant », zuiver en onvervalscht, over ds Belgische grenzen zullen doorlaten !... God weet of ze... hun feestmaal van Antwerpen niet heelemaal zullen beklagen en als verloren gegeven zullen vinden J 17-7-15. Jan Van de Woestyne. Aan de Belgen van het Vreemdenlegioen. Op aanvraag der belgische regeering, heeft het fransch bestuur 't besluit onderteekend waarbij aile belgen dienend in het vreemden legioen op schriftelij-ke aanvraag entslagen worden van allen dienstplicht in dit regiment, op voorwaarde dat ze onmiddelijk in dienst zullen treden in 't Belgisch leger. De aanvra-gers zullen op 't front gezonden worden en zoo ze déserteurs waren, zullen wederrèchtelijkgoed behandeld worden als hun gedrag voor den vijand prijzenswaardig blijkt. Zij zullen ook voor geen krijgsraad te verschij-hebben.(Get.) De Broqueville. ; Van dag tôt dag. CoticLsterende huichelaar. Dit gebeurde in het dorp R.... op 't Westelijk front. 1 Volgens een correspondent uit Keulen schreef "De Tijd"onlangs : « Terwijl de avond viel (na een siag) t knielde de Keizer tusichen zijne gevallen soldaten l neer, liet het hoofd op de borst zinken en sprak in l stilte tôt God. Toen hij opstond weende hij en men [ hoorde hem met ontroering zeggen : het is vreeselijk. j Ik heb deze schrikkelijke dingen niet gewild, God weet het en Hij zal het getuigen. » Wat moet ons in deze regelen het nieest ver-! wondering baren, oftewel het naieve aanbid-dings-proza van dezen correspondent, die wel denkelijk voor den keizer zijn knie zou buigen als voor eene Godheid, - gekweekten gevoed lijk aile Duitschers, door dit ultra-duitsch gedacht dat de keizer wellicht een godsgezant mocht wezen, al is 't, dat hij de , Turksche halve maan omhelsde (uit pure liefde voor den hemel misschien?!); oftewel het cy-nieke verheffen van dit karikatuur-memsch dat keizer heet, tôt de waardigheid van een profeet die van God zou ontvangen hebben de r^ede om het menschdom testraffen; of eindelijk het godiasterend gezegde van den keizer zelf, die zeker schijnt Gods getuigenis aan zijne zijde te hebben om zijn wandaden te rechtvaardigen ? 1k weet het niet. 't Is a! even sterk en al even dwaas. En ware 't niet dat deze woorden de volmaakste weersplete zijn van heel het duit-sche volk, dat is gekneed geworden door de huichelende persoonlijkheid van den keizer zelf, die zich niet schaamt zijn volk onder den hiel te houden met de macht die hem zooge-zegd uit dea hemel is geschonken ; en tevens het onomstootbaar bewijs leveren dat het duitsche volk is het slaafste volk der wereid, daar het blindelings, zonder denken en zonder voelen, zich leiden laat aan den band van eene gedwee persoonlijkheid ; ware het al te kras, ons met deze vooropgezette zinnen van eene hysterische generatie in te laten. Hij sprak in 3tilte tôt God. Mooi zoo, die man daar te zien zitten, midden de dooden die zijnheerschzucht had doen slachtofferen en zijn waanzin ter slachting had gedreven; met voor hem de laaiende fakkels van brandende gods-kerken en achter hem het opstijgend wee van de verdrukten! Hij weende toen hij opstond, want hij had deze schrikkelijke dingen niet gewild. Dit kunnen we best geloeven. Zijn begeerte zal wel geweest zijn te heerschen zonder slag of stoot, de wereid onder zijn vuist te houden en de volkeren te knechten lijk hij zijn duitsche volk knechtte, maar 't lot der wapenen of liever, God heeft het zoo niet gewild.... In het bloed heeft hij zijne begeerte, zijn wensch, zijn wil zien versmoren en de vreeselijkheid van den oorlog is hem de ontgoocheling geweest van een grootheidsdroom. Wel mogelijk zullen zijn tranen, tranen geweest zijn van spijt, van woe-de en razernij, want zulke dingen had hij niet gewild ! Heel waar. Zijn bedoeling was heel anders geweest, errare... daarom zal hij wel geweend hebben, de huichelaar. En God zal dit getuigen. Welke vloek in den mond van zulk een potentaat-despoot. Dat \ God het zal getuigen, wachten weaf ten jong- j ste dage; maar dat de wereid hem reeds heeft j geschandvlekt, ligt buiten kijf; dat het godde- j lijk princiep van de eerlijke rechtvaardigheid I en het onbuigbare recht hem reeds heeft ver- | oordeeld, lijdt geen twij'el meer; dat de kriste-lijke liefde hem heeft vervloekt, is eene zeker-heid en wat reeds zoo werd geoordeeld zal of kan God niet anders meer aanvaarden. Hij j heeft het niet gewild, maar God zou het ge- i wenscht hebben ! Kan het schijnheiliger en f meer godlasterender IZijn driftvan hoovaardig- ' heid heeft den oorlog gewild, zijn ondeugd van ; onrechtvaardigheid is oorzaak van 't vergoten i; bloed. God kan driften toelaten omdat hij den menschgaf een vrijen wil, maar God zal on- ! deugden straffen omdat deze wil, hier, kenter-de naar 't kwaad en God is alleen getuigenis van 't goed. J. F. DE TAAK VAN RUSLAND. Het zal maar na deze oorlog geweten zijn, wat voordeel het russisch leger aan de bondgenooten heeft gebracht. Nooit zullen we kunnen de beteekenis van zijn strijd op zijn waarde schatten, zoolang we niet heelemaal in 't bezit jj zijn van aile bijhoorigheden.Doch van nu reeds j ontkennen de duitsche bladen zelf, de gewich- | tigheid niet meer van Ruslands sterkte en opof- f fering. In de "Berliner Tayeblatt,, zegt ma- ; Berchten j Parijs 20 Juli, 15 u. In Artois rond Souchez en nabij Neuville St-Vaast, is de nacht ge-jj merkt geweest door een hevig bombardement en eenige gevechten met | grenaden ten Noorden van het kasteel van Carleul. In de vallei der Aisne I meldt men een nogal hevig kanongeschut. De stad Soissons is gebom-I bardeerd geweest. Op de hoogten der Maas woelige nacht maar zonder \ infanteriegevecht, tenzij nabij tranchee de Calonne waar twee aan vallen | gepoogd werden door de Duitschers maar die afgeslagen werden. Vier | onzer vliegtoestellen hebben gisteren 48 obussen op de statie van Bifur-| catie van Chellerange ten Zuiden van Vouziers geworpen. Eene vloot | van ze s vliegtoestellen heeft dezen morgen de statie van Colmar gebom-| bardeerd. 8 obussen van 150 en 8 obussen van go werden geworpen op : de gebouwen, wegen en treinen. Schade kon bestatigd worden aan de ; groote statie en aan de goederenstatie. Geen obus viel in stad. Onze ; vliegtoestellen zijn ongedeerd teruggekeerd. f » • joor Morath 0. m. dat voor iederen onpartijdi-] gen beoordeelaar het blijkt dat de werking van I het Russisch leger voor de Bondgenooten over-| wegend van belang mag genoemd worden. ^ Door cijfers zou men kunnen bewijzen, dai | Rusland zich de grootste opofferingen getroosi l heeft om de bondgenooten voordeel bij te bren-\ gen. Altijd trok het zooveel mogelijk vijanden I op zijn eigen front en verlichtte daardoor on-eindelijk den toestand voor ons. De taak van het russisch leger is zwaar. | RUSSISCH FRONT. f Op dit iront nemen de gevechten in hevig-| heid en belangrijkheid toe. Het algemeen I duitsch offensief is losgebroken en strekt î zich uit van aan de Baltische zee tôt in Gali- II cie,'t zij opeen front van rond de 600 kilome-ters.jMeer dan twee millioen Duitschers worden op 't russisch leger gesmeten. De aanval is 't geweldigst in 't noorden (op 50 kil.) en in ! 't zuiden (op loo kil.) van Warschau. | Daar in 't zuiden het duitsch oprukken stop H werd gezet in de streek van Krasnik-Lubiin, | begonnen de Duitschers aanvallend op te f treden in 't noorden omtrent Prasnysh en op | den uitersten flaok naar Riga loe. Na eene ! geweldige drukkirg zijn de legers van von 5 Mackensen ook weerom rond Lublin den | aanval begonnen. Dat het op een kritiek oegenblik voor Warschau gekomen is, valt niet meer te ontkennen. Een beslissend ge-vecht is aan gang. De eenige vraag is nu of de Russen genoeg ammunitie ter hunner be-schikking zullen hebben om den schok te doorstaan. Een Voorstel Als gevolg op mijn artikel VERGIFTI-GING, zou ik eene nieuwe rubriek in « De Belgische Standaard » willen openen, met den titel : COMBLES. Daarin zouden al de enormiteiten verschijnen, ontsnapt aan de kolossale naïeviteit — bij gebrek aan een ander woord, moet ik dat wel gebruiken — der Duitschers aangaande hun slachtoffers. Die enormiteiten zou men een-voudig aan- : stippen, niet bespreken — hoeveel tijd, inkt i en hersenpijniging daardoor gespaard ! Het loont trouwens de moeite niet — iedereen weet dat — een neger te willen wit was- j schen of een Duitscher zoeken te leeren j wat loyaliteit of kieschheid of menschenken-nis is. Als inzet voor dit plan, volgend uit-treksel uit « De Tijd » Nr van lo Juli i9i5. van den Keulschen correspondent : m Reeds vroeger heb ik geschreven over de deernis, die in Duitsche katholieke kringen werdt gevoeld (maar niet altijd uitgesproken) met het lot van het katholieke Vlaanderen in dezen oorlog ». — Wat zijn die heeren toch goed! en zeggen dat wij daarvan niets af wis-ten ! — « Wanneer men de uitingen leest van een blad als «De Belgische Standaard», die achter het Belgische front verschijut, dan voelt men dubbel pijnlijk den daarin gegeven raad-; om voorgoed aile betrekkingen met Duitschlands katholieken af te breken, die vooral in het sociale leven van Le^ven naar Mùnchen-Gladbach waren geknoopt. S Hoe tragisch ook het lot van België zij, en hoe ontstemd de Vlamingen mogen wezen over de houding der Duitsche katholieken, het zou voor de toekomst betreurenswaar-dig wezen, indien noodeloos politieke ge- f schillen werden uitgebuit, om de geschillen ook in het godsdienstige en sociale verder te doen rijten ». « Politieke geschillen » is als euphemism ; een heel epos weerd. Het uitmoorden, bran-den, verdelgen van gansch een land kan niet gelnkkiger bestempeld worden. î Verder weidt de correspondent uit over de Vlaamsche Beweging sn stemt het ge-kende zaagdeuntje aan over 't geluk der Vlamingen, mochten zij eens in den moe-derschoot van Mutter Germania aanlanden. Op zulk bestoken spel antwoordt men en-i kel door de verachting welke brandt in de | ziel van den buitenpastoor die mij schreef: i « God geve dat wij hun eens kunnen toonen • wat een supérieur volk eigenlijk is eu wat ; de echte vrijheid !... Heere toch ! wat i een dom, verwaand, verknecht en wanhopig j volk dat is ! » M. E. Belpaire. t v - 1 -rrzrr i Het Oostersch Yraagstuk. < < Dit vraagstuk spruit voort uit een drie-jj dubbele bron : 1° uit den Inval d.r Turken in j Oostersch Europa; 2° uit den weerstand der J christene volkeren die zij nooit of nooit heb-t ben kunnen onderwerpen ; 30 uit de twisten j dezer volkeren onder elkaar en uit deze der | mogendheden die nu en dan hunne begeer-| lijkheid wilden voldoen. Dit vraagstuk is | ontstaan in I770 wanneer Oostenrijk zich j verzette tegen de inname van Constantinopel i door de Russen en sinds heeft het nog geene | oplossing gekregen. Zal deze schrikkelijke | oorlog er een einde aan stellen ? Ik weet het f niet, maar nochtans het zou valsch zijn te | denken dat hetgenoegis daaron \de Turken over | den Bosphoor te jagen, want het zedelijk Europa en zelfs het geographisch Europa om-vat het grootste gedeelte der Middellandsche Zee en in Asie het vraagstuk der stammen en der godsdiensten is ten minste zoo hevig als in de Balkanen. Op onze dagen is het algemeen aangeno-men, dat de oplossing van dit vraagstuk niet te zoeken is in eene voortduren van een Turkschen Staat, hoe klein en gering hij ook weze. De Turken hebben niets kunnen tôt stand brengen want sinds vier eeuwen blijven gekampt in hunne veroveringen. Nevens hen weiken de indigeensche volkeren, zij ontwikkelen zich en bewaren hunne persoon-I lijkheid. Nooit of nooit zullen de Turken erin gelukken een regelmatigen Staat te stichten want zij zijn en zullen altijd nomaden blijven. Meu mag ailes vragen aan een Turk, uitge-nomen zich te hervormen. Wat de veroverde volkeren betreft die misschien het Turksche volk hadden kunnen beschaven, zij zijn ertoe belet geweest door de Muselmaansche zeden en godsdienst die tôt in de 20ste eeuween socialen Staat hebben doen voortbestaan gelijk aan dezen der Middeleeuwen. Ziende dat zij als vuige slaven behandeld werden, hebben de raïas verschei-dene opstanden verwekt wier aaneenhang gansch het Oostersch Vraagstuk in de igde en de 2oste eeuw omvat en die hen allengs-kens tôt autonome Staten gemaakt heeft. Inderdaad de opvolgenlijke vrijmakiag van Griekenland (1820-i831), van Serbie (i8o4-I878), van Roumanie (I856-I878) en van Bulgarie (I878-I908) maakt de vier tijdstip-pen uit van het Oostersch vraagstuk be-schouwd als een binnenlandsch vraagstuk van het Ottomaansch Rijk. Maar ongelukkiglijk heeft zich daarop een Europeesch vraagstuk geent. De groote mogendheden, om hunne christene broeders te verdedigen, hebben met den ongeloovige I Sî Jaar. — H° 108 Vtjf-céntiemon het nummer Donderdag 22 Juli 1915.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel De Belgische standaard gehört zu der Kategorie Katholieke pers, veröffentlicht in De Panne von 1915 bis 1919.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung

Ort

Zeiträume