De boer: weekblad van den Belgischen boerenbond

685918 0
20 Dezember 1918
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1918, 20 Dezember. De boer: weekblad van den Belgischen boerenbond. Konsultiert 29 März 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/tb0xp6w437/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Vrijdag 20 December 1918 25,t# Jaarg. (1918-1919^ DE BOER Weersblad Dan Jrn BrTgisrten Boerrnbond De ledta der boerengilden betalen aan den BOERENBOND eene jaarlijksche bijdrage van 1 frani Aile brielwisseling wordt gezoudeii aan BOERENBOND (hier Je afdeeling- opgeveni LEUVEN BUBEELEN Minderbroedersstraat, 24, LEUVEN Adres voor telegram : Boerenbond, Leuvcn Telefoon : Leuven, Nr 16 HULPKANTOOR EN MOLEN : Van de Wervestraat, 61, Antwerpen Telefoon : Antwerpen, Nr 2868 BERICHT co» In hvl oroeyere ueneraaL-Goucernement wordt dit nummer vaii » De Ltoer » yestuura aan die bestuarsteaen onzer gitden, weiue onder den oorlog ue omzendbneven van net Huuiduextuar ontvuigen. We verzoeken lien vnenaeuik ait nummer te geuruinen, zuuait ze gewuon waren liet te doen met de omzend-brieoen, 't is te zeggen, tiet zoodra mogetu/> te oespreken op een bestuurszUtmg en ae voornuuinsLe deeten er van voor te tezen en ait te teggen op de algemeene vergauenny der gitde. In liet vroegere Elappengebied zenden we dit nummer aan de uijzoïiderste bestuurs-leden onzer yitden. De voorfHier, de schri\-ver, de proost zatten yelieven liet zooveel nio-gehik op dezettde wijze te benathgen voor nun bestuur en hun gitde, en de vergaderin-gen zoodra mogehik te houden. We ziin zoo-lang aigestoten geweest van onze gilden uit Vlaanderen; dit eerste nummer van » De Bote » moet een middel ziin oui aanstonds opnieuw in aanraking le komen met de leden dier gilden. Aan qitden. die de bijdraçjen van hun leden voor IÙI8 betaatd hebben, zenden we in pak «en exemptaar van dit nummer voor elk tid. Elkeen zat beariiven. do.t we zoo niet kunnen handelen voor die noa niet betaatd hebben; ten andere. we kennen zelfs hun ledental niet. **' Aan gilden. die de biidrage voor 1918 zullen fies tort hebben vôôr nieuwiaar, willen we het nummer voor hun leden opzenden vo\>. zoo ver de voorraad strekt, We zullen trachten, zoodra mogelqk, nog andere nummers van « De Boer » te laten verschijnen. Om « De Boer » over de post aan onze leden thuis te zenden. moeten we wachten tôt dat de ledenliisten binnen zijn. De in te vullen ledenliisten zullen we wel-dra aan al onze gilden laten geworden. HIER IS ''DE BOER.. WEER! Geachte lezer, dierbare vriend, hier ben ik weer- Vier jaar lang heb ik gewacht, vier jaar lang op loer gelegen oui te zien of nog niet de kans klaar was weer eens uit le loopen en mijn brave buitenmenschen te gaan bezoeken en met hen, als voor-heen wekeiijks in de zaiige vrededagen, een gemoedlijk praatje te gaan voeren. Ik wachtte, vreesde, hoopte. Hoe gaarne toch zou ik ten minste nu en dan uit mijn hoekje te voorschijn zijn getreden, doch : hait! klonk het uit den mond van den vijand. Mij werd de weg versperd; een andere, De Landbouwer, door den vijand opgewekt, voor den vijand werkend, door den vijand be-taaid, verdrong me onder Gods lieve zon. Wel zond ik van tijd tôt tijd mijn omzéndbrieven uit; het duurde weken, soms zelfs een paar maanden, vooraleer ze van de censuur verlof kregen om te verschijnen; doch ik zelf, De Boer,moest me koes houden. Ik wachtte jarenlang, schijnbaar eindeloos; ik wachtte en luis-terde en zag. Ik heb het onheilspellende bulderen van het kanon gehoord en hel moordend knetteren der machinegewe-ren; ik heb in de verte en dichtbij den noodlottigen gloed gezien der brand-loorts; ik heb den wrangen smook van het poeder geroken. Onder mijn oogen werden de vlakten overdekt met lijken: puinhoop stapelde zich op puinhoop,en, vvalgend van al dat bloed en van al die verwoesting, heb ik de oogen afgewend. In de verte hebben ze zich gevestigd •p e«n heerlijk schouwspel. Omgloord met al de sc-hittering der avondzon, heb ik ze gezien. onze broeders, onze zonen, onze vrienden, op de boorden van den Yzerstroom. Hun borsten vormden een muur waar-op aile geweld van den aanval afbotste. Ik heb ze gezien, en mijn hart zwol in mijn binnenste van vaderlandschen trots, van rechtmatige fierheid; en in vervoering heb 1k met uitbundigen geestdrift de mannenfiguur begroet van onzen koning, zijn lroepen aanvoerend ten strijd, ze aanvoerend ter zegepraal. Ja, vrienden, ter zegepraal! Want thans is het pleit beslist,beslist te onzen voordeele. De Pruis is achter zijn gren-zen teruggetrokken en liever zal hij aile voorwaarden,ook de meest vernederen-de onderschrijven dan nog de kans der wapenen te beproeven. Zoo is voor hem de straf gevallen van wat de kanselier op 4 Augustus 1914 schaamteloos beken-de te zijn een overtreding van het vol-kenrecht en van de rechtvaardigheids-, wet : het invallen in België. ; Daarmee is dan afgemaakt de schit-' ferendste biadzijde onzer geschiedenis. i Ze is geschreven met tranen, ja, en met > bloed; doch die tranen zijn perelen van stille lijdzaamheid en matelooze" opoffe-ring, dat bloed zijn robijnen, die fonke- i len van gloeiende vaderlandsliefde en blakenden heldenmoed. * t * * Laten we eenige oogenblikken bij deze biadzijde stil blijven en daarin trachten . te vinden wat de oorlog in het plan der goddelijke Voorzienigheid is geweest. Wellicht een straf voor het verleden : straf voor het verbannen van God uit ons midden, voor het miskennen der ze-delijke wet in het openbaar en in het bijzonder leven. God, de Schepper, Heer en Meester van ailes, was verdron-gen uit de wetgeving, de rechtspleging, het onderwijs, en waar het nog officiëel 1 spraak was van Hem, daar was Hij niet de Vader van aile menschen,die zijn zon > schijnen laat over de goeden en over • de kwaden, maar daar was het een ger-maansche God, een Gott mit uns, die 1 aile dwingelandij beschermen en aile 1 onrecht billijken moest-1 Ook uit het familieleven was God ? verdwenen. Waar toch, tenzij in onze ) oude vlaamsche buitenfamiliën,bekleed-1 de nog het kruis de eereplaats, waar bo-" gen nog vader, moeder en kinderen 's** 3 vonds de knie bij het gezamenlijk bîP 1 den van het rozenhoedje? i En bij hoevele enkelingen was niet de r dag een onafgebroken aaneenschakeling 3 van gedachten aan genot en winstbejag'.' ' Aan geld en goed en \iitspanning en ver- > maak hing vast hun geest; God, dat was - de vreemdeling, de indringer; voor Hem e geen tijd! t Niet beter was het gesteld met de wet- - ten der zedelijkheid. Het doel wettigt de i middelen; dat was de stelregel der ze- - deleer, bij de openbare besturen en bij i den eenling. i In regeeringskringen heette on-; rechtvaardigheid politiek en diplomatie, , in het private leven schranderheid en e beleid. Heilig bezworen verdragen wa- • ren papieren vodden, en plechtige aan-J gegane verplichtingen beuzetarijen. Hel 3 gebod sZondags te rusten en Mis te hooren,was een doode letter geworden-Wie kuisch leefde, was een kwezelaar; wie de wetten van het huwelijk naar voorvaderlijke wijze onderhield en de voortzetting van het menschelijke leven niet verhinderde, was verouderd en dweepzuchtig. Jawel, uod is langmoedig en de ge- ; beden en voldoeningen der goeden zijn machtig voor Zijn troon; toch komt er een tijd dat de maat vol is, een tijd dat barmhartigheid voorbij is en rechtvaardigheid aan de beurt komt. De tijd, gij weet het, kwam voor de Joden, voor Gods lievelingsvolk; God had genoeg vermaand, genoeg verwittigd. Daar naakt. het oogenblik der straf. De Joden worden verdeeld, vernietigd. Dat is de oorlog geweest in betrek-king met het verleden, moge hij voor de toekomst een waarschuwing zijn. Blijven de natiën zoo heidensch in hun opvattingen, blijven ze halstarig vasthouden aan hun streven naar poli-tieke grootheid en staatkundige macht, blijven ze eikander benijden en verdrin-gfcii op ecoiiomibch gebied, blijven ze immer de vraag ontwijken der rechtvaardigheid en laten ze zich ook in de toekomst enkel geleiden door het ant-woord op deze : is dat of dat voordee-lig? dan voorzeker zal wat gebeurd is nog gebeuren; want dan werken weer dezelfde oorzaken als vroeger,en dezelf-de oorzaken hebben noodzakelijk dezelfde gevolgen. En gaan de menschen voort Gods rechten te miskennen, gaan ze voort hun lusten bot te vieren en enkel te leven voor deze aarde, gaan ze voort als richtsnoer voor hun gedrag alleen maar genot te nemen en gemak-zucht zonder zich om Goas wet te be-kreunen, dan weer, het is te vreezen. komt er een einde aan Gods lankmoe-digheid en zendt Zijn rechtvaardigheid onder den gepasten vorm opnieuw de gerechtige straf over de zondige we-reld.Doch, dat zal niet. In het publieke en in het private leven zal God, we vragen het in onze gebeden en we verhopen het met al de vurigheid onzer ziel, de plaats innemen die Hem toekomt, de eerste. De godsdienst zal in aanzien staan, de zedeleer zaTworden nageleefd,en uit den warboel van dezen oorlog zal oprijzen een nieuwe wereld, een wereld van or-de en rust, van rechtvaardigheid en ver-, zoening; dan zal waar zijn wat de Psal-mist zegt : Rechtvaardigheid en vrede hebben ellcander den kus gegeven, en: God zal zich zoetaardig toonen en onze aarde zal weer vruchten voortbrengen. Vruchten van vrede, vruchten van naas-tenliefde, vruchten van rechtvaardigheid.Onder de tegenwoordige Omstandigheden — «o» Nu de Duitsche legers, die in 1914 ijna gansch ons vaderiand overstelpten, zich eindelijk teruggetrokken hebben, nu kunnen we eerst het onmeetbare kwaad overzien dat ze hier aanrichtten. Veel is er verwoest, ontzaglijk veel, op stoffelijk gebied. In sommige streken werden steden platgebrand, lachende dorpen in puin verkeerd, welige lan-douwen herschapen m drassige moeras-sen of kaie woestenijen- Veel is er geieuen, ontzaglijk veël, op lichamelijk gebied. Vreetizume burgers weruen onmeedoogend neergeschoten of aaar de gevangenis gesleuru;vrou\\en en Kinderen en gnjsaards get'oiterd en ge-marteld; mannen, jongeiingen, die de stem liunuer vadeilandsheide spreken neien, gekweld en tôt opsluiting verwe-zen.Veel is er geleden, ontzaglijk veel, op zedehjk gebied. De overweldiger krenkte ons in onze duurbaarste gevoelens : in onze lielde tôt onzen vadergrond. Geen veruedering bieef 011s gespaard en, wat we ook deden, we moesten ons schikken naar zijn meest wiliekeurige bevelen. 1s het wonder dat uit dai ailes verbit-tering na verbittering is gevloeid, hoopen verbitlering, die zich hebben vastgezet 111 menig gemoed? God zij gelooid! Dat alies is voorbij, voorgoeri voorbii. Laten we dan niet al te zeer achter uit kijken; de mensch is gemaakt om vooruil te zien, om de toekomst in te staren, om in de toekomst te geiooven, om 111 de toekomst te hopen en in de toekomst te beminnen. Vooruit dan naar de toekomst! Dat die toekomst voor ons een toekomst zijn zal van heropbeuring, van herstei hoei't wel geen betoog. We staan als het ware voor de puinen op allerlei gebied in ons vaderiand opgehoopt. Uit die puinen een nieuw België doea oprijzen, schoon en welvarend heerlijk als voorheer, dat is de taak vau elkeen, tôt welken stand hij ook behoore. Dat is de taak waaraan in de eerste plaats ook de boer mee te werken heeft. Dat zal hij met naarstig te arbeiden, zooals hij gewoon is, en uit den grond. die hem werd toevertrouwd, al te trek-ken wat hij kan; dat zal hij door zijn zedelijkheid en godsdienstigheid, door zijn burgerdeugden; dat zal hij ongetwijfeld ook door het uitoefenen zijner plichten van rechtvaardigheid en naastenliefde tegenover zijn medeburgers. * * * Uw plichten hebben we U herhaalde-lijk voorgehouden; zulks was onze tadk en we deden het in aile vrjjmoedigheid : wel bepaaldelijk in den omzendbrief van 2 Augustus 1917, omzendbrief waarvan 45,000 exemplaren over gansch het land werden verspreid. Hier willen we toch de grondgedach-ten van dien omzendbrief herhalen : Richt uw handelwijze naar de regels der rechtvaardigheid. Vergenoeg U met dien prijs die, rekening houdende met de omstandigheden, met de kosten van voortbrengst, met de algemeene duurte van het leven, ieder weldenkend mon voor billijk en rechtmatig moet aànz;ui. Handel niet uit loutere geldzucht en stel uw geweten boven ailes. De voorschriften,waaraan de '>aasl.;n-liefde ons bindt, schrijven we Ietterlijk af uit den omzendbrief : 1. We moeten onze naaste helpen wanneer hij in nood is en wij het kunnen doen- 2. De naastenliefde legt ons meer

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel De boer: weekblad van den Belgischen boerenbond gehört zu der Kategorie Katholieke pers, veröffentlicht in Leuven von 1891 bis 1975.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung