Tweecie Jaar gang, n 42 Prijs per iiamiiiej* b eentiem. Zondag 21 Oktober 1917 De Gazet van leuven ABONNEMENTSPRIJS : Per jaar .... 2,50 fr. Voor 6 maanden . . 1,25 fr. Voor 3 maanden . . 0,65 fr. ALLE BRIEFWISSEL1NG TE ZENDEN Naamsche Vest, 41, HEVERLEE (Leuven) Postcheok-rekening Nr 24-2 Elk - medewerker blijft verantwoordelijk yoor zijn !û jstel. Onfeteekende brieven of bijdragen worden ai t aanmerking genomen. Ha> dschriften worden niet teruggegeven. AANKONDIGINGEN : Naar overeenkomst. BOEKBESPREKING : Het inzenden van één exemplaar geeft recht op vermelding ; twee exemplaren op bespreking. Bericht. VAN AF 1 NOVEMBER 1917, worden de bureelen van « De Gazet van Leuven » overge-bracht naar de Naamsche Vest, 148, LEUVEN Vaderlandsliefde. Aan Ibo zijn Kobe. (.Zie Gazet van Leuven van 19 Auyustus). VERVOLG Wat is vaderlandsliefde? — Geleerden en wijsgeeren van aile tijden, Kobe, hebben ge-tracht te zeggen, de eene al beter dan de andere, wat vaderlandsliefde is. Dit in enkele woorden in zijn geheel omschrijven, is wel niet gemakkelijk. Doch gij meent, Kobe, en te-recht, dat vaderlandsliefde, liefde is : liefde voor zijn medeburgers. Zoo denken er meer over, Kobe. Ja, vaderlandsliefde is in de eer-ste plaats liefde voor zijn medeburgers, of beter, liefde voor zijn volk, en de beste vaderlanders zijn zij, die hun volk het vurigste beminnen. Oprechte vaderlanders zijn zij, die uit liefde tôt hun volk geld en goed opofferen, lichaams-en geesteskrachten inspannen, en desnoods hun bloed veil hebben voor het welzijn, de verheffing en de vrijheid vanhun volk. Oprechte \ aderlanders zijn zij die, gadreven dooriielde toi hun volk, onverpoosd streven, strijden en lij-den, om hun volk te brengen tôt meerdere stoffelijke welvaart ; tôt hoogere verstandelijke ontwikkeling en zedelijk-groot-zijn ; om het op te voeren tôt de Oneindige Liefdebron : God, en het eeuwig vaderland. Oprechte vaderlanders zijn niet enkel zij, die, als de loop der wereldgebeurtenissen een mili-tairen vijand doet oprijzen, dien militairen vijand heldhaftig bevechten met moordtuigen en kanonnen, doch ook zij, die, uit liefde tôt hun volk, zonder versagen door woord en schrift en daden bekampen al wat de vrije geestesontwikkeling van hun volk belemmert (bij voorbeeld : taalverdrukking) of ook be-strijden al wat de ziel gekluisterd houdt in de banden der ondeugd en haar verhindert op te stijgen in haar zedelijk streven naar hooger. (Kobe,lees eens de korte woorden, die E. Pater Stracke spreektinzijnboekje«Arm Vlaanderen» over de drij groote inwendige kwalen, die de ziel en het lichaam van het Vlaamsche volk verkankeren tôt verrotting toe : de pronk en praalzucht, de drinkplaag, de ontucht). Kobe, me dunkt, ik zie uw oog aan 't gloeien gaan, me dunkt uw hart klopt sneller, en in een zucht zweeft het op uw lippen : 0 schoone, o edele vaderlandsliefde ! Zulke vaderlanders, waar ze zoeken ? Zulke liefde, waar ze vinden ? Kobe, uit den schoot van ons volk, ons duurbaar Vlaamsche volk, zijn zulke vaderlanders geboren. Doch, Kobe, omdat zij Vla-ming zijn en 't blijven willen, worden zij door machthebbers gebroodroofd, door hoogweer-digheidsbekleeders veroordeeld, door haat-patriotten en kliekjes-patriotten uitgescholden voor lafaards en verraders. Maar, Kobe, uw gezond werkmansverstand heeft begrepen, uw naar liefde smachtend hart heeft liefde gevoeld en zal wederliefde schenken, want liefde vraagt liefde. En, Kobe, gesterkt door uw wederliefde en die van geheel het verdrukte, lijdende Vlaamsche volk, zullen die onverschrokken Vlamingen, spijts kwaadwilligheid en tegen-kanting, spijts hoon en laster en broodroof, onversaagd voortstrijden den geweldigen kamp voor Vlaanderens algeheele Vrijheid. A. Kleine Kronijk Hoogeschoolnieuws. Verschenen : AAN DE VLAAMSCHE STU-DENTEN. Rechtskundige raadpleging nopens de wetteli/kheid van de vervlaamsching der Gentsche Hoogeschool en de geldigheid van hare diploma's. Uitgave nr 6 van den Hoogeschoolbond. Te verkrijgen : Studentencomité voor propa-ganda en inlichtingen, De Bonnestraat, 17, Molen-beek-Brussel, en ook op het bureel van dit blad. Emiel Hullebroeck. Van onzen geliefden volkszanger getuigt de w Middelb. Crt. „ : " Maar wat van Hullebroeck's werk de blijvende beteekenis zal zijn, is, dat hij, na de lange periode van verheerlijking voor het kunstlied, weer den smaak heeft gevormd van het liedje-voor-iedereen, waarvoor geen zangopleiding noodig is. „ " ... Hij (Hullebroeck) is geen zanger van ten-denz, van kritiek, zooals verscheidene andere scheppers van het " levenslied De algemeene karakteriseering van zijn werk is veeleer de onge-dwongen levensblijheid van een Pallieter. En dat is ook iets, waar we ons nut mee kunnen doen, vooral wij hier in Noord-Nederland. „ Een man met halve hersens. De oorlogschirurgie maakt met den dag meer vorderingen. Voor de Parijsche academie voor ge-neesku ide vertelde dr. Jurepin dezer dagen hoe hij een soldaat had geopereerd, wiens halve herse-pan was weggeschoten. Die man oefent thans weer zijn timmermansbedrijf uit, en hoewel hij in werke-lijkheid slechts over de heift van zijn voorinalitre hoeveelheid hersens beschikt, is er noch uiterlijk noch verstandelijk iets bijzonders aan hem te be-speuren ; hij maakt zijn timmermansbecijfei ingen ?7 ■*; Jung iiïb vi>orliwt?u. Een geschiedkundige ontdekking te Kleef. Duitsche soldaten, bezig aan het maken van loopgraven op den Eltenberg bij Kleef, stieten op een zekere diepte in den grond op metselwerk. Men legde het bloot e*» had dadelijk de overtuiging. zich te bevinden in tegenwbordigheid van loopgraven, dagteekenend van lange eeuwen. Volgens de meening van bevoegde personen, znu er hier kwestie zijn van militaire werkf>ri uit d n tijd van den doortocht in deze streek van de-legioenen va* Drusus. In beslagneming van koper. De verordening betreffende de inbeslagneming en de afleveringsverplichting der voorwerpen uit koper, gaelkoper en brons behelst 27 klassen van dingen, welke onder de inbeslagneming vallen Tôt opheldering van hoogergemelde verordening weze het volgende bericht : Moeten niet afgeleverd worden : a) de voorwerpen, die vervaardigd zijn uit ijzer, doch met koper, brons of geelkoper over trokken zijn ; b) degene welke voor godsdienstige doeleinden aangewend worden in kerken of ka-pellen ; c) de koperen huispompen, welke in gebruik zijn, alsmede de daartoe behoorende buizen ; d) de verlichtingstoestellen, welke in gebruik zijn. Ook de nagelvaste hanglampen. Onderstaande prijzen worden in gereed geld be-taald. Voorwerpen uit brons, koper en geelkoper : Zonder vreemde bestanddeelen 7.00 of 6.00 per kg. Met vreemde bestanddeelen 5.20 of 4.50 fr. per kg. De afdeeling voor handel en nijverheid is ge-machtigd, de noodige uitvoeringsbepalingen uit te vaardigen met het oog op de inlevering der aange-wezen voorwerpen. Aardappelen bevoorrading. De levering op den buiten voor het onderhoud der bevolking in de groote steden en dicht bewoon-de nijverheidscentrums is begonnen. In het alge-meen hebben de boeren zich bereidwillig en van goeden wil getoond. Doch weeral zijn er uitzonde-ringen, want sommige al te hebzuchtige en hard-vochtige kerels schaamden zich niet, aardappelen te leveren, die zoo aangeta^t waren door verrotting, dat zij, in plaats van op een verzendingswagon, best in hun zwijnentrog zouden op hun plaats zijn ge-weest.Droevig, doch schandalig ! De stemming achter den Yz«r. Koning Albrecht zegt: " Vlamingen, gedenkt de woorden van uwen beroemden schrijver Stijn Streu-vels !... „ Uit een brief van een soldaat uit het kamp van Munster knippen we : " Ja, ginder achter den IJzer heerscht wanorde en ontevredenheid ; want men begrijpt meer en I meer het verleden, men vischt en vorscht naar de [ oorzaak van den oorlog, en legt eindeiijk de schuld op de regeerders van hetland, zonder evenwel zijn opp-erhoofd, onzen gevierden Koning te hoonen, die van achter de schermen een gui oog op zijn Vlaamsche leger werpt en het zooveel mogelijk be-wii.en zijner ware genegene gevoelens schenkt. „ Zeker, ginder herleeft, onder het geknetter der geweren en het losbranden der kanonnen, het gevoel van den Vlaming, ginder ontwaakt i et stambewustzijn naarmate men vorderen wil in de verbastering, en ja, laat het me nu persoonlijk zeggen : Toen in 1915 de " Echo Belge „ zijn ge meensten zwadder tegen de Vlamingen en Stijn Streuvels uitspoog, hemelde Koning Albrecht dien-zeliden Stijn Streuvels op, woorden aanhalende uit ' het zoo bekampte Oorlogsdagboek, zeggende : " Vlamingen, gedenkt de woorden van uwen beroemden schrijver Stijn Streuvels !...„ " En voor wie klaar zag, was die daad van belang, waren die woorden aanmoedigend en was de daad der Vlamingen door den Koning zelve goedgekeurd. En hoe meer men uit Havere, of van op de tribune van de " XXe Siècle „ en andere Fransche vod-dwr, strafîen en zoogezegde wetsbesluiten afkon-dief ; hoe meer men de Vlaamsche leiders van uit de verkochte regeering besmeurt, hoe langer de bal ;en reiken naar het bezette gebied hoe heviger de /laamsche harten kloppen, hoe nadenkender de stu • koppen afkeurend naar Havere blikken, ter-wijï men goedkeurend van uit de loopgraven naar de oene nekken ziet, die ginds in Vlaanderen ne- i -it 7, geweigerd zijn geweest. „ Nooit ingenomen. Slechts twee Europeesche hoofdsteden werden nooit door vreemde legers bezet ; namelijk Londen en St-Petersburg. Moderne ûorlogsmoeilijkheden. De Fransche artillerie-generaal Percin schrijft over de moeilijkheden, die aan het front te over-winnen zijn : Op het westfront staan tegenwoordig aan geal-lieerde zijde ongeveer 2 millioen man te velde, aan Duitsche zijde ruim 1 millioen ; wij staan daar dus ten hoogste in verhouding van 2 tôt 1. Wij kunnen daarom, tenzij door een bijzonder toeval, aanvallender wijze niet overwinnen. Wij zouden slechts kunnen overwinnen, indien de Duitschers aanvielen, zij daarbij 400.000 man verloren, terwijl wij niet meer dan 200.000 man verloren. Daardoor zou op het westfront de Duitsche legersterkte dalen tôt 600.000 man ; de onze tôt 1.800.000 man. Dan stonden we 3 tegen 1. Vallen wij daarentegen aan en bedragen onze verliezen 400.000, die der Duitschers 200.000 man, dan zouden wederzijdsche legersterkten zich verhouden als 1.600.000 tôt 800.000 en bleven we ons verhouden als 2 tôt 1. Om in de verhouding 3 tegen 1 te komen, zouden we door 1 millioen Engelschen of Amerikanen ver-sterkt moeten worden, wat binnen een jaar niet zal gebeuren. Gedurende dien tijd mag dat front dan echter met geen Franschman verzwakt en met geen enkelen Duitscher versterkt worden. Naar het zich laat aanzien, is het einde dus niet te voorzien. Deze toestand zal zoolang duren, als wij o.ns bevinden tegen eenen tegenstander, die zich sterk verschanst. Zijne loopgraven moeten we alzoo vernielen. Dat zou echter in een korter tijds-verloop moeten geschieden, dan de vijand noodig heeft om weer nieuwe te maken. Dan eerst zouden wij tôt den bewegingsoorlog kirnnen overgaan. De verdragende kanonnen. De verdragende zware artillerie rekende het zich als hare verdienste aan, de loopgraven afdoen-de te kunnen vernielen. Dit is haar echter niet gelukt. Maar kon dat ook wel gelukken ? Ik lees in de verhandeling over eene voordracht, die een batterij-kommandant aan het front over « Schiet-uitkomsten na 20 maanden oorlogservaring » ge-houden heeft, dat om 1 meter loopgraaf te vernielen, 100 granaten van 15,5 c.M. kaliber noodig bleeken. Deze ervaring levert niets verrassends op. In werkelijkheid is de dieptestrooiïng van het korte 15,5 c.M. geschut 160 m. als op 3500 meter afstand geschoten wordt. Die strooiïng is on vérin ijdelijk ; men zou alleen kunnen verkleinen door op korteren afstand te schieten. Leest^en verspreldf De Gazet van Leuven IETS VOOR IEDERE WEEK Zij die oprecht zijn. Is er op aarde een wezen dieper te beklagen dan een oprecht flamingant ? Ik zeg oprecht, want tweezakken verdienen nooit beklaagd te worden. Ze zoeken alleen hun eigen voordeel, en halen ze zich ook al eens Iastigheden op den nek, dan is dit alleen het welverdiende loon hunner onoprechtheid. Daar hebt ge b. v. Mr Van Dingen ; die vaart tegenwoordig onder drie vlaggen : als het in zijn kraam past is hij flamingant, ziet hij dat er geen voordeel bij is dan zwijgt hij, is er integendeel gevaar bij, dan is hij een patriottard van de ergste soort. Dat liedje geraakt ook wel eens uitge-zongen, en ik zie Mr van Dingen ooit nog tusschen zijn twee waters verdrinken. Ik zal hem niet beklagen, want tweezakken zijn, hoe ze ook handelen, dubbel schuldig : wie zonder overtuiging, of erger nog uit baatzucht, partij kiest, verbeurt bij vriend en vijand zijn recht op steun of vriendschap. Mr Van Dingen zal dat vroeg of laat ten zijnen nadeele onder-vinden.Oprechte flaminganten zijn te beklagen. Wie eerlijk meent wat hij zegt en, buiten aile eigen belang, het algemeen welzijn nastreeft, zou, dunkt mij, iedereens achting mogen genieten. [mmers, niet zoo zeer de volstrekte juistheid eener overtuiging moet wegen in de schaal, maar wel de eerlijkheid, waarmede iemand zijne overtuiging naleeft, en de offervaardig-tieid die daaruit voortspruit. Ik ken flaminganten, die van de Vlaamsche beweging geen persoonlijk voordeel verwach-ten, die integendeel voorzien, dat nieuwe gene-raties, door de weldaden van een Vlaamsche kultuur, hen later ver zullen voorbijstreven, die weten, dat zij nooit het beloofde land zullen binnentreden. Die Vlamingen verwachten geen loon voor hun werk, geen roem voor hun strijden; hun eenig verlangen is, eens de waar-heid en het recht te zien zegevieren. Die Vlamingen staan onwankelbaar in den strijd, want hunne overtuiging volgt de schomme-iingen niet van stoffelijk voor- of nadeel, ze putten hunne kracht in eene zedelijke overtuiging, die aan geen anderen dan zedelijken invloed onderworpen is. Die Vlamingen noemt men hier gevaarlijke flaminganten. Dat ze voor den vijand gevaar-lijk zijn, begrijp ik heel wel, en dat hij weet, dat ze erger te vreezen zijn dan voor plaats-kens te koop loopende lawaaimakers, begrijp ik nog beter. Vlamingen, die alleen op persoonlijk voordeel uit zijn, zijn ook voor persoonlijk voordeel te koop. Vallen ze niet door eigen schuld, dan kunnen ze, waar het vandoen is, altijd nog omgekocht worden. Maar zij, die voor geen geld te koop zijn, moeten dood of het land uit. Die Vlamingen zijn te beklagen, tegen hen zijn aile wapens goed, en broodroof en laster zijn de trouwste bondgenooten hunner vij-anden. IBO. LETTERKDNDIG HOERJE. De Glimworm en de Pad. Vonklend door het looverduister, Zelf onkundig van haar luister, Lichtstar van den klavergrond, Doolde een Glimworm in het rond. Uit het zwabbrig slijm gekropen, Stort een Pad, met vuil bedropen, Op dien gehaten schijn 't Onweerstaanbaar moordvenijn. « Waarom doodt, in arren moede, Waarom doodt mij uwe woede, Daar 'k u nooit beleedigd had ? » — « Waarom licht gij ? » bromt de Pad. (Jacob Van Lennep, 1802-1868)^ Die door de vingers niet kan zien, Is niet bekwaam om te gebiôn.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.