De katholieke illustratie: zondags-lectuur voor het katholieke Nederlandsche volk

1062 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1917, 16 Juni. De katholieke illustratie: zondags-lectuur voor het katholieke Nederlandsche volk. Konsultiert 25 April 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/dr2p55f921/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

MOEDERSMART door F. H. M. v. d. G. ( Vervolg.) anneer ze maar geweten had dat haar eenig kind bezorgd ]j was, zou ze volkomen bereid geweest zijn om te sterven. W*/&L"Je een bëst plaatsje in den Hemel verdiend, jmoeder van Buuren," lachte mevrouw van Ackersbergh. ;)Ik ben er zeker van dat, als Onze Lieve Heer je tijd gekonien acht, Hij het heel best met je maken zal." „Dat hoop ik, mevrouw," sprak de zwakke stem der zieke. „Maar toch heb ik nog één zorg die mij aan het leven doet hechten." De bezoekster had haar taschje opengemaakt, er wat druiven en een paar sinaasappelen uit op het kastje bij het bed gelegd, en nu zette ze zich op den stoel aan het voeteneinde en keek de zieke een oogenblik vragend aan. „Je dochter, hè," sprak ze opeens in plotseling begrijpen. Ze had het meisje, dat den heelen dàg op haar kantoor moest zijn om voor haar en haar moeder het levensonderhoud te verdienen, slechts een enkele maal ontmoet. ' „0 mevrouw," en de zieke greep in ontroerenden eenvoud de hand van de dame vôôr haar, „Anna is zoo'n goed kind, en ze ver-liest nog zooveel aan haar moedertje, zegt ze, het eenige wat ze op de wereld heeft. Ze vindt het akelig dat ze mij den heelen dag aan de zorg van buurvrouwen moet overlaten, en al zoo dikwijls heeft ze u willen komen bedanken voor al uw goedheid die u mij bewijst." „Dat hoeft niet, hoor," lag het mevrouw van Ackersbergh al op de lippen, maar ze bedacht zich. „Wel ja, laat ze maar eens komen," sprak ze hartelijk. ,,'sAvonds als jij slaapt, hè! Ik heb haar nog zoo weinig ontmoet en wil heel graag eens een uurtje met haar praten." „Mag het dan vanavond, mevrouw?" „Gerust hoor, stuur ze maar. En — wees niet al te bang dat ze niemand meer zal hebben die zich om haar bekommert als jij opge-roepen wordt, hoor!" „Mevrouw, u bent een engel," sprak de zieke in tranen. „Stil, ik ben volstrekt niet beter dan gij," klonk het eenigszins verwijtend, en met echt christelijke zusterlijke liefde boog de goede dame zich over de lijdenssponde der arme weduwe en drukte een kus op de lippen dezer eenvoudige, die heel den troost en het geluk van de laatste dagen aan hààr dankte. „Anna van Buuren, nietwaar," sprak mevrouw van Ackersbergh dien avond, toen ze haar huiskamer binnentrad, waar haar oude dienstbode de bezoekster had binnengelaten. „En heeft je moeder vanmiddag nog een goêd dutje gedaan," zoo bracht ze dadelijk het gesprek op het punt dat het meest beider gedachten en belangstelling bezighield. Terwijl het jongemeisje antwoordde, verbaasde de gastvrouw zich over de bescheidenheid en de eenvoudige beschaving, die uit de ma-nieren van moeder van Buuren's dochter sprak, en hoe langer ze met haar keuvelde, hoe meer ze tôt de overtuiging kwam dat de zieke niets te veel gezegd had, toen ze haar dochter zoo prees. Nadat het meisje, dat haar moeder niet te lang alleen wilde laten — ze was immers toch al den heelen dag weg — weer vertrokken was, zat mevrouw Van Ackersbergh langen tijd in gedachten, en er begon zich in haar geest een plan te ontwikkelen, dat de arme zieke, die daar ginds haar laatste uur wachtte, het sterven veel lichter zou maken. De volgende middag vond mevrouw van Ackersbergh weer aan het ziekbed en het moest wel een blijde tijding wezen die ze de arme vrouw gebracht had, want lang nadat de yriendelijke troosteres weer heengegaan was, lag moeder van Buuren nog met een van vreugde haast schitterend gelaat en met tranen van blijde ontroering in de oogen voor /ich uit te staren. Ze kon haar geluk niet zwijgen tôt Anna thuiskwam. „Buurvrouw," sprak ze zaoht, toen deze haar zooals elken middag een kopje thee kwam brengen, „nu kan ik gerust sterven." „Kom, je wordt nog beter," lachte deze. „Neen, dat weet ik wel anders, en het hindert ook niet," was het antwoord. „Ik wil graag naar Onzen Lieven Heer, nu ik weet dat mijn dochter bezorgd is." — En op den verbaasden blik der buur-vrouw antwoordde ze: „Ja, je weet wel, die goede dame die iederen middag hier komt . " „Zeker, ik ken haar wel, mevrouw van Ackersbergh, hè !" „Ja. Nu, die heeft beloofd, Anna in huis te zullen nemen als iker met meer ben. Ze mag gezelschapsjufïrouw bij haar worden en haar helpen om de armen en zieken te bezoeken en ze te brengen wat ze noodig hebben. En hoor eens: mevrouw zei dat ze'Anna als haar eigen kind zou liefhebben. Waar zou ik zôôveel goedheid toch aan verdiend hebben?" Het scheen dat de goede ziel slechts op die geruststelling gewacht had om dit aardsche tranendal te verlaten.. Drie dagen later stond Anna van Buuren snikkend aan het doodsbed van haar lieve moeder, en slechts met groote moeite gelukte het haar lieve beschermster, het arme meisje te bewegen met haar mede te gaan, toen ailes afgeloopen was en nog alleen de weinige meubelen in de armoedige woning haar herinnerden aan al wat haar moeder hier geleden had Drie jaren had Anna van Buuren bij haar pleegmoeder geleefrl. Mevrouw van Ackersbergh mocht zich niet beklagen dat de Hemel haar vergat. Al was de groote bede die ze voortdurend weer in dage-lijksche en nachtelijke gebederi tôt God richtte, niet verhoord, ze had toch rust en berusting gevonden in de overtuiging dat na zooveel smeekingen en werken van weldadigheid haar gebed tenminste niet geheel onverhoord kon blijven : voor het eeuwig heil van haar kind vreesde het op Gods goedheid vertrouwende moederhart niet meer. En nog andere zegen was over haar gekomen. Tusschen de pleegdochter en haar waren de rollen van weldoenster en beweldadigde al sinds lang omgekeerd en wie nog mocht meenen dat de plichten die mevrouw van Ackersbergh aan het ziekbed der arme weduwe van Buuren op ?ich genomen had, haar belooning nog vinden moesten, zij zelf wist beter, en in groote dankbaarheid jegens den Hemel erkende ze dat voor den zoon dien zij, niet geheel zonder haar eigen schuld, verloor, haar een dochter geschonken was die ze zich in haar stoutste verwachtingen niet anders had kunnen wenschen. Zôô had ze zich al aan de goede Anna, die als bij intuitie er toe gekomen was om aan te vullen wat aan haar ontwikkeling en opvoe-ding ontbroken had voor de taak van mevrouw van Ackersbergh vriendin en rechterhand, zoo had ze zich reeds aan het meisje gewend, dat in oogenblikken van zelfzucht zooals ook de besten onzer die kennen, ze zich afgevraagd had wj.t ze toch zou moeten beginnen wanneer 'slevens loop haar deze dochter ontnam. Anna zelt had slechts een glimlach voor de verontrustende onder-stellingen, die haar pleegmoeder nu en dan in woorden bracht. „Waarom zou God mij tôt het huwelijk roepen," vroeg ze dan. „Ben ik hier niet noodig, en zijn er niet honderden andere meisjes, beter voor een man en voor de opvoeding van kinderen geschikt dan ik!" Mevrouw van Ackersbergh staarde bij het hooren van zulke woorden gewoonlijk zwijgend voor zich uit, doch haar hart zweeg niet — het antwoordde met een krachtig „neen" op de vraag of er dan geen betere echtgenooten en huismoeders gevonden konden worden dan het lieve kind hier vôôr haar. Ja, eeo zoo opofferende liefde was als geschapen om een eigen haard te verlichten en te verwarmen. Anna moest een van die heer-lijke moeders worden die — onopgemerkt door de wereld en slechts gekend in den engen kring van intieme bekenden — toch wezenlijk de beschermengelen zijn van Kerk en maatschappij, en die, zelfs door man en kinderen te weinig gewaardeerd, nog den zegen van eerbiedige en tôt navolgen roepende herinnering verspreiden, wanneer ze de moede oogen reeds lang gesloten hebben en zonen en dochteren zelf de lasten van den heiligen maar dikwijls zoo zwaren huwelijksstaat dragen. Ook de armen hadden Anna's zachte en toch flinke hand leeren waardeeren. En meermalen had mevrouw van Ackersbergh hare pleegdochter schertsend verweten, dat Anna's bezoeken in de verblijven v'an armoede, ziekte en ontbering wélkomer waren dan de hare en dat ze er over dacht zelf maar thuis te blijven en haar beschermelingen geheel aan Anna's goede zorgen over te laten. „Dat zult ge niet doen, moeder." -— Wat klonk die moedernaam liefelijk uit den mond van het goede kind, al deed de klank haar ook onwillekeurig denken aan dien anderen, van wiens lippen de moedernaam zoo dikwijls in bitter vervijt en klachten geklonken had. „Waarom zou ik het niet doen," vroeg mevrouw van Ackersbergh rustig. „Omdat ge ook aan u zelf moet denken. Al zou het waar zijn dat de armen u niet meer noodig hebben, gij hebt hén wel noodig, moeder," ging het meisje dringend voort, „zeg dat het slechts scherts geweest is en dat ge den troost dien God u geschonken heeft, niet ongebruikt wilt laten, nadat ge er een tijdlang de rust van uw gemoed aan te danken hebt gehad. — En dan, àls ik eens van u wegging, wie zoudt ge dàn hebben behalve die armen en ongelukkigen, die u toch zoo na aan het hart liggen?" Mevrouw van Ackersbergh was bleek geworden en had zich gehaast het meisje gerust te stellen. En zoo gingen ze voort samen de werken van naastenliefde te beoefenen, waarbij men zoomin naar de voorwerpen als naar de vormen lang behoeft te zoeken en waarbij moeder en dochter steeds geholpen werden door den parochiepastoor, die telkens nieuwe beschermelingen haar aan te bieden wist. Meer dan iemand anders doorzag de vrome priester het, dat hij daardoor niet 'alleen de armen, doch ook — en misschien het meest — mevrouw van Ackersbergh zelve hielp. Hij was -de vertrouwde en de stille getuige der steeds zeld-zamer wordende oogenblikken van zwakte en gewetensknaging, die de goede dame nog te doorstaan had. Wanneer ze in zulke oogen blikken hem haar nood klaagde, dan had hij slechts één antwoord „God straft u niet langer, Hij beproeft slechts uw geduld. Beschaam Zijn verwachtingen niet en uw kind zal u teruggegeven worden, vvan neer het Zijn wil is." En nooit mislukten zijn pogingen om in de ziel dezer andere Monica de stormen te doen bedaren. HOOFDSTUK VII. — IN HE'l" GEWOEL DER WERELD. Het bankiershuis van Ackersbergh had in zijn goeden tijd belang-rijke zaken gedaan met de Fransche havenstad Bordeaux. En de vriendschapsbetrekkingen, die de stichter van het handelshuis, Ferdi-nand's grootvader, daar had weten aan te knoopen en te versterken, waren in den korten tijd van het wanbeheer des zoons niet zoozeer bedorven of men herinnerde zich daar in Frankrijks Zuiden nog met genoegen en waardeering de betrekkingen, waarin men tôt den Hol-landschen hankier gestaan had. 474 KATHOLIEKE ILLUSTRATIE

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel De katholieke illustratie: zondags-lectuur voor het katholieke Nederlandsche volk gehört zu der Kategorie Culturele bladen, veröffentlicht in Haarlem von 1866 bis 1967.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung

Ort

Zeiträume