De Landbouwer Weekblad voop Landbouwera ultgegeven onder medewerklng van het Duitsch Generaal Gouvernement in België. Balglioha blodan mogin ult i De Landbouwar > nlata avernaman, xondar talkana da bron ta varmaMan» ir 26. Opstelraad en venending : Keizerl. Duitsch Bestuur, afdeel. VII, Namenstrant, 10. Druhherij : 3ta>tsdrukkerij, Leuveusche weg, 40. Brussel, 30 August 1916. AANKONDIGINGEN : 3C centicm do kleine recel. Je JiarglDjj tEijlagen, bijzondére priji. INHOUD: Ambtelijke bekcndmakingen van den General-Gouverneur, enz. : Ver- den stal. — Goede leghennen. — Teelt van wintergerst.— Ver- ordening van 16 Augustus 1916 betreffeiide opneming en behande- andering van het liooi door beregenen. — Het ontbladeren van de ling der opbrengst van den aardappeloogst van 191O. beeten. — Kièuwe bijtingswijzen. — Aardappelkruid als vee- Bijxcndere uerhandelingen : De verzorging der klavervelden.— Over voeder.— De koolzaadteelt.— Bondige raadgevingen : 1. Bijen- den tabakoogst. teelt. 2. Tuinbouw. 3. Hoenderteelt. 4- Laudbouw, 5. Melkerij. Akkurbcuw, veeteelt, tuin- en boschbouw, enz. : Het drenken van het 6. Alleilei. — Plagen bij onze huisdieren. vee op de weiden. — Klaverweide voor zwijnen. — Ongedierte in '-"mi.m—— ■■■ — — Ambtelijke Bekendmaklngen vanwsga den Ganeral-Gouvarneur, enz. VERORDENING van 16 Augustin 1916 betreffend opneming en behandeling der opbrengst van den aardappeloogst van 1916. In het belang eener voldoende en gelijkmatige gerieving der Beigische burgerlijke bevolking met aardappelen, bepaal ik : Art. 1. De voortbrengers van aardappelen zijn verplichï, de werkelijke geheele opbrengst van liunnen aardappeloogit van het jaar 1916 ten laatste den i5n Oktober 1916 bij het gemeente-bestuur aan te geven. Deze aangifte moet de gelieele opbrengst van den aardappeloogst omvatten, zonder aftrekking van om 't even welke hoeveelheid 't zij voor plantgoed bestemd, 't zij tôt eigen gebruik van den voortbrenger vereischt voor do voeding van menschen en dieren. Met de opbrengst van dan aardappeloogst moet terzelfdertijd de grootte van het aardappelland aangegeven wordén. De aangifte der oppervlakte moet in liektaren en aren worden gedaan. De plieht tôt aangifte geldt voor aile voortbrengers van aardappelen, om het even welke de grootte is van het aardajjpelland. In de aangifte moeten de hoeveelheden aardappelen niet ver meld -worden, die reeds vôôr den i5a September 1916 met de toestemming of op bevel van de overheid afgeleverd zijn, zooals inzonderlieid de vroege aardappelen, die in de gemeenten, aan-gesloten bij het verzendingskantoor bij den burgerlijlcen com-nrissaris (Verladebiïro beim Zivilkommissar) te Meclielen, reeds verzonden werden. Art. 2. Elke voortbrenger van aardappelen moet de aangifte «lechts in één enkele gemeente doen en wel in de gemeente, die bij bewoont. Hij moet daarbij de opbrengst en de oppervlakte Tan de met aardappelen bebouwde landerijen, die in andere gemeenten geëxploiteerd worden, mede anngeven. Art. 3. De voortbrangers van aardappelen zijn verplicht, de eardappelstapels, die zij op bevel van de overheid moeten te kcop stellen, zorgvuldig te bewareu, evenals het noodige voor Jbet behoud der aardappelen te doen. Yoor het overige blijven de bestaande bepalingen, inzonder-heid, wat aangaat de tôt het verzendeu van aardappelen vereischte geleibrieven, evenals de regeling van liet verbruik Tan aardappelen voor menschen en dieren enz. van krach t. Art. 4- Overtredingen der vorenstaande bepalingen worden met ten hoogste één jaar hechtenis of gevangenis of met ten fcoogste 10.000 mark boete gestraft. Ook kunnen beide straffen tegeiijk -uitgesproken worden. Bovendien kau tôt verbeurd-verkl&ring der waar worden besloten. Eevoegd tôt oordeelvellen zijn de krijgsrechtbanken en krijgs-fceveJhebberg.Art. 5. Het Hoofd van het burgerlijk bestuur (Verwaltungs-Cheï) wordt met de uitvoaring der Yerordening belast. ■sa——gaaac—iMi ii 1 tu 1 1 111—iiiiimi 11111 m De verzorging der klavervelden. De jonge klaver groeit na den oogst van de bovenvrucht dikwijls zeer snel op; in't bij zonder bij gunstig weder dekt zij op korten tijd het gansche veld; de plan ten echieten op en eenige planten beginnen in den herfst zelfs te bloeien. De landbouwer vraagt zick dan natuurlijk af, of het raadzaam is zulke felle klaver in den winter te laten staan dan wel of men niet beter zou doen ze vôôr den ivinter te gebruiken. De meeningen over deze zaak zijn verdeeld. Sommigen denken dat het beter is de klaver te laten staan, daar zij onder die omstandigheden niet zoo zeer aan de nadeelige werking van den winter bloot-gestcld is als wanneer zij kaal in den winter komt. Dat is ongetwijfeld juist. Het» klaverveld mag in geen geval kaal in den winter komen, daar anders de jonge planten gemakkelijk bevriezen. In het algemeen is het evenwel geraden te sterk geworden klaver in den herfst te benut-tigen. Dit kan ook zonder nadeel geschieden, wanneer het op tijd en op goede wijze gedaan wordt. Daarentegen is de sterk geworden klaver gedurende den winter aan vele gevaren blootgesteld. Het eerste gevaar is, dat zij in den winter verrotten kan, wanneer zij namelijk met een te dikke sneeuwlaag bedekt wordt, zoodat zij van de lucht afgesneden wordt. Dlijft onder deze omstandigheden de sneeuw lang liggen, zoo verrotten de blaren en de andere deelen van de plant ondergaan langzamerhand hetzelfde lot. Daarbij verbinden zich in den regel de afgestorven en ontbonden planlendeelen tôt een witachtige, papierachtige laag en vorraen een gelijkmatîg deken, dat men gemakkelijk oplichten kan en waaronder zich meestal niet een enkele le vende plant bevindt. De bodem is op plaatsen door het procès der verrotting, gewoonlijk zeer murw geworden. Een ander nadeel van de te krachtige ontwikkeling der jonge klaverplanten in den herfst bestaat hierin dat de vocdslofîen in te.grûote hoeveelheid voor den groei van stengels en blaren gebruikt worden. Hierdoor wordt echter de ontwikkeling der wortels geschaad en de jonge planten worden verzwakt. Dientengevolge vertoont ook de klaver in de komende lente een minder krachtige ontwikkeling. Ter vermijding van de aangeduide nadeelen wordt de benuttiging van de fel groeiende klaver in den herfst aanbevolen en zij kan afgemaaid worden of afge-graasd. Er dient echter opgemerkt dat de benuttiging» 3m niet nadeelig te zijn, vroegtijdig moet geschieden, ïoodat het klaverveld niet kaal in den winter komt; anders bestaat het gevaar dat de klaver gansch of gedeel-telijk uitwintert. Bovendien blijven ook het wortelgestel en de ontwikkeling der planten betrekkelijk zwak. Het meeet wordt

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.