De legerbode

927 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1916, 16 Mai. De legerbode. Konsultiert 27 September 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/hd7np1x57d/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

DE LEGERBODE den Dinsdag, Donderdag en Zaierdag verschijnende " i —..™.n — rtufr*..,,, .i.IIM - Dit folad is VOOR DR BELGrISGHE SOI^DATEN foestemcl ; iedere compagnie, escadron' of .batterij ontvang't tien, ot vijftien Fransche en Nederlandsche exemplaren. HET BELGISGHE ANTWOORD op het Duitsche Witboek voor den " Franktlreursoorlog" in België "Wij hebben reeds de aanstaande uîtgave door de Belgische regeering vermeld, van een Nieutv Grijs-boek, als wederlegging van het Duitsche Witboek ivan 10 Mei 1915. Het Werk dat eerlang zal verschij-nen is een van de omvangrijkste en de meest beslis-sende die nog werden uitgegeven ; op afdoende en onbetwistbare wijze, weerlegt het den laster en de Jeugenachtige beschuidigingen welke .de Duitsche regeering België, dat het slachtoffer van zijn hate-lijken aanslag was, heeft aangewreven. ! Het zal onze soldaten wel belang inboezemen het antwoord te kennen dat onze regeering den over-rweldiger gegeven heeft. Wij hebben dus den heer Fernand Passelecq, den bekwamen bestuurder van Jiet Belgisch DocumeHatiebureel, verzocht het aan onze lezers voor te stellen. iiij heeft het gedaan met het schitterend talent dat hem eigen is, in de imeesterlijke studie waarvan wij heden de publi-icatie aanvangen. In naam van onze dappere soldaten, ietuigen wij hier aan den heer Passelecq onzen hartelijken cïank, Ongeveer een jaar geleden, hernam de Duitsche regeering officieel, in een Witboeh van 40 Mei 1915, al de beschuidigingen die sedert het begin van den oorlog door de Duitsche propa-gandisten tegen de eer van België waren uitge-ibracht : Deelname van de burgerbevolking aan de vijandelijkhëden ; verraderlijke aanvallen van Belgische burgers op het personeel van Duitsche ambulancies; afschuweiijke wreedheden gepleegd «p Duitsche gevangenen en gewonden ; mede-jjlichtigheid van de Belgische regeering aan den ïranktireursooriog ; zooniet zelfs geheime ophit-!sing tôt dezen onregelmatigen oorlog ; ten slotte, jbeschuldiging van laster tegen de Belgische Onderzoekscommissie. Door deze beschuidigingen trachtte de Duitsche regeering zich wit te wasschen van al de verschrikkelij ke wreedheden, verwoestingen, plundefingen, brandstichtingen, die door hare troepen in België bedreven werden en op België zelfs de verantwoordelijkheid te scbuiven van wat het slechts strenge, maar recbtvaardige wraakmaatregelen noemde. Het Duitsch dossier had een voorkomen dat er zoowel door zijn omvang als door zijn weten-scliappelijk apparaat belangrijk uitzag : een lijvig kwarto van 300 bladzijden, prachtig ge-ilrukt, na eene memorie van het Département van Buitenlandsche Zaken (Denkschrift) vier sainenvattende berichten behelzende van een militair onderzoeksbureei ôver de bijzonder be-langrijke gebeurtenissen van Aerschot, Andenne, 'Dinant en Leuven, gevolgd door 211 dokumen-ten, de eenen herkomstig uit militaire archieven, de andere procesverbalen van ondervragingen van Duitsche officieren en soldaten. Duitschland beeldde zich misschien in dat de Belgische regeering, in den -vreemde verblijvend en van hare archieven beroofd, belemmerd in hare middelen van koutrool door het ontbreken van regelmatige verbindingsmiddelen met het> bezette België, zich bij deze nieuwe poging tôt vreesaanjaging zou neerleggen. Het bedroog zich cens te meer over het weerstandsvermogen van een klein iand dat bet wel heeft kunnen over-(winnen, maar nimmer onderwerpen. De Belgische regeering heeft officieel haar Antwoord uitgegeven op het Duitsche Witboek ■van 10 Mei 1915 over Die Vôlkerrechtswidrige Fiihrung des Belgischen Volkskrieges; (het voeren van den Belgischen volksoorlog in strijd met het volkenrecht) te Parijs, bij Berger-Le-'vrault, 1916. Vergeïijking van het Duitsche Witboek en het Belgisch Antwoord. Duitschland zal er niet over kunnen klagen dat het een tijdje heeft moeten wachten; net Belgisch antwoord bestaat uit een bundel die Wdossier van de aanklacht in omvang over-treft ; meer dan 500 bladzijden in kwarto, vol administratieve stukken, statistieken, getuige-uissen, onuitgegeven dokumentea van allerlei » aard, waarvan bet geheel, als staving van eene inleidende uiteenzetting onderteekend door de ministers van Justitie en van Buitenlandsche Zaken, op datum van 25 Februari 1916, eene doorslaande wederlegging vormt. De neutrale lezer die te goeder trouw is zal gemakkelijk de vergelijking tussehen deze twee tegenover elkander staande officieele uitgaven kunnen doen • België hoeft ze niet te vreezen. Het Belgisch Antwoord is vooral een boek van goede trouw, waarin op iedere bladzijde de eerlijkheid en de recbtschapenbeid uitblinken. In dit opzicht is de tegenstelling met bet Witboek bijzonder treffend : Eenerzijds snoeverij en eigenwaan, bet misbruiken van algemeenhe-den en achterhoudingen ; anderzijds de waar-digheid, de gematigdheid, de zorg voor nauw-keurigheid, de eerlijkheid. Terwijl het Witboek steeds zonder eenig voorbehoud de hoedanighe-den van bet Duitsche leger prijst en steeds « de Belgische bevolking » kollektief aansprakelijk stelt, zelfs voor daden waarvan, als men -ten minste veronderstelt dat ze waarlijk gebeurd zijn, de verantwoordelijkheid slechts aan indi-viuueele personen kan toegeschreven worden. weet bet Belgisch Antwoord, in het beoordeelen van het gedrag van het Duitsche leger, de on-derscheiding te maken die het gezond verstand en de werkeïijkheid vergen. Ook het verschil in toon is treffend ! Het Witboek is kwistig met beleedigende benamingen : « verraderlijke, wil-de, brutale aanslagen s, « beestachtige wreedheden », enz. Het Belgisch Antwoord treedt nimmer buiten den gematigden toon ; vrijwillig legt bet bet zwijgen op aan de al te gerechtigde ge-voelens van verontwaardiging die het aanschou-wen der feiten kan veroorzaken, om meer nog de onpartijdigheid van zijn oordeel te doen uitkomen. Wat de hoedanigheid betreft van de bewijzen die door de Belgische regeering worden aange-baald, deze staan boven aile kritiek, niet slechts om reden van de oprecbtheid en de nauwkeu-righeidder ontvangengetuigenissen en het hooge gezag van de autoriteiten die geroepen werden om verslag te geven over den uitslag van wat zij hadden waargenomen, maar ook nog uit oorzaak van het volstrekt onbetwistbaar karak-ter der feiten die ze staven. Het is helaas maar al te waar : Onze vijf duizend vermoorde land-genooten zijn voor goed dood en de puinen van onze verwoeste steden en dorpen zijn daar, als een sprekend bewijs ! Welke bevestiging zou in welsprekendheid gelijk staan met de iijsten van ter aarde bestellingen en ontgravingen en met de statistieken van de duizende in ascb of in puin gelegde woningen. En ten slotte, voor wat de omstandiglieden en de oorzaken van de gebeurtenissen betreft, zijn er, behalve de neutralen die gezien en uit eigen beweging gesproken hebben, zooals de heer Grondijs, een Hollander, leeraar aan het Technisch Instituut te Dordrecht, en de eer-waarde heer Gamarra, uit Paraguay, een ander ooggetuige en slachtolïer van de verwoesting van Leuven, de Duitsche dokumenten zelf, zooals de proklamaties van de militaire overheden, de velddagboeken, de brieven en geschriften, die men op gedoode of gewonde soldaten gevonden heeft. ('t Vervolgt.) Be HsroplBlding du Franiia maiskta Zaterdag namiddag heeft te Havre de opening plaats gegrepen van de nieuwe school voor heropleiding van Fransche krijgsverminkten. Bond den heer Albert Dubosc, voorzitter van 't gesticht, hadden zich de leden van den beheer-raad en al de burgerlijke en militaire overheden van Havre geschaard. Onder de Belgische overheidspersonen be-merkte men den heer Schollaert, voorzitter van de Belgische Kamer van volksvertegenwoor-digers ; doktor Smets, bestuurder van het gasthuis van het Lycœum ; den heer de Paeuw, burgerlijk kabinetsoverste van den minister van oorlog. De muziek der Belgische Invaliden leende hare medewerknig aan dat openingsfeest, op hetwelk verscheidene redevoeringen warm tœgejuicht werden. DE KOLONIËN m ii lista ni dm ¥sbp IV Op 22 October 1915, dus één jaar na den grooten veldslag die den Yser beroemd heeft ge-maakt en ons leger met roem bedekte, verlieten de kinderen de boorden van « onze sterkste ri-vier ». De jongste was slechts twee jaar en half; de meesten waren geen 7 jaar oud, «Het was het eerste konvooi van zoo jonge kinderen, » zegt het Memoriaal van bet kasteel van Malaise, Het was roerend al die kleinen te zien, die zoo ruw aan moeders vleugelen ontrukt werden. De eenen schreeuwden om moeder en huis, anderen vroe* gen hunne pop, die in de verwarring was ach-ter gebleven. Mevrouw Carton de Wiart, die aan het werk van de koloniën hun echt karakter gaf, dacht dat het — toen de kinderen zich op Franschen bo-dem gingen vestigen — noodig was zich de officieele sympathiën te verzekeren. De echtgenoote van onzen minister van justitie stelde zich onmiddellijk in betrekking met de overheden. Eerst wendde zij zich tôt den maire van Barentin, waarvan Malaise afhangt. Deze, de heer Guillon, antwoordde haar in een ridder-lijken brief : « Gij moogt verzekerd zijn, Mevrouw, dat gij voor de kolonie die gij gaat oprichten, geheel op mij kunt rekenen en dat ik al het mogelijka • zal doen om ze persoonlijk van dienst te zijn, juist zooals ik zal trachten in mijne omgeviug voor uwe kleine beschermelingen al de sympathie te winnen waarop zij recht hebben, als d« vertegenwoordigers van een volk dat door zijne heldhaftigheid de bewondering van de wereld heeft afgedwongen. » Boerende betuigingen van sympathie kwamen toe van den heer préfet en mevrouw de sous-préfete van Yvetot, van den heer Morain, préfet van Rouen, die het domein bezochten en daarbij al de hartelijkheid betuigden waaraan het Fransche volk ons sedert zoo lang gewend heeft. En de kolonie werd al gauw een soort bede-vaartsoord, waarvan het bezoek als eene betui-ging van sympathie voor België gold. Als een persoon van aanzien te Sainte-Adresse kwam, haastte mevrouw Carton de Wiart zich hem naar het kasteel van Malaise te geleiden. Bij de handteekeningen van het Gulden Boek mel'den wij de in hgt département goed swkende namen van den lieeF Maillard, maire van ravilly, den heer en mevrouw Piètre, den heer en mejuf-fer Badin; Bij de Belgische namen : Minister graaf Goblet d'Alviella; minister Vandervelde, M. Jan Ramae-kers, volksvertegenwoordiger van Hasselt, ad. ministratief toezichter der koloniën; Dr Baivier, van Dinant, de ongelukkige Maasstad, die ziine beste zorgen aan de kinderen van den "Yser geeft. En verder : Johannes Jorgensen, de beroemde Deensche schrijver van Klokke Roland, boven wiens handteeken de volgende bittere woorden staan : « Hier trachten de vrouwen het kwaad te verhelpen door de menschen — en vooral door de oppermenschen — gesticht. » Carita Spencer drulU aan de kleine Belgen de groote sympathie uit, die Amerika voor hea gevoelt. Willard Straight en Perkins, bankiers van New-York, stuurden, bij hunne aankomst te Londen, een chèque van verscheidene duizend frank, <r voor de kinderen van den Yser ». Al de koloniën hebben zoo hun geschiedenis, waarvan iedere bladzijde straalt van edelmoedig-heid en goedheid. Er bleef ons eene laatste plaats te bezoeken, Saint-Paër, bij Duclair, waar 127 meisjes, ins-gelijks afkomstig uit de streek van den Yser, verblijven. Wij kwamen er met hetzelfde doel en werden even hartelijk ontvangen. Saint-Paër is eerst onlangs gebouwd ; het is, met twee vooruitspringende vleugels, zoodanig gebouwd, dat sommige gedeelten voortdurend verwarmd moesten worden. . De eigenaar had er zich zeker rekenschap van 16 Mei 3 916 NamiTier 265

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel De legerbode gehört zu der Kategorie Oorlogspers, veröffentlicht in Antwerpen von 1914 bis 1940.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung

Ort

Themen

Zeiträume