De legerbode

1114 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1916, 27 Mai. De legerbode. Konsultiert 28 März 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/sq8qb9vx2n/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

DE LEGERBODE den Dinsdag, Donderdag en Zaterdag verschijnende ■*- ' , ' ■ - . , , •' "' i * Dit blad is VOOR DE BEL.GTSGHE SOLDATEN bestemd ; iedere compagnie, escadron of batterij ontvangt tien ol vijftien Fransctie en Nederlandséhe exèmplaren. OORLOGSTIJD Sêtetsia en In&ukken van bet Front II. — In 't Kantonnement Onze compagnie was misschien niet zoo ge-rieflijk geherbergd, maar wat een mooi uitzicht hadden we niet, aïs we 't berd van de vierkante vensters openscliuven en over den rug der duinen heen star in zee konden turen, zooveel en zoo wijd onze oogen lustten. "We lagen in een liouten barak. Nauwelijks hadden we een plekje uitgekozen, de uitrusting van ons lijf gezwierd, of we speelden kapot en vest uit en, de kemds-mouwen opgestroopt, begon het timmeren. Hier werd een plank afgebroken, daar een balk gekloven, ginds een schap gezaagd. Er werd gehamerd en gespijkerd met kloeken slag ; ge-gekscbeerd en geroepen, gefloten en gezongen, gestampt, gekleuterd, gezaagd, gemoorscht en getempeest dat er een daver door t gebinte ging. 't Duurde niet lang of ailes was netjes uitgepakt en gerangschikt. Binstdien belmde 't onder de lage zoldering van blijde liedjes, waarvan de jongens eenparig 't refrein meêbrulden. lit liad ailes, ouder gewoonte, voorloopig maar aan den kant gesmeten en op mijn blokken kloefte ik er van onder. Ik spoedde me naar 't strand. Als een schooljongen in verlof, buitelde ik door 't zand, liet me hoiderdebolder van een heuvel rollen, tôt ik buiten adem in 't schuife-lend duinhelm liggen bleef, onbeweeglijk en turend in de wijde open bemelen waar donzige wolkjes ;n ^cliittevden. Hijgend bleef ik liggen; •was het m< oiijk zoo gek te doen? 't Avond .e. Wat scheen het me zoet daar alleen en al droomend langs het strand te loopen, ver van 't oorlogstumult. De wind deed de panden van mijn kapot flapperen en floot rond m'n ooren. Schelpjes kraakten onder mijn zolen. Hier en daar lag er een zeester te kwijlen. Haringschubbige golfjes proestten in een iach van schuim over het geribde strand en verpa-relden in regenboogkleurige droppen. Ik herinnerde mij zooveel aangename uurtjes; ,ïag me zelve weer als kind aan het strand, grachten en putten delvend en forten bouwend met internationale vlaggetjes beplant. En later, veel later, toen ik den tango leerde dansen in .mijn studententijd en tierelantijnde lot midder-nacht in de bars en bodegas van den dijk, waar een orkesthagelblanke vrouwtjeszigeunerwalsen gpeelde op ontroerde violen en vibx-eerende cellos. 't Mekaniek dansorgeltje van Serafien was nog in de mode, en in de maanlicihte nachten, onder open lucht, werd er gedanstenbekoorlijk gefiir't onder het jonge volkje. Hoe leeg vond ik nu dat epicuristisch leventje, hoe leeg en arm, nu dat mijn bestaan een doei gekregen liad. Want hoe schoon en begeesterend is het niet te weten dat men strijdt voor de ver-lossing van zijn eigen volk, de verheerlijking zijner eigen geschiedenis, de glorie van land en ki-oon, vooral als men gesproten is uit een bege-nadigd ras, dat slavernij noch vazaalschap duldt, en wiens geest in zijne afstammelingen onver-basterd voortleeft, van geslacht tôt geslacht, en dat van eeuw tôt eeuw zijn woord smeedde op het aambeeld zijner ldokkcn. — Hola ! Ik schrok op. Lachend trad mijn %i'oer op me toe. — 'le Geloof dat ge weer eenige kilometers •an de wereld afgedwaald zijt, he, ouwe! lachte frj- — Maar neen 'k, loog ik. — Een cigaretje? — 'k Wil wel. Ik nam een « Capstan » uit zijn doosjc. Geurige wolkjes bewierookten ons. 't Was gansch donker geworden. Op 't dorps-torentje begon het klokje te luiden. Broer en ik wandelden langzaam terug, 't Brandend vuur-kooltje onzer cigaretten hing als een lichtdrop in de donkerte. Boven ons krijschten de meeuwen in luie vlucht. Verre schoten vuurpijlen op, die met sierlijke boogjes wegdreven. Af en toe, van op «le zee, zagen we 'l zoeklicht van cet» monitor zv;7,-rj;rfon over de watervlakte en de kust. 'l'oen we weerom in 't dorpje kwamen, pin-keldo hier en daar een gaslantaarn of een olie-lampje aehter een winkelraam. De herbergen za^e.i reeds stampvol met soldaten. 't Bier * kroesde in de pinten en de jongens gekten met de waardin. Dien avond keerdeu we echter gauw naar huis. En als we onze barak binnen traden, hoorden we juist de retraite blazen. We staken een kaars .op, bedisselden ons boeltje, aten nog een beet en kropen onder de dekens. — Goên avond! fluisterde mijn broer, de kaars uitnijpend. — Goên avond... En de stilte viel in, afgebroken nu en dan door een dronkebroer, die binnenzwijnielde, een liedje op de lippen. (Wordt voortgezet.) Fritz Francken. De Eeredegen aangeboden aan Koning Albert Ons Vorstenpaar heeft de afvaardiging ont-vangen van hel komiteit van den eeredegen aan-geboden aan koning Albert I door de Parijzer bevolking. De heer Bellan, voorzitter van dit komiteit, heeft aan onze Vorsten de gevoelens van bewon-dering van de Parijzer bevolking uitgedrukt en den eeredegen van beeldhouwer Pierre Fétu aan den Koning overhandigd, die eene diepe ontroe-ring heeft betoond. De Konihgin, die hetFransch Oorlogskruis droeg, heeft zelve haren gemaal dit symbolisch wapen aangegord. Koningin Elisabeth ontving tevens een kistje uit kostbaar bout en emaillewerk, yervaardigd door Mevr. Yan Parys, dat 15,000 fr. bevatte, over-schot van het ingezameld geld, dat het komiteit a; n de Koningin voor hare liefdadigheids-werken heeft aangeboden. Onze Vorsten hebben den afgevaardigden een ontbijt aangeboden. flan mijn Yoik Ween niet, mijn volk, mijn trouwen, Ween niet, uw Koning leeft, Ik weet dat God ons eenmaal Ons Vlaand'ren wedergeeft. Al ligt het thans vermorzeld, Vértrapt, verscheurd, vernieldj De Vlaamsche Leeuw is levend, Met nieuwe kracht bezield. Houd moed, mijn trouwe nalie En nooit den plicht verzaakt, Naast onzen Heldenkoning, Zijn trouwe Gade waakt. Jan Van den Berghr, b. m, e.-m. • MET BOEK YAN BEN SOLDÀAT • Een van de talrijke werken die in Engeland ten voordeele van onze soldaten wrerden opge-richt lioudt zich bezigom hen boeken te bezorgen. Wij hebben de lijst gevraagde werken onder handen,en deze is zeer leerrijk. Zij geeft ons een kijkje in het gemoed van onze soldaten. Ziehier, voor 25 Februari, 10 en 15 April, de aanvragen die gezonden werden naar het werk « Het boek van den soldaat i, dat in den schoot van de «British Gifts for Belgian Soldiers j> is op-gericht : Boeken om Engelsch te leeren... . 172 » Franseh » ... 124 » "Vlaamsch » 23 Verder was er ook vraag naar boeken om Spaansch, Deensch, Russisch en Italiaansch te leeren. Men vroeg ook werken over wetenschap en over zedeleer. Op litterair gebied be^-—-» onze soldaten goeden smaak te bezitttfàt 1 , i ânerige prikkel-romans, en andere dey oJ; <3 7lektuur, vinden weinig aftrek; meest ' orden h. ivraagd Victor Hugo, Lamartine, Flaôbei-t, Rousseau, Rabelais, Montaigne, de Vignr M ntesquieu, Dumas, Bourget, Anatole fcrmre, >etave Feuillet, Rostand, Glaretie, Verhaeren, Maeterlinck, Buysse, Gezelle, Conscience. De Tenue de Officieren en Onderofficieren van de Belgische Kolonials troepen Het Europeesch personeel der Openbare Macht draagt de kakhi-tenue van het bij het leger», van het moederland invoege zijnde model. A. — Van voren op den kepi, de nationale ko-karde in email eu op den tnlband een metalpn schildje (leeuw met koninklijke kroon tusschen twee iauwértakjes). Op den kepi is bovendien : a) Op dien der lageroflicieren : een streepje uit hetzelfde laken als het uniform aan weerskan-ten van het schildje. b) Op dien der hoofdofficieren : een gulden streepje. c) Op dien der opperofûcieren : een dubbel gulden streepje. Kurken helm in kakhi-kleur.van het in voege zijnde model, met voorop hetzelfde schildje als op den kepi. B. — Vest met rechtstaanden kraag ; in de koeken van de halsdas een schildje uit hetzelfde laken als de tenue, in accolade afgeboord. Op het schild zijn voor de officieren en militaire agenten de kenteekens van den graad afge-beeld.Schouderkleppen uit hetzelfde laken als de tenue ; op die der geneesheeren de kenteekeneu van den gezondsheidsdienst (slang met spiegeltje tusschen twee eikentakjes). Twee opgenaaide zakken van boven en twee id. van onder. Eene rij gebronzeerde knpppen met Belgischen leeuw daarop. Looze laken band in de lenden. Rechte mouwopslagen. Geene bies. G. — Broek (knickerbockers) of broek naa* gelieve, zonder bies. D. — Ledergoed, schoenen, beenstukken, enz. uit ros leder ; het dragen van kuitbanden in kakhi is gedoogd. De officieren alleen dragen aan den gordel een lederen bandje dat over de rechterschouder gaat. De hierboven beschreven groote tenue is uit liclite gabardine. De veldtenue is van hetzelfde model, maar uit waschbaar linnen of lichte stof (barmouth); de schildjes van den kraag kunnen afgenomen en terug opgezet worden. Tôt onderscheiding dergraden werden de vol* gende kenteekens vastgesteld : A. — Op elk schildje : a) Opperofïïcieren: een dubbel gulden streepja en twee gulden sterretjes met 6 stralen (generaal-majoor).b) Hoofdofficieren : een gulden streepje. . Kolonel :-3 guldeif sterretjes. Luitenant-kolonel : 2 gulden sterretjes, Majoor : 1 gulden sterretje. c) Lageroflicieren : Kapitein-commandant : 3 gulden sterretjes. Tweede kapitein : 2 gulden sterretjes en eett zilveren. Luitenant : 2 gulden sterretjes. Onderluitenant : 1 gulden sterretje. d) Militaire agents, eerste militaire rekenplich» tige en eerste geweermaker : 1 zilveren sterretje. B. — Dicht tegen den mouwopslag, evenwij-dig met dezen, en langs den buitenkant der mouw: Eerste onderofficier : 2 streepen uit bruine zijde. Onderpfficier : 1 streep uit bruine zijde. De strepen van den korten jas (groote tenue) zijn uit zijde (kleur en type in voege bij het Belgisch leger). Die van den korten jas van den veldtenue uit Waschbaar katoen. Tusschen de eerste streep en den mouwopslag behoeft er één centimeter en tusschen de- stra pen een halve centimeter alstund. 27 Mei 191b Nommer 270

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel De legerbode gehört zu der Kategorie Oorlogspers, veröffentlicht in Antwerpen von 1914 bis 1940.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung

Ort

Themen

Zeiträume