De legerbode

1362 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1915, 28 Dezember. De legerbode. Konsultiert 29 März 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/fj29883907/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

den D'msdag, Donderdag en Zaterdag verschijnende Dit blad is VOOR DE BELGISCHE SOLDATEN bestemd ; iedere compagnie, es@ad.ron of batterij ontvang't tien oi vijftien Fransctie eu Nederlaadsehe exemplareD Ils Operaties vas le! Selgiscii Loger I3ST ±9±-â: Het Oordeel van een Zwitserscli kolonel De luitenant-kolonel der geuie H. Leeomte, eea der beste militaire schrijvers van Zwitserland, pu-bliceert in de Revue Militaire Suisse, een der rneest gezagnebbende organen, eene belatigriike studie «ter de « Operaties van het Belgisch Leger in 1914 ». Dit vleiende oordeel van een neutraal schrijyer, wiens bevoegdheid niet in twijfel kan gelrokken worden, b.eeft voor ons eene buitengewone waarde en een buitengewoon belang. Met trots zal het door onze dappere soldaten gelezen worden. •Na te hebben vastgesteld dat België in de laatste jaren de behoefte had gevoeld zijne mili-taire snacht ait te breiden, en het programma te këbben lierinnerd dat door de Belgische militaire wet van 1913 was opgezct, meldt de schrijver dat deze wet eerst in 1918 al hare gevolgen zou doen voelen. Op het oogenbdik dat de oorlog uitbrak, waren dus de vcorzierse effektieven verve van bereikt. Men kon slechts 117,000 man mobili-seeren in plaats van 175,000, terwijl de artillerie zich nog lot het veldmaterieel beperkte. « Maar het is opbeurend voor ons (Zwitscrs), voegt kolonel Lecomle erbij, in de verhalen van den slag aan den Yser te lezen dat deze artillerie, zooveel zwakker dan de onze in aan-tal en in materiee], er nochtans in gelukte aan de zware Duits che artillerie het hool'd te bie-den.« A-nderzi jds was dit gebrek aan beweegbare iware artillerie eene van de voornaamste redea v.'aaroin het Belgisch leger, gedurende den vejd-toeht, nooit de tijdelijke successen die het hc»-liaalde nialen behaalde, tôt het einde toe kon doorzetten. i Iiolouel Leeomte gaat vervolgens over tôt het bondig onderzoek van het eigenlijk gezegde ktxjgsbedrijf, daarbij voor nadere bijzonderhe-den den lezer verwijzende naar de geraadpleegde bronnen W. De schrijver herinnert dat de eerste op Aat-Vferpen af'gevuurde granaten, plots al de begoo-chelingen over het weerstandsvennogen van de Stelling deden verdwijnen, en men op6=" October besloot ze te ontruimen. Daarop volgt de aftocht naar de kust en dan het stand houden op den "iser waar het, nauweiijks aangekomen, wordt aangevallen door een vijand met overmachtige artillerie, die trachtte zich ten allen prijze een doortocht naar Duinkerken en Kales te banen. « Het aanvaardt den strijd; na een heldhaftig en wanhopiggevecht van veertien dagen, gelukt het er in, met behulp van eene enkele Fransche divisie, al zijne stellingen integraal te behouden en eene laatste strook van het vaderland te be-waren. » Kolonel Leeomte, en hierin is zijne studie voor ons bijzonder van belang, geel't ten slotte over de operaties door het Belgisch leger gedaan, eeni-ge beschouwingei' lie de schoonste lofspraak mtmaken, die men onze oversten en soldaten geven kan. « Ivortom, schrijft hij, ondanks zijn gebrek aan organisatie en aan voorbereiding. is het Belgisch legei\ door eigen middelen. er in gelukt twee niaanden lang stand te houden, in zijne in vre-destijd gekozen stellingen. Eens dat deze stellingen onhoudbaar geworden waren, heeft het ze op tijd weten teverlaten om zijne bondgenooten te vervoegen en hun op het hachelijke oogenblik nog een krachtigen en doelraatigen steun te geven. « Zouden wij hetzelfde gedaan ^ebbea, zoo evenals België, op 3e" Augustus, een ultimatum gekregea hadden, den volgenden nacht door een aanval gevolgd? Het is mogelijk, maar ik Seloof niet dat wij beter hadden kunnen doen. 00 België, in zijn ongeluk recht heeft op onze Empathie, heeft het Belgisch leger recht op al cnze bewondering voor de hooge militaire hoe- JP t'oction de l'Armée Belge, pour la défense du pays de sa neutralité. — Verslag van het Belgisch ^^dtocht van het Belgisch leger, volgens de ofli-, p 0CUInenlen, uitgegeven door Le XX' Siècle. ^«nri/fce Bladzijdf.n van het Belgisch leger, door, «mmandaat Wiliy Breton. danigheden waarvan het heeft blijk gegeven. » Wat eerst en vooral kolonel Leeomte treft, is de snelheid van, de mobilisatie cil van de samea-trekkiag der troepen. » « Op 31e" Juli, om 19 uur, was de mobilisatie uitgevaardigd; den &"• Augustus 's morgens was het leger, met al zijne konvooien, voor dea marsch gereed. « Voor èen leger, dat in voile reorganisatie was verrast, is deze uitslag van aard om even onze opmerkzaamheid te vestigen. « En dat des te meer omdat bij beze verrassing, die van het Buitsche ultimatum nog moetgevoegd worden, dkt midden van de voile mobilisatie, op 2"-n Augustus, toekv. ra. Op dit oogenblik trokken de troepen sainen met het inzicht het grondgebied te verdedigen, en hielden zich daarbij stipt aan de verplichtingen die België werden opgelegd door zijne neutraliteit, en bepaald door de traktaten van 1839. « ...ïn den nacht van 3*n op 4e" Augûstus, ver-plichtte de Duitsehe aanval het opperbevel al zijne schikkingen te wijzigen en het leger samen te trekken achter de Creete, half weg tussclien Brussei en Luik, met het front naar het Oosten, terwiil de 3e divisie te Luik bleef en de 4° te Namen. i « De snelheid en de regelmaat waarmede deze samentrekking plaats greep, geven eên hoog denkbeeld van de bekwaamheid van den Bel-gischen staf en zijne uitvoeringsorganen. « Zouden wij, in dergelijk geval, er in gelukt zijn hetzëlfde te doen ? lk zal antwoorden zooals liierboven : lïet is mogelijk, maar in ieder geval zouden wij niet veel beter hebben kunnen doen. « En nochtans, hoe vlug de Belgische samentrekking van het leger ook geweest is, loch is zij nog te langzaam geweest om Luik te redden. Het is integendeel Luik, die het leger gered heeft, door den vijand tegen te hsuden gedurende den tijd die er voor de samentrekking noodig Was. Ah grensvesting, die werd verrast alvorens hare verdediging te kunnen voorbereiden, kon Luik inderdaad geen langen weerstand bieden, zelfs niet tegen de reeds bekende aanvalsrnid-delen.« Eenige dagen na Luik kwam de beurt aan Namen. De val van Namen was èene militaire ge-beurtenis van een ander belang dan dien van Luik. Hier speelt de verrassing geen roi. Er be-staat eene zeer merkbare meei'derheid van den aanval op de verdediging, en deze meerderheid spruit blijkbaar voort uit de zware artillerie waarover de vijand besebikt. Het vraagsiuk van den aanval op de moderne vestingen is opgelost >or de Oostenrijksche stukken van 30î> en de uitsche van 420. Ziedaar de voornaamste leeririg ie wij vinden kunnen in de belegering van Namen. en welkedebombardementen van Maubeuge en Antwerpen slechts kunnen bevestigen. a Dat wil niet zeggen dat de vestingen geheel nutteloos zijn geweest. Het Belgisch leger, toen het op de Gsete saamgetrokken was, werd eerst op 18e" Augustus. of den vijftienden dag van den veldtocht. ernstig bedreigd. Op deze vijftien ge-wonnen dagen is men er missenien tien verschul-digd aan den weerstand van Luik, en deze tien dagen hebben misschien Frankrijk gered... s Na de grensplaatsen, Luik en Namen, valt Antwerpen, de entrale wijkplaats, insgelijks zoo gauw ze e istig wordt aangevallen. Men moet nochtans opmerken dat, terwijl het Belgisch leger zich op 20en Augustus onder de mu-ren van de stad heeft teruggetrokken, het later belangwekkend zal zijn de reden te kennen van dit oponthoud van vijf weken, dat de belegeraar aan den belegerde gelaten heeft. « Wat er ook van moge zijn, het stelsel waarop men ten allen tijde de verdediging van België had gegrondvest, stortte plots ineen, terwijl de verwachtte hulp nog zeer ver bleef. a Als men beter de bijzonderheden zal kennen van den aftocht van Antwerpen naar den Yser, denk ik dat het eene zeer goed uitgevoerde beweging zal blijken. Het is rechtvaardig te zeggen dat de Engelsch-Fransche versterkingen, door Gent te bezetten, veel tôt het gelukken van deze beweging bijdroegen. Het is ook rechtvaardig de moeilijkheden van de acht.ervolging te erkennen. Het blijft niettemin vastgesteld dat, op een gegevea oogenblik, het Belgisch leger groot gevaar liep gelieel of gedeelteiijk op Holiandsch gebied te worden gedrongen, on dat het zich zeer handig uit dezen moeilijken stap wist te redden. « Tôt aan zijne aankomst op den Yser had het Belgisch leger voortdurend geweigerd een be-slisseaden slag te leveren, èferst op de Geete, daarna herhaalde malen onder Antwerpen. « Door nog langer te wachten, had men da Fransch-Engelsche linkervleugel bloot gestald, ' die wanhopige nogingen deed omiden vijand van Duinkerken en Kales te ver wij der en. lïetbest# bewijs van het nut van den Belgischen we«r-stand op den Yser, is dat de Franschea, behalva de marinebrigade, slechts eene enkele divisie kondea detacheerea om het Belgisch leger te versterken, gedureade dit hardnekkig gevecht, dat veertiea dagea duurde, over eea froat van Diksinuiden tôt aan de zee. « Zoo het Belgisch leger niet had stand gehou-den, werd de Èngelsch-Franscha linkervleugel gedebordeerd ea aaar hetZuiden terug geslagea, achter de Leie, misschien achtar de Somme. cc lk wil hier het verhaal aiet doen vaa den slag aan den Yser, gaat de setn'ijver voort. Ils zou slechts den aadruk willen leggen op den roi door de veklartillerie en de artillerie der veld-vestiagen, in dezen beslissenden slag, gespeeld. « Het Belgisch leger bezat, ik heb het hooger reeds gezegd, hoegenaamd geene zware artillerie.' Op den Yser aangekomen, werd het er reeds den 17tn aangevallen; het had dus slechts dea tijd gehad om heel weinig veslingwsrken aan te leggen. De infanterie had 48,000 geweren om een front van meer dan twintig kilometers te verdedigen. Kortom, ondanks hare uatuurlijke voordeelen, ken men deze stelling niet als zeer, sterk aanzien. En nochtans heeft zij weerstaaa en weerstaat zij nog, ondanks de hardnekkige pogingen van eea vijand die grooter in getal was en voorzien vaa eene talrijke artillerie vaa al! rlei kaliber. « Waaraan is dit toe te schrijvea? Zeker aaa verscheidene oorzaken. « Eerst en vooral inoet mea welbekeanen dat, aa acht dag. 11 strijd, de Belgische weerstand bijna gebroken was. Den^o511 October,'s avonds, stelde een olficieel verslag vast dat er 9,145 gcwonden waren geëvacueerd; de troepen waren uitgeput ; er blevea haast geene reservea meer over. « De vijand was er in gelukt in groot aaatal over dea Yser te trekken, in het midden van da stelling, ea de te< enaaavallea geluktea er aiet in hem op den anderen oever terug te werpen, noch zeli's zijne vorderingiea te belettea. Het co'minaado !» 3loot dan de sluizen van Nieuw-poort te opeaeu en het vôdrterreia onder water te zetten, « Van af den 28tn lietea de eerste uitwerkingen van de overstrooming zich gevoelen ; veel Duitsehe loopgraven worden onbruikbaar; het offen-sief veï-mindert ia hevigheid. Door de overstroo» ming ten slotte overwotiaen, trekt de vijand terug over den Yser en laat slechts enkele posten op den linkeroever achter. « Zoo het laatste woord ten s latte aan de over» strooming bleef. is het niettemin vastgesteld dat, zelfs zonder deze hulp, het Belgisch leger acht dagen stand gehouden beeft, vaa den 17«n tôt den 2om October, in eene haastig ingerichte stelling, tegen de aanvallen van een oagewooa geweld. Dit is te danken aan de w'iskracht en de behen-digheid van het commando, alsook aan den moed en de toewijding van de troepen. * «: * Na eindelijk aanzienlijke uittreksels uit da Roemrijke Bladzijden te hebbea aangehaald s die voldoeade zijn om een hoog gedacht van de krijgmansdeugden van het Belgisch leger te geven », eindigt kolonel Leeomte zijne meester-lijke studie met deze lijnen, die eene prachtige hulde voor oaze soldatea bevatten : « Moesten wij ook eens in den storm worden medegesleept. moeten wij hopen dat het oorlogs-lot ons genadiger zal zijn dan het tôt nog toe aan België is geweest. Wij moeten en kunnen ook hopen dat op de besïissende dagen onze aan-voerders evenveel wilskracht en behendigheid zullen toonen, en onze soldaten dezelfde toewijding, dezelfde doodsveraehting aïs de roemrijke yerdediffese van dea Yser. » I 28 Decémber 1915 ^ Niimmer 205

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel De legerbode gehört zu der Kategorie Oorlogspers, veröffentlicht in Antwerpen von 1914 bis 1940.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung

Ort

Themen

Zeiträume