De legerbode

1093 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1916, 23 Mai. De legerbode. Konsultiert 25 April 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/pz51g0jp1c/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

DE LEGERB den Dinsdag, Bonderdag en Zaterdag verschijnende Dit 1)1 ad is VOOR DE BELGISCHE SOLDATEN beslemd ; iedere compagnie, escadron of batterij ontvang't tien ol vijftien Fransciie en Nederlandsclie exemplaren. F===^ 1 OORLOGSTIJD i i Als Scliacht ^ van Antwerpen tôt aan den Yser t 't Was rond September 1914. We leefdea te S Antwerpen in angstige spanning. Luik, niette- bi genstaande een koppige verdediging, was geval- len; te Brussel, in 'tkoninklijk Pàleis, schuimde ~ de wijn in de schalen en werd er getempelierd Vi ter eere van Duitscliland, tenVijl het brandende ns Leuven, den optocbt der Barbaren verlichtte en w Yerder Maubeuge en Namen kapituleerden. ai En toch waanden de sinjoorkens zich veilig binnen hun legendarischen gordel van forten. Ci De liedjesventers bezongen de komische helden- lis daden van de burgerwackt; zeppelins smeten za bommen op de stad ; de muren der openbare ge- as bouwen waren getapisseerd met altijd nieuwe zo Elakkaten. Gansch de bevolking wedijverde in tr armhartigbeid en goeden luim. Wij, jongelin- d( gen, trappelden van ongeduld om onze makkers op 't slagveld te vervoegen. Ik moest den oproep v< van mijn klas afwachten : geboren in 1893, — Ils op 17eo Api'il, een dag van algemeene werk- w staking nog wel, — en 't vorig jaar uitgesteld ik om reden mijner étudies, zoo moest ik nu op- zc trekken. Mijn broer, een jaar jonger dan ik, w moest dan ook de wapens opnemen. Dat palcte ! A we zouden samen dienst doen. k< De 21e" September 1914 trapten we 't af. "Wij B hadden onze dagvaardiging ontvangen. De Dudjes weenden bitter toen hun gekoesterd In kroost het nestje verliet. Maar een kwinkslag tr in een hartelijke afscheidskus wisten algauw o] hun moraal op officieele hoogte te brengen. Een "w handdruk links en rechts, bij vriend of bloed- ij verwant, en we sloegen den weg naar 't station v< in. Lode Baekelmans is de laatste, dien ik dien pi dag van heilige extaze gegroet heb. te Naar Hemixem ! Met ons tienen worden wij si Jngelcwartierd bij een goedzakkigen melkboer. g< 1 De kruistocht begon ! Als doortrapte Bohemers v; schikten we ons in ons lot. Na drie dagen staken we in een splinternieuw A uniform! Wij werden op 't oefeningsplein a{ gedrild dat we draaiden als doppen. Een piepjong korporaaltje kommandeerde. 't Was " D een energiek ventje, want toen ik al eens links H omtoerde in plaats van rechts — daar mijne rn gedachten op honderd mijlen van hem fladder- di îlen — bedonderde hij me met dagen arrest en V pot en bestormde mij met een vloëd scheldwoor- m den, waarlijk om den stoutsten en meestcynieken H te verbij steren. di Den achtsten dag werden we met zoo wat vier « duizend schachtenineen goederentrein gestouwd. t We meenden naar Antwerpen te reizen, maar U» toen we afstapten, stonden we te Rumpst! 't Was ni een pikdonkere nacht ! In de verte vlamde Mechelen ; de kanonnen bulderden onverpoosd. 't Maakte impressie op onze nieuwbakken sol- toi datenzielen. 't Voorspe! van de belegering van Antwerpen e= was begonnen met groot orkest. De projektielen zoefden boVen onze hoofden door den liemel en deden de aarde daveren onder hun geweldige ontplofling. Dien nacht sloten wij geen oog. 's Anderdapgs marscheerden we naar Waelhem; daar was 't kermis ! Loopgraven werden gedol- ei ven, boomen omgeliakt... Ailes ging goed tôt er g: eenige granaten in ons midden openklapten. Als g< een bende kippen stoven we uiteen. We lieten v bijl en spade en liouweel liggen en zetten het op li een loopje. We liepen... liepen... en als we v ophielden met draven, zag ik met blijde verbazing r< dat ik weer in Hemixem aangespoeld was ! Mijn B broer en de andere maatjes zaten reeds te smul- ei papen toen ik bij mijn melkboer aanklopte. Die d hadden dus nog barder geloopen dan ik, en dat v was me een stille reden om mijne handen in onschuld te wasschen ! b Nu ik alwatmeer ondervonden heb, moet ik zc hartelijk lachen om die vlucht ! De maar deed de n ronde als was lieel de klas van 1914 reeds uitge- moord ! Om ze thuis gerust te stellen liet ik een n telegrain en eenige uren daarna kon ik mijn g m'oèder omhelzen. Zij zag er vermagerd uit, e i ... I : ~l<mi <i rtAffor» uni iiur> 'HAA/1 1 ( Hulde aan liet 3e Linieregiment Als herinnering aan zijn mooi gedrag sdurende de gevechten die plaats grepen > STEENSTRAETË, in April 1915, wordt st 3° linieregiment veroorloofd den naam TEENSTRAETE op zijn vaandel te laten jrduren. m 't schreien. We hielden ons, broer en ik, ituurlijk struisch en pompten moed ën betrou-en in, tôt dat ze, min of meer gerust gesteld, scheid nam. Nog dienzelfden avond rukten we op, Iangs" 'uybeke en Zwijndrecht, naar Sint-Anna.'t Was icht toen we daar toekwamen. In 't maanlicht gen we den Onze-Lievevrouwentoren oprijzen, n den overlcant van de Schelde en hij leek me, oals hij daar stond, zilver bedropen, een anende kaars op den granieten kandelaber van ; kathedraal. Om drie uur wipten we den trein op. Den dgenden dag'smiddags kuierden we teIeperen. : heb in mij nog de stille bekoring voelen op-ellen bij 't aanschouwen van de Hallen. Kon vermoeden dat slechts enkele dagen later oveel Gothische schoonheid verwoest ging orden? Lang vertoefden wij te Ieperen niet. ntwerpen, de onoverwinnelijke, was bezwe-;n onder de stalen kussen van Krupps Dicke ertha. We togen naar Thorhout, Aile verbinding met lis was afgebroken. We hielden ons kranig ots dezen tegenspoed en stapelden diep in ons j de gedachten en plannen op een heilige weer-raak. Den derden avond moesten we alweer ings ophoepelen. Eerst tegen den ochtend irtrokken we. Reeds waren de vijandelijke itroeljes in onze nabijheid. Ongedeerd geraak-n we in Frankrijk. Door de blonde duinen ingerde de trein, en verwelkomd door een uit-daten menigte borrelden we uit de spoorhal in Duinkerken. Algauw scheepten we in op de Admiraal \agon. De zee lag stil als een muisje. Ik bleef m dek ; des nachts kroop ik in een bootje en gebruisch der baren dodeinde mij in slaap. en 9cn Oktober 's middags gingen we in Le avre aan wal. We hadden honger ! Maar we oesten nog wat geduld hebben. Men zei ons it we naar Cherbourg vertrekken moesten. 'eerom den trein op. 't Was avond toen ik in ijn spelonkig kompartiment wakker schoot. uur ! We moesten weer uitstappen. Wij •ommelden als eene kudde schapen naar buiten. Vive la Belgique ! » klonk het allerwege. Krioelde van volk. <t Vivent les petits Belges. » : moet glimlachen. Les petits Belges... en ik eet één meter zeven en tachtig 1 We waren te Fécamp. * Wat had ik een honger toen ik te Fécamp tstapte ! — Qui veut venir avec moi? Te Manchester Eene mooie vaderlandsche betooging heeft voor ikele dagen te Manchester plaats gehad. De msche Belgische kolonie, waarbij talrijke En-îlschen zicii hadden aangesloten, heeft den ze-jnden zoon van den heer Desmul, die zich in ît Belgisch leger heeft ingelijfd, naar de statie îrgezeld. Mr. en Mevr. Desmul, van Loke-sn (Zeveneilcen), thans te, Manchester, Hyde oad Gorton, hebben negen zonen, waarvan • zeven als vrijwilligers het vaderland dien en ; 3 twee jongste dragen reeds het pakje van pad-inder.Ter gelegenheid van het vertrek van hunnen roeder hadden de zes andere broeders een bij->nder verlof verkregen ; zij zijn allen te zamen aar het front vertrokken. De trein — waarvan een bijzonder comparaient was voorbeliouden — zette zich in bewe-ing te midden van geestdriftige toejuichingen s de fiere kreten van : « Leve Belgie ! Leve het •qpat* ! T,ava rl#> TCnnino* ! Ik spit.se de ooren. Hoho ! 'n uitnoodiging. 't Gaat hier goed, dacht ik. Alras nam een bnr-ger mijn broer en mij op sleeptouw. Door hobbelige, bochtige straatjes, stapten we voort,' onzen gastheer flankeerend. Wij hadden net het uitzichtvan een levend schouwgarnituur. Broer en ik zoo bovenmatig lang, en onze gastheer een klein, mager, verneuteld manneke! 't Deed niets ter zake. Beschaamd hoefden we niet te zijn. Na een kwartier gaans geraakten we in een bouw vallig straatje. Y66r een kruidenierswinkeltje bleven we staan. Onze leidsman stak de deur open. Eene joviale, boerinachtige hospita ver-welkomde ons. 't Licht der winkellamp deed ons een oogenblik duizelen. Toen onderscheidde ik; beter 't Normandisch binnenhuisje. We moesteu vertellen, de evenementen onzer reis, terwijl zij de tafel opdiende. Nooit in mijn levenheb ik met meer appetijt gegeten. Ik doorspekte mijn ver-haal met de noodige specerijen en naarmate mijne geschiedenis tragischer werd, vermenig-vuldigden de spijzen en schuimde de blonde cider gui 1er uit de bokalen. Men leidde ons naar een gezellig slaapka-mei'tje. Een donzig bed met baldakijn scneen ons hartelijk uit te noodigen. Onnoodigte zeggen dat ze ons dien nacht niet behoefden te wiegen. Drie voile dagen genoten we die rijke, vrien-delijke gastvrijheid. Dan werden we geherbergd in een verlaten school, waar de talrijke spinne-webben een historisch uitzicht aan verleenden. Toen begon de exercitie voor goed. Aile dagen, van 's morgens vroeg tôt 's avonds laat, ging het van : Demi-tour à droite ! En tirailleurs vers la. gauche ! A droite par quatre I en wat weet ik, nog al meer. 's Avonds kregen we een paar uurtjes vrij af en gingen dan deftig soupeeren bij onzen gastheer, die straalde van genoegen ook iets voor les petits Belges te lcunnen doen. En als we even de politieke en strategische gebeurtenissen aanroerden, dan besloot hij altijd, met iets dankbaar warms in zijn neusklankig gtemmetje. — Ah ! si nous n'avions pas eu la Belgique, nous serions foutus !... Ge kunt denken hoe mijn neus krolde, bij zoo 'n komplimentje 1 't Was de tijd van de Homerische gevechteB aan den Yser : Steenstraete, DixSnuiden, Rams-cappelle, Lombaertzijde, Stuyvekenskerke! Hoe sidderden wij bij 't lezen der roemrijke bulletij-nen en berichten ! Toen begreep ik wat Charles De Coster in zijn Thijl Uilenspiegel bedoelde : On peut bien prendre le corps de la mère Flan-dre, mais son âme jamais ! Misschien kent ge Fécamp ? 'Ij Is een klein visschersstadje, rlak bij ree, als een nest in de valleigedoken. Weinig monumentale gebouwen. De Bénédictine alleen, met een spits torentje en eenige fijn uitgebeitelde minaretjes, werpt een artistiek toontje in de grijze monotonie der overige huizen. Rond Fécamp slieren mooie wandelplaatSen aJover berg en dal. Hoe dikwijls heb ik daar alleen op den top eener rots zitten droomen, terwijl de golven der zee, in den wijden afgrond ; beneden mij, op de granieten flanken der kust, de maat sloegen van hun eeuwig wiegelied.,. Maar weldra begon het epicuristisch leventje daar mij te vervelen. Ik stikte bijna. Ik ver-langde meer ruimte, verandering, nieuwe avon-turen.. Ik was tôt korporaal benoemd. Aan den kolo-nel deed ik mijn aanvraag om naar 't front te mogen vertrekken. 't Werd ons toegestaan. Broer ging inee... Muziek aan 't hoofd stapten we 't af, toege-juicht door een uitbundige menigte, bebloemd en belcransd van onder tôt boven. Einde April lcwamen we op 't front aan. De patriot leefde meer dan ooit in mij. Yan dan af dagteekenen dan ook de meeste gedichten der « Glorierijke Wonden ». Hoe 't mij sindsdien verging zal ik later nog wel eens mededeelen in eenige oorlogsimpres-sies, den Legerbode voorbehouden. Ziedaar dus bondig mijn lotgevallen. En is 't, dat ze mij hier omver kegelen, geloof dan, dat ik maar alleen spijt zal hebben, niet tweemaal te kunnen sterven voor mijn vaderland en mijn v°^. Fhitz Francken. ^3 Mei 1916 Nummer 2Gë

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel De legerbode gehört zu der Kategorie Oorlogspers, veröffentlicht in Antwerpen von 1914 bis 1940.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung

Ort

Themen

Zeiträume