De Poperingsche keikop: bladje der Poperingnaars in 't leger

980 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1918, 01 August. De Poperingsche keikop: bladje der Poperingnaars in 't leger. Konsultiert 29 März 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/zc7rn3194b/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

2de Jaar - - N° 10 (27) Nagezien door de Kriigsoverheid Nr 1000 (12-7-18) 1 Oogst 1918 ;>J ■ - — Ji.% ** ' 4 ** ABONNEMENTSPRIJS Poper. Soldaten : KOSTELOO Andere soldaten : 2.00 fr. Verschijnt (als 't kan) 2 maal te maande BEHEER E. H. Jul. Vanneste. Aalm. Z 44 I H. G. Herpelinck, brank. Z 93 H. A. Baert,St-Jan ter Biezen (Watou MMfl JVIIJflE. M&M Mijn bladje komt dees keer wat laat, doch 't is de schuld var ergens een staf bureel die het te lang achterhield. « Iveikop. » M zoii nist mogen toelalen... 't Was 5 uur in den morgend. Yan de hoogte van Montmartri aanschouwde ik de slapende Teuzenstad. De opdagende lentezoï deed ze in kleuren baden. 't Deed toch zoo 'n deugd aan 't harte die kalmte, die eenzaamlieid .. en met voile longen ademde ik d< frissche luclit in. Daar kwam een soldaat, droomerig, naar mjj toe gewandeld Hi bezag eenige oogenblikken de stad en wendjle zich toeri toen mij : — Verschooning, M. Pasloor, dat is ginder de kerk die de Duit schers laats beschoten hebben ? — Ja, vriend. —"Ge moet toch bekennen, M. Pastoor, dat zoo iets 't geloo geweldig schokt ! God zou niet mogen toelaten... — Ah, God zou niet mogen toelaten ! 't Arm menschelijk verstani begrijpt dus al de redens van handelen en niet handelen die Goi kan hebben ! Yooraleer verder te redeneeren, vat ge hoe beleedi gend voor God u\v zinsnede is ! — Daar heb ik niet aan gedacht. 'k Wilde zeggen : welk bewij tegen de goddeloozen indien God die bom van de kerk had afge vend ! — De goddeloozen? Ze zouden dan gezegd hebben: 't is bi toeval ! " — Mogelijk ! Maar hoeveel katholieken zijn niet verergerd, al ze zien dat God de zijnen niet beschermd, zijne getrouwen di Hem komen aanbidden niet bevnidt ' — Met andere woorden, God zou moeten al de geloovigen die in de kerk waren, onkw«tsbaar hebben gemaakt ! — Ja. — Natuurlijk de geloovigen der andere kerken ook? — Maar waarom niet ! — Beken toch dat ge veeleisehend zijt! Al?oo zou 't voldoende ' zijn voor geloovigen, en zelfs voor ongeloovigen, in een kerk te vlucliten, om bevrijd te zijn van bommen en obussen ! Welke zekerheid op 't front ! Yoelt ge dan niet dat ge zoo de gewone wetten der natuur afseliàft ! dat ge 't buitengewone als regel inbrengt, 't ononderbroken mirakel !... . , — Aan zoo iets had ik niet gedacht ! , — Noch aan veel andere zaken ! Met een kloosterzuster op reize zijt ge zeker nooit -treinongelukken tegen te komen : God mag , immers niet toelaten... 't Loterijbriefje van den katholiek moet voorzeker prijs halen : God moet hem immers meer bescherming j verleenen ! En zoo voort en zoo voort. 't Bovennatuurlijk ideaal is een sehim geworden : de deugd is lijk geld dat men op de bank zet ; ze levert dadelijk niet weinig winst op. Dus de grootste zekerheid in de gevaren en aile geluk hier op aarde en hiernamals de hemel op den hoop toe ! f — Ja maar, ja maar, ge gaat tocli wat ver ! Bidden moet toch voor iets dienen ! i — En dat is u\v besluit ? Vooreerst, daar is zooveel dat men aan 1 God kan vragen buiten 't mirakel ; et 't mirakel ook mag men van God afsmeeken, en 't wordt soms toegestaan, maar 't blijft toch steeds buiten den gewonen gang der zaken, en Christus zelf heeft s zich aan de wetten der natuur onderworpen. Nochtans, ik versta heel goed uw eerste indruk : 't is de indruk der menschelijke teergevoeligheid. God is zôô goed ! Van Hem j komen al de schoone en edele, en aangename dingen, die prachtige lentemorgend die \ve nu beleven. We hebben zoodanig hoop en s betrouwen op Hem gesteld, dat we zelfs van aile tijdelijk gevaar e meenen beschut te zijn onder den lommer zijner goedheid. F)enk er echter wel aan : 't eenisr belansriike. 't eenic nnoHznkn-

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel De Poperingsche keikop: bladje der Poperingnaars in 't leger gehört zu der Kategorie Frontbladen, veröffentlicht in Poperinge von 1917 bis 1919.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung

Ort

Zeiträume