De Scheldegalm: gazette van Audenaerde

1969 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1914, 01 Februar. De Scheldegalm: gazette van Audenaerde. Konsultiert 23 April 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/4j09w0b89c/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

1^3273. Zondag 1 Februari 1914. 56e Jaar. DE SCHELDEGALM GAZETTE VAN AUDENAARDE HET BLAD VERSCHIJNT WEKELIJKS DEN ZÀTERDÀG. — Men sehrijft in bij de Uitgevers BEVERNAEGE GEBROEDERS, Krekelput, 15, en in aile POSTKANTÛREN. — De prijs der inschrijving per jaar, voorafbetaalbaar is voor BELG1E 3 fr. 75 ; voor FRANKRIJK en aile BUITENLANDEN 7 fr. 50; voor AUDENAARDE 3 fr.—Alleartikelen en mededeelingen betreffende de redactie moeten vrachtvrij toegezondenworden.MenisverzochtdeAnnoncen denVRIJDAG middag te laten geworden; de prijs is 20c. per regel. i I " n Reelamen en rechterlijke aankondigingen 50 centimen per drukregel. — De inschrijvers die hun blad niet wekelijks en op behoo-renden tijd per post ontvangen, worden vriendelijk verzocht ons er seftens kennis van te geven. Om dit te voorkomen is ook het beste middel het abonnement in het postbureel of aan den briefdrager te vragen, aan wie men niet meer dan de gemelde prijztn moet betalen. Aile toegezondene of terhandgestelde geschriften die wij in ons blad niet kunnen opnemen worden niet teruggegeven. AMERIKA Eene bende autodieven aangehouden. — Men meldt uit New-York, dat men er vrijdag vl. in gelukt is zich van eene bende automobieldieven meester to maken. Die kerels hadden het vooral op pracht-autos gemunt. Deze bende was samengesteld uit 16 leden, die een aantal autos stalen, waarvan het geza-menlijk bedrag op vijf millioen frank geschat wordt. Het is de detectief Faurot, die er in slaagde de bende te ontdekken. Gedurende meer dan drie weken zocht deze detectief, bijgestaan door een twintigtal zijner manschappen, het spoor der schurken. Ten slotte slaagde hij er in zich in betrekking te stellen met twee der dieven, die als bewakers aangesteld waren van eene geheime auto-be-waarplaats, waar degestolen rijtuigen heenge-bracht en veranderd werden, om daarna ver-kocht te worden. Aldra kende de detectief de verschillige leden der bende. De aanhouding ervan werd door een valstrikt bewerkstelligd. De aangehoudenen bewoonden allen prach-tige vertrekken en gingen door als aan het hoofd staande van schoone fortuinen. — Trein geplunderd. — Op de Michigan Central spoorweg heeft een bandiet op zijn eentje een trein tôt stilstand gebracht en de passagiers geplunderd. Om hen te bewijzen dat hij voor niets achteruitging, had hij eerst een der reizigers doodgeschoten. Het boevcnstuk gebeurde onder den rook van Chicago. — Bandiet veroordeeld.— Dopey Ben, de leider van eene bandietenbende te New-York, is tôt 5 jaar gevangenisstraf veroordeeld wegens poging tôt moord op een inspecteur van politie. Het eigenaardige van het procès was, dat de namen en adressen der gezwoornen geheim ge-houdcn zijn om wraak van Ben's vrienden te voorkomen. — Jacht op een automobiel. — Een geheim-zinnig geval houdt op het oogenblik de gemoe-deren in New-York bezig. Op klaarlichten dag toen het verkeer op de 8" Avenue het drukst was, kwam in voile vaart een auto uit de 54' straat de Avenue inrijden. Uit een de portier-raampjes hing eene vrouw, die luidkeels om hulp nep. Onmiddellijk snelden politiebeamb-ten toe, die den autogeleider een teeken gaven om te stoppen, maar in stede van aan dit bevel te gehoorzamen, vermeerderde de geleider de vaart van zijn auto en in eene razende vlucht, handig door de drukte op straat heensturend, reed hij door, gevolgd door politiebeambten, weldra door bereden agenten versterkt en eene talrijke menigte nieuwsgierigen. Bij de 59° straat wilde een agent, door het rumoer opmerk-zaam gemaakt, nog eene poging doen om den auto tôt staan te brengen, maar bij werd ter zijde geworpen en ontkwam tenauwernood aan het gevaar van overreden te worden. De auto reed door in de richting van het Central Park, thans nog alleen vervolgd door een paar bereden agenten, die, toen zij bemerkten dat zij het voertuig niet konden inhalen, op den geleider begonnen te vuren. Te vergeefs echter ; de auto was weldra uit het zicht verdwenen. Blijkbaar werd in de auto hevig geworsteld ; men zag namelijk dat de vrouw van het raam-pje werd weggetrokken ; haar kreten stierven weg. De politie zocht tôt dusver te vergeefs naar den auto, die spoorloos verdwenen schijnt en heeft dus nog geen oplossing van het geheim gevonden. TURKYE Niets nieuws onder de zon. — Men staat dagelijks verwonderd over de machienen en andere toestellen welke overal vervaardigd worden en het den mensch zoo goed en aangenaam mogelijk moeten maken. Doch hoe dieper men in het verleden dringt, hoc meer men bestatigt dat er niets nieuws onder de zon is. Het eenig verschil met vroeger is dat wij thans de druk-kunst bezitten. Had die in den ouden tijd be-staan dan zouden onze talrijke belangrijke uit-vindingen, lang voor Christus geboorte gedaan, bewaard gebleven zijn. In Klein-Azie hebben oudheidkundigen opgravingen gedaan en ei eene oude stad ontdekt. De stad werd afgezochl en weldra vond men eene badinrichting, een twintigtal kamers bevattend, allen bij middel van verbeterde toestellen verwarmd. Deze bad-inrichtingen moeten in niets onderdoen voor de onze, zelfs niet voor wat de dieven betreft. Aan den ingang prijkt inderdaad een opschrift, waarvan de vertaling als volgt luidt : « Degene, die zijn geld en juweelen niet in handen van den portier in bewaring zal gegeven hebben, heeft niets te reklameeren als er hem iets ont-stolen wordt. » NOORWEGEN Eenarbeidsgescliil. —In Noorwegen broeit reeds enkele maanden een geschil tusschen den patroonsbond en het verbond van vakvereeni-gingen. Het gaat om de samenwerking van vereenigde en vrije arbeiders, die de patroonsbond eiseht en het verbond van vakvereenigin-gen weigert. Te Drontheim loopt daarover reeds weken lang eene staking aan eenegroote houtzagerij, die in de laatste dagen is gevolgd door eene staking aan twee fabrieken. Nu heeft de patroonsbond zich tôt de regee-ring gewend met verzoek om bemiddeling. Indien niet voor 8 februari eene schikking tôt stand is gekomen, dreigen de patroons met eene algemeene uitsluiting, die 80.000 man zouom-vatten.De ministerraad heeft besloten, aan het verzoek gehoor te geven en als bemiddelaar op te treden. Daar beide partijen stijf op hun stuk staan, is 't echter twijfelachtig of zij zal slagen. RUSLAND lJselijke misdaad. — Het dorp Delimkovo, bij Lodz (Polen) werd vrijdag vl. door eene ijselijke misdaad in opschudding gebracht. Een boer die ongetwijfeld zinneloos geworden was, stond 's nachts op en sneed zijne vrouw de keel over. Daarna sneed hij het lijk aan stukken en deed de beste deelen braden. Toen zij klaar waren zette hij zich aan tafel en begon te eten. Doch hierbij maakte hij zulklawijd dat een ge-buur kwam zien wat er gaande was. Deze vond den boer bezig met eten. Nauwelijks had de menscheneter hem bemerkt of hij zwaaide met een groot mes en sprong naar hem toe. De ge-buur vluchtte en liep hulp bijhalen. Toen hij met versterking terugkwam had de zinnelooze hari-kiri gepleegd, 't is te zeggen dat hij zich den buik had opengesneden. De man wentelde zich over den grond en poogde ter zelfder tijd nog stukken vleesch te verslinden. Men denkt ook dat de man eenige dagen te voren door een razenden hond gebeten werd. DUITSCHLAND De verjaardag des Iceizers. — Ter gele-genheid van den verjaardag des keizers, werd in het feestelijk versierde « Opéra Meyerbeer's « Africaine » opgevoerd. De voorstelling werd bijgewoond door onge-veer zestig vorstelijke personen, onder andere de koningin van Griekenland en verder door de gezanten en het diplomatisch korps, en den Griekschen minister-voorzitter Venizelos. — Zondag nacht te Breslau, heeft een scha-liedekkersbaas, een weduwnaar, 48 jaar oud, door middel van verlichtingsgas zelfmoord gepleegd, na zijne twee zoons, zijne dochter en zijne zuster vermoord te hebben, De drijfveer tôt dit akelig drama is onbekend. — De oudste vrouw van Duitschland. — Naar aanleiding van de jongste onafhankelijk-heidsfeesten wees men de genaamde Johanna Schildo, wonende te Schimichow, Silezie, aan als eene tijdgenoote van den slag van Leipzig. In werkelijkheid kende men haar juisten ouder-dom niet, maar men wist dat zij rond 1805 moest geboren zijn. Men heeft nu toevallig in den toren der kerk van Ilchowa, waar de vrouw geboren werd, papieren gevonden, waaronder een doopregister, bewijzende dat de vrouw geboren is op 10 december 1797. Zij is dus 117 jaar geworden op 10 december, en is nu de oudste vrouw van Duitschland. — De Duitsche veestapel. — Op 1 december 1913 is eene telling van den veestappel in Duitschland gehouden, waaruit bleek, dat inzonderheid het aantal verkens zeer sterk is toegenomen. Het aantal runderen bedroeg op 1 december 1912, 20.182.021; 1 december 1913, 20.914.258, (toeneming 2. 8. t. h ); het aantal varkens, 1 december 1912. 21.923.707; 1 december 1913, 25.591.794, (toeneming 16. 7, t. h.); het aantal geiten, 1 december 1912, 3.410.396, 1 december 1913, 3.535.697, (toeneming 3. 7 t. h.); het aantal schapen, 1 december 1912, 5.803.445; *1 december 1913, 5.504.195, (afneming 5,2 t. h.). De verminde-ring van het aantal schapen is iets, dat in de meeste Europeesche Staten wordt waargeno-men. Begrijpelijk is, dat deze vermeerdering van den Duitschen veestapel oorzaak van vreugde is voor de Duitsche agragiers. — Qeruchtmakende veroordeeling. —■ Te Weinberg, in Beieren werd graaf Gouthier von Konigsmarch voor de boetstraffelijke rechtbank gedaagd, om zich aan smokkelarij plichtig gemaakt te hebben. De betichte is een afstamme-ling van Friederick-August I, prins vanSaksen, die op 't begin der 19e eeuw regeerde en van gravin Aurora von Konigsmarch. Eerst nain hij dienst in 't pruisiseh leger en werd er luitenant, doch weldra werd hij uit het leger weggezondcn daar hij te veel scliuld gemaakt had en zich aan den drank overgaf. Na allerlei wederwaardig-heden werd de graaf bediende in eene zaccha-rinefabriek, in Zwitseriand. Hij begon dan Duitschland en Oostenrijk door te reizen om er zijne koopwaar aan den man te brengen, het-geen door de wet streng verboden wordt. Toen men hem aanhield, vond men 9 kilos zaccharine in zijn bezit. De rechtbank heeft nu den misloo-pen edelman veroordeeld tôt twee jaar gevang; na zijn straf uitgeboet te hebben, zal hij weer voor de rechtbank gedaagd worden op aanklacht van den toldienst. FRANKRIJK De Zwarte Hand. —■ Te Parijs zijn drie leden van de « Zwarte Hand » aangehouden en veroordeeld. Het betreft hier echter niet de be-ruchte « Zwarte Hand » die reeds zooveel van zich deed hooren in Amerika en elders, maar een bond vanParijzerjongelingen, zoons van ge-zeten burgers. Zij zijn niet ouder dan 18 jaar. Einde december van het vorige jaar zonden zij een dreigbrief aan de echtgenoote van een Parijzer bankier, waarin haar op het hart werd gedrukt op een aangegeven plaats te komen met 30,000 frank. Kwam zij niet, dan zou haar 15-jarigezoongedood worden. Alsherkennings-teeken moest zij een tuiltje viooltjes dragen. De politie moest zij niet waarschuwen, daar zij te doen had met eenegeorganiseerde bende, die niettegenstaande ailes, haar plannen zou vol-voeren.Op de aangegeven plaats vond de dame, die vergezeld was door twee speurders, niemand ; op een net gekleede heer die daar heen en weer wandelde, lette niemand. Enkele dagen later ontving zij opnieuw brie-ven, van steeds dreigerden inhoud. De laatste hield in, dat thans niet langer getalmd zou worden, indien zij geen gebruik maakte van de laatste haar geschonken gelegenheid om het geld af te dragen. Een loopjongentje werd nu met een dikken brief, met allerlei geheimzinnige teekens op het adres, naar de aangeduide plaats gezonden. Hier vond hij drie jongelingen, die den brief in ontvangst namen, toen zij hem wilden openen werden zij door speurders aangehouden. Zij bekenden de dreigbrieven geschreven te hebben en verklaarden werkelijk tôt den moord te hebben besloten. De oudste, de zoonvan een rijken Amerikaan die te Parijs zaken heeft, kreeg een jaar ge-vangziiting ; de tweede, zoon van een gepen-sioneerd artillerieofficier, zes maanden, even-als zijn gezel Benjamin, zoon van een gefortu-neerd koopman. — Een sehoone daad. — De gewezen kei-zerin Eugenie kwam vrijdag namiddag vl. langs de Avenue des Champs Elysées, te Parijs. De oud-keizerin der Franschen was zoo als altijd eenvoudig in het zwart gekleed, en leunende op den arm eener gezelschapsjuffer. Zij ont-moette een in lompen gehulden ouden man, die rilde van de koude. Alhoewel deze haar niets vroeg, opende de gewezen keizerin hare beurs. Een politieagent kwam toegesneld, legde de hand op den schouder van den ouden man, en zegde tôt de oude dame : « Indien gij hem iets geeft, dan zal ik hem voor bedelanj aanhouden ! » Keizerin Eugenie antwoordde zachtmoedig : « Gij bedriegt u, mijnheer : wij zijn bezig eene rekening te vereffenen ». En zich toi den grijs-aard wendend, voegde zij er glimlachend bij, terwijl zij hemeenbankbiljetvanhonderd frank gaf : « Nu is onze rekening effen ». De grijsaard zette zijnen weg voort niet kun-nende spreken van verrassing en aandoening, terwijl de agent ook'zichtbaar ontroerd op zijne stappen terugkeerde. — Lijkplechtigheden van generaal Piquart De lijkplechtigheden, op de kosten van den Staat, hadden zaterdag voormiddag te Parys plaats. De troepen van het garnizoen derhoofd-stad, gelast met de krijgseer, bevonden zich reeds om 8 1/2 ure aan de Noordstatie De voorziiters van Senaat en Kamer en de ministers kwamen om 9 ure 25 min., en de président der Fransehe Republiek vijf minuten later. Om9 u. 40 min. verliet de lijkstoet de statie ; na de lich-ting van het lijk, vertrok de heer Poincaré terug naar het Elyseum. Tusschen de personen die, na de familiie, het stoftelijk overschot van generaal Piquart volgden, bevonden zich de heeren Fallières, Clemenceau en Alfred Dreyfus. Het lijk werd naar den doodenakker van Père-Lachaise gevoerd. —• Bijna een erg ongeluk. Zondag namiddag deed er zich in het Bois de Boulogne, te Parys, bijna een vreeselijk ongeluk voor Buim drie honderd duizend Parijzenaars waren, met het goede weder, naar het boseh getogen en eene groote massa was rond den fijver geschaard. Maar daar het sterk aan het dooien was, mocht er op het ijs niet gegaan worden. Om 3 ure 30 min. werd het volk woelig, verbrak de afsluiting en liep op het ijs. Aldra daagde er versterking van politie op. Het was lioog tijd, wanthetijs begon geweldig te kraken. Het volk werd er afgedreven en, pas liad de laatste man hetverlaten, of het scheurde apen --Een Parijzer tooneelspeler zwaarverwond. De heer Paul Guidé, een welgekend kunstenaar van denSarahBernhardt-schouwburg, te Parys, lereeg zondag nacht, op den hoek der rue de Rivoli, twist met zijne minnares. Plots haalde deze een revolver te voorschijn, die zij in haar moffel verborgen had gehouden, en loste zes revolverschoten in zijne richting. De ongeluk-kige werd door drie kogels in de borst getrof-fen. In zeer ernstigen toestand werd hij naar liet gasthuis overgebracht. De dadereswerdaangehouden. Zij verklaarde uit jaloerschheid gehandeld te hebben. Zij is 25 jaar oud ; haar slachtofler 29. — Eene vrouw vergifligd vader en broeder. Eene landbouwster van Clary-bij-Kamerijk, Octavie Lecompte. 37 jaar oud, heeft haar vader en haar broeder vergiftigd om hunne goe-deren te erven. De vader overleed acht dagen geleden en zijn dood werd toegesehreven aan bloedsopdrang, door de koude veroorzaakt. Doch, toen de broeder enkele dagen later stierf, kwam zulks den dokter uiterst verdacht voor. Hij stelde een nauwkeurig onderzoek in en stelde vast, dat, de broeder door arsenic vergiftigd was. Het lijk van den vader werd opge-graven en er werd insgelijks arsenic in zijne ingewanden gevonden. Octavie Lecompte, die nogtans een knecht gelast had het vergift te halen, loochent aile plichtigheid. — Doodvoimis. — Het assisenhof van Douai heeft vrijdag vl. tweejeugdige kerels,Vandroth, 18 jaar en Marcel Petit, 17 jaar, die bij mej. Ailes, rentenierster, te Sain-le-Noble binnen-drongen, de 71 jarige vrouw met hamerslagen afmaakten en 800 fr. en verscheidene juweelen stalen, veroordeeld: den eerste tôt de doodstraf en den tweede tôt levenslangen dwangarbeid. — Kind door de wolven verslonden. — Een meisje van acht jaar is door de wolven verslonden geworden in 't omliggende van de Coquille te Périgueux. Het kind kwam zaterdag van de school terug, toen het aangevallen werd. Hare ouders en bloedverwanten, die 's nachts op zoek gingen, vonden in het bosch de verscheurde en ganscli bebloede kleeren van het arme kind. Daar dichtbij vond men het klein korfje, dat het kind bij zich droeg en eenige overgeblevene afgeknaagde beenderen. — Acht personen verstikt. — In een oude wijk van Marseille, door het barsten eener buis, deden er zich in verscheidene woningen der rue Radeau en der rue Saint-Laurent gasontsnap-pingen voor, maandag nacht. Acht personen werden verstikt op hun bed aangetroffen. Drij waren reeds dood. De vijf anderen werden zwaar ziek naar het gasthuis overgebracht. Hun toestand is zeer ernstig. — Halsrechting te Sétif (Algiers). Farhatia Abdallah ben Saon, welke te Korfa (Algerie), zijne vrouw, dezes moeder en twee zusters ver-moordde en om die misdaden ter dood werd verwezen, is te Sétif gehalsrecht geworden. Hij worstelde hevig tegen de beulsknechten, vôôr zij hem konden neerwerpen. Na de halsrechting werd het overschot nsar het Muzelmansch kerkhof gebracht waar bloedverwanten en vrienden het hoofd aan 'tlichaam naaiden, opdat Allah, volgens men gelooft, den overledene bij de haren naar het paradijs zou kunnen trekken. — Een geslaagde grap. Om aan te toonen, met hoe groote oppervlakkigheid men in Frank-rijk dikwijls er toeovergaat gedenkteekenen en standbeelden op te richten, met hoeveel gedach-tenloosheid commissien met dit doel "worden ingesteld, heeft de opsteller van een fransch blad een goed geslaagde grap uitgehaald. Hij schreef aan aile afgevaardigden en sena-toren een brief, met het verzoek zich aan te sluiten bij een comiteit, dat zich ten doel stelde een gedenkteeken op te richten voor Hégésippe Simon, den bekenden «vader der démocratie.» Geld behoefde men niet te geven, daar een rijk man reeds genoeg geld vuor dit zoo wel-vi-rdiende gedenkteeken ter beschikking had gesteld. De opsteller. die dezen « vader der démocratie » zelf had uitgevonden, plaatste boven zijn schrijven een citaat van dezen beroemden vaderlander, luidende : « Als de zon opkomt, verdwijntdeduisternis.» En waarschijnlijkheeft deze belangwekkende uitspraak een diepen in-druk gemaakt op velen van hen, die den brief van den opsteller ontvingen. Een man, die zulke wijsheden ten beste gaf, verdient zeker een standbeeld. Niet minder dan negen afgevaardigden en senatoren zonden een schrijven terug, waarin zij zich bereid verklaarden zitting te nemen in eene commissie, om de oprichting van een gedenkteeken voor dezen « illustre compatriote » voor te bereiden. Onder de beetgenomenen behooren onder anderen de oud-minister Sar-rien, de ondervoorzitter van den Senaat Maurice Faure, de historicus Lintilhac en anderen. — Wilde zwijnen. — De koude drijft in de bosschen van Frankrijk de wilde zwijnen uit hunne schuilplaatsen. Men vraagt zich af waar die dieren zich bij minder nijpend weer toch wel ophouden. In den omtrek van Nancy hebben dragon-ders er dezer dagen acht met de lans geveld. De wolvenjagermeesters —■ een ambt, dat in Frankrijk nog steeds bestaat — halen hun schilderachtige uniformen uit de kast, gespen zich het mes om en wapenen ook hun mannen, want heteverzwijn is. zooals Gaston Phoebus zegde : « une orgueilleuse et hère beste, et périlleuse ». Het vlo ! vlo-geroep van de jagers, die het wild zien, heeft in de Vogezen reeds weerklonken en uit de diepte der bosschen klinkt het geschal van den jachthoorn. — Een Brusselseh misdadiger aangehouden. Sinds verscheidene maanden zocht de politie van Brussel een gevaarlijken misdadiger, in banbreuk verkeerend, en welke drie maanden geleden nog een stoutmoedige inbraak teElsene gepleegd had. Het parket vaardigde tegen hem een aanhoudingsmandaat af, maar hij was plotseling verdwenen. Dinsdag werd de bandiet te Aix-les-Bains na eene nieuwe misdaad, aangehouden. —— -■ Treinbotsing te Sehaarbeek. Het scheelde maar weinig of vrijdag voorl., rond den middag, had in de statie van Sehaarbeek eene treinbotsing plaats, die erge gevolgen had kunnen hebben. Een zeer lange goederentrein stond in de statie op een spoor waarvan al de signalen ge-sloten waren. Doch hetgeen men niet had opge-merkt was dat de trein te lang was en de tender van de achterste locomotief op de splitsing der sporen stond, 't is te zeggen op het spoor dat moest vrij zijn voor den bloktrein, die enkele minuten later moest voorbijstoomen. De botiing. De bloktrein, die op zijn gewoon uur vertrok-ken was, bevond zich op een honderdtal meters van den tender, toen de machinist en deopper-treinwachter het gevaar bemerkten. Beiden sloten omiddellijk de remmen, doch gelukten er evenwel niet meer in den trein nog op tijd te doen stoppen. Eene hevige botsing had plaats. De tender werd gansch verbrijzeld en door het geweld werd een goederenwaggon omgeworpen. Wat de locomotief van den bloktrein betreft, deze ontriggelde en de eerste waggons werden licht beschadigd. De reizigers werden dooreen geslingerd en kwamen er bijna allen met den schrik van af. Wat de opperwachter zegt. De opperwachter van den bloktrein werd door den statieoverste ondervraagd en verklaarde dat hij den tender, die het spoor versperde van aan de Teichmanbrug gezien had. Hij sloot onmiddellijk de remmen en legdezich plat op de bank, alzoo den schok af .vachtend. Op het oogenblik der botsing werd hij in de lucht geworpen en viel op den vloer van den foergon. Hij was ongedeerd. Ben onderzoek. Een onderzoek is onmiddellijk ingesteld om de verantwoordelijkheid vast te stellen. Het is in aile geval zeker dat het ongeluk te wijten is aan eene onoplettendheid van het personeel der statie van Sehaarbeek. De bloktrein is met eene halve uur vertraging kunnen vertrekken. Op het begin van den namiddag kwam het parket ter plaats. De magistraten deden zich uitleggen hoe de botsing plaats had en teeken-den de namen op van twee gekwetsten. Onnoodig te zeggen dat deze treinbotsing eene algemeene verwarring verwekt heeft in den dienst. Het stempelen der aetiën. De dag nadert, waarop de tusschentijdige gunst-tarief voor het stempelen van aetiën zal vervangen worden door den bepaalden tarief, het is te zeggen één per honderd, met een minimum van 1 frank, ware het zelfs voor eene actie ter nominale waarde van 25 frank. Tôt den 6 maart zullen de kosten van het stempelen maar 10 centiemen bedragen voor de titels van 1 tôt 400 frank ; 25 centiemen voor die van 100 tôt 250 frank ; 50 centiemen voor die van 250 tôt 500 frank ; daarboven 1 frank per duizend, met 50 centiemen vermeerdering voor de banken. Het stempelen wordt maar gevergd voor de vreemde actien ; de Congoleesche titels worden niet als vreemde waarden aanzien. Maar iedere buitenlandsche titel moet gestempeld worden, acliën, obligatiën, enz. Indien hij niet gestempeld is, mag er in Belgie geen gebruik van gemaakt worden, het is te zeggen ter Beurze of door een tusschenpersoon niet verhandeld worden. Het is dus beter aile titels te doen stempelen, die men eens of morgen in eene Belgische Beurs zal moeten ten gelde maken. Eiland-Prinses (21* Veiivolg.) En na ons beider « ja », deed hij ons nogmaals neerknielen, sprak over ons den zegen, en een verheffend gebed uit. Geen getuige, hoe hij overigens ook over de pleohtigheid denken mocht, zou een spoor van waanzin in dezen man hebben kunnen vermoeden. 1k voor mij, ik wist dat hij zich op dit oogenblik niet alleen als vader, maar ook als priester en koning voelde. Maar voor mijn geweten voelde ik mij met mijne Eulalie eveu heilig en onver-breekbaar verbonden, als door kerk en wet. XIV. De beeldspraak van het licht en de scha-duw vloeit mij nogmaals uit de pen, terwijl ik dank aan de navolgende dagen. Hier was de schaduwzijde'van mijn groote en lich-tende geluk, sedert ik Eulalie mijne vrouw noemen mocht, de gedachte aan onze ge-vangenschap op het eiland. Want gevangen voelde ik mij in dubbelen zin. Vooreerst door mijne eigene belofte aan kapitein Scott, en ten tweede door Eulalie's aanhaukelijkheid jegens haren vader, dien zij niet zou hebben mogen of willen verlaten, ook indien ik harteloos en valsch genoeg had kunnen zijn om zoo iets van haar te verlangen. Maar bovendien, dit ailes nog daargelaten, hoe gering was de kans op verlossing waar geèn scheepszeil zich ooit vertoonde aan den gezichteinder,geen draad zich spon tusschen de wereld der menschen en ons afgelegen kleine paradijs! Een paradijs, ja ! — maar dat ten slotte voor de bewoners eene hel zou kunnen worden. Ofzou ik, ten einde raad, toch nog in mijne wrakke boot de verschrikkingen moeten gaan trotseeren van eene vaart in het ongewisse — mijne jonge vrouw moeten blootstellen aan de ijselijkheden van honger en dorst, om ten slotte misschien te bel'an-den op eene kust, waar wij in de handen zouden vallen van kannibaalsche wilden? Ach, indien ik in de toekomst had kunnen lezen, dan zouden al mijne zorgen over deze vragen overbodig zijn geweest. Wat tobben wij menschen bij het staren op din-gen, die nimmer komen zullen — terwijl wij blind als mollen zijn voor het werkelijk naderende gevaar? Eens op een dag — wij waren drie weken getrouwd — kwam mijn vrouwke uit hare loofhut, waar zij nog elken namiddag haar slaapje deed, en, mij met beide hare handen de wangen streelend, zegde zij tôt mij : — Hubert, nu moet ik u mijne grot eens laten zien. — Wat? riepik, schertsend. Hebt geai genoeg van mij? Wil ge mij met geweld' la- n verdrinken. — Gij zwemt bijna even goed als ik, riep zij, en met wat oetening zoudt ge even goed leeren duiken als de parelvisschers, waar van vader wel eens vertelt. En overigens — wat vreest ge? Hebt ge mij niet bij u, om i den weg te wijzen en zoo noodig u te bel pen? 1k liet mij gemakkelijk overhalen, want il zelf verlangde die wonderbare grot wel een: te zien. Wij waren samen reeds naar de bewusti plaats de tusschenrotsen gezwommen, ei ik had aan den voet van den klipwand he donkerblauwe water gezien, dat den ingans aanduidde. Verder had ik het nog niet' gé bracht, omdat ik mij zelf bij het duiken noi nietrecht vetrouwde. Maar sedert had il mij flink geoefend, en durfde ik het er du wel op wagen. Het was vijt ure in den namiddag. Kapi tein Scott werkte in zijn tuintje. De zee wa zeer kalm, zooals trouwens in den regel ii dit jaargetijde het geval was. Ik ging m: vlug voor de zwempartij herkleeden, en n vijt minuten was ik voor den tocht gereed Angst voelde ik niet. Van haaien had ik te dusver nooit iets gezien; en wat het wate betrof, zoo kon ik tegen de beste zwem mers opnemen. Het eenige wat mij ontbrak wasEulalie'swonderbareenwonderlijkviscI: achtige vlugheid van beweging in het watei Ik droeg een eind touw, met behul waarvan Eulalie mij door de opening trek ken of loodsen zou. Zij zelf had haren por jaard bij zich; en daar zij wenschte de grt verlicht te zien, zoo hadden wij in een w; terdicht omhulsel van geolied doek een pa droge palmtakken en vuurslag met tondi medegenomen. Toen kapitein Scott ons, aldus toegerus zag voorbijkomen, vroeg hij waar wij hee wilden. — Naar Eulalie's grot, antwoordde ik. Hij schudde zijn hoofd en zegde : — Pas dan maar op. Ik kan geen touw neerlaten om u op te halen, als ge niet l weer uit kunt. s — Ik ben bij hem, vader! riep Eulalie. Hij schudde zijn hoofd weer en hervatte > zijn spitten. Wij volgden het pad, dat ik i vroeger reeds gegaan was, toen Eulalie's t duiken en verdwijnen mij een zoo vreeselij-; ken schrik had aangejaagd. Wij babbelden - met elkaar als kinderen; want mijn vrouwke ; was weinig anders nog als een kind, en ik t zelf voegde mij geheel naar haren toon en 5 opvattingen. Wij daalden door het ravijn naar 't strand - en bereikten de rots, van welke wij ons te 3 water zouden begeven. De zee lag glad, î slechts bewogen door eene zachte deining, j die met een zwellend zuchten tegen de i rotsen zich brak. — Nu, zegde Eulalie, ik spring het eerst, t en zoodra ik in het water ben, werpt ge mij r het eene eind van de lijn toe en springt mij - met andere na. Wij moeten vlug benedeil , zijn, vôôr het water door mijnwasdoek heen- - dringt. — Waar is nu juist de ingang tôt de p grot? vroeg ik, over de rots kijkend. — Daar, zegde zij, en zij wees naar eene - plaats dichtbij. it —1 Best ! riep ik. Vooruit dan maar ! Ik .- volgu. k Zij sprong in het water en toen zij boven->1 kwam, wierp ik haar het eene eind van de lijn toe; met het andere in mijne handsprong ;, ik haar na, en een oogenblik later zwom ik n naast haar. Zoo deden wij eenige slagen; en toen dook zij onder, op een manier die ik haar nooit heb kunnen nadoen. Zij hiet zich tôt aan de heupen uit hetwater, en dan, met eene bevallige buiteling, verdween zij kopje onder, als een eend. 1k dook haar na, en daar ik de leiding voelde van de lijn, bevond ik mij terstond in de opening, en in minder dan twintig seconden tijds rees ik omhoog in eene don-kere ruimte, met Eulalie aan mijne zijde. Ailes was duister als een fïsioen van den nacht en ik hoorde Eulalie lachen, terwijl zij naast mij zwom, den zilveren, welluiden-den lach, die in deze groote holte klonk als muziek. Wij zwommen samen naar het andere uiteinde van deze halle onder de zee, en daar vonden wij een rotsigen kant, op welken wij gingeii zitten. Ik ben nooit dooreen zoogenaamdwonder der natuur zoo getroffen geweest, als door hetgene mijne oogen hier nu aanschouwden. De grot was omstreeks veertig voet hoog, tweebonderdvoetlangenzeventig voetbreed. Stalactieten, reusachtig groot en dik, hin-gen als pilaren van het gewelf, zoodat men kon meenen in eene kerk vol gothische zui-len en bogen te zijn. Naar gelang mijne oogen zich aan de duisternis gewenden, be-merkte ik allerlei phantastische figuren, die de druipsteen had gevormd — orgelpijpen, gezichten en beelden. Ik zag geene andere opening, om licht binnen te laten, dan de met water gevulde tunnel, door welke wij heengekomen waren. Maar juist doordat het weinige licht door deze blauwe waterlaag, brak, scheen de gansche grot en al wat er in was overgoten met een mystisch blauwachtig waas, dat een onbeschrijfelijk effect maakte. Ik zag ook geen holte tôt het doorlaten van 't licht; en toch blies er van hier of daar in het don-ker een tamelijk sterke luchtstroom. In het eerst, een paar minuten lang, voelde ik eene zekere beklemdheid op de ademha-ling. Maar dit ging al spoedig voorbij. — Een vreemdsoortige kerkgangvoor een jong meisje, zeide ik tôt Eulalie. — O, ik ben nergens liever, riep zij.Uren en uren heb ik hier doorgebracht. Voel toch eens hoe heerlijk koel het hier is ! En wat zegt ge van die prachtige blauwe scheme-ring ! Dat is toch weer heel iets anders dan de groene schaduwen onder de boomen ! — Er moest meer licht zijn, zegde ik. Deze zuilen van druipsteen zouden in het zonlicht blinken als goud en zilver. — Steek de flambouw aan, zeide zij. Bij gebrek aan daglicht moeten wij ons maar met een nachtlicht zien te behelpen. Ik sloeg vuur, de tondel gloeide, en met behulp van krachtig blazen deden wij de meegebrachte toorts van kokosvezels, die tegen mijne verwachting droog gebleven was ontvlammen. En nu eerst openbaarde zich het inwendige der grot in een onbe-schrijflijke phantastische schoonheid vanros-sigen gloor en pikzwarte schaduwen, van millioenen kristallen, die tintelden en spran-kelden in aile mogelijke kleuren, terwijl de watervlakte dit ailes in een spiegelbeeld her-haalde en verdubbelde. Eerst bij dit licht kon ik de afmetingen der grot schatten. — Wat een schuilhol voor zeeroovers zou dit zijn, als het in de buurt van West-Indie gelegen was, in de zeeën der Boekaniers î zegde ik. Maar welk een moed moet mijn vrouwtje hebben gehad, om hier alleen hee» te duiken en uren lang te zitten ! Wordt Voortgezet,

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel De Scheldegalm: gazette van Audenaerde gehört zu der Kategorie Katholieke pers, veröffentlicht in Oudenaarde von 1858 bis 1914.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung

Ort

Zeiträume