De Scheldegalm: gazette van Audenaerde

1752 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1914, 26 Juli. De Scheldegalm: gazette van Audenaerde. Konsultiert 29 März 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/8w3804zz5b/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Nr 3298. Zondag 26 Juli 1914. 56e Jaar. DE SCHELDEGALM GAZETTE VAN AUDENAARDE HET BLAD VERSCHIJNT WEKELIJKS DEN ZATERDAG. — Men schrijft in bij de Uitgevers BEVERNAEGE GEBROEDERS, Krekelput, -15, en in aile POSTKANTOREN. — De prijs der inschrijving per jaar, vooraf betaalbaar is voor BELG1E 3 fr. 75 ; voor FRANKRIJK en aile BU1TENLANDEN 7 fr. 50; voor AUDENAARDE 3 fr.—Alleartikelen en mededeelingen betreffende de redactie moeten vrachtvrij toegezonden worden. MenisverzochtdeAnnoneen den VRIJDAG middag te laten geworden;deprijsis 20c. per regel. Reelamen en rechterlijke aankondigingen 50 centimen per drukregel. — De inschrijvers die hun blad niet wekelijks en op behoo-•enden tijd per post ontvangen, worden vriendelijk verzocbt ons er seftens tennis van te geven. Om dit te voorkomen is ook het beste niddel het abonnement in het postbureel of aan den briefdrager te vragen, aan wie men niet meer dan de gemelde prijzen noet betalen. Aile toegezondene of terhandgestelde geschrifteu die wij in ons blad niet kunnen opnemen worden niet teruggegeven. AMERIKA Jubel-postzegels. — Ter gelegenheid van d> Cartier-feesten in Canada, die -1 Juli met groo ten luister begonuen zijn, zal eene serie jubé leum-postzegels verschijnen. De zegels van cent dragen den beeldenaar van den koning ei de koningin van Engeland, de 2 cent eene af beelding van het gedenkteeken voor Cartier ii Montréal ; de 5 cent van het geboortehuis vai Cartier ; de 7 cent den beeldenaar van dei prins van Wales ; de 10 cent eene afbeeldin| van de door Cartier ingewijde Victoriabru^ (1880) ; de-10 cent eene afbeelding van eei trein der Canada-Pacific en de 50 cent van he wapen van Cartier met de spreuk : « Franc e sans dol » en het omschrift : « O Canada, mor pays, mon amour ». O O ST ENRIJK Keizer Frans-Joseph heeft aartshertogFrede-rik, opziener van het Oostenrijksch-hongaarscl leger en oudste officier in graad, benoemd toi opper-generaal. Men weet dat dit hoog en ge-wichtig ambt sinds verscheidene jaren uitge-oefend werd door aartshertog Frans-Ferdinand te Serajevo vermoord. ^.Aartshertog Frederik is de broeder van de koningin-moeder Maria-Christina van Spanje ; hij bewoont het paleis van Presburg en wordl door het volk zeer bemind. Het onderzoek over de moord van aartshertog Frans-Ferdinand te Serajevo wordt met spoed voortgezet. Het is bewezen dat men met eene uitgebreide samenzweering te doen heeft. De moordenaars beginnen bekentenissen te doen en inlichtingen te verschaffen aan de amb-tenaars die met het rechterlijk onderzoek gelast zijn. Een groot getal personen zouden deel uitma-ken van de beweging voor een Groot-Servie, en zij zouden medeplichtigen gevonden heb-ben die trouw het geheim bewaren. Vijftien personen worden beticht van deelne-ming aan den moordaanslag van Serajevo ; vier hunner zijn uit Belgrado gekomen en, eens in Bosnie, zouden zij de bijzonderheden van het complot aan hunne vrienden meegedeeld heb-ben. Er werden in verschillende streken van Bosnie, geheime bijeenkomsten gehouden, die de aandacht van de politie opwekten. De bom-men en revolvers uit Servie gekomen, werden eerst te Tuzia verdoken en van daar naar verschillende steden overgebracht. Van tijd tôt tijd werden de bergplaatsen der bommen veranderd en altoos dichter bij de hoofdstad gebracht. Den dag van den aanslag werden zij in den winkel van een bakker gelegd. Buiten de vijftien aangehoudenen zijn nog andere personen in hechtenis genomen, omdat zij in nauwe betrekkingen met de samenzweer-ders waren; het zijn meest al studenten en jongelingen. Uit het onderzoek isgebleken dat er misschien in gansch Bosnie en Herzegowina geen enkele middelbare school te vinden is of er bestaat een geheim genootschap van leerlingen die zich met bespieding en landverraad bezig houden. Het procès der moordenaars zal in den aan-staanden herfst opgeroepen worden. — Servie en Oostenrijk. — De toestand tus-schen Servie en Oostenrijk-Hongarie geraakt van dag tôt dag meer en meer gespannen en moet men de bericbten gelooven die uit Servie toekomen, dan zou een oorlog nabij zijn. Oostenrijk zal deze week eene nota sturen aan Servie en deze nota zal eenvoudig een ultimatum zijn, waarbij het stipte waarborgen eischt dat de Servische beweging in Bosnie-Herzegowina zou ophouden. Het Servisch gouvernement zou verplicht zijn binnen de acht en veertig uren en op voldoende wijze te antwoor-den. Weigert het, dan schijnt een oorlog on-vermijdelijk.Het is te hoopen dat zulke ramp, die eene schande zou zijn voor de beschaafde wereld, zich nooit voordoet. DUITSCHLAND Twaalf mijnwerkers verstikt. — Te Bock-stein vond men zondag in eene mijn de lijken van 12 werklieden. Een onderzoek werd onmid-dellijk geopend en weldra kon men vasstellen in welke omstandigheden de ongelukkige mijnwerkers moesten omgekomen zijn. Op zeker oogenblik zou een mijnwerker verstikt neerge-stort zijn, en elf makkers die hem ter hulp kwamen, zouden hetzelfde lot ondergaan heb-ben. De redders die met de noodige toestellen in de mijn daalden, zoohaast het ongeluk ver-nomen werd, kwamen ongelukkiglijk niet in-tijds bij de slacbtoffers aan en konden slechts hunne lijken naar boven brengen. FRANK RI J K Halsrechtvig. — Vrijdag vl. heeft te Tours de guiljotien gewerkt. Bij het krieken van den dag werd voor het gevang te Tours het schavot opgetimmerd, waarop moest onthoofd worden de genaamde Maurice Doucet, 25 jaar oud, die den 19 juni laatst door de assisen ter dood veroordeeld werd voor de moord van een knaapje. Deze ter dood veroordeelde heeft een ongewone stoutmoedigheid aan den dag gelegd. Toen de procureur der Republiek hem ten 2 ure 50 in zij ne cel kwam wekken, en hem zegde : « Uwe genadevraag is verworpen! », ant-woordde Doucet : « Ik bad immers geene ge-nade gevraagd ». Hij kleedde zich bedaard aan, dronk een glas rhum, rookte eene sigaret en woonde ver-volgens de H. Mis bij. Na de mis zegde hij tôt den geneesbeer van het gevang : « Gij hadt mij voor vandaag eieren beloofd, doch ik zal ze niet kunnen eten, ik vertrek naar 't piorenland ». Men leidde hem naar de griffie, waar de beul op hem wachtte. « Ah ! zegde bij, gij zijt M. Deibler ! Het doet mij genoegen met u kennis te mogen maken. » Toen de deur van het gevang voor hem open ging en bij het volk ontwaarde, riep hij : « Goeden dag vrienden ! Tôt weerziens ». Met vasten stap beklom hij het schavot, waar hij het kruisbeeld kustte. Toen de beulsknechtem hem op de plank wierpen, riep hij « één ! » ; wan-neer Deibler op den knop drukte om het mes te doen vallen « twee !» ; en terwijl het mes naar beneden viel « drie ! » Het hoofd rolde in de mand, terwijl eene straal bloed de guiljotien rood verfde. Gerechtigheid was gesclned. — Nog eene moord. — De gemeente Sainte-Eulalie, nabij Bergerac, is door eene dubbele moord in opschudding gebracht. Voor eene nog ongekende reden heeft de 30jarige landbou-wer Jean Marseletzijne 28 jarige vrouw en zijn kind bij middel van drie revolverschoten ge-dood. De dader is door de gendarmerie van Eymet aangehouden. — Schrikkelijke ontplofling. — Zaterdag morgend, rond 3 ure, had eene erge ontploffing plaats in eene loodgieterij, afhangende van de dynamietfabriek van Gugny. De knal werd nogal ver gehoord. Men snefde toe en vond de vier werklieden die in de loodgieterij werkten, ten gronde uitgestrekt. Drie hunner waren op den slag gedood, de vierde was nogal erg ge-wond.— Op weg naar de Assisen. — Mevr. Caillaux, de moordenaarster van den heer Calmette, heeft Zondag het gevang van Saint-Lazare ver-latenen weidnaar de Conciergerie overgebracht, waar zij thans hare nieuwe cel betrekt. Het overbrengen der gevangene, wekte geen bijzondere nieuwsgierigheid bij het publiek. Weinig volk, door enkele politieagenten weer-houden, stond voor het gevang. Doch het volk kreeg niet veel te zien. Mevr. Caillaux werd namelijk, in auto-taxi, langs eene poort uitge-reden, in jaren niet meer gebezigd. In de Conciergerie betrekt mevr. Caillaux eene dubbele. ineenloopende, zeer groote cel, waarintwee bedden geplaalst zijn: een voor hare bewaakster-kamenier. Maandag ving de moordzaak voor de assisen aan. Mevr. Caillaux wordt langs de Conciergerie in het Justiciepaleis, totin degerechtszaal, gebracht zonder dat ze een oogenbl'k in aan-raking komt met het volk. — Eene geheimzinnige zaak. — Te Nantes vond men onlangs op de spoorbaan het onthoofd lijk van zekeren Edouard Guenet, 20 jaar oud enteGuéméné-Penfaowonend. Daarhetgerucht in omloop was dat Guenet het slachtoffer was eener moord, kwam het parket een onderzoek instellen, doch niemand wilde of kon over de zaak de minste optieldering geven, zoodat de magistraten onverrichten zake moesten vertrek-ken. Dezer dagen kwamen er echter bij het parket twee gewichtige getuigenissen toe. Zekere Jaguet, landbouwer, verklaart dat hij op den avond der moord noodkreten gehoord heeft ; een ander getuige deelt een gesprek mede dat hij afgeluisterd heeft tusschen twee personen. Het parket zal dus weer ter plaatse komen om een nieuw onderzoek in te stellen, en zoo moge-lijk de daders aan te houden. —Met de twee voeten in 't graf.— Théophile Martin, 30 jaar oud, grafmaker te Nantes, was vrijdag avond. rond 5 ure, op 't kerkhof aan 't werk, toen hij eensklaps, door een beroerte getroffen, doodviel in den kuil dien hij aan het graven was. Vliegmeeting te Stockel. De eerste dag1. Een prachtig zomerweder begunstigdezondag den eersten dag der vliegmeting van Stockel. In den omtrek van het vliegplein stonden de nieuwsgierigen zoo dicht op elkander gepakt, dat men haast den ingang van het plein niet kon bereiken en de gendarmen verplicht waren een strengen ordedienst in te richten. In den nippodroom zag het op aile plaatsen zwart van volk. Die duizenden lieden stonden daar van kort na den middag te wachten in de brandende zon. De vluchten waren aangekondigd voor 3 ure, doch op dit uur was er nog geen spraak van vluchten. Het geduld der menigte werd op eene liarde proef gesteld, want eerst ten 4 ure begon de vliegdag. Om de menigte wat verstrooi-mg te geven, speelde een muziekkorps de schoonste stukken van zijn repertorium. Ten 4 ure deed Jan Olieslagers zijn mono-plaan in gereedheid brengen en steeg er mede 3p. De antwerpsche duivel klom bliksemsnel île hoogte in en zat spoedig op een duizendtal meters hoogte. Daar bleef hij gedurende een paar minuten in sierlijke zwenkingen regelma-lig heen en weer zweven, en daalde dan op 800 meters, waar hij verscheidene « loopings » uit-roerde, en dan neerdaalde. Eene onbescbrijflijke 3vatie begroette Jan Olieslagers. Pas was de amwerpsche duivel nedergedaald }f Chemet klom in zijnen biplan en stak de aoogte in. Deze zweefde op een tiental meters ooven het volk, duikelde verscheidene malen, waardoor hij vele personen den schrik op het ijfjoegen op de vlucht dreef. Chemet gaf ;elkens den indruk, dat hij in de menigte ging ;erechtkomen, doch toen hij nog eenige meters fan den grond was, kwam hij plots terug de loogte in, om dan voor de tribunen neer te Jalen. Olieslagers en Chemet stegen terug op en »ingen zeer hoog in de lucht, zoodat hun vlieg-machien zich nog slechts als een klein punt jfteekende op het helblauwe uitspansel. Beide riiegers daalden terug lager en voerden verscheidene doodensprongen en rechte vleugel-jwenkingen uit. Terwijl Olieslagers en Chemet aan het tui-melen en buitelen waren, kwam er uit de rich-ting der hoofdstad een derde vlieger aange-ïweefd. Hij richtte zich naar het plein en wilde sr neerdalen, doch eensklaps zag men het toe-stel uit het evenwicht vallen en ten gronde ploffen. Men dacht dat er een schrikkelijk ongeluk gebeurd was, doch het was geen erg. Het was de vlieger Lumière die te Sinte-Agatha Berchem opgestegen was en naar Stockel gevlogen kwam. Bij de neerdaling was zijn toestel omgekanteld. Het werd deerlijk be-sebadigd ; Lumière kwam er met eene schram van af. Vervolgens had de « clou » van den vliegdag plaats. Terwijl Mestdach en Martinet per biplan boven het plein zweefden en het volk vermaakten met allerlei waaghalzerijen, zooals Dver de barreelen der koerspeerden vliegen, enz., maakte Mad. Castella zich gereed om per valscherm neer te komen. Deze valscherm is gemaakt in vorm van een reusachtigen regen- scherm. Champel nam Mad. Cayat de Castell met haren valscherm in zijnen biplan en steei er mede op. Op een duizendtal meters hoogt sprong de dame uit den biplan. Deze zat zo hoog in de lucht, dat men er den vorm niet goei meer kon van onderscheiden. Men zag eei zwart vormeloos voorwerp uit den biplan val len en als een steen een vijfiiglal meters naa: beneden ploffen. Dan spreidde de valschern zich open en langzaam daalde hij naar beneder Mad. Cayat de Castella was er onder aan vast-gemaakt. De valscherm daalde nabij het voet-balplein van den White-Starclub, tegen de electrieke tramlijn, waar hij nog op den elec-trieken kabel botste. Mad. Cayat de Castella raakte ongedeerd grond. Jan Olieslagers kwam haar per auto halen en voerde haar naar het plein terug, waar zij per vliegmachien -een eeretoer aflegde, onder het uitbundig gejuich der menigte. Daarmee was de eerste vliegdag afgeloopen. De tweede dag. Maandag, de tweede dag der vliegmeeting. werd nog met een buitengewoon prachtig weder begunstigd. De volkstoeloop was mogelijk nog grooter als zondag. Zelden zag men zooveel duizenden menschen samen, zoowel binnen het vliegplein als er buiten. Maandag werd het geduld der menigte niet zoolang op de proef gesteld als zondag, want ten 3 ure stipt begon men te vliegen. Martinet steeg de eerste op en bleef tôt 3 1/2 ure op eene groote hoogte heen en weer zweven. Toen hij pas neergedaald was, klom Jan Olieslagers in zijnen monoplan. Toen de motor in werking gebracht was, rolde de monoplan een dertigtal meters over het grasplein en zweefde dan zach-tjes de hoogte in. Wanneer Olieslagers op een dental meters hoogte geklommen was, stak hij bijna pijlrecht en in voile snelheid de hoogte in en op een oogwenk zat hij 800 meters hoog, waar hij gedurende eenige minuten in sierlijke kringen heen en weer zweefde. Dan zag men hem langzaam duikelen en een prachtigen « Looping the loop » alleggen, waarna hij weer in de hoogte klom. Hier voerde de antwerpsche duivel eene roekelooze waaghalzerij uit. Hij hield zijn motor stil en duikelde aldus heele-maal het onderste boven. Met het hoofd omlaag zweefde Jan Olieslagers in gestrekte vlucht, met stilgehouden motor, naar beneden. Aldus daalde hij van 800 op 200 meters. Daar bracht hij terug zijn motor in werking en in eenen schoonen « looping the loop », kwam hij terug recht en daalde dan zachtjes neder. De antwerpsche duivel werd eene geestdrif-tige ovatie gebracht. De vliegers Champel, Martinet, Chemet en Mestach legden ook verscheidene schoone vluchten af. Rond 4 ure werd de lucht overtrokkken met grauwe regenwolken. Er broeide onweer in de lucht. Weldra begon er een fijne regen neér te vallen en de oefeuingen werden een tijdje op-geschorst. Zoodra de lucht weer wat opkiaarde, klom Jan Olieslagers terug in zijn monoplan en steeg de hoogte in. Toen hij op een duizendtal meters hoogte gekomen was, voerde hij er verscheidene « loopings the loop » uit. Dan legde hij de waaghalzerij van het « dood-blad » af. Rij hield zijn inotor stil, buitelde en tuimelde voorover, achterover, links en rechts en heele-maal het onderste boven, net als een dood blad dat door den wind van den boom gerukt en in de lucht heen en weer gedwarreld wordt. Dan plofte hij als een steen tôt op 100 meters van den grond, waar hij zijn motor terug deed werken en in eene sierlijke en regelmatige vlucht weer het ruim in steeg om dan zachtjes neer te dalen, onder het uitbundig gejuich der overtalrijke menigte. Verscheidene toeschouwers wierpen den koe-nen vlieger bloemen. Intusschen werd het onweder steeds drei-gender ; dikke grauwe wolken rolden door het ruim, terwijl de bliksem tlikkerde en de donder in de verte rommelde. Niettemin maakte mad. de Cayat de Castella zich gereed om met den valscherm neer te te komen. Rond 7 ure steeg Champel met mad. Cayat de Castella aan boord de hoogte in. Ter- a wijl Champel in het ruim zweefde, nam het or j weder in hevigheid toe. Bij donder en .bhkser 3 sprong Mad. Cavat de Castella op 1,000 mel ) uit den biplan. 5fa een duizelingsnellen val va 1 een vijftigtal meters, spreidde de valscherm zic î open en de neerdaling gebeurde zachtjes ei langzaam. Ditmaal kwam mad. Cayat deCastel ■ la te midden van den hippodroom terecht onde i het geestdriftig gejuich der menigte. Eene groe| i toeschouwsters bood deze koene vliegster ver scheidene hloemtuilen aan. De derde dag\ Martinet vloog ten 21/2 ure op en vermaakte de aanwezigen in het plein met over de barreelen der peerdenpist te vliegen. Hij ging ook boven de bosschen zweven, die het plein om-ringen en bleef gedurende geruimen tijd zweven. Intusschen had Jan Olieslagers in zijn monoplan plaats genomen en volgde Martinet na in zijne springoefeningen over de barreelen der pist. Terwijl Olieslagers, die zijn toestel beproefd had neerdaalde, steeg Chemet op en vloog boven Martinet. Terwijl deze maar voort-ging met over de barreelen te vliegen, legde Chemet allerlei gevaarvolle « Loopings » en vleugelzwenkingen af. Na een half uur rust klom Jan Olieslagers terug in de hoogte. Chemet volgde hem in de hooger sferen. Beiden zweefden op 500 met. Chemet bleef op die hoogte terwijl de antwerpsche duivel op 800 meters klom. Beide vliegers tuimelden en buitelden in allerhande doodensprongen en « loopings ». Eensklaps hield Jan zijn motor stil en liet zich in duizelingwekkende snelheid neerploffen. Slechts op eenige meters van den grond, bracht hij zijn toestel terug recht en daalde zacht neder, onder het gejuich der toeschouwers. ^ Ten 4 I /2 ure steeg Jtn opnieuw op en her-nieuwde van 800 meters deze gevaarlijke waaghalzerij . De overige vliegers legden nog talrijkeschoone en welgelukte vluchten af. Een schrikkelijk ong-eluk. Rond 1/4 voor 6 ure klom de vlieger Champel in zijnen biplan en Mad. Cayat de Castella nam er met haren valscherm in plaats. Zij ging hare roekelooze neerdaling per valscherm her-nieuwen. De mécaniciens brachten motor en schroef in werking en de biplan rolde zachtjes weg. Langzaam klom het toestel in de hoogte en steeg in breede en wij de kringen rond het plein en de omliggende velden en bosschen steeds hooger en hooger. De duizenden toeschouwers volgden met gespannen aandacht densierlijkzwevenden biplan en wachtten met angstig kloppend hart het oogenblik af, waarop Mad. Cayat de Castella uit den biplan ging springen. Het toestel zweefde ten 6 ure juist boven den hippodroom op eene hoogte van minstens 500 meters. De lucht was overtrokken met grauwe onweerswolken en in de verte zag men den bliksem flikkeren en hoorde men den donder rommelen. De witte biplan teekende zich duidelijk op het zwarte luehtruim af en men kon met het bloote oog de vlucht van het toes:el goed volgen. Eensklaps zag men eene zwarie massa uit den biplan vallen. Het was Mad. Cayat de Castella, die met haren valscherm neerdaalde. Doch, het was geene daling, het was een duizelingwekkende val. Dit verschrikte de toeschouwers in 't begin niet al te zeer, daar zij gezien hadden, dat zondag en maandag Mad. Cayat de Castella ook een duizelingwekkenden val deed op 50 tôt 60 meters, eer de valscherm zich openspreidde en de neerdaling zachtjes begon. Nu ook verwachtte men er zich aan den valscherm, na een val van een vijftigtal meters te zien opengespreid worden, doch het gebeurde niet. De verschrikkelijke val duurde voort in duizelingwekkende snelheid en de valscherm spreidde zich niet open. De val duurde 200, 400 meters en nog zag men de scherm niet open gaan. De toeschouwers begrepen dat er een vreeselijk ongeluk ging gebeuren en velen vluchtten als waanzinnig van schrik en luide kreten slakende. Op hetzelfde oogenblik plofte de ongelukkige vrouw als een massa in het middenplein van den hippodroom. De schok - was zoo geweldig dat hij op verren afstand a gehoord werd. De gendarmen, van dienst in het plein, de i vliegers en talrijke toeschouwers kwamen naar i de plaats der ramp gesneld. Een vreeselijk i schouwspel trof hunne verschrikte blikken. - Gansch uiteengetrokken en verscheurd lag daar r het bebloed lijk van Mad. Cayat de Castella. > De gendarmen hadden aile moeite ter wereld om de menigte op afstand te houden. In het plein heerschte de grootste opschudding. De valscherm was niet open gegaan en daar lag dus de oorzaak der ramp. De scherm werd over het lijkder ongelukkige vrouw gespreid. Men verwittigde het parket, terwijl de gendarmen rond het lijk de wacht hielden. Vreeselijk automobielongeluk te Cumptich bij Thienea. Maandag, rond den avond, gebeurde er een vreeselijk automobielongeluk op de baan van Leuven naar Thienen, grondgebted van Cumptich.Eene tooneelzangeres, mejufvr. Marie Medts, deed een automobieluitstapje in gezelschap van M. Monnon, bankier te Brussel, en M. Durand, insgelijks uit de hoofdstad. M. Monnon had de plaats ingenomen van den chauffeur, zekeren Mailleur. Met eene kar te willen vermijden, zwenkte het voerluig en kwam ongelukkiglijk in botsing met eene andere kar en met een kruiwagen, die bezijden de baan stond. De auto draaide verscheidene keeren rond en kantelde vervolgensom ; deinzittenden werden ten gronde geslingerd. Mevr. Medts had eene vreeselijke wondu aan het hoofd, waaruit het bloed orer-vloedig gulpte ; men droeg haar in eene naburige woning en ontbood aanstonds een geneesheer. Het slachtoffer had eene schedelbreuk en lag in doodslaap ; eene halve uur nadien had de ongelukkige vrouw opgehouden te leven. M. Monnon had insgelijks eene erge wonde aan het hoofd ; M. Durand is eveneens aan het hoofd gekwetst, doch niet gevaarlijk. Alleen de chautfeur is er ongedeerd vanaf gekomen. De twee gekwetsten werden, na verzorging, met een anderen automobiel naar Brussel overgebracht.Dinsdag namiddag kwam het parket van Leuven ter plaatse van het ongeluk, waar de geheel ontreddei de auto nog altijd in de gracht lag nevens de baan. Het voertuig werd aange-slagen. Het parket heeft bevel gegeven over te gaan tôt de lijkschouwing van mej. Medts. De Nationale Feesten te Brussel. Om 10 ure had in de groote hall van het Jubeljaarpark de plechtige uitreiking plaats van de nijverheids- en landbouwdecoratiën en van de bijzondere decoratiën van onderlingen bijstand. Om 10 u. 20 kwam Z M. de koning, verge-zcld van HH. KK.. HH. de prinsert Leopold en Karel, aan. Door de ministers en de hooge ambtenaars verwelkomd, werden Zijne Majesteit en Hunne Koninklijke Hoogheden naar den troon geleid. Men wuifde met Tioeden en zakdoeken, terwijl de muziek van het 9e linieregiment de c. Brabançonne » speelde. Redevoeringen werden uiigesproken door de heeren ministers Hubert en Helleputte. Onmiddelijk daarna begon de plechtige uitreiking van de decoratiën. Van 10 1/2 tôt 12 1/2 ure defdeerden de duizende gedecoreerden, terwijl de muziek een puik concert uitvoerde, voorbij den troon, de ministers en ambtenaars, uit wier handen zij hun eereteeken ontvingen. Het Te Deum. Van af 1 ure's namiddags was het eene groote beweging in den omtrek van de Sinte-Gudula-plaats, waar, ondanks de drukkende en stikkende hitte, eene talrijk# menigte zichachter de Nadar-barreelen verdrong. Om 2 ure werd de koninklijke familie aangekondigd.De koning, de koningin, de prinsen Leopold en Kairel en het prinsesje Marie-José werden D E Zilveren Ring 8° Vkiivolg. - ■ -••^vwwvuvvv'wwm ■ — Gedurende de reis was Clayton aile avonden naar het hôtel op Portlandplace, met de aanhoudendheid eens verliefde, gekomen, om te vernemen of de majoor en zijne dochter waren teruggekeerd. Hij wisl dat hunne afwezigheid verscheidene dager duren moest, maar misschien wilde hij de vertroosting smaken ten minste het huis er de vensters der kamer te zien, die Luc} bewoonde. Zijn hart was vol spijt, toen hi het meisje, ter zijde, zoo vertrouwelijk, mei Georges spreken zag, en gelijk er niets aar het oog eens verliefde ontsnappen kan. oordeelde hij, naar den levendigen blik var Lucy, dat de samenspraak voor haar vo belang moest zijn. Dien zelfden morgend had hij eenen brie van de admiraliteit ontvangen, waarbij met hem verwittigde, dat hij eerlang mi t een< gewichtige zendingging gelast worden. Du: zag hij zich op den oogenblik, Londen h verltten, zonder van Lucy eene stellige be-lofte tôt het voltrekken huns huwelijks t< hebben kunnen bekomen, en wat nog wree-der was, een man bij haar latende, dien hi als een' mededinger aanzag. Hij bezat dade-lijkgeene stellige bewijzen,maar zijninstink zegde het hem, en zoo als gewoonlijk he geval is bij verliefden,oordeelde hij de zaken naar zijne inbeelding. Voorwaar, het zou hem gemakkelijk geweestzijn een bevel van het hoogere be-stuur te bekomen, om Georgesuit Londen te verwijderen, met hem een andere verblijf-plaats te geven, maar zulke stap strookte metzijne rechtschapenheid. Er was nochtans iets wathemzegde datde legenwoordigheid van den franschen gevangen niet vreemd was aan de koude onverschilligheid van Lucy, die verstrooid en vooringenomen scheen, wanneer hij haar over zijne liefde en zijne hoop onderhield. Men begrijpt dus licht wat smarten die ongelukkige jongeling lijden moest. Lucy beklaagde rechtzinnig haren trooste-loozen neef, en zij had slechts een woord om dezessmartelijken toestandtedoenophouden, maar om reden van de plaats, die hij bij Siaats-zeemacht bekleedde, moest Clayton het onvluchting's ontwerp onbewust zijn ; hem onderrichten, zonder zelfs zijne mede-werking te verzoeken, was hem noch een deel der medeplichtigheid opleggen. Het geheim was dus onontbeerlijk, en van eenen anderen kant was Lucy wel beraden, den f dag van hun huwelijk niet vast te stellen, i zoo lang de gevangene zich niet op vrije î voeten bevonrl. ; Deze gesteltenis ontsnapte aan het scherp-i ziende oog van Georges niet. Hoe koeler Clayton hem bejegende, en zelfs onder den ! schijn eener volmaakte beleefdheid, somtijds zijnen haat deed gevoelen, hoe meer hij zich getrokken voelde, dezen fieren jongeling te beklagen en te achten. ; — Wat gedaan ? dacht hij ; wat hem ge-; zegd ? Dezelfde redenen die Lucy den mond doen gesloten houden, leggen mij ook een volkomen stilzwijgen op. Ik heb wel te ge-baren dat ik zijne trotsche doenwijze niet bemerk, mijne gematigdheid zelve vertoornt hem des te meer, daar zij het medelijden voor eenen verstooten minnaar gelijkt. Dat hij zich eens inbeelden moest dat ik schijn hem niet te begrijpen, omdat ik geenen moed bezit ? Dit gedachtwas wreed voor Georges hoog-moed, en als het hem te binnen schoot, voelde hij eene geheime gramschap hem aan het harte knagen. Dan had hij noodig zich al datgene te herinneren wat hij Lucy en den majoor Tavira verschuldigd was, om zich te kunnen weerhouden de bedekte u-it-dagingen van Clayton te beantwoorden. Sedertlang reedswashij tôt het vertrekken bereid, of eerder hij had niet noodig gehad zich te bereiden, niet wetende hoe hij vertrekken zou, en wat hij kon noodig hebben. De zaken stonden sedert een veertiental dagen op dezen voet, toen op eenen morgend Lucy in de eetzaal trad, op den oogenblik dat men ging ontbijten, met eene blijde uit-drukking eenen briet, dien zij in de hand hield, zwaâande. — Ik ben zeker, zei de majoor, dat dat kostelijk blad papier in rechte lijn van Ports-mouth komt. — Ge bedriegt u niet, het is een brief van mistress Inghfield. — En wat verhaalt ons die goede vrouw ? — Zie zelf, vader, antwoordde Lucy, hem den brief toereikende Men begrijpt, hoe Georges op dien oogenblik moest ontsteld zijn. De majoor nam zijnen bril en las met luider stem : « Zeer lievejuffer Lucy, « De tegenwoordige dient om u te laten weten, dat ik eindelijk besloten heb kapitein 5utler'saanbodteaanvaarden. Hetis een braaf man, alhoewel een weinig barsch, maar dat tiangtvan zijnen stand af.... » — Overigens, viel de majoor in, mistress Inglefield is eene vrouw, die in staat is hem lot reden te brengen. « Dat hangt van zijnen zeemanssland af, maar eigentlijk draagt hij het hart op de hand, en bezit schcone spaarpenningen. Overigens, ik had iemand noodig instaat mijn huis te doen eerbiedigen, om mijne klanten ontzag in te boezemen, God beware mij, te willen kwaad spreken van de Staats-of handels-zeemannen ! maar zij drinken geern eenen druppel gin, en dan zijn het echte duivels. Kapitein Sutter vreest noch water noch vuur, en zou om Lucifer zelf lachen. Zijn eenigste gebrek is, te geern wiskij te drinken, maar ik zal hem die ge-woonte afleeren » — Zij is er wel in staat toe, onderbrak de majoor. « Ik zal hem die gewoonte afleeren. Aangaande de bestellingen, die gij mij hebt gelieven te doen, ik heb er mij spoedig mede bezig gehouden. De Schotsche lijnen die gij mij voor den kleinen William gevraagd hebt, zuilen weldra toekomen, en ik zal ze u on-middellijk afsturen. » — Vischlijnen ! riep de majoor ; zijn er dan te Londen geene meer ? ■— Men zegt dat de Sehotsche de besten zijn, antwoordde Lucy. — Het is wel mogelijk, maar in der waar-heid, de vrouwen hebben somtijds zonder- inge grillen... Laat ons het einde dezes iriefs zien : « ... Veroorloof mij, zeer lieve mejuffer jucy, u te omhelzen, en den waarden heer Cavira van mijne eerbiedige gevoelens te rerzekeren. » — Dat is niet al te slecht, zegde de majoor, îet papier toevouwende ; maar wat zonder-ing gedacht, vischlijnen te Portsmouth te îestellen. Eindelijk, als de meisjes iets wil-en, men hoeftze maarniette dwarsboomen. Dan verlustigde hij zich een weinig op •ekening van kapitein Sutter en mistress Inglefield. Na het ontbijt bevond Lucy zich îen oogenblik alleen met Georges, en zij stak lem een klein stuk papier haastig in de riand, zeggende : — Zie daar wat er zich voor u in den brief bevond. Zij verdween zacht als eene schaduwe, om haren vader te vervoegen. Georges, bevende van ongeduld, begaf zich naar zijne kamer, welker deur hij uit voorziehtigheid toemaakte. Dan ontvouwde hij het papier, welk deze enkele woorden zonder handteeken bevatte : « Donderdag aanstaande, met het vallen van den avond, te Portsmouth aankomen, in de kleeding van matroos. — Men zal in het hôtel den Dolfijn naar kapitein Trafil, bevel-hebber van de koopvaardij-brik Wallace, vragen.Kapitein Trafilsedert acht dagen met zijnen brik naar Spanje vertrokken zijnde, zal men eene groote teleurstelling en wan-hoop veinzen op het vernemen dezer tijdng. — Dan, men zal zich zonder middelen zeg-gen, en aan-houden om de meesters van 't hôtel te spreken. — Er hoeft veel tegen-woordigheid van geest en voorziehtigheid. Georges las deze regelen met groote aandacht,en wanneer hij al de inlichtingen goed had geprint, verbrandde hij het papier. Hij wilde niet dat er iemand kon beschuldigd worden, in geval hij op den weg naar Portsmouth gevat wierde. Het was thans een vrijdag ; Portsmouth slechts twee dagreizen van Londen gelegen, moest hij maar ' den woensdag vertrekken. Hoe wel zeer beperkt, was de nota van mistress Inglefield zeer klaar. Georges be-geep zonder verdere uitleggingen, dat men hem te Portsmouth verwachtte, om hem op een koopvaardijschip of eene vissehersloep in te schepen. Lucy zelve wist verder niets ; zij deelde slechts den kapitein eene kostelijke inlictiting mede, die zij van mistress Inglefield had vernomen. De kusten waren langen tijd door kruisers bewaakt geweest, maar deze schepen waren terug geroepen voor eenen dringenden dienst, der wijze dat de zee thans bijna open was. Het moeielijkste voor Georges was dus Londen te verlaten, en te Portsmouth te komen, zonder argwaan op te wekken. 's Anderendaags bood zich sir Edward Clayton, toen het huisgezin vergaderd was, met nog kommervoller en donkerer gelaat strekken dan gewoonlijk, ten huize van den majoor Tavira aan. — Ik kom, zeide hij, u mijnen afscheids-groet brengen. — Hoe ! riep de majoor, is uw verlof alreeds verscheuen ? — De admiraliteit, antwoordde Clayton, heeft mij het bevel over de sloep de Erebus toevertrouwd. Wiirdt Voortgezet,

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel De Scheldegalm: gazette van Audenaerde gehört zu der Kategorie Katholieke pers, veröffentlicht in Oudenaarde von 1858 bis 1914.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung

Ort

Zeiträume