De stem uit België

2465 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1916, 20 Oktober. De stem uit België. Konsultiert 24 April 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/154dn40f4c/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

2 (Van de verzameiing blz. 1140) DE STEM UIT BELGIE. en bijzonderen die hunne medewerking aau de bezettende macht verleenden, om onwaar-digheidsreden, van de kontrool van 't Leo-poldsorde geschrapt, en van de andere nationale orden. Het verslag aan den Koning brengt hulde aan de getrouw gebleven hoogleeraars, en kondigt aan dat, van a£ den terugkeer in Belgie, de Regeering de kwestie van de veran-dering de Gentsche Hoogeschool aan 't Parlement zal voorstellen, een kwestie die tèn andere er aanhajigig was, toen de oorlog uitbrak De Vlamingen mogen de algeheele verze-kering hebben dat ze in het domein van het Hooger Onderwijs als in aile andere domei-nen, zullen op den voet van allerstipste ge-lijkheid met de Walen worden behandeld." Het staatsblad, met den officieélen Vlaam-schen tekst, heeft ons nog niet bereikt. Uit den Franschen tekst, zooals hij daar een Londensch blad wordt medegedeeld, noteeren wij : " Le gouvernement est convaincu qu'aussitôt la paix rétablie, l'accord des bonnes volontés, qu'il s'efforcera de faciliter, assurera aux Flamands, tant dans le domaine de l'enseignement supérieur que dans tours les autres, cette complété égalité de droit et de fait qui doit exister suivant le voeu meme de notre pacte fondamental. . " Egalité de droit et de fait " beteekent wel ééne Vlaamsche Hoogeschool tegenover ééne Fransche,. wat de "XXe Siècle van 18 Okto-ber ook hatelijks zegge. E. P. RUTTEN EN HET VLAAMSCHE VRAAGSTUK. Op 21 September, sprak E. P. Rutten in de "Belgica" te Londen, over "Comment se posera la question sociale en Belgique après la guerre? " Hetgeen hij omirent de Vlaamsche Kwestie zegde, werd uitgebaat door "L'Opinion Wallonne" voor bestuurlijke scheiding, en door de "Indépendance" voor het behoud van de Fransche Hoogeschool in Vlaanderen, terwijl de voorzichtige "XXe Siècle " voorbehoud maakte zonder meer ! Ziehier de tekst : "Ik zal u niet zeer verrassen, indien ik, alvorens te eindigen u eeirige beschouwingen voorleg ovex het Vlaamsche vraagstuk." Ziehier drie voorafgaande beschouwingen waarover we zeker zullen t'akkoord zijn. Eerstens men moet de kwestie bestudeeren niet alleen met een rechtzinnigen verzoenings-geest, maar ook met het vaste voornemen de vereeniging tusschen de twee deelen des lands te versterken, eb tusschen hen een "contact." te houden, zonder welk onze nationale een-heid vroeg of laat verbeurd geraakt. 't Is alsof de verluchtingsvoorwaarden van zekere redactiebureelen zienbaar werken op het zenuwstelsel hunner inwonetrden. Eenige Vlaamsche Leeuwen en eenige Vlaamsche Hanen hebben zeker den zin voor juiste maat verloren, welke ons nationaal instinct op-eischt van ieder die ons leiden wil. _ Er is me gezegd dat op de voorlinie en in het bezette land, de wensch om een hartelijke verstandhouding zoo goed als algemeen is. De hefstigste vijanden van meervoudig stem-recht zullen niet weigeren een stem meer te geven, bij de oplossing der Vlaamsche kwestie, aan hen die strijden voor de eenheid des lands en aan de overgroote meerderheid die op onb wacht in het bezette Belgie. *Tweedens, moeten we beslist de kwestie wiîien slechten tusschen ons. Zij gaat ons alleen aan, en na zooals gedurende den oorlog, mogen we geen tusschenkomst dulden \ an vreemde elementen. Voor den oorlog vond Belgie, tweevoudig naar ras en taal, in haren staat van bestendige onzijdigheid, een t sterk wapen om te weerstaan aan elke poging van inmenging van vreeinden in onze tf-al-geschillen. Daar de Belgische onzijdigheid met schijnt te zullen voortbestaan, althans niet in haren tegenwoordigen vcfrin, zoo zullen we, bij gebrek aan juridiéken vorm die ons tegen onszelve verdedige, des te gewe-te£ svoller moeten streven naar een gemeen-schappelijk nationaal ideaal. Derdens, moeten de waarlijk gezagbezit-tende vertegenwoordigers van de Vlaamsche beweging den Walen niet voorkomen als be-strijders van de Fransche taal en de Fransche beschaving. Voor elken Vlaming die zijner vadcilandsche plichten bewust is,—en weder-kéerig is het waar voor de Walen,—is het Fransch geen vreemde taal, als het Engelsch of het Italiaansch ; het is een onzer twee nationale talen. Volhouden een van beide niet te willen kennen, staat gelijk met te villen vreemd blijven aan het leven en de zielsoe-trachtingen van de helft zijner medelandge-nooten.Zou het me toegelaten zijn, op grond dezer voorafgaande beschouwingen, de Vlaamsche kwestie van hoog te mogen beschouwen, daar-latend het geweld en de ,overdrijvingen der uiterste partijen? Wat is toch de Fransche taal voor den "ranschman? Voor hem, en hij bedriegt zich liet, is zij helder als kristaal, plooibaar en scijdend als een zwaard, streelend, als de wiud der hooge zeeën, zangerig als het lied van de halmen en van de baren. Zij is voor zijn gehoor, wat zijn voor zijn oogen, de zoo afwisselende schoonheden van zijn geboorteland. Hij heet het "le doux parler de France" en hij heeft gelijk. Door haar, kunnen zij die dood zijn sinds lang hem hun hopen herinneren, hun liefde, hun vreugd en hun smarten. Zij is het die hem vereenigt .net de beminde wezens die verre zijn. Ge-heel de poezie van het verleden en 't heden, is er in neergelegd als in een kostbaar reli-kwieschrijn. Zij is de, zoo dikwijls roeren.ie, uitdrukking van die historische nationale eenheid, meer dan ooit bevestigd met het bloed zijner sjonen en de tranen zijner doc.hters. Zij is de uiting der Fransche ziel, die hij voelt slaan van de heuvelen v^n den Flr'as t->t de hooaten der Pyreneen. Dat men het aandnrve hem die taal te ontnemen, zij het erfdeel van zooveel strijd en het zinnebeeld der huidige oorlogsgeschillen : hij zal ze verdedigen gelijk een moeder haar kind ver-dedigt.In elke poging, door een vrçemde gedaan om zich in het Fransch uit te drukken, zal hij eene hulde begroeten aan de heldere taaît die het wetenschappelijk erfgoed der mensch-heid zoo zeer heeft verrijkt. Maar hij zcu niet dulden dat een man zijns lands, die cm een officieelen post verzoekt, zich niet cens de moeite geven zou die taal fatsoenlijk te spreken. Waarom zouden wij niet bij de anderen dezelfde gevoelecs dulden die wij beminnen en vereeren bij den Franschman? Zeker, wil men optellen hoevelen er Fransch en hoevelen er Vlaamsch spreken, en die talen maar ver-gelijken volgens hunne verspreiding in de wereld, dan is het Fransch een groote en het Vlaamsch een kleine taal. Maar 't zijn toch zeker wij niet die zoo heerlijk het, recht der kleine natien vertegenwoordigen, die de rech-ten zouden willen miskennen der kleine talen. Geheel de geschiedenis getuig^t het: men werpt regeeringen en tronen om, men ver-strooit volkeren, of men onderwerpt ze, maar een geslacht vernietigt men niet en een taal roeit men niet uit. Voorzeker voegt zich een tweede taal allernuttigst bij de moedeïtaal, zelfs voor den werkman, maar zij vervangt deze nooit. Zoudt ge willen dat een man uit de Vlaanderen of uit de Kempen een soort anormaal wezen worde, die opgehouden heeft Vlaamsch te zijn en daarom toch niet Fransch gewor-den is? Of anderen het verstaan of niet, die man voelt dat hij tôt een volk behoort, dat zijn eigen schoonheid en kracht heeft, zijne eeuwenoude overleveringen, zijne kutnst, zijn zeden,, zijn oorspronkelijkheid, die het waarlijk niet loont op te geven, om den stam der Beulemansen te gaan vergrooten. Fen af-grond zal hem steeds scheiden van zijne land-genooten die dezer grondwaarheid onbewust zijn. Als wij hem zeggen, gaan : "Vriend, het is u zeer nuttig Fransch te kennen," heeft hij dan het recht niet te antwoorden : " Goed. ik wil het leeren-, maar dat dan ook zij die meer geleerdheid en tijd hebben dan ik, zich het tôt een eereplicht rekenen ook onze taal te leeren." O ! Geenszins wil ik streng beoor-deelen hen die -slachtoffers waren eener op-voeding waarvan zij de eersten de fouten van betreuren. Hebben de Vlamingen niet het recht zich gekwetst te voelen, wanneer invloedrijke men-sohen, hunner gebuurte, die met geen ver-hakkelde kleeren voor hen zouden willen ver-■sdhijnen, hun een slecht uitgesproken en ellendig verminkte taal spreken? Wanneer de vertegenwoordigers van het gezag en van de wetenschap zich niet met gemakkelijkheid kunnen uitdrukken in de moedertaal van het volk midden hetwelk zij leven, dan miskennen ze hun maatschappelijke plicht, vermenig-vuldigen ze de geschillen, kwetsen het volk in zijn rechtmatig eergevoel, veroordeelen het tôt een onverdiende minderwaardigheid en brengen grootelijks in gevaar den inwendigen vrede en de nationale eenheid. Wij zijn een land van vinnig leven, gevormd door twee rassen die zich vervolledigen en^wier onder-scheidene hoedanigheden, vereemgd, machtig kunnen samenwerken naar een doel. Een vrouwelijke letterkundige, die terzelfdertijd een groote sociale werkster is, schreef het laatst in hot Vlaamsche blad dat zij in De Panne uitgeeft : "Hoe meer de Vlamingen zullen Vlaamsch en de Walen zullen Waalsch zijn, hoe beter voor het gemeenschappelijk vaderland. Mogen de Walen en de Vlamingen, na dezen oorlog, wedijveren in ver-kleefdheid aan Belgie, zocals zij in moed gewedijverd hebben om het te verdedigen op de slagvelden." Wanneer men invloed heeft, talenten en dus verantwoordelijkheden, dan is het om goed te doen aan de kleinen en de nederigen. Hebt ge niet den indruk dat indien we altijd de Vlaamçche kwestie wilden beschouwen van uit het oogpunt dat ik kom aan te halen, de enkele voorstanders van een zoo-gezegd GrootNederland, zoowel als de schaarsche partijgangers van een soort leen-roerigheid van Wallonie jegens Frankrijk zich nooit zouden gevolgd gevoelen door de overgroote meerderheid van het Belgische volk? De dwang, vooral in taalzaken, zal nooit, bij ons, tôt duurzame uitslagen leiden. Beter is het, het gevoelen- van rasfierheid te ontwikkelen, van maatschappelijke verant-woordelijkheid en van de heilige behoeftens der nationale eenheid. o Ambtelijke Berichten. DE VERGOEDINGEN AAN DE FAMILIEN DER GEMOBILISEERDEN. Ten einde ter hulp te komen aan de fami-lies van militairen onder de wapens geroepen ten gevolge der besluit-wet van i Maart 1915, van 1 Maart 1916, en van 21 Juli 1916, en met het 00g op het feit dat in de tegenwoor-dige omstandigheden de vergoeding door de vorige wetten voorzien onvoldoende is heeft de Belgische Regeering bij besluit-wet van 27 September, 1916, beslist het bedrag van deze vergoedingen te verhroogen, te beginnen met 15 Oktober 1916. De aan de echtgenoote toegestane vergoeding wordt verhoogd met twee derden, die der ouderlooze kinders en ouderlooze broe-ders en zusters wordt verdubbeld, die der ouders en der verwanten in de opklimmende linie wordt meer dan verdubbeld ; verschei-dene militaire diensten in een zelfde familie geven recht op een belangrijkere vergoeding. De Belgische Regeering, die wegens de bestuurlijke maatregels in Frankrijk toegepast, beslist heeft aan de families van militairen als vluchtelingen in dat land verblijvende(, en er als dusdanig behandeld, eene bijzondejft' vergoeding van huisvesting toe te kenneç, heeft zich ten andere ook met de Britsche Regeering verstaan ten einde de families van militairen naar Engeland uitgeweken in eenen even voordeeligen toestand te plaatsen. De Belgische Legatie is belast geworden met de bekendmaking aan de belanghebbenden van het stelsel dat in voege zal gebracht worden in het Vereenigde Koninkrijk. Vergoeding door de Belgische Regeering toegekend. Artikel I.—Te beginnen met 15 October 1916, wordt de dagelijksche vergoeding, toegekend aan de families der militaiTen van een lageren graad dan officier, welke ze zullen . aanvragen, vastgesteld als volgt : 1. Aan de echtgenoote van den militair, 1 fr. 25, met een vermeerdering van o fr. 50 per kind van minder den 16 jaar of gebrek-kelijk ; 2. Aan den persoon die gelast is te zorgen voor de kinderen van den militair-weduw-naar met kind, of gescheiden met een kind waarover hij het toezicht heeft, o fr. 50 per kind van minder dan 16 jaar of gèbrekkelijk ; 3. Indien de militair niet gelvuwd is, weduwnaar met een kind of gescheiden met een kind waarover hij het toezicht heeft of indien hij geen kind herltend heeft, t fr. 25 aan den vader, bij ontstentenis van den vader aan de moeder, bij ontstentenis van vader en moeder aan den verwante in de opklimmende linie door den militair aangeduid, tenzij deze laatste ouderlooze broeders of zusters hebbe van minder dan 16 jaar of gebrekkelijk, in welk geval de vergoeding van 1 fr. 25 zal betaald worden aan den persoon die gelast is voor deze te zorgen ; 4. Aan den persoon die gelast is te zorgen voor de door--den militair wettig erkende kinderen, o fr. 50 per kind van minder dan 16 jaar of gebrekkelijk. Indien de vader, en een of verscheidene zijner ongehuwde zonen of indien verscheidene ongehuwde broeders tegelijkertijd onder de wapens zijn, wordt de vergoeding bere-kend tegen 1 fr. 25 voor den eersten dezer diensten, tegen o fr. 65 voor den tweeden dienst, tegen o fr. 45 voor de andere diensten.Art. 2.—De bij deze wet vastgestelde vergoedingen zijn niet verschuldigd indien de families, die dezelve aanvragen, in een land verblijven dat hun een ten minste gelijk-waardig vluchtelingsgeld toestaat, en indien de wetten of bestuurlijke regelingen van dit land niet toelaten deze vergeldigen en de militievergoedingen gelijktijdig uit te betalen. De betrokken families zullen het bedrag mogen opeischen van het verschil tusschen de totale som van het vluchtelingsgeld welke hun zal uitbetaald worden dopr de vreemde regeeringen en het totaal dei vergoedingen vastgesteld bij artikel 1 van deze wet. Art. 3.—De vergoeding is onoverdraag-baar en vrij van gerechtelijk beslag. Zij wordt wekelijks betaald deer het gemeerîtebestuur der huidige verblijfplaats van de belanghebbenden ; in den vreemde wordt zij maandelijks betaald door den consul van België van het gebied, behalve in Frankrijk waar zij door de zorgen van het département van Binnenlandsche Za'ken uitbetaald wordt. Art. 4.—De vergoeding is niet verschuldigd:r. Gedurende het tijdperk waarin de militair op verlof zonder soldij gesteld wordt ; 2. Tijdens den duur zijner desertie ; 3. Voor de kinderen welke in het bezette land gebleven zijn, of voor dewelke de belang-hebbende niet moet zorgen. Art. 5.—De aanvragen tôt het bekomen der vergoeding gaan vergezeld van de stukken waaruit blijkt dat de militair, wiens dienst wordt ingeroepen, onder de wapens is, en worden schriftelijk gestuurd, hetzij naar het gemeentebestuur der verblijfplaats in België der aanvragers, hetzij naar den Consul in wiens gebied zij in den vreemde verblijven, hetzij naar het département van Binnenlandsche Zaken voor degenen die in Frankrijk verblijven. Art. 6.—In geval de vergoeding geweigerd wordt door de gemeentebesturen of de Consuls, mogen de aanvragers eene klacht in-dienen bij den Minister van Binnenlandsche Zaken die eene beslissing zal nemen. Art. 7.—De rechthebbenden die binnen een termijn van drie maand, te beginnen met den dag waarop de militievergoedingen waarop zij aanspraak kunnen maken verschuldigd zijn, dezelve niet zullen aangevraagd hebben, zullen. van hun recht vervallen verklaard worden. Art. 8.—De Regeering is gemachtigd, naar gelang van de omstandigheden, en rekening houdende met de levensvoorwaarden in de landen waar de families der militaire uitge-weken zijn, aan deze families bijzondere vergoedingen van huisvesting toe te kennen waarvan zij het bedrag zal vaststellen. Art. 9.—Al de vorige bepalingen nieiàg verklaard door dit besluit-Wet worden inge-trokken.Bijgevbegde hulp door de Britsche Regeering. Indien de vergoeding door de Belgische Regeering toegekend en de andere inkomsten die de families van- militairen bezitten, te zamen nog niet voldoende zijn om in hunne ! noodwendigheden te voorzien zullen deze families hunnen toestand aan de lokale Ko-miteiten kenbaar maken, ten einde onder-stancl te bekomen. In geval van moeilijkheden of indien er geene ^lokale Komiteiten bestaan zullen de belanghebbenden zich wenden tôt den Chief Commissioner, War Refugees Committee i (Government Branch), Aldwych, Londres, W.C. Volgens beslissing der "Local Government Board" zal het bedrag der hulp in het algènjeen bep^ald worden met het 00g op het bedrag van de vergoeding toegekend aan vrouwert en kinders van minder dan 16 jaar van Engelsche militairen . Dit bedrag is als volgt: Dagelijksche vergoeding sh. p. Echtgenoote 12 6 met een kind 17 6 met 2 kinders 21 o met 3 kinders 23 o " met 4 kinders en meer, 2 sh. voor ieder kind meer. Vergoeding van huisvesting, voor de naar Frankrijk uitgewekenen. Artikel 1,.—Eene bijzondere vergoeding voor huisvesting, berekend overeenkomstig de bepalingen van dit besluit, wordt, te beginnen met 15 October 1916, toegekend aan de naar Frankrijk uitgeweken families der militairen die als dusdanig behandeld worden, en niet in 't genot zijn van de voorrechten van het besluit-wet op de militievergoeding of enkel aanvullingstoelagen ontvangen ter uitvoering van de bepalingen van artikel 2 van dit bes-luit-wet.Art. 2.—De vergoeding voor huisvesting wordt toegestaan aan de echtgenoote van den militair ; bij dezer ontstentenis of indien zij niet naaT Frankrijk uitgeweken is, aan het hoofd van de familiegroep samengesteld uit de bloedverwanten in rechte linie van den militair. Art. 3.—De vergoeding bedraagt 30 frank per maand voor de echtgenoote van den militair of het hoôfd der familie, indien zij uitgeweken zijn naar eene gemeente van meer dan 8,000 inwoners, en 20 frank per maand indien "zij verblijven in eene gemeente van minder belang. Zij wordt bij voorbaat betaald. Art.' 4.—De vergoeding voor huisvesting wordt verhoogd met 10 frank per kind van minder dan 16 jaar in de gemeenten der eerste klasse, met 7 fr. 50 per kind van minder dan 16 jaar in de gèmeenten der tweede klasse. Art. 5.—Alleen de kinderen van den militair geven recht op de verhooging voorzien bij vorig artikel. Eene eenige vergoeding van hetielfde bedrag wordt echter toegekend indien een of verscheidene broeders en zusters, nevèn en nichten van den militair, van minder dan 16 jaar of gebrekkelijk, toevertrouwd zijn aan het toezicht van zijne echtgenoote of aan het hoofd van de familiegroep welke de vergoeding voor huisvesting ontvangt. Art. 6.—De aanvraag tôt vergoeding voor huisvesting moet vergezeld gaan van de be-wijsstukken en gestuurd worden naar den Minister van Binnenlandsche Zaken. Art. 7.—Zij zal de nauwlceurig.e aanduiding vermelden van den militair en van de ver-wantschap welke bestaat tusschen den militair en elk der personen voor dewelke de vergoeding voor huisvesting of eene vermeerdering dier vergoedingen geëischt wordt. Zij zal de nauwkeurige verblijfplaats der reclithebbenden bekend maken, desgevallend de verblijfplaats der echtgenooté, indien deze niet naar Frankrijk uitgeweken is. O Zedeleer en Oorlog. DE HAAT. Het genootschap van onderwijzers en onderwijzeressen bij 't openbaar onderwijs in het Seine-departement heeft een motie aange-nomen tegen het kwee'ken van rassenhaat op de school. De opvoedïng in chauvinisme en volkshaat tegenover de met Frankrijk in oorlog verkeerende volken loopt gevaar—zoo betoogt de motie—een punt van het openbaar leerprogram te worden. Men zoekt ons in te prenten, dat het onze plicht is deze aanvulling van de moraal op dezelfde wijze te onder-xichten als achting voor de ouders, reken- of aardrijkskunde. De regeering heeft zelf reeds aanleiding meenen te vinden om tegen ouderwijzere3sen. op te treden, die weigeren dit nieuwe evan-gelie te verkondigen. Het genootschap ver-klaart daarom dat dit opwekken tôt haat sehadelijk en gevaarlyk is. Schadelijk, omdat het, zich richtend tôt de grofste en laagste instincten, de miskenning vormt van aile moraal ; gevaarlijk, omdat het den duur van d«zen oorlog slechts kan verlengen en te eeniger tijd de noodlottige actor worden van nieuwe oorlogen. Men leze ook in onze "documenta" wat Z. H. de Paus schrijft in data van 8 September 1916, over den haat, aan de Duitsche bisschoppen. O Boekennieuws en Studienota's. M. H. MacINERNY, O.P. : A History of the Irish Dominicans, from original sources and unpublished records. Vol I. Irish Domi-nican Bishops (1224-1307). Brown and Nolan, Dublin, 1916. Pr. 10/6. 635 blz. Enkele regelsn uit dit zoo pas verschenen boek bieden iets nieuws voor onze vaderland-sche geschiedenis. Er komt namelijk de biographie in voor, met nieuwe bijzonderheden aangevuld, van William Hotham, aartsbis-schop van Dublijn, die op het einde der der-tiende eeuw de groote bemiddelaar was na-rnens den Koning van Engeland, tusschen deze, den koning van Frankrijk en Gwijde van Dampierre (1296-1298). De biographi-sche studie van Hotham in dit boek dunkt ons "up to date" maar geen definitief werk. Op te teekenen ook dat een Vlaming, dieu de kronieken noemen Robert van Vlaanderen of Robert Vlaming bisschop van Connor ge-kozen en gewijd wordt in 1263. Over hem echter meer in O'LAVERTY, "Bishops of Down and Connor." De "Flemings" zijn ten andere niet schaarsch in Ierland, van af de deftiende eeuw. WALEN IN IERLAND. Uit The Ireland of to-day, reprinted from "The Times," 1913. John Murray, London. "Ormonde (i7de eeuw) moedigde de wol-nijverheid aan en onder zijn bestuur kwam

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel De stem uit België gehört zu der Kategorie Oorlogspers, veröffentlicht in Londen von 1914 bis 1916.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung

Ort

Themen

Zeiträume