De syndikale werking van het personeel van post, zeewezen en telegraaf

470 0
01 Mai 1914
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1914, 01 Mai. De syndikale werking van het personeel van post, zeewezen en telegraaf. Konsultiert 23 April 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/tq5r787095/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

ABONNEMENTSPRIJS : ÉÉN frank per jaar. Voor de Aanoeslotenen : 60 centiemen. bestuur en redaktie : Syndikale Werking Brussel, Koqelstraat, 7, Brussel Aile stukken, het blad betreffende, te zenden aan de Redaktie voor den 30sten der maand TER VERDEDIGING Dit is het opschrift van een boekwerkje, uitgegeven door het Algemeen Briefdragers Verbond (Groep Antwerpen), omdat eenige Vrije eu Christene briefdragers te Antwerpen, eene gewestelijke afdeeling gesticht hebben der A Igemeene vereeniging der Brievenbestellers van België. Bij het openen van het boekje, zien wij in het voorwoord, dat het bestuur van het verbond der groep Antwerpen, een krach-tig besluit genomen heeft, om met aile wettige middelen te trachten, de moord op den onzijdigen bond te beletten ; er werddan ook besloten het werkje aan al de briefdragers der 11e omschrijving te sturen. Welnu, geachte Collegas, het doet onze Algemeene Vereeniging een waar genoe-gen, dat het bestuur van uwen onschuldi-gen en onzijdigen bond zoo stout heeft durven zijn, bedoeld werkje in omloop te zenden, en rond te sturen aan al de briefdragers der provinciè Antwerpen. U zal misschien verwonderd zijn, hoof-den der « Onzijdigen » dat de uitgifte uwer « Ter Verdediging » ons genoegen doet, een werkje dat niets bevat dan be-spottingen, beleedigingen, enz. ten na-deele van zekere personen, maar in het algemeen op hetgeen « Christene » is. Gij, bondsmannen, wilt in uw schrijven uw Verbond wit wasschen met te zeggen dat de beleedigingen uitgesproken op uwe vergadering « persoonlijke feiten » zijn, en zelf van de ic bladzijde begint ge met persoonlijke feiten, welke niets gemeens hebben met de vereenigingder briefbestellers, ten haren laste te leggen. Zulks is niet voorbeeldig. Verder zien we op de 5e bladzijde dat de Heer P. J. Van de Berghe in zijne hoe-danigheid van voorzitter den beleediger welke een Collega het woord «Jesuiet» naar het hoofd slingerde, tôt de orde ge-roepen heeft op de vergadering, doch waarom verklaart dezelfde voorzitter dan op de vergadering der christen briefdragers van 16 Nov. 1913 niets van deze be-leediging gehoord te hebben (zie bladzijde Maar, laat ous niet langer den tijd ver-kwisten aan kleine beuzelarijen, daar er veel gewichtiger zakente bespreken zijn. Laat ons veronderstellen dat al de gezeg-den ten nadeele van den onzijdigen bond, leugens of persoonlijke feiten ziju. Laat ons ook veronderstellen, dat de dubbel-zinnige artikels verschenen in het vak-blad « Belgische briefbesteller », bijzon-der in dezer der maanden November De-cember 1913 en Februari April 1914, welke niets bevatten dan haatvolle artikels tegen de Regeering, tegen geestelijke en wereldlijke overheid, laat ons veronderstellen zeggen wij, dat dit ailes, de gren-zen der onzijdigheid niet te buiteu gaat. Doch, wij willen de aandacht onzer briefdragers roepen op een feit, op een bewijs dat nog versch in ieders geheugen ligt, op het bovengenoemd boekje « Ter verdediging » ! In dit boekje wordt ge-vraagd : waar, wanneer eu door wie is ooit een Christen gekrenkt geweest in zijne denkwijze ? Welnu, geachte collega's, gelief zoo be-reidwillig te zijn « Ter Verdediging » ter hand te nemen en, aandachtig, zeer aan-dachtig, te lezen van bladzijde 22 tôt 25 en daar, zult ge alleu een voldoende ant-woord op de gestelde vraag vinden. Daar zult ge zien, hoe uwen zoogezegden onzij digen bond zich zelven ontmaskerd. Om al de briefdragers vau het laud op de hoog-te testellen, willen wij hier letterlijkeenige gedeelten van bedoeld artikel neerschrij-ven : bladzijde 22. « En toch heet de Maatschappij welke die honderden dui-zenden ellendige wezens voortbvacht, heet die maatschappij « Christelijk » en zeggen hare hoofdleiders in Kerken en gerechtshoven en hoogescholen, — over-al ! — dat ze op een « Christelijk » stand punt staan, het Christendom aankloven. En wij allen, zonder dat wij 't vermoe-den, laten ons dikwijls door de schoone kleederen en de zoete geluiden van die woordvoerders verschalken en beginnen somsook te gelooven, dat het zoo is. » Biadzijde 23. « Maar als het gebeurt, dat we eens vrij zijn van dagelijkschen slommer en — rustig gezeten — een blik kunnen slaan in 't boek dat de leer van l Jésus bevat en dan het heele gedoe der menschen met één blik oveizien en toe-tsen aan die goddelijke leer, — dan wor-den w'e bedroefd en we voelen het diep, hoe — sedert negen-tien eeuwen — Jezus gelasterd wordt, dagelijksch gelasterd, be-spot, verguisd wordt — niet door de een-voudigen, niet door de armer., niet door de maatschappelijk onterfden, niet door de verwaarloosden, de uitgebuiten, de uitgestootenen, doch door hen, die onder den dekmantel van het Christendom, het economisch stelsel in dwang houden, waarbij de wereld verdeeld wordt in be-zitters en niet bezitters, in rijken en armen, in heeren en slaven ! » Bladzijde 24. « 't Is waar : er zijn onge-lukkiger menschen, dan de briefboden ; er zijn er die op zichtbaarder wijze eene openbare aanklacht zijn tegen onze in-weelde-en-overvloed-badende « Christe-lijke » maatschappijen. Maar de zulken behooreu ook niet tôt een korps waaraan Ministers deel uit ma-ken ! Erzijn er die nog harder moeten wroe-ten om door de wereld te komen dan de briefboden ! Is daarmee de positie dezer laatste menschwaardiger ? Wij toch meenen dat, wie als « kristen » wil doorgaan, als « christen » ziju plichten vervult; van wie dus verwacht mag wor-den dat hij — in geval hij gehuwd is — een talrijk kroost aan de wereld zal schen-ken... wij meenen, dat dan zulk een kroost hem een zegen moet zijn en g een vloek. En als nu blijkt, dat ziju kroost, in de meeste gevallen, wel een vloek wordt, een vloek omdat de arbeid van den vader, of van vader en moeder samen, niet toerei-kend is om de kinderen waardig op te kweeken!... Zeg eens, zedeprekers, waarheidsver-kondigers eener op koop-en aaubod geba-seerde samenleving ; zeg eens : is zulk een staat, is zulk eene Regeering nog kriste-lijk te noenien ? » Ziedaar, geachte collegas, hoever de onzijdigen het drijven, het is hen niet ge-noeg den kristen godsdienst eu de Regeering te beschimpen, te bespotten en te lasten in hunne vakbladen. Xeeu ! zij drijven het zelfs zoo ver boek-jes uit te geven geteekend door hei bestuur der Antwerpsche groep, hetwelk U toeroept ; kristeuen, verloochent uwen Godsdienst, het is slechts een economisch stelsel ; geloof niet aan de woorden uwer geestelijke overheid, want zij willen U door schoone kleederen en zoete geluiden verschalken ; luister niet naar de woorden uwer kristene onderwijzers ; beknibbel de daden der kristene rechters, geneesheeren en andere hooggeplaatste personen ; haat in het algemeen al hetgeen kristen is. En gij, kristene briefdragers, zijt gij niet gekrenkt in uwe denkwijze, wanneer het bestuur van uwen onzijdigen bond u zulks toeroept ? Gij, kristene en vrije briefdragers, zult ge nu, nog langer gelooven aan het geschrijf en woorden uwer onzijdige makkers, welke zij u, als een langza&m vergif willen inspruiten en niets zijn dan Mancheste-riaansche en collectivistische gedachten. Want schreef niet over eenige jaren een socialistisch blad : « Het kristendom is de grootste vijand der sociale démocratie». En wij briefdragers, waarvan het grootste gedeelte, slechts een lager onderwijs ge-noten hebben, wij zouden gelooven dat onzijdigheid mogelijk is, wanneer grooten, geleerden, zelfs socialistische leiders u toeroepen : Onzijdigheid bestaat niet ! En gij, hoofden der onzijdigen, zult ge ons, vrije en krisiene briefdragers, nog langer het woord « leugenaar » naar het hoofd slingeren ? nu ge u zelven ontmaskerd hebt, en getoond hebt wie en wat ge zijt. Zult ge ons nog langer lastig vallen, met de vraag, waar, wanneer en door wie, zijt gij, kristenen gekrenkd in uwe denkwijze? Wij hopen van neen, en meenen dat het bewijs hetwelk wij u leveren verschenen in uw werkje « Ter Verdediging » U vçldoende zal zijn. .Gelukkig zijn onze onzijdige briefdragers niet bij machte dit laatste punt te verwezenlijken, anders zouden zij het-zelfde doen, want hoeveel papieren leden zijn er niet ingeschreven in het verbond, bijzonder in de steden, enkel uit schrik voor dwingelandij. Zien we niet dagelijks bewijzen geven, hoe zij, kristen gesyndi-keerden en niet aangeslotene briefdragers beleedigen, bespotten en haten! Waarom? Is het misschien omdat zij wilden vrij eu en geeerbiedigd zijn ! omdat zij den.moed en wilskracht bezaten, de dwingelandij en politieke komedie te trotseeren van het Algemeen Verbond, of is deze dwingelandij soms de beteekenis der woorden welke zoo dikwijls in het onzijdig vak-blad « De Belgische Brievenbesteller » en socialistische bladen voorkomen : So-hdariteit der Proletariè'rs. ....-■Niet alleen in uw geschrijf toont gij, heethoofden van het verbond dat ge par-tijdig zijt, maar ook, in uwe handelwijze zien we dagelijks denzelfden dwang welke we waarnemen in Socialistische vakbon-den, daar ook, wordt een Christen Syndi-calist of een onvereenigde bespot, belee-digd en zelfs gedwongen zich aan te sluiteu bij een onzijdigen of socialistische vakbond en in geval van weigering wordt hij gebroodroofd en veroordeeldmet vrouw en kinderen honger te lijden. Gij vrije, onafhankelijke en bewuste werkers van het verbond (groep Antwerpen) hebt een krachtig besluit genomen en zult van aile wettige middelen gebruik maken om de moord op den onzijdigen bond te beletten, Welnu, onzijdigen, neem goed in aandacht, dat wij, vrije en christene briefdragers, altijd strijdend aan uwe zijde zullen staan, niet alleen om ons aller vakbelangen te verdedigen, maar ook om u te bevechten en te ontmaskeren, daar, waar het noodig is. Geachte Collegas, wij meenen dat dees schrijven, hetwelk wij u toezenden, u genoegzaam zal overtuigen, dat onze strijdmiddelen niet allen leugen en laster zijn, zooals onze tegenstrevers zeggen, maar dat de redeu onzer afscheuring heel gegrond is. En wij meenen u met recht te mogen toeroepen : Briefdragers, weest op uwe hoede voor de listige netten der onzijdigheid welke om u heen gespannen zijn. Overweeg en beraadslaag met uwe collegas, toont dat ge mannen van karakter zijt, schudt allen dwang der onzijdigen van u af en sluit u als een man aan in de gelederen der Algemeene Vereeniging der briefbestellers van België (Erkende vakvereeniging) Kogelstraat, 7, Brussel. De zetel der Antwerpsche groep is ge-vestigd te Antwerpen, Kalkoenschen Haan, aan St-Jacobsmarkt, 25, De jaarlijksche bijdrage is bepaald op 0.60 fr. Inschrijvingen kunnen gestuurd wor-den aan den heer Voorzitter Janssens, J. J. G. Loosstraat, 582, Antwerpen. Het bestuur der Algemeene Vereeniging (TakAntwerpen) BESLISSINGEN EN NIEUWSTIJDINGEN Voor de Telegrambestellers We werden in de gelegenheid gesteld kermis te nemen van een berichtuitgaande van het algemeen Bestuur van Telegraaf en Telefoon, hetwelk te danken is aan de aanbevelingen gedaan door den heer minister Segers in zake zedelijke verant-woordelijkheid door het Beheer te dragen, ingevolge het in dienst nemen van deze kinderen. Het is ons een waar genoegen hierna de vertaling te kunnen laten volgen van den tekst waarvan sprake : « Reeds wordt de zedeleer onderwezen aan de telegrambestellers welke de lessen volgen door het Beheer ingericht. In de kantoren worden voor hen maandelijks voordrachten gehouden over stichtelijke voorwerpen. » Over 't algemeen schijnt me dat gele-genheids-onderwijs te weinig praktische uitslagen op te leveren ; het is te orakel-achtig en te afgetrokken ; het spreekt niet genoeg tôt het kinderhart. Om op zedelijk gebied een wezen te kneden en te vormen hoeft daarrond een atmosfeer van harte-lijke en vaderlijke bescherming aange-bracht en nadieu dagelijks en aanhoudend daarop werkdadigen invloed geoefend. Dit stelsel heeft de voorkeur op de gege-ven lessen. Wenschelijk is het dat aile ambtenaren van den telegraafdienst zonder onderscheid, hooge en lage, dagelijks bezig zijn met het bewaken, het vormen, opvoeden en vrijwaren van de bestellers, eenieder in zijue omgeving, in de mate zijner middelen en bekwaamheden, hetzij ten kantore, hetzij op de straat, hetzij in het private leven zelfs. » Het geldt hier een zaak van liefde en opoffering. » De belgische telegraafbeambten maken een keurbende uit waar er geen tekort is aan edelmoedige mannen, bekwaam belang te hechten aan dit oorspronkelijke werk, aan deze mooie taak van opvoeding der arme kinderen welke genoopt zijn , vroegtijdig voor hunne bete broods te ' zorgen, aan de gevaren der straat zijn blootgesteld en meestendeels, ingevolge de onwetendheid of den maatschappelij-ken stand hunner ouders, zedelijk verlaten blijven. » In deze richting is het dat wij zullen trachten moeten de zedelijke bescherming onzer bestellers te verwezenlijken. » 't Is noodig aan al onze ambtenaren het beoogde doel uit te leggen en een beroep te doen op hunnen ondernemings-geest, op hun ijver en groothartige gevoe-lens.» Eerst en vooral hoeft het toezicht in de wachten verbeterd. De ontvangei en ambtenaren, met het toezicht belast, zouden deze meermalen daags moeten bezoe-ken, met de bestellers zich onderhouden over hunnen familie-toestand, hunne stu-diën, hunne verlangens, en hun streven, om hen gebeurlijk raad te kunnen geven en hen door het leven te leiden. Bij elk kantoor-bezoek zouden de dienst-bestuur-ders, de sectie-contrôleurs en, over 't algemeen, al de toezichts-ambtenarcn nooit moeten verwaarloozen langs de wachten om te gaan en met de bestellers zich in te laten. In hunne verslagen zouden ze, zooals zij het doen voor de gezondheid, de zindelijkheid, e. a., de gebrekkige lokalen moeten aanduiden wat betreftdetoezichts-voorwaarden, alsook de veranderingen gebeurlijk in te voeren. » Aile ambtenaren zouden moeten meê-werken, wat aangaat het toezicht der bestellers op straat. Een ambtenaar, hij weze van dienst of niet, zou nooit moeten nalaten tusschen te komen wanneer hij een besteller op straat ziet slenteren of kwâjongensstreken uithalen, ziet stilstaan bij zedelooze uitstallingen, slechte uitga-ven ziet lezen of onbetamelijken praat hoort voeren. Er is natuurlijk geen spraak van vtrsterking der bestaande tucht-orde, noch van verhooging van gelegenheden tôt straffen, noch van vermenigvuldiging der overtredingen. Integendeel hoeft er met welwillendheid gehandeld, langs den weg om der aanbevelingen, aanmoedigingen en raadgevingen. Heel dikwijls wordt een gedragsafwijking vermeden door een warm word opborrelend uit het hart en te gepaster ure gesprokeu. » lu 't kort : noodzakelijk is het dat de bestellers voelen hoe ze ouophoudelijk worden bewaakt, en onder de zorgen leven van een menigte beschermers welke in hun lot het meeste belang stellen. » Over gansch het land had een onderzoek plaats. De toestand mag, over het algemeen, als voldoende worden beschouwd en volop zijn de beheerders bezig om, voor zekere wachten de vereischte verbe-teringen aan te brengen, zoodat het toezicht over de bestellers erdoor zal worden vergemakkelijkt. Kan in de minder be-langrijke ontvangerijen de zedelijke bescherming over deze jongelingen nog al makkelijk uitgeoefend worden, omdat de tituiarissen de omgeving kennen en de familie hunner ondergeschikten, in de groote centrums evenwel wordt deze wel-doende werking veel lastiger. Heel wat hooger is daar het getal der te bewaken jongens ; deze loopen tusschen de volks-massa verloren en hun gedrag in het private leven is, meestal, weinig of niet gekend. 't Is enkel bij een bijzonder voorval waarin zij ten goede of ten kwade betrok-ken zijn, dat over hen iets wordt verno-men.Ten andere, de oversten worden door hunne voornaamste bezigheden meer in beslag genomen ; minder verloren ston- Dercle jaargang. — N° 5. Mei 1914.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel De syndikale werking van het personeel van post, zeewezen en telegraaf gehört zu der Kategorie Vakbladen, veröffentlicht in - von 1912 bis 1914.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung

Ort

Zeiträume