De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad

1589 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1915, 09 September. De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad. Konsultiert 29 März 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/df6k06z32q/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

■ ^aargang Mo, SIC lriir»n49RC»fl«arafi.. «g seemïC'rritïiar' 1QI£5 s csesi DE VLAAMSCHE STEM I Pau uM iai niet veraaan! AL&EMEEH BELGISOH DAGBLAD Eendlraoftt maakt macht EEBflCTIE" EH AOMIHISTBATIEBUREELEN J KALVERSTRAAT 64, bovenhuis, AMSTERDAM. Tnlpfnnn Un. 9922 Noord. Onder leiding van RENE DE CLERCQ en Dr. A. JACOB. ABONNEMENTSPRIJS (by vooruitbetaling): Voor Nederlând per jaar gld. 6.5 — per kwartaal gld. 1.75 — per maand gld. 0.75. Voor België, Engeland, Frankry en andere landen dezelfde prjjzen, met verhooging van verzêndingskosten (2y2 eeu per. nuramer), • A DVERTENTIES : 20 CW nar Zelfbestuur. Hot vraagstuk „B!-ussel". ïolgens de jongàte bevoliingscijfers, "" een Franskiljonsch stadsbestuur en Z behulp van een Franscligezinde regee-Lopgemaakt, werden tôt.nu toe m Groot-S een half millioen Vlamingen over-Scht door een paar honderdduizend Fransch-sprek®ide vreemdelingen. Tjit deze statistiek blijkt : lo dat onze oude stad Bruçsel door en w Vlaamsoli is-in de diepe volkslagen dat die Vlaamsolilieid aldaar onaange-Len.kerngezond is gebleven; 9- dat "een enkel Franschsprekend. ele-n,at het recht heeft zichzèlf een innerlijk uœtanddeel van het Brusselsche leven te "^(Tdât alleen het Belgische centras! be-[tuur met al wat het met zioh heeft ge-yaclt, liet Fransche vernis op onze Vlaam-iàeft'ad heeft gestreken. - Hoezoo?'hoor ik mijn lezer verwonderd ,_Tao^n. De Belgisclie regeering besohikt toch niet over een leger van twee lionderd duizend beàmbten. Ailes te samen genomen j5 het beaanbtenleger der ministeries niet tterker dan vijf duizend mail. — Ja, raaar dit is niet ailes. Verre van (fear. Waar liet gaat om een totale Fransch-6prakeado bevoiking van twee honderd ûulaend zielen, moeten wij liet percentage ' ï'amilie-hoofden daaruit trekken. Laat ons dat zeer ruim sçhatten, gezien het groote cetal ongehuwden, die ,,wandelende ab-itractics", die steriele hcnimels die zoo tal--iik in een wereldstad rpndom gonzen. Laat ons aannemen dat, afgozien van vrou-wefl en kinderen (het beruchte Fransche huwelijk met twee kinderen), ongeveer vijftig duizend Franschsprekende mannen te Bruasel wonen. — Dat is nog, tienmaal zooveel als het vas^esteide beam-btenleger van vijf-duizend. . . - Inderdaad. Maar bij die vijf duizend regeeringsmannen komen al de leden van het oentraal hestuur (dat bijna uitsluitend uit Walen bestaat), van het personeel der jpcwrvTSgen en posterijen, van de registra-tie, van de stadhuizen. enz. Ons beàmbten-, leger wordt aldus minstens verdubbeld. - Voeg daarbij .ailes wat de zetel van re-getring en oentraal bestuur met zich brengt en dat er min of meer nauw verband mede houdt : de rechterlijke macht en de balie (hoeveel van de duizeiid Brusselsche advo-katen zijn lid van het Vlaamsche pleitge-nootschap, mijn waarde confraters Deswar-te en Hoste 1) ; het onderwijs, de per s, het bankwezen, de naanxlooze vennootschappen, de maatschappijen, de se ouwburgen en publiée vermakelijkiheden.... Daarmede zullen de vijftig duizend wel voltallig wezen. Dit is wel het meest merk-waardige versohijnsel van het Belgische re-giem : terwijl de Vlaamsche bevoiking ongeveer de twee derden van 's Bnjks burgers Tiibniaakt', zijn minstens acht tienden der | ambtenaren over 't gansche land Walen- Dit is niet alleen te verklaren uit den lageren stand van het onderwijs in Vlaanderen (wat trouwens geen verontschuldiging is, maar een nieuwe beschuldiging voor den toestand mcet heeten), maar wel uit een stelselmatige achteraitzetting van de VLamingen op elk gebied. de VlaamscTie "fictveging is ooh een sociale ! strijd. De vakscholen te Brussel zoeken hun ! krlingen uit ifet ecilite Brusselsche volk. De overweldigende meerderheid is Vlaanisch [ en tocli wordt het geheele onderwijs in het Fransck verstrekt. Resultaat: Enkel vier leerlingen op tien komen door de examens, tegen zes op tien te Luik. Waarom : is de Brusselsche volks-jongen dommer dan zijn Luiksche mak-i^er? Neen, maar hij heeft buiten het ge-meanscliappelijko werk nog den last, in Wn vreemde taal te moeten studeeren. Dat is een wraakroepend misbruik ! Dat gaat zoo over zijn hout dat zelfs de Fransch-doll© ,,Petit Bleu" — het blad dat om zijn geschreeuw van ,,Vive la "France" ,,à bas la barbarie germanique" in de eerste Augusti-dagen van verleden jaar, wegens in gevaai brengen der onzijdigheid geschorst werd — <lat zelfs dit blad dién toestand op de vak-[ fctolen als ^oiilogisch" brandmerkte. Met welk reobt nu oefenen de Fransch-I fpiekende regeeringsklassen hun schan-I delijken invloed uit op het echte Brusselsche volk? ]\Iet het recht van de machthebberSj meer niet. Maar geen werking zonder terugwerking îftst alleen Vlamingen worden verbeule ïïanscht. Het zijn geen Vlamingen, d:< ambknaren, welke samen op een Brusselsct ^offieliuis .,vont profiter sur un verre di lambic". Het is uit den mond van kinde-r^n uit. Waalsohe ouders geboren dat mei de werkivoorden 0blinquer" en ,,stinquer' te Brussel kan liooren. Wat geeft het daar de Brusselaar zijn echt-Vlaamscl ?CTnœd eens luoht in uitdrukkingen -als ,,j< lai causé", ,,ça me pousse contre". ,,,j< sais pas de chemin avec" ? ïs geef mr. Destrée volkomen gelijk waai !] iet kroost der Waalsche ,,ronds de ciur' vrilde redden uit het gevaar eene: Kûandelijke vervlaai isching. ^05 wordt Brussel nu weer gczoïid? Heu ^"ijgen wij van dien echten Vlaamsohei de Fransche bescliimmeling weg Het eenig mogelijke antwoord luidt : doo wtntralisatie van het bestuur. Het Fran iiniformiteit-stelsel ligt niet in de lij] ^hisiorisohe •Sntwikkeling van ons land gemeenteîïf.ke zelfbestuur — d ^Mzende bevoegdheid van onze ,,Schepen ' — stamt nog af van Karel d sczbini. ^olgens dit b-estaand vooroeeia xnc^ti ook nei. geneeie administratieve stélsel heropgebouwd worden. Nog eens: Zelfbestuur voor Vlaanderen en Walenland is het Belgische Redmiddd: Autonomie voor 't Vlaamsche land — met een minimum van Belgische centralisatie. In mijn inleidend art-ikel had ik Brussel den grooten struikelsteen voor het herop-bouwen van den Belgische n St-aat op federa-tieven grondslag genoemd. ÇTu blijkt de moeilijkheid uit den weg te zijn geruimd : Brussel, hoofdstad des Rijks en zetel der regeering, moet in bestuurlijk opzicht tôt het Vlaamsche land worden gerekénd, juist zooals Bern, de hoofdstad van Zwitserland, in het Duitsche taalgebied ligt. De .een-dracht in dat krachtige kleine land wordt bewaard omdat de Duifcsch-sprekende meer-derheid de Fransche en Italiaansche elementen tôt hun recht laat komen en geen hinderpaal in den weg legt voor hunne eigen geestélijke ontwikkeling. Wordt er' in het toekomstig België ge-handeld in overeenstemming met dit inzicht, dan lijdt het geen twijfei of ons Brussel wordt weer een goede Vlaamsche stede. Nog prijken op de steunbalken der prachtige zalen van ons fieïe stadhuis de echt-vlaamsche namen der negen geslach-ten. Nog rijst daar, op den Treureiïberg, onze hooge en machtige Sinter-Goele. Nog vragen zij om hun vlaamsohe burgerzonen. Brussel Vlaamsche stad ! Hoe vurig en kop-pig verdedigde weleer onze vriend Deswarte dâe stelling tegen over ongeloovigen on spotlustigen. De taalgrens loopt bezuiden Hal. De fransche verrotting die ook de Zuid-Ooste-lijke Brusselsohe voorsteden aantastte en zich tôt over Tervueren, Woluwe, Auder-g!hem, Watermael, BoschvoorAe, Groenendael, Ter Hulpen uitbreidde, mcet weg: en dâarmee uit! Mr. Dr. L. BRULEZ. F. A. Snellaert 1809—'Î872. WÈIIsrr.s' geesfeiijke Zoon. (Vervolg van nr. 206.) Do omwenteling van 1830 was, vanwege de Waalsche bevoiking des lands, tegen de overlieersching van het Nederlandsch ge-maakt geworden, en ook de bewoners van Vlaanderen hadden zich in meerderheid door de bedreiging laten medeslepen ; maar na weinig jaren begon men in te zien, dat deze terugwerking — werd ze niet gestuit — de vernietiging der moedertaal en de volledige verfransching van Vlaanderen voor gevolg kon hebben. Zou het Neder-landsche gedeelte van België, dat geduren-de acht eeuwen zij ne taal en zijnen volks-aard tegen den vreemdeling had verdedigd. en ten koste van stroomen bloeds, had be-houden, zich nu deemoedig en stom dooi broeders dit erfdeel der ouderen laten ont-rooven, en zich dus laten rijp maken vooi uitheemsche overheersching ? Zou hel Vlaamsche volk, zonder voertuig voor zij ne gedacliten, zonder middel tôt zedelijke ontwikkeling, voortaan in de baan der bescha-ving achteruit blijven en geen deel meei kunnen nemen aan den voortgang der \ve-reld?Uit deze overwegingen ontstonden^ <i< eerste kiemen der Vlaamsche wedereisching welke men later met den naam van Vlaamsche beweging kenmerkte. Hun eerste aanleiders woonden te Gent en onder hen telde men hoogbegaafde er moedige mannen, zooals W i 11 e m s Biommaert, Serrure, Eens, Vax D u y s e, S p y e r s en anderen. Ondanks de noodzakelijkheid om bijna a zijnen tijd aan zij ne voorbereiding tôt examens te besteden, voelde Snellaert zicl aangedreven, om zi j ne pogingen te vereeni gen met degene dier hooggeleerde vader landminnaars, ter verdediging van denk beelden, welke hem sedert zij ne eérste jeuge zoo nauw aan het hart lagen. Hij maakt" kennis met bovengenoemde personen, on derscheidde zich tusschen hen door zij m koortsige liefde voor de moedertaal en doo: zijne vurige kraclitdadiglieid, en werd wel haast niet. alleen de begunstigde leerlinj van J. F: Willems, maar tevens zijn vrienc en medewerker. Hij werd de voornaamste opsteller van d< Bydragen der Gazette van Gent, waarii hij, gedurende vier jaren, talrijke artikel van letterkundige critiek deed verschijnen met het blijkbaar doel, de jonge en noj onervaren schrijvers, die alsdan in Gent Antwerpen en andere steden ontstonden door woorden van lof aan te moedigen doch tevens door gegronde opmerkingei hun de wetten der Schoonheidsleer te her j inneren en hen tôt eene ernstigere studi der moedertaal aan te zetten. Terzelfdertijd liielp hij Willems tôt d uitgave van het Belgisch Muséum, een tijd schrift dat ons de milde bronnen van on luisterrijk verleden opende, en als het sei werd tôt het opgraven der kostbaarst voorwerpen van ons vaderlijk erfdeel. ^ In den loop van 1838 legde Snellaert zij ' laatste examen af, en verkreeg het diplom 5 van doctor in de medicijnen. Hij vestigde zich als geneesheer te Gen en oefende er met veel opoffering zijn ami; : uit, zonder evenwel daarom in zijnen ijve voor de verdediging van het Vlaanisch volk en zijne moedertaal te verflauwen. De Koninklijke Academie van Wetei î schappen. Letteren en fraaie Kunsten ha 1 de volgende prijsvraag uitgeschreven: Prt l senter une . dissertation raisonnée sur J : poésie flamande, dès sa -première origir - jusqu'à la fin du regne d*Albert et d'Isc 1 belle. Snellaert moe^t, te midden zijner genee: - kundige studiën, zich beziggehouden hel - ben met het opstellen van een antwoord o 2 bovenstaande prijsvraag; want den 7en Mi 3 van het jaar 1838 werd hij door de K< ninklijke Academie bekroond als overwin-naar in den prijskamp, met een werk, voor titel voerende: V erhandeUng over de N e-derlandsche Dichtkunsty sedert hare op-komst tôt aan de dood van Albert en Isa-bella.Dit werk, hoe uitmuntend het voor alsdan ook ware, droeg die onmiskenbare spo-ren van overhaasting, en het was daaren-boven door de beperking der prijsvraag on-volledig .gebleven. De bekrooiide erkende dit, en heeft, in latere voortbrengsels over dezelfde stof, deze gebreken gansch doen ver d wij nen. Snellaert had getoond, dat het hem aan geene enkele hoedanigheid ont-brak om als schrijver . op het gebied der letterkunde, zich eenen gevierden naam te verwerven; maar zijne bezigheden als dokter en zijne ongeduldige drift om de Vlaamsche zaak te doen vooruitgaan, benamen hem den tijd en de gemoedsrust, welke er tôt het opstellen van grootere werken van eigen vinding behoeven. En waarschijnlijk zou, in allé geval, zijne strijdhafte inborst hem aangedreven hebben, om in de worsteling voor de miskende rechten van het Vlaamsche volk eene werkdadige roi te vervullen, en dus zijnen eigen roem en stoffelijke welvaart op te offeren ten gunste van zijn bedreigd va-derland.Op verschillende tijdstippen zond hij meer dan vijftien vlugschriften in de we-reld, meest van wetenschappelijken aard; maar waartusschen er zich insgelijks eeni-gen bevinden, die als een oorlogskreet tegen de vijanden der moedertaal door het land moesten weergalnien. Al wat Snellaert ooit schreef ïs aan een dubbel doel tœgewijd : of wel hij poogt het Vlaamsche volk door de voorspiegeling van zijn grootsch verleden tôt besef zijner edele afkomst en tôt nationale trotschheid te ver-heffen : of wel, hij vaart met bitterheid, ja, met gramscliap uit tegen degenen, welke volgens hem uit zucht naar eigen-baat een gansch volk tôt zedelijk en stoffe-lijk verval • zouden willen veroordeelen. Zelfs wanneer het onderwerp dat hij behan-delt geheel Vreemd aan dit vraagpunt schijnt te moeten blijven, wordt hij door zijne vooringenomenheid voor Vlaanderen medegesleept, en ailes wordt hem eene re-den om van den strijd voor moedertaal en volksbestaan te spreken. In 1840 deed hij — voor de eerste maal waarschijnlijk — een reisje door het Lui-i kerland en bezocht er de boorden cler Our-the en der Vesdre. Het kwam hem in de I gedachter ^3en indruk, welken hij door de beschouwing der schilderachtige streek had ontvangen, te besclirijven en in het licht te geven, onder den titel Een paer dagen te Luik en in de Ardennen. — Zoo zeer is hij verslonden door de denkbeelden die zijnen geest bezitten, dat hij ongevoelig schijnt voor de schoonheden der natuur, en, ter gelegenheid van bergen en dalen, van niets handelt dan van Vlamingen en. Walen, en hij, waarschijnlijk zonder het te weten, hard en onrechtvaardig wordt --oor deze laatsten. In 1840 stichtte hij het Kunst- en Letterblad, dat voor doel liad, de Vlaamsche kunst-critiek eene meer ernstige rich-ting te geven. ° H. CONSCIENCE. (Worclt vcrvolgd.) (Met de velwillende toesiemming van Mcvr. M Antheunis—Conscience hcrdrukt door de ,,Vl. Stem".) ^ ^ ^ fan 't Italiaansche Front. (Correspondentie van ,,De Vlaamsche Stem".J Achter het front. — De coulissen van den strijd. [ De hemel weet hoe ik in deze verboden i stad, vol zon en vol storm, gekomen ben. l 's Morgens zon, 's middags storm en zoe - voort. Het is een echte soldatenstad, een wezenlijke oorlogsstad. Soldaten hebben de bijna geheel verdwe-l nen burgerlijke bevoiking vervangen. Deze 5 laatste wordt nog slechts vertegenwoordigd . door het zich schuchter op en necr bewe-; gend vrouwelijk element. Iederen dag r breekt een menschelijke plasregon van offi- - cieren en soldaten los, die naar het front t worden gezonden. Historische paleizen, met 1 de donkere portalen en de frissche binnen- plaat-sen zijn vermilitairiseerd, herschapen ; in kazernen en hospitalen. Overal op de i hoeken der straten schildwachten, die 5 u staande houden. Men waagt nauwelijk; een oogopslag in verboden richting of mer t ziet er een uit een geheimen hoek komer ' of uit een nog geheimer bergplaats. Elkc brievenbus wordt bewaakt door een cara-• binier. Al wat maar een burgerlijken schijr 1 heeft, men zou zelfs kunnen zeggen aile: - wat burgerlijk is, staat onder bizondere be 2 waking. De journalist, die gisteren de roekelcos 2 heid zou hebben gehad zich in de hoofd - straat te vertoonen in complété uitrustin« s van oorlogs-correspondeht: vuile kleeren i leeren beenwindsels, groot photografie-toe 3 stel, revolver in den gordelriem, zou d-aangename verrassing hebben gekend, wel i dra recht-s en links een carabinier te ziei a opduiken, die hem lieel beleefd den kort sten weg zouden hebben gewezen naar he t dichtstbije bureel van onderzoek. Aile ver t voermiddelen zijn opgeëischt, alleen d' r trams, die arme trams van een provincie e stad je, vies geel geschilderd, herinnere] no g aan het gewone leven der stad. D - straten huiveren thans van een buitenge d woon leven. Automobielen, vrachtwagens i- motorrijwielen, rijwielen kruisen elkaar on a ophoudelijk en veranderen do rustige st-ilt c in een klein Parijs van voor den oorlog !- Dezo voertuigen van allerhande aard en soor r^aan of komen naar het front en vervoere: officieren, soldaten, ziekenoppassers, pries )- ters, wapenen, ammunitie, draagbaren. Di p kleine eigenaardige stad je Frioul schijn îi wel de hoofdstad van het tumult, hoofd >- stad van den oorlog, brandpunt vaa ce uitstekende organisatie als het is. En- toch, ondanks de nabije echo der kanemnades en de brandende adem van den «aburigen oorlog, zijn er o^genblikken, waarin men . er het "Italiaansche sociale leven terug vindt met al zijn bekoring en zijn losheid. Van elf tôt 12 uur 's middags en van zes tôt zeven uur 's avonds komen • de officieren van aile rangen in het meest bezochte café bij elkaar : zij, die van het front komen, versuft half en nog met het kanongebiilder in de ooren en in de oogen een soort ontzetting, $ie langzamerhand verdwijnt. Zij, die met schitterende uniformen 5naar het front gaan, officieren in de puntjes, met aile soorten van eerste klasse benoodigdheden: kodak, kijker, kleine veldkeukehs,, — men aenkt dan oriwiïlekeurig aan Tartarin. Bin-nen twee maanden zullen zij fierder zijn... eu trotâcher. 't Is oorlog overal. Hier ko-mende, besi^oorde ik dit reeds heel den weg langs ; zonder de waggon te verlaten l^e-speurt men. hem reeds. Langs de spoorbaan muilezelparken in rust, groepen soldaten, vrachtwagens, aile sporen van een geweldig leven. Vooral de administratieve en bureaucra-tische kanb van den oorlog is hier ontwik-keld. De bureaucratie wordt echter poëzie. In een burgerlijk salon, vol familieportret-ten en . andere voorwerpen, zit een der hoofdofficieren der grenadiers en bestiert bijkans alleen het enorme vervoer van men-schen en dingen. 't Is tôt hem, dat de lager in rang zijnde officier zich wendt en van hem een bestemming ontvangt als een balletje, dat men wegslaat... zijn bestemming, zoo noodlottig vaa-k. Zelfs de onder-gescliiktheid in 't soldatenleven krijgt in oorlogstijd iets verhevens. De echte solda-tengeest wordt wakker, ieder voelt zich en wil soldaat zijn. Onder de voertuigen, welke door het publiek ter beschikking van de l overheid zijn gesteld, bevinden zich zelfs I die fraai geverfde Siciliaansche groenten-j wagentjes, welke de touristen wel kennen. ! Een naïef penseel heeft er episoden uit het leven van Napoléon of Jeanno d'Arc op j afgeniaald of wel tooneelen uit den oorlog I met Tripolis, waarop men Ara.bieren-hoof-: den ziet-, om van te beven. De loggo vracht-auto en het kleine Siciliaansche karretje, zij dienen beide hetzelfde doel. Menschen zijn als de dingen. Toen ik gisteren den trein nani, was ik verwonderd oen troep grondwerkers de waggons te zien bestormen, kreupelen, bochels, oude mannen of heel zwak uitzieiiden, allen met een linnen zak op den rug, een.houweel en een spade in de hand. Zij gingen de wegen herstellen, opdat do transporten maar zoo spoedig mogelijk het front zouden kunnen bereiken. Hun werk, dat er zoo onbeduidend uit-ziet, moet ontzaglijk zijn geweest. De wegen zijn in uitmuntenden staat, ternauwernood bedekt met een laagje stof, dat niet hin-derlijk is. * * * De verschillende diensten zijn zoo goed mogelijk verdeeld. Voor 't hospitaal is natuurlijk in een groote schooL het eersf gezorgd ; het postkantoor is echter in een gewoon huis gevestigd. Een Oostenrijkscl kanon 30,5, ee?a der eerste dagen van der oorlog genomen, wordt hier ten too'n gesteld. Gij kunt u niet voorstellen lioo ge-lukkig de soldaten schijnen, als zij klein< hulpdiensten mogen verrichten voor 't burgerlijk bestuur. Het leven is overigens vo verrassingen. Gisteren bijv. werden de sol dat-en-slagers vijf of zes maal geroepen on een os te slachten..Telkens als zij het aar een boom vastgebonden dier gingen dooden daalde een regen van shrapnels op de plel neder en 't scheelde maar weinig of zij had den het lot van het dier gedeeld. Ook het militair gerechtshof, dat all< dagen zitting houdt, is hier gevestigd. D< gevangenen worden in de kleine kerk, dii twee traliedeuren heeft, opgesloten. Ruiter schildwachten bewaken deze geïmprovi seerde gevangenis. De advocaten van de^i soldaten spreken met hen door de tralie deur. De zittingen van het gerechtsho hebben, als 't mooi weer is, in de opei lucht plaat-s, naast een koolveld. Als he regent, heeft de reehtszitting ergens in eei huis plaats. Een krukje is de zitplaats voo: den officier-advocaat. Gedroogde halmei en kleine landbouwwerktuigen zijn aan d muren opgehangen. Vrouwen, die voor he middagmaal zorgen, komen water pompen en achter de hagen woneii soldaten he débat bij. Er is een primitieve strengheii in het gansche tooneel. Ongetwijfeld heef ' men in den oorlog altijd behoefte aan ee: rechtbank, de soldaten zijn geen heiligen De Italiaansche tucht is echter onverbid 1 delijk, doch d e goedertierenlieid des kc nings weet vaak de ergste straffen te vei zachten. Kleine vergrijpen (en dat zijn ' haast aile) worden ook licht gestraft, tei wijl'er ook straffen worden uitgesteld te > na den oorlog. En dan begrijpt men oo - wel, dat, als een soldaat zich in den st-rij " ondersclieidt, men dikwijls zijn straf valle ; laat, gevolg als zijn misdaad was van ovei " winningsroes of wijn... Meer dan anders : 1 in oorlogstijd liet leger éen groote familie Gaarne zou ik u bela,ngrijke mededeelii - gen willen doen, doch aan liet front en i " oorlogstijd, ziet men ailes slechts door ee * veel te klein gaatje van den kijker. Me ' krijgt slechts enkele losse steenen in, liai 1 den van het groote mozaïek, waarvan me 3 he«fc figuur tevergeefs poogt saam te steller " Men verwacht zich op groote gebeurteni ' sen en er geschieden maar heel gewone dii " gen. Met den neus in de lucht vraagt me 3 voortdurend: ,,Waar is nu eigenlijk c • oorlog?" Hij zit meer in de omgeving da k in de dingeir. . m ; OE KWADEN im BENEEM DE TRANSEM J3E LEEUWEN DANISE? 1 KLEINE KRONIEK Kern. Vlaanderen, dag en nacht denk ik aan u.... En nu voorult! De teerling is geworpen. Het strijdplan is duidelijk afgeteekend. De openlijke vijanden, woordverdraaiers, halfslachtige of bastaard-Vlamingen, lakkeien, slippen-dragers en aile andere verraders van het Vlaamsche volk zijn gekend. Wie niet met ons is, is tegen ons ! Wie bang is voor eerroof, breodroof of wat ook onze vijanden in hun laag verra-derswerk voorhanden'hebben of nog vinden mogen, onderhandele maar eerst liever met de moderne Leliaerts in Vlaanderen ! Wio hunkert naar eerepostjes, lintjes of ministerpak aanbidde den Afgod-Staat en brande wierook te zijner eere ! Kruipers en staatsknechten, vakpolitie-kers en andere machtmisbruikers van popu-lariteit tôt eigen baa-t, troebelwatervis-schers en lasteraars, schoppen we van ons af. Wie zijne inoeder oprecht bemint, schenke haar zijn hart met al zijne gevoe-lens van diepgevoelde ongeveinsde liefde en al wat hij bezit aan geesteskracht en stoffelijk genot ! Wie niet te laf is, sta een oogenblik stil bij de nog warm opwalmende stroomen bloeds onzer overgroote meerderheid Vlaamsche zonen, die vielen als offer van hun ideaal en aanhoore met open oor hunne laatste woorden ! Wie zich du6 vrije bewuste Vlaming ge-voelt, omgorde het slagzwaard en schare zich rond onze ongeschonde Vlaamsche vane, met den rotsvasten wil van: een vrij Vlaanderen in een vrij België — te wiunen. En nu vooruit ! Aan 't jeugdige Vlaamsche geslacht hoort de toekomst ! Vliegt de Blauwvoet ! Storm op zee ! BLAUWVOET. LIthauo;!. Lithauen bcstaat uit drie gewesten: hel eigenlijk Lithauen, het liertogdom Samogiti( on Lithausch Rusland (Polesie, Novo Grodek Wit Rusland en Poolsch Lyfland), dat vroegei door de Lithauers op de Russen \ oroverd werd Thans is omgekeerd Rusland meester ovei Litliauen. Yroeger bestond Lithauen uit verschillend* kleine staten, die grootvorst Mindowe in de 13< eeuw tôt één staat trachtte te vereenigen. Hi riep daartoe de Duitsche Orde in het land, lie zich bekeeren tôt het Christendom door dei aartsbisschop van Riga, die hem in 1252 doop to. doch stierf in 1268 -weder als -heideii zonde . zijn doel bereikt te hebben. Beter gelukte di streven aan een zijner opvolgers Gcdymin, di< van 1316 tôt 1344 regeerde en Lithauen to koninkrijk verliief. Hij ontrukte Kieff aan d> Mongolen, die destijds in Rusland waren ge drongen. Zijn kleinzoon Jagello, de stamvade van het Poolsehe koningshuis der Jagelloncn vereenigde in 1386 Lithauen met Polen. Jagell was nog een heiden. Hij huwde in genoem< jaar met Hedwigis, een Poolsche prinses, di' de eenige erfgename van de Poolsche krooi was, en naiu het christclijk geloof aan. Bij de: doop ontving hij den naam van Wladislaus. Waren vroeger, onder den invloed van d ' Wit-Russen, die reeds t-ot het christendom bc keerd waren en wier taal langzamerhand d hoftaal werd, reeds vele Lithauers' tôt he christendom overgegaan, thans gingen nage noeg allen tôt het katlioliek geloof over e. do vromo. koningin zorgde er voor, dat de va: Homo gescheiden Russische bewoners van Li thauen weder tôt de Kerk terugkeerden. Van Jagello's tijd af deelde Lithauen de loi gevallen van het Poolsche rijk. In de gescliiedenis van Polen vindt men no t vermeld, hoe in 1569 een Rijksdag te Dubli de beide landen, Polen en Lithauen tôt éé staat verklaarde. De Rijksdageu zouden voori aan afwisselend te Wârsckau en to Grodno woi L den gehouden. Bij de laatste verdeeling van Polen kwai Lithauen, dat 'n oppervlakte had van 275,OC i vk. IvIVI. — vergelijkt dit met Xederland, da » 38,424 vk. KM. groot is — aan Rusland. H< , beslaat zes gouvornementen van 't Russisch rijk: Kowno, Wilna, Grodno, Mobilef, W itebsl en Minsk. Links van de Njemen ligt het goi vernoment Suwalki, het oude Samogitië, dr 5 vroeger tôt Lithauen behoorde, in 1795 aa ; Pruisen kwam en in 1813 aan Rusland. t Gedurend© ruim een eeuw l^ehoort dus g« i heel het vroegere Lithauen aan Ruvsland, df b evenals in andere deelen van het rijk beproef i heeft, de Lithauers te russificeeren. Het . slechts in geringe mate gelukt. In Ruslan behooren drie en een kwart millioen bewonc: 1 tôt de Lithausch e stammen, waarvan ande 3 half millioen Letten en een kwart millioc k eigenlijke Lithauers en een half millioen Sî 5 mogitiers.. Do Lithauers zijn meerendee t katlioliek, — ongeveer 130,000 Lithauers b I hooren tôt de Evangelische Iverk — de Lette t behooren tôt do Luthersche Kerk. Toch zijn < nog ongeveer 300,000 katholieke I^etten. X dat Tsaar Nicolaas I de geunificeerde kei ' had opgeheven, trarhtten de Russen de. I " thauers tôt <le orthodoxe (schiismaticko1) kerk ■ " brengen, 'zoowel door voordeelen te beloven a door met geweld op te> treden. Evenals de P t len bleven de meeste Lithauers de aloude mo - derkerk cetrouw. t Do Lithauers danken hun beschavmg- vo i e&n goed deel aan de Duitscliers, ofsclioon : ,i daar voor niet heel dankbaar zijn en ook ni dankbaar behoeven te wezen. Do Duitsche On a die reeds in de 13e eeuw bescliavend optra " werd ock meester van het land, en toen s wereldlijk werd, bleven hare vroegere leden groote grondeigenaa rs, wat hun" «afstammeli gen nog op den huidigen dag zijn. Men vin q vooral in het noorden van Lithauen, dat h vruchtbaarst is, groote grondhezitters, wi ' landerijen zich over oppervlakten van ur II gaans uitstrekken. Het kleine hoerenbedr l" vindt men in het zuidelijk deel van Lith^i n schrale landstreken. In het middelpunt v '• een dorp vindt men gewoonlijk een gre 5- ka steel met een weelderige inriohting, wa i- niets ontbreekt wat de moderne tijd aan n millicenen rijke bezitters biedt. Het kast< e is gewoonlijk door een prachtig park omgevc dat alleen reeds velo morgen gronds in besl n ncemt. Oi> behoorliiken afstand is om de bezitting het, eigenlijke dorp gebouwd: ee: komen de bijgebouwen en de schuren van d slotbewoner alsmede de deftige woning van d r^ntme^ster, dan een'grooter aantal onaanzit l^jke huisjes, waarin de ,,burgers" van hetdr I, woncn, die allen in dienstbetrekking tôt d baron Ltaan. Daarom heen liggeu de landerijt meestal van zulke groote afmetingen, dat zij in de verder afgelegen deelen weer de aanstel-ling van opzichters noodig maakten. De bezitters nu van deze groote landerijen zijn van Duitsche afkomst. Zij hebben die afkomst grootendeels verlooehend en zijn Russen geworden. Velen van de Duitscli-Russen dienen j in het Russische loger, en als men de 1 ijst der voornaamste Russische bevelliebbers en officie-J ren leest, dan is het verwonderlijk, hoeveel Duitsclie namen daarop voorkomen. Juist het j Duitsche talent, dat ook onder die lieden naar j voren treedt, bestuur t in hooge mate het werk' j tuig van het Moskovitische panslavisme.. Hoe I groot do sc-l^ade is, die dezo officieren hun sta m land aldus hebben toegebracht, is niet te berekenen, evenmin als het naît, dat zij door I het aanbrengen van meerdere ontwikkeling, ; vooral ook op landbouwgebied, aan het Tsaren-rijk gebracht hebben. Deze Duitsche Balten hebben in den loop der eeuwen echter met taaie volharding zich vastgehouden aan do Duitsche taal en Duitsche gebruiken. Het Moskovitendom kon, hoeveel moeite het zich ook gaf, deze niet ver-dringen. In politiek opzicht gevoelen zij zich intusschen geheel bij de Russen thuis. Naast den op 't platteland heerschenden Duitsch-Baltischen adel, speelt een Duitsche middenstand een roi in de steden, •n aar ook de Duitsche Joden "veel invloed uitoefenen. Op het platteland zijn ook de meeste rentmees-ters van landgoederen en ambachtslieden van Duitsche afkomst. De eigenlijke Lithauers zijn den Duitscliers over het algemeen niet vriendelijk gezind. Dat is niet het gevolg van een nationale tegen-stelling, doch vindt zijn corsprong in do sociale verhoudingen. Do Lithauers vormen de socialo onderlaag in Lithauen en de Oostzee-provinciën ; zij zijn nog lieden ten dage eeni-germato de lijfeigenen van de Duitsche groot grondbezitters. Lit de Lithauers recruteerden. zich de benden, die in de revolutie na den RussisCli-Japansohen oorlog de kasteelen hun-ner Duitsch-Baltische meesters plunderden en waarschijnlijk ook de landweerma-nnen, dio eenige maanden gcleden de stad Mcmel in han-den kregen. In liet jaar 1913 hebben benden, uit Letten gevormd, tal van kasteelen van den Duitsch-, Baltrschen adel in Koerland en Lijfland ge-plunderd en verbrand, terwijl ook een a-antal l>czitters dier kasteelen werden vermoord. Deze révolutionnaire beweging richtte zich • echter niet zoozeer tegen de Duitschers als tegende adellijke ]>ersonen van Duitschen : oorsprong en had als doel de stichting van een > Lettische republiek, los van Rusland. Do Bal-j tisc-ho Duitschers vereenigden zich don ook : met de Russische troepen om deze revolutie to l bestriiden en de orde te herstellen. Er komt n°g bij, dat de revolutionnairen, in " hoofdzaak hestaande uit sociaal-democraten j van de fz.brieksbevolking der steden, ook op-î trokken tegen de bezitters van boerenhofste-den van hun eigen stam, om dezen, met be-î dreiging van moord en brand, te dwingen, - zich bii hen aan te eluiten, wat hun echter r niet gelukt is. (Bes.-bodc.) 8. d I Een nieuwe Zeppelin, ; De Zwitsersche bladen bevatten bijzonderhe-î den van het nieuwste type Zeppelin, Waarmedo i dagelijks proeftochten gemaakt worden, van • uit Friedriehshafen. Tegen zonsondergang keert 3 j liet luchtschip gcregeld terug. Het bsrein:t een - ' groote snellieid en de vorm vcrschilt van do 3 andere Zeppelins, welke gebouwd zijn voor den t oorlog. Tôt lieden waden de luchtschepen cy- - lindervormig, met ccnzslfde dyameter voor en i achter. Dit luchtschip heeft echter den vorm II van een visch en loopt naar één kant spits too. De stuurbladen zijn veel grooter en maken het mogelijk, dat dit luchtschip veel vlugger " manoeuvrcei-t. Tegen' een grijzen hemel is het op groote hoogte zichtbaar ; de kleur is zilver-?■ grijs en het zonlicht wordt er niet door weei-a kaatst. a De bosrafenls van Pégoud. Vrijdag is Pégoud to Belfort begraven. De FraiDsche bladen melden, dat meer dan een uur n van te voren de bevoiking der stad een onafge-0 broken haag had gevormd vn het militaire hos-t pitaal af, tôt aan het kerkhof van Brasse, t In den stoet werden een vijftigtal kransen e gedragen, aangeboden door verschillende troe- pankorpsen, vereeni gingen, enz. i- Achter de llijkwagen liep een onderofficier, •t die de onderscheidingen van den vlieger droeg, n daarna volgden do familieleden en aile généra als van Belfort, tal van officieren en avia-s- teurs. De teraardebestelling had plaats onder t het gedonder der kanonnen, terwijl een grafre-d de werd uitgesproken door den voorzitter van is de Aëro Club de France, door kapitein Zoro-d poff namens de militaire vliegafdeeling, door s generaal Démangé en door een kapitein-avia-teur, vertegenwoordiger van den legerbevel-n hebber generaal Maud-hui. Is Lépino als Sherlock Kolmes. Een amusant voorval dateert uit den tijd n der verdwijning der ,,Gioconda" waarbij de ,r voormaige Parijsclie politieprefect Lépine de i- hoofdrol speelde. k Op het cogenblik dat de diefstal bekend werd, i. was Léuine niet in Pa-rijs. Onmiddellijlc keer- :o de hij echter naar de stad terug en stormde ls naar het Louvre, waar hij dadelijk de leiding ■). va n het onderzoek op zich nemen wilde. „Sluit g- daleijk aile deuren ! ' was liet eerste wat hi} uitriep ; vervolgens riep hij aile politiebeamb- >r ten, commissarissen en detectieven bij zich en :jj liet zich nauwkeurig van den stand der zaken :t op de hoogte stellen. Toen men hem ailes ver- ïe teld had, volgde een oogenblik stilz-wijgen. Lé- d,' pine frontste de wenkbrauwen, dacht een ^i'-j ; oogenblik diep na en verklaarde toen met het He gezicht van een dictator : n. De lijst is gevonden nietwaar : de dader dt verwijderde deze om het schilderij l)eter te et kunnen verbergen. W ij moetey dus naar een er roi zeeken, wa-nt de dief heeft het schilderij natuurlijk opgerold. ijf De directeur van het Louvremuseum viel hem ?n 0p dit oogenblik 6cliucliter in de rede: m ,,Maar..." ot Lopine liet hem echter met wtspreken en na ar eeen bevelend pardon !" ging hij door te ver-de klaren hoe de diefstal waarschijlijk had plaats ■el gehad. Toen hij ten slott ezijn veronderstelling n met e?n zekerheid die geen tegenspraak duld-aà de, had toegelicht ,wendde hij zich triomfante-ze lijk lachend tôt den kunstscliilder : •st — En nu; wat wilde u daareven zeggen? ell — Ik wilde den heer prefect alleen doen open merken, dat het schilderij niet goed opgerold n- kan zijn, daar het portret op bout geschilderd is. rp Er À vas een oogenblik stite; toen zeid» de en prefect geiaten: n, — Nu ja, dat heb ik dadelijk gezegd... j

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad gehört zu der Kategorie Oorlogspers, veröffentlicht in Amsterdam von 1900 bis 1916.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung

Ort

Zeiträume