De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad

1449 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1915, 10 Juni. De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad. Konsultiert 29 März 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/bk16m3466n/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

U, Difilu gefSte Jaargans JV°. 130 Donderdag ÎO Juni 1915 S Cents ^^NI^VERCAAN!^^^ -^^EENSKACHT MAAKT MACHT! mmnrnmammmmmmrmÊmmmmmmmmÊmmmmmÊmÊmmmmmmmmammm —————g,——a—— REDACTIEBUREEL: KALVERSTRAAT 64, AMSTERDAM. — TELEFOON No. 9922 Noord. Oe Vlaamsche Stem verschijnt te Amsterdam elken dag des morgens op vier bladzijden. Abonnementsprys bij vooruitbetaling : Voor Holland en België per jaar / 6.50 — per kwartaal / 1.75 — per maand / 0.75. Vocr Engeland, Frankrijk en buitenland dezelfde prijzen, met ver-hooging van verzendingskosten (2J^ cent per nummer). HootdopsteHer s Mr. ALBERIK DESWARTE Opstelraad : CYRIEL BUYSSE — RENE DE CLERCQ — ANDRE DE R1DDER Voor ABONNEMENTEN wende men zich tôt de Administratie van het blad. KALVERSTRAAT 64, AMSTERDAM. - Tel. N. 9922. Voor AANKONDIGINGEN wende men zich toi de Administratie van de VLAAMSCHE STEM, Kalverstraat 64, Amsterdam. — Tel. N. 9922. A DVERTENTIES : 20 Cents per regel. KORTE 1NHOUD jjte Bladzijde: je houdiug der Vlamingen in de' kampen Ronian. Een toespraak van French. Kleine Kroniek. Nog over de Belgische Pers in Nederland. Een Manifest van Wells. Jde Bladzijde: l'it het Vaderland. Brieven van het Front. Van de Yserbocht. Slachtoffers van de beschieting. ûprecht misbruik va-n „oprechte neutrali teit." F. C. A. Philips. 3de Bladzijde. De Europeesohe Oorlog. Telegrammen en Berichten* De houding van Amerika. Onze dooden. te Bladzijde: Het gebruik van ontplofbare kogels dooi Duit-schers en Oostenrijkers (met teeke ning). Voordrachten en Feesten. Ingezonden Stukken. Voor de Uitgewekenen. Officieele lijst van Belgische soldaten krijgs gevaagen in Duitschland. (1ÎJ. De houding der Vlaminger in de Kampen. N'a het schrijven van dcn ,,Echo Belge" er tôt mijne groote verwondering, hooi'de ik meer malen zeggen van soldaten : ,,De Vlaamsclu Stem, die willen wij niet, zij is Duitsch" ei 'k moet bekcnnen dat dit mij diep griefde. He giicrde mij niet dat ,,De Vlaamsche Stem' Duitsch is, want Goddank ik weet liet beter ik lieb te veel bewijzen van het tegenoverge-stelde. Maar wat mij griefde, was de domm( goedgeloovigheid van vele Vlamingen. Dus omdat, eenige Walen ,,Hars" roepen, wor den ze verïegen en denken ze te moetei meeroepen; omdat een verbasterd Vlaming ïoogenaamd dagbladschrijver en groote lezei van den „Echo", die best zou doen nog eer paar broeken op de schoolbank te verslijten liever dan cen hoop domme, vervelende artikeli in Marollentaal te schrijven, hun zegt ,,D< Vlaamsche Stem" is Duitsch", dat moeten z< zonder verdere bewijzen als klinkende muni sannemen. \lamingen, waar blijft dan uwe oude Vlaam schc fierheid, waar blijft dan de overtuiging uner eigenwaarde. Sedert wanneer is uw ver-stand en gezond oordeel in zooverre gedaalc f)at gij de ongerijmde beweringen zoo maai Moot weg zonder 't minste bewijs aanveerdt !» nieer nog dat het voldoônde is dat een oi twee grootsprekers wat gerucht maken opdal gij u verplicht acht mee te huilen. En gij, meer ontwikkelde Vlamingen, aar *ie behoort de verdediging uwer taal en al wa1 tfbij behoort? Aan wie de plicht n.we mindei *flbedeelde taalbroedcrs met raad en daad bi, ,e staan, ze te steunen, ze desnoods to ont | rusken aan den invloed van een hoop groot sprekers en luidschreeuwers? Zoo gij liet nie ' d°et, wie zal het dan doen? t Is de eerste maal niet dat geklaagd wordi ?ver de onverschilligheid der Vlamingen liiei V \ ^amP- Mochte het de laatste maal zijn -lochte mijn schrijven, dat, ik weet het, o[ 'Çtterkundige waarde geen aanspraak maker "n. maar dat de uiting is van echt Vlaamsch ( geToelens, mochte het door de hier verblijvend( lamingen gelc/.en worden. Mochten deze wei ®'ge woorden bijdragen om hun te doen ver ®taan dat zij hier ook plichten te vervullei | lebben. Plichten jegens hun land vooreerst er I plichten jegens liunne taal. | t. taatste bedoel ik hier bijzonderlijk. 0 • Wl' geen oorlog aanpreeken tegen de Walen | !®.tpKendeel. Velen der hier verblijvend» a'cn, het grootste getal, begrijpen evenal; H dat;het nu het oogenblik niet is van twis-en vcvdéeldheid. Zij begrijpen.dat voor do Bel ?en Qu meer dan ooit de spreuk geldt ,,Ecn t inaakt macht". Ongelukkiglijk, er zijr J ^ anderen en dezen zijn, zooals het gc oonhjk met minderheden het geval is, ook d< v" ruchtigsten. Tegen dezen moeten wij on; erdedigen, aan dezen moeten wij weerstaan wil geen strijd, maar ik wil ook niet da enons. Vlamingen, overschreeuwe. Wat ik wi ^ uat men de Vlamingen en hunne taal en aile at hun eigen is erkenne en dat men hun gev< 'hun toekomt. ...f' ik wil, is die lijdzaamheid, die onver 'nigheid, die onder de hier verblijvende Via 'ngen heerscht, te zien verdwijnen. i v ^an.' ^^aniingen cn vooral gij ont ''Kcldo Vlamingen, ontwaak uit dien slaaj r onverschilligheid. Steek de handen uit d< _ouuen, want het werk zal u niet ontbreken ''j cens uwe Waalsche broeders wat ze al nie bezitten tooneelkring, koor Pu t cercle de conférences enz. enz vnllf ^aminKen' die de twee derden der be aaTJn^ _y.an 't kamp uitmaken, wat is hui j °1e , . ipts,, in 't geheel niets. En aan wii hip U ..^°nd0r aarzelen zeg ik : aan di ^er^lijvende, ontwikkelde Vlamingen ei nunne onverschilligheid. cew°n f ^ nu ^oe aan c^e TlnoCS i stichtte cen tooneelkring me nnrr iSi? 011 Fnmsche afdeeling. Nu bestaa g slechts de Fransche afdeeling. Bij gebre! ivirritf00 e^cmcnten en na vele vruchtelooz' igon moesten do Vlamingen het opgeven mannnochtans Vlaamsche tooneelliefhebbers Waar^lev^ z^n *n ^amp aanwezig tiacJlttc conp koorzangafdeeling te vor . ecuts enkelen kwamen op, van daa — lB|. î-o, 2oo ging het yoor. vele a^nder zaken; men vond geene leeraren om Vlaan sche lessen te geven enz. enz. 't Gevolg daar van b]èef niet lang achter. Men begon de Via-. mingeû te minacliten, hun te vragen wat zi konden en wat zij reeds gedaan hadden. Er zoover is het hier reeds gekomen, dat er reeds Vlamingen gevonden worden, die uit mensche-lijk opzicht, uit valsche schaamtc, het niet meer wagen ,,De Vlaamsche Stem" te koopen Als men dit blad, hun blad, belastert, zij dur-ven lïet niet opentlijk meer verdedigen en als het nog een tijdje zoo voort gaat, gaan ze met de wolven meehuilen. Ontwaak, ontwikkelde Vlamingen, stel uwc - kennissen en uwe begaafdliaden ten dienst« uwer kameraden. ïoon hun den weg, geef hur het voorbeéld Help mede met dezen die zicl met lijf en ziel wij den aan de geestelijke ont wikkeling hunner taalgenooten. Draag het uwt bij, hoe weinig 't ook zij, tôt dat groote er nuttige werk. Gij hebt hier zulk een ruin arbeidsveld, en de krachten ontbreken. Gc i* kunt zooveel met weinig moeite. Dat elle vol gens zijne krachten medewerke. Door toôneel zang, voordrachten, liederavonden, nuttige er aangenamo lezingen, gesprekken enz. kar zooveel goeds gedaan worden. Goeds op tweeër-lei gebied : op het gebied van afleidinj: »- on vermaak; op taalgebied, door liet versprei dcn en leeren waardeeren van onze taal. Vcrspreid zooveel het in uwe macht i? Vlaamsche bocken en dagbladen, Vlaamschc | tijdschriften enz. En vooral daar waar de gelegenheid zicl: voordoet, steun uwe minder begaafde kameraden bij 't verdedigen van al wat Vlaamsch is i Toon hun den onzin van lasterlijke aantijgin-gen, leer hun een groot gedacht te hebber © van hunne eigen taal en ailes wat er toe be-a hoort. Schenk hun dat gevoel van eigenwaarde t dat zij niet bezitton. In een woord maak var l hen niet alleen VJu.ningen, manr Vlamingen dit } weten wat zij willen en winnen wat zij willen, En zijn er soms onder u, die taal en eigen 9 aard verlooehenen ; dat niet zij op u , maar gij van uit de hoogte op hen nederziet - gij ten voile bewust van de grootheid van uwe i taal en van uw volk. , En dan zal men niet meer zien wat men nu r ziet gebeuren. Dan zal eene zoogezegde on-i schuldige inlichting geen aanleiding meer kun-, nen geven tôt verdenken van een blad dat var s zijn eerste nummer af tôt nu niets anders o heeft behartigd dan liet welzijn van aile Bel-e gen zonder onderscheid cn wiens leus altijc t vas „Voor Koning en Vaderland". ROMAN. «aap-o ; Een Toespraak van French, v Gencraal French dankte na dcn tweeden slag , bij Ypercn zijn troepen in de volgende bewoor-f dingen : t Ik kwam over, om een paar woorden tôt u te zeggen cn u mee te deelen, hoe hoog ik, als i opperbevelhebber van dit leger, het schitterenc t werk, dat gij in den jongsten slag vcrrichi r hebt, waardeer. Gij hebt dcn tweeden slag var j Yperen geleverd, welke zal gerangschikt wor-i- den onder de wanliopigste en gewcldigste ge- - vechten van dezen oorlog. Gij hebt misschier t gedacht, omdat gij dcn vijancl niet aanvielt. dat gij niet mede hielpt aan het bekorten var t dcn oorlog. Het tegendeel is waar, door uw r schitterende volharding en dapperheid, hebt gi; veel gedaan om hem te verkorten. Na verder herinnerd te hebben aan het gebruik van verstikkende gassen door dcn vijand. e vervolgde generaal French : a Gïj hebt de meest moeilijke, inspannende er - verschrikkelijke taak vorvuld door een over-stelpcnd bombardement, het zwaarsto welliclil i ooit op troepen gericlit, uit te houden en gi, i hebt den aanval van den vijand met prachtige dapperheid afgewezen. Door uw standvastig-! heid cn toewijding beiden werden de Duitsche j planncn verijdeld. De vijand kon Yperen niet o krijgen — indien dit gelukt was, dan zou hi; s er waarschijnlijk in geslaagd zijn, neutrale t mogendheden van interventie af te houden — en hij kon ons ook niet belettcn, onzen aanva in samenwerking met de Franschen in het u Atvccht-Armentières-district uit te voeren - Hadfc gij zijn aanvallen niet kunnen afwijzer e en was het nqodig geweest, u meer versterkin-s gen toe te zenclen, dan zouden wij onze zuide- lijke operaties niet hebben kunnen doen en deze t zouden zeker niet met zoo'n succès bekroonc il zijn als thans het geval is. s Uw vaandels hebben veel beroemele namei e aan hun banen vast gehecht, maar geen zal be roemder en meer verdiend zijn dan die vai - Yperen II. Ik wensch, dat gij voor eens en vooi altijd weet, hoe hoog ik uw daden waardeer Ik wcnsch u dank te zeggen — elken officie) > en elken soldaat — daarvoor en ik bon zeker p dat uw land u eveneens dank t. e î Bescheiden maar Kranig. Een paar kleine daden wil ik hier aanhalen gewoon door Belgen gedaan, die een iedei n bijna als kleine helendadon beschouwt. c Ik lees brieven van boerenjongens uit eer e dorp, die gewoon vroeger door niets uitblon n ken en nu aan hunne jonge vrouw schrijven die vraagt: .,manlief, kom je nog niet naa: k huis?" Zij schrijven: ,,Naar huis komen! t Maar, vrouwlief, waar denk je aan, nooit o t nimmer voor do Pruis zijn voet van ons lie: k land heeft teruggetrokken ; verwacht ons maa: e nooit terug, als we niet overwinnen, wan t. onder Duitschland kunnen we toch niet leven' De trancn kwamen me in de oogen, als ik dû ;. brieven las van zoo gewono dorpsjongens waaronder pas gehuwden en anderen, <1 i> eei kindje vcrwachtten. En uit ailes straalt liui r vaderlandsliefde ; dat is ook helclencioed <jÉ:le: e die Belgen,, Kleine Kroniek. Italie en de bevrijding van België. In het groote Italiaansche dagblad ,,Mes-sagero" schrijft Colaganni, -dat Italie zich er niet toe zal bepalen, het Italiaansche gebied van Oostenrijk te veroveren, maar cien oorlog zal voortzetten totdat België bevrijd zij, totdat Oostenrijk en Duitschland der-mate verzwakt zijn^ dat deze landen de internationale gerechtigheid niet meer kunnen aanranden. Als Italië Triëst en Trente verovert, Oostenrijk en Duitschland echter op andere oorlogsterreinen overwinnaar blijven, dan zou Italië in het grootste ge-vaar verkeeren, om- al het veroverde weer te verliezen. De gespannenheld der Duitsch-Amerikaansche verhoudingen. Do ,,New-York Herald" schrijft: ,,Voorafgaande kenteekenen Aan een breuk in de vriend&chappelijke verhoudingen tus-schen de Vereenigde Staten en Duitschland ko-men van verschillende zijden te Londen aan. ,,De Amerikaanscho Commissie van Bij-stand aan België, welker arbeid groote dien-sten heeft bewezen, voorziet reeds de moge-lijkheid van een overgave van heur werkzaam-heden aan een Noorsche, Deensche of Neder-landsche organisatie. Dcn Amerikanen, die te Berlijn zijn, geeft men den raad, de gelden terug te halen, die zij in Duitsche banken hebben gedeponeerd. ,,Het Amerikaansche comité van Londen heeft van een onlangs uit Amsterdam aangeko-men groep Amerikanen een brief ontvangen, waarin deze toeristen er zich over beklagen, in Duitschland gemolesteerd to zijn. In het gansclie keizerrijk ncemt de vijandige gezind-heid tegen de Veroenigde Staten toe. Gott strafe Amerika wordt meer en meer een populair devies." De achtereenvolgende opdrachten aan de Voorzienigheiu om verschillende volkeren te straffen, geven een hoogst eigenaardigen kijk op het geloof en de godsvrueht van dit ,,soL-disant" allerchristelijkst volk. Legerdiensten. Voor de soort van geveohten, waarin we thans gewikkelcl zijn — zoo wordt door een correspondent uit liet Britsche lioofdkwarticr < in Frankrijk aan de Times gesclireven—brengt bepaalde diensten bijzondcr op den voorgrond. Do voornaamste van deze is een goede verken-ning. Verkenning uit de luclit kan veel Joen, maar niet ailes. Daardoor kan men b.v. niet de diepte en aard van een rivier leeren keu-nen of te weten komen, welke hofsteden in vestingen veranderd zijn. En toch loopt incn, als men zulke dingen niet weet, gevaar, bij elken aanval, vooral wanneer deze in den naclit wordt gedaan. Verder is het voorbereidend werk der ,onie van groot belang. Zij moet maatregelen tref-fen voor dekking, verbindingen, bruggen on verscheiden andere zakon, en verkent het ter-rein — zelfs vijandelijk gebied — voor do infanterie oprukt. Dan moet bij dit soort van oorlog de signaal-dienst genoemd worden. Bij elken opmarsch moet men in nauwe voeling blijven met bot h'oofdkwartier van het bataljon. Het is geen gemakkelijk werk, een verbindingslijn aan te leggen. Het eischt moed om cr op uit te gaan, te vinden waar een lijn gebroken is en die te herstellen — ailes onder zwaar vuur. De stemming des Kaisers. Uit een brief uit Berlijn, opgenomen in het blad ,,Ekstrabladet" te Kopenhagen : ,,Den laatsten keer, dat de Kaiser in de hoofdstad is gekomen, sclieen hij uiterst neer-slachtig te zijn en zijn voorkomen getuigde, hoe de oorlog hem bedroefde. ,,In den loop van deze tien laatste maanden is hij een grijsaard geworden ; hij loopt met voorovergebogen hoofd. Zijn haren zijn heele-maal grijs. ,,Te Berlijn is het volk den oorlog moê". Het adres aan de stad Rotterdam. Voor enkele dagen is het adres der Belgische vluchtelingen aan do stad Rotterdam, tentoon-gesteld in liet. huis Wolters, Meir, 25, te Ant-werpen, en aldaar kunnen de belanghebbenden het onderteekenen. Het album, zeer smaakvol versierd met aller-liefste waterverf-teekeningen en rijkeiijk inge-bonden, door onzen stadgenoot Ach. Kas, kunstteekenaar bij het stedelijk arohief, die ook het liiastjo -versierde met gedrevene pla-ten in zinnebeeldige opvattingen, mag be-schouwd worden als een vorstelijk gesohenk, waardig aan de Rotterdamsche magistraat, als dankbetoon voor de gulhartige gastvrij-lieid door onzen land- en stadsgenooten in Nederlanel ontmoet. In twee bijgevoegde bundels zijn reeds te Rotterdam van af October 1914 ettelijke dui-zenden liandteekeningen verzameld. Een nieuw oorlogsmiddel. De correspondent te Milaan van de ,,Tri-buna" seinde dat gedurende de aanvallen op de fortificaties van Monte Oorada, de Italia-nen stieren gebruikten om tegen do draadves?-sperringen te rennen. Zij deden dat met hun koppen omlaag met zoo'n kracht dat het suc-ces zeer groot was eh de infanterie, die achter de stieren volgcle het fort kon nemen. Wat er van de stieren overbleef wordt niet gemeld. Beigië en Holland. Dezcr dagen heeft een Hollaudscli publicist geschreven, zonder namen te noemen en zonder in bijzonderheden te treden, dat Belgen die te-genwoordig de gastvrijheid van Nederland ge-nieten hun meening niet onder stoelen of banken steken betreffende de noodzakelijkheiid voor het nieuwe België om bezit te nemen van Zeeuwsch-Vlaanderen. Waar do beschuldiging zoo vaag als hier het geval is, wordt geuit, is van onzo zijde geen antwoord noodig. Het zij ons echter vergund uit een dagblad dat te Havre verschijnt en met de Belgische ministers niet zonder con-necties is, do volgende merkwaardigo woorden aan te halen : (Er is kwestie van het beltende rapport-Banning J: .,Waar de politici vaji 1830 met den uitersten naciriik aandrongen op het bezit van Luxem-burg, Limburg en Zeeuwsch-Vlaanderen, ge-hoorzaamden zij aan een diep gevoel voor de eischen die ons nationaal bestaan stelt." Aldus het rapport-Banning. De ,,XX Siècle" voegt hie^raan toe: ,,Bezit is wellicht overdreven, want bij nie-. marid kan het opkomen, wat het ook zij, door gèweld aan een naburige bevriende natie te optrukken. Maar zekere moda-liteiten zijn met uitgesloten." Het zou zeker wenschelijk zijn dat vooraan-staande mannen die in welk land ook de pen voeren, op dit oogenblik slechts op vaststaande feiten voortgaan en hun overwegingen niet vastknoopen aan wat maar praatjes zijn. Stof en Cas. Onder dezen titel behandelt ,,The Standard" de vraag, hoe het komt, dat de gassen, die de Duitschers als nieuwste oorlogs-wapen gebruiken, zich langs den grond blijven voortbewegen. Wanneer men een gas aan zichzelf over-laat, verspreidt het zicli in de oingevende atmosfeer, met een bepaalde diffusie-snel-heid. Stroomen de gassen onder den grond uit, dan blijven zij aan de wortels en aan de ruige opervlakte van planten h^ngen, komen ze echter in de vrije lucht en grijpt de wind ze aan, dan worden ze ver boven de hoofden van degenen, voor wie ze be-stemd zijn, weggeblazen. Er is geen enkel gas bekend, dat niet in de lucht diffundeert en groote massa's gas zouden door den wind steeds naar boven gejaagd worden. ,,Nu is het ons zeer goed bekend", zegt het blad, ,, lice men die gassen zoo laag bij den grond heeft gehouden en wij weten ook hoc wij dezelfde afgrijselijkheden zouden kynnen begaan, als dat noodig mocht worden. Wij weten, dat millioen stofjes beko-ring verleenen aan een zonnestraal. Wij weten, dat er nooit zoo mooie zonsondergan-gen zijn geweest als na de "uitbarsting van Krakatau. En wij weten ook, dat het neerdalen van stof na een vulkanische uitbarsting met bijzondere verscliijnselen ge-paard gaat. Wanneer men de gassen bij het uitstroo-men vermengt men fijn verdeeld stof, dan vormt elk pluisje en stofje een kern, waar-omheen zich gas verzamelt, dat er géruimen tijd aan vast blijft en dus daarheen meege-voerd wordt, waar ook het stofje heengaat. Dit nu zal niet zoo gemakkelijk omhoog gaan, maar integendeel langzaam en gelei-delijk den grond bereiken, voortdurencl zijn gasomhulsel meesleepend en die zoo in de ademhalingsorganen en de oogen van de aan-gevallenen overbrengen. De tallooze stofjes vormen zoo te zamen de noodlottige gas-wolk.,,De Toekomst" in het Duitsch. Er werd immers beweerd bij het verschij-nen van het nieuwe weekblad ,,De Toekomst", dat dit blad, in weerwil van zijn redactiestaf van Nederlandsche hoogleera-ren, geheel onder Duitschen invloed stond, — maar ook werd die bewering van de be-trokken zijde tegengesprokeii. Nu .toont men ons een redactioneel schrijven afkomstig van liet weekblad ; een reproductie van liet Nederlandsche lioofdje van dit Weekblad voor Nederland" prijkt boven den brief, die echter in onvervalscht Duitsch is gesteld, zelfs gemakshalve in die taal gedrukt is. Het is een verzoek aan een Nederlandsche uitgevers-firma om toezen-ding van een door haar nitgegeven werk. En dit verzoek van een Nederlandsche redactie aan een Nederlandschen uit-gever, handelende over een Nederlandsche uitgave, luidt als volgt: ,,Die Unterzeichnete Redaktion beab-sichtigt, das in Ihrem Verlage erschienene (volgt de naam) im literariscben Teil der Zeitschrift anziizeigen ; aie erlaubt sich deshalb die Bitte, ihr ein Exemplar dieser Publikation zuzustellen. ,jHochaclitu.ngsvoll ergebenst, ,,Redaktion f,D© Toekomst". En dat van een Nederlandsch weekblad ! Nog over de Selgische Pers in Hederland. We drukten in het nummer van 8 dezer liet opstel ,,Asylrecht" van den Çl-correspondent van het Alg. Ha/ndelsblad over. Thans antwoordt de Nieuwe Rotterdamsche Courant (Nr. van 9 Juni, avondblad) op het artikel van H en tevens op hetgene de Vlaamsche Stem in haar nummer van 5 dezer over de polemiek van het Rotterdamsche blad tegen de Belgische pers in Nederland mocht doen opmerken. "Uit het eerste gedeelte van de argumen-teering van de ,,N. Ht. Ct." dezen passus: ,,De aangehaalde zinsnede heeft den hoefijzer-correspondent van het ,,Hbl." aanleiding gegeven tôt een hooggestemd artikel, waarin het Asylrecht tegen den aanval, dien, naar den schrijver meent, .wij op dat recht deden, in bescherming wordt ge-nomen.De correspondent is wel zoo vriendelijk, aan te nemen, dat het niet in onze bedoe-ling ligt, die Belgische journalisten, waar-van wij spraken, over. de grenzen te doen werpen. Doch hij verzet zich er tegen, dat ,,de Regeering" zou ingrijpen, hetgeen hij meent door ons aanbevolen te zien. Men moet wel van Pruisischen geest en Pruisische opvattingen doortrokken zijn, om uit den aangehaalden zin niets, anders te kunnen lezen, zelfs, naar het schijnt, aan niets anders te kunnen denken, dan aan dwangmaatregelen van hooger hand. Die gedachte is bij ons geen oogenblik opgeko-men. De corr.-* van het Hbl. zou daarop wellicht ook niet beland zijn geraakt, in-» dien hij niet slechts had gedecreteerd, dàt alleen de Regeering, iets zou kunnen uitrichten, maar ook eens verklaard had wàt dat dan wel zou kunnen wezen. Dan ware hij wellicht tôt de ontdekking gekomen, dat hij op een dwaalspoor geraakt was, en hij voor zijn substitueering ,,met andere woorden" geen recht heeft hoege-naamd."'t Verheugt ons dat reeds de ,,N. R. Ct." den weg naar Canossa op is. We ver-heugen ons te vernemen, dat ook de ,,N. Rt. Ct." de gastvrijheid zoo hoog opvat, dat ze ten . minste geene dwangmiddelen tegen ons wil zien gebruiken. En dat is het eenige dat we uit bovenstaand antwoord moeten onthouden. Uit wat de ,,N. R. Ct. " verder schrijft, blijkt dat haar aanval inéér tegen De Te-legraaf en de daar schrijvende Belgische journalisten was gericht dan tegen de eigcnlijke* Belgische bladen, die hier ver-schijnen... Dat laten we dus voor rekening van de N. R. Ct. en van d& Telegraaf. Op wat we zelf schreven, antwoordt de ,,N. Rt. Crt." niet veel. Alléén dit zin-netje:,,Indien Nederlandsche journalisten de gastvrijheid van België zouden gaan mis-bruiken, om het Belgische volk, in strijd met de uitgesproken wenschen der Belgische regeering, te gaan ophitsen in eene richting, die men in België gevaarlijk acht, zullen wij het begrijpen, dat het Belgische publiek en de Belgische pers dit niet stil-zwijgend zullen dulden." We zijn heelemaal akkoord. Maar wanneer, waarde confrater hebben w ij ooit het Nederlandsche volk opgehitst, waar oorlogszuchtige stemming bij Nederlanders gekweekt? We hebben een te hooge opvat-ting van onzen plicht als g a s t e n, om tusschen onze gastheeren tweedracht te willen zaaien. En om oorlogsstem-ming in Nederland aan te wakkeren, zouden we eerst tôt de overtuiging moeten gekomen zijn, lo. dat we in het aanvuren van die stemming zouden kunnen gelukken en 2o. dat uit Belgisch stand-punt, uit Vlaamscli standpunt vooral, de inmenging van Nederland in den oorlog, afgezien nog van de vraag: naast welke legers zou Nederland zich. scharen?) wenschelijk zou zijn... Want militaire uoodzaak alléén toch mag ons niet leiden... Op het verwijt dat we hem voorlegden weinig confraterneel tegenover ons te han-delen, te miskennen de vele diensten die de Vlamingen aan de ,,N. Rt. Ct." mochten bowijzen en te vergeten het gastvrij ont-haal dat hij altijd in ons land mocht genie-ten, en dat hera nu tôt eenige mildere we-derkeerigheid zou moeten stemmen, antwoordt de ,,N. Rt. Crt." niets. 't Is weinig. We vragen niets anders: dat men ons met rust late voortijveren aan ons dubbel, ons Vlaamsch en Belgisch, programma en dan zullen wij, langs onzen kant, ons wel van inmenging in Nederlandsche, binnen-landsche of buitenlandsche politiek, onthouden...Om te eindigen dit: het Algemeen Në-derlandsch. Verbond steunt De Vlaamsche Stem niet als Belgisch maar als Vlaamsch en Groot-Nederlandsch orgaan, en deed dit ook nadrukkelijk in hare uitgaven uit-schrijven.; Maar vermits de ,,N. Rt. Crt." de vraag heeft gesteld wat de Belgische staatslieden zouden doen in geval uitgewekene journalisten, in België, een vreemd Rijk moesten aanvallen, willen we nog even dit klein, historisch feit gedenken. Toen Napoléon III, na den staatsaanslag van 2 December 1852 met korte metten zijne tegenstrevers naar Cayenne verbande, vestigden zich vele Fransche republikeinen in België, onder wie Victor Hugo er» De-schanel, vader van den huidigen président der Fransche Kamer. Van u:t België vielen de gevluchte Franschen vi^nig den Keizer aan. Napoléon le petit votilde" z-.ch zoo ge-kleineerd, dat Iiii zijn gezant ts Hriif-scl 0|i-dracht gaf, Dij de Belgische regeering te protesteeren ru tevens hasr te verzoeken, maatregelen te remea om ?iji;e vijanden uit het land te drijven. België weigot-dc hardnekîiig aan 's Kei-zers wensch te voldoen. Napoléon werd boos en dreigde het kleine, zw.-ikkd, neutrale land je te tuchtigen. De zaïk werd in de Belgischo Km r cerproken. Cp ris dreice-menten van Nipoî.-on tjl aniwoordde toen fier, vrank en waardig de beigisehe minis-ter van buitenlandsche zaken, fcurggraaf Karel Vilain XIIII met iîjn beroemd ge-bleven: ,,Jamais!" Laat ons niettemin a mstippen, dat onze Belgische grootvaders van 1850 even idealis-tisch waren als wij hunne kleinzonen van het wonderjaar 1915. Een manifest van C. Wells e. a. over den Oorlog. >>Socialist National Defence Commit-tee" heeft een manifest uitgegeven, geti-teld: ,,Socialisten en de oorlog", dat ge-teekend is door vooraanstaande socialisten, o. a. H. G. .Wells, Robert Blatchford, enz! In dit manifest wordt gezegd : ,,Op dit oogenblik van groot nationaal gevaar, nu de onafkankelijkheid van liet volk brut^al wordt bedreigd en de erkende regelen van het volkenrecht en de vrijheden van Europa ruw ^ worden geschonden, verbreekt een handjevol pseudo-socialisten de nationale solidariteit door in het gezicht van d,en vijand de nationale pogingen te verzwak-ken. Het is dus de plicht van ware Engel-sche socialisten om de dwalingen van deze droomers aan de kaak te stellen. Sommige van hen zijn pacifisten, anderen zijn bui-tenlanders door geboorte, afstamming of sentiment, maar allen zijn bewust of onbe-wust handlangers van het Duitsche ,,Kai-sertum", verraders van de onvergankelijke idealen van vrijheid en démocratie, die het vrije Engeland, het onafhankelijke België en het republikeinsche Frankrijk in een on-verbreekbaren roemrijken bond hebben ver-eenigd.In dezen reusachtigen 6trijd voor de zaak van de Europeesche beschaving, die bedreigd wordt door een ruw, maar krachtig militaristisch matérialisme, hebben onze bondgenooten hun bol werk gevonden in de toepassing van de beginselen, die de grond-slagen zijn van het socialistisch geloof. Duitschland beweert, dat omdat een Oos-tenrijksch Serviër een Oostenrijksch prins vermoordde, dat Oostenrijk het recht had de Serviërs uit te roeien, en wijl Rusland tusschenbeide was gekomen om de vernieti-giïîg van Servië te verhinderen, Duitschland zelf gereclitigd was aan de nationale onafhankelijkheid van België een einde te maken. Van deze beweringen en de sclianddaden, die er op volgden, zijn eenige Duitsche socialisten krachtige verdedigers geweest en tevens de gewillige werktuigen van den keizer en de Pruisische militaire hiérarchie. Het zwaard, dat Engeland heeft getrok-ken, was het zwaard der verdediging en bevrijding. De ons opgedrongen strijd duldt geen compromis en mag niet geschorst'worden tôt Duitschlands poging om een militaire wereldhegemonie te vestigen verijdeld is, de geallieerden scliadeloos gesteld, de nationale rechten van het volk gehandhaafd en de Duitschers zelf bevrijd zijn van de lijfeigenschap van keizer en regeering en roofzuchtige neigingen. Do Engelsche federatie staat met de groote Fransche republiek als een slagboom tusschen militaristische macht en de vrijheden van elk klein land van Europa. Op de tegenwerping, dat Rusland onze inzichten niet deelt, kan ons antwoord zijn, dat dit rijk in dit ernstige oogenblik niet alleen met tegenwicht over ons staat, maar schitterend samenwerkt met de westersclie démocratie. Alleen door de mach'6 van Pruisen te ver-nietigen zal het den strijd aanbinden tegen andere vijanden. De ,,Dreikaiserbund" ïs dood en Polen is herboren.-'

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad gehört zu der Kategorie Oorlogspers, veröffentlicht in Amsterdam von 1900 bis 1916.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung

Ort

Zeiträume