De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad

1889 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1915, 14 September. De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad. Konsultiert 20 April 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/rn3028qq5s/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

i^io. IMsssdafl, 14 @©pt©sïiE3©F' as^ÊÎS s cens, DE VLAAMSCHE STEM I [eu volk zal ni si vergaan! ALGEBWEEN BELGiSCH OÂGBLÂO Eendraoht maakt macht KEOACTIE- EK flarJSIÎSISTBATIEBUREELEH s KALVERSTRAAT 64, bovenhuis, AMSTERDAM. Telofoon Ho. 9922 Noord. Onder ieiding van RENE DE CLERC© en Dr. A. JACOB. ABONNEMENTSPHIJS (by vooruitbetaling) : Voor Nederland per jaar gld. 6.50 — per kwartaal gld. 1.75 — per maaiid gld. 0.75. Voor Belgie, Engeland, Frankrjjk en andere landen dezelfde prj'zen, met verhooging van verzendingskosten (2U cent per nummerj, A DVERTENTIES: 20 Cent per regel. mededeelino. «»nor gevende aan talrijke vragen uit ci3 umnsii, hebben wij besloten iiet blad op het ,/> formaat van vier bladzijden terug te i Sien, en het te doen verschijnen driemaaî | lu it °P Q|n3[laB". DonderUag- en Zon- ^^hebben rte zekerheid dat onze abonnés ■moeeen zullen nemen met een maatregel, die ' de viaamsche Stem" het formaat terug-«chenkt ovcreenkomstig mot haar gezag en MI iiaoge pou waarop zij onze Viaamsche para «il brengen ; to meer, daar onze jongens uit is kampen aldus, tôt fienzclfden prijs, een 4lbht[ blad zullen krijgen. W NAMENS HET COLLEGE VAN LIQUIDATEUR EN. Mr. L. BRULEZ. BI-JSCHRIFT VAN DE REDACTIE. In verband met bovenstaande medetfeellng ... Ket Coliege van Liquidateuren, wijst do neiactio or oo, dat aldus cio brsetie godaohten-ong van onze politleke actie beter tôt zljn «M zal komen, zonder onze informatie-rubrie-kH1 uit het Vaderland" en „De Wereldoor-l,g" to œhaden. Tevens zullen rubrieken als B"itcnlanï*GChe correspondent, Kunst en Lot-leren, Toonoot, Oorlogsblbliographie wederom nlUts kunnen vinden. Wii zijn verheugd onzen lezers de „Harmen Biels" van René de Clercq als mongelwerk li kunnen aanbieden. DE REDACTIE. _ — ITQ» » g? i i i" Lsi| is de weg. ; Lan* is de weg naar Zelfbestuur. De kortste weg zou natuurlijk zijn: een , i daad van eenvoudige rechtvaardigheid van ; Hooger Iiand, .een groothartige tegemoet- j : koming van den kant van 't Gezag. Maar 1 | het zou gevaarlijk zijn ons zelven te be-; goochelen en van Hooger Hand een daad van dien aard te verwachten. :t Ligt met in' do natuur van den middelmatigen i inensch om goedschiks afstand te doen van | ]ang gencten voorrecliten. Dat doet alleen een heilige. En nu weten we wel dat de heilige Bureaucratius ook een heilige is, maar we weten tevens 'dat liij met een heilige iç van het rechte scort. Hij is geen hei-licrè die zich geeft in werken van rechtvaar-digheid en liefde, een heilige van wien men 'fc gemeente tust en wonderen verbeidt. De anti-VlaaiE6che bureaucratie, die fëitelijk, j meer dan de zcogenaamde Regeering, de | uitvoerende macht ie in den Belgischen Sfcaat,' lacht wat met een beroep op haar I rdkhtsgevoel, klapt de deur dicht voor las-tige schooiers om recht. En dat is van haar standpunt en van op het peil van haar deugd allerbest te 'begrijpen. We willen dan ook geen spotvertooning opvoeren door langer op haar stoep te dralen, in de ijdele hçop op een mirakel. Want ijdel ware het le hopen op een schielijke zelfverzaking van lieden, die 85 jaar donszacht hebben geze-teld op de kussens der Heerschappij en lek-ker gesmuld aan den disch van het voor-recht.!t Is een oudo wet: als de berg naar Mohamed niet komt, moet Mohamed naar den terg. Wie zijn recht niet krijgt, moet het î^lcn. Hoe zoo? Niet langs- den weg van v opstaft'd en misdadig verze.t, niet aan de lijn van Duitsche of andere vreemde belan- ! gen, maar langs lijnen van zuiver-Ylaam- j sche geleidelijkheid, langs den langen en | volllardenden, maar eerliiken en wettelijken j '"*2 van vreedzame overreding en doelma- J i;ge 6amentrekking aller Viaamsche I klaçhten. t De eerste beslissende stap op dezen weg B: zelfbewust worden en anderen bewust maken van de waarheid, dat een gezond, , Icyenskrachtig België ,,op den duur slechts rçstaanbaar is" op den grondsla.g van lo-gisch ,,doorgevoerde rechtegelijkheid", dat is, door verleening van Zelfbestuur aan de ^ide volkeren die zijn reclitsgebied bewo-aan Ylaanderen en aan Wallonie. Ve-len hebben den stap reeds gezet, maar dui-"enden zijn er die reeds staan in de goede nchting en alleen wâchten op een por, een Word, een wenk, om op Iran beurt, beraden [n overtuigd, den grooten stap te doen. :t -s echter wenschelijk dat de stap geschiede Jn het openbaar, waarneembaar worde in ('?n of andere gedaante. Ik denk hier, met Jiame, aan een algemeene adresbeweging. Laafc elken voorspreker zijn toehoorders, i laat elk Ylaamsch boiidsbe6tuur zijn leden i "jprespen en in de gelegenheid stellen om Oor tandteekening in te stemmen met een ''enoogscïiriffc dat Zelfbestuur als beginsel mildigfc. — En waar moet het met die adressen Jieen 1 —■ Naar de Belgische Regeering. Naar de Belgische scheurmand, be-oelfcge? Naar die beruahte mand, die reeds efgen Viaamsche verzoekechriften ver-^olgen heefl? . Vermoedelijk. Maar, ten èerste, het -.an ''een kwaad en 't is billijk dat de Bel-^ ® Regeering behoorlijk kennis krijge tn- ^ V€rlan^ns hs.rer aanstellers : eil ten k°0fdzaak wordt alleszins ver-'.ijKl., namelijk: dat het vraagsèuk --'fuur op de dagorder komt en blijft, J; îet, met de volkeren van Europa tôt ge-,*en, behandeld wordt voor de balie van °Penbare meening; • ?ee, met de volkeren van Europa tôt er S??11* 0nderschat dit niet. Bedenkt dat omm i "i ^96t-^ur°pa, in de belendende dio '6 n' miHioenen menechen wonen, Via niSL. eens we^en» dat er in België een s-})'?/ ,v°^' ^igen taal en eigen be-Zoo lang lieeft de Belgi-Wil.aaî ^ransc^sPrckende gezanten en tacftY" » wer>eld ingezonden, zoo lang îtuurl m 'k ^ransch wetten gemaakt, be-gjw ' onderwezen, gedrild, gevonnist, en „ f^en e.n P°sterijen beheerd. gemunt M«r mfricierc^ het buitenland niet ï'-n, \ 01 PJ ^elgix omvat in al ziin nesren Het f-&1 sprekend toIIc. fâQ daf • ,Ser¥lve niemand te verwonde-Eereboek aliéna de Eransclischrijvers Maeterlinck en Ver-haeren, als tolken van België, het woord hebben gevoerd. En mij verwondert het daarom ook maar half, dat zelfs de meeste Nederlanders, taal- en stamgenooten noch-tans, meenen te moeten Fransch praten zoo haast ze het station Esschen betreden. En dan, we moeten bedacht zijn op den Volkerenraad, die na den oorlog over het lot van de Europeesche volkeren zal hebben te beslissen. Hoe die Raad er uitzien zal, vermag nog geen mensch met zekerheid te zeggen — ik althan6 niet. Evenmin is heden te voorzien wie in dien Raad den doorslag geven zal. Maar, hoe hij ook zij samenge-stelct, en wie er ook het opperwoord voere, '•t spreekt vanzelf dat hij geen rekening kan houden met wenschen die niet ten gehoore zijn gebracht, geen vraagstukken zal oplos-sen die niefc eens zijn gesteld. De Volkerenraad is een kans die het Viaamsche volk geboden wordt, een kans zooals er zich aile eeuwen geen voordoet, en -die het dan ook niet onbeproefd mag laten voorbijgaan. Verzuim ten deze ware een onvergeeflijk vergrijp. Daarom dient er gezorgd dat de stem van het Viaamsche volk tôt dien Volkerenraad doordringe. En hoe moet dat ge-beureil? Juist door een algemeene, openbare adresbeweging voor zelfbestuur. 't Is waar, meer dan een kans, hoe onge-woon dan ook, wordt ons in dien Raad niet geboden. Ik ben de laatste oin te voorspet-len dat die Raad ons niet zal teleurstellen. Die Raad, zooveel weten we toch, zal be-staan uit louter mensch en 3 uit menschen die mièschien, misschien ! zullen dragers zijn van hooge, onbaatzuclitige rechtsidea-len, maar aie tevens vertegenwoordigers'zullen wezen van zeer uiteenloopende belan-gen. Wie zal 't winnen: de idealen of de belangen? Laten we onze verwachtingen niet te hoog spannen. De geschiedenis is al te leerrijk op dit kapittel. In çjk geval, wij zullen ons zelven later niets liebben te ver-wijten, indien we de kans, hoe gering ook, niet hebben verwaarloosd. Doch stellen we nu het ergste g-eval: d^t de Volkerenraad de eischen van Vlaanderen in den wind slaat en België herstélt op den ouden voet van rechtsongelijkheid. Dan wordt onze strijdensweg wel langer, doch niet onbegaanbaar, en ons Tippera-ry. hoe verwijderd ook, blijft binnen menschelijk bereik. Staan we dan niet verder dan voor den oorlog? Zeker staan we verder. -Want dank zij de ac^esbeweging hebben we alvast een machtig leger, eendrachtig bezield door een heerlijke leuze, bereid om op te trekken naar een doel dat den gang beloont. 't Komt er dan alleen op aan dat leger, zoo noodig, nog uit te breiden en op te 6tellen in heclite gelederen, om het daarna te laten storm loopen op het eerste en wellicht voor-naamste vijandelijke bolwerk: de huidige kieswet. Eveil wel, geen zorgen voor morgen ; deze dag heeft genoeg aan zijn eigen taak. J. DE COCK. F. L Snellaert f8©@—1872. WiSlems' geesteSsjke Zoon, (Vervolg van nr. 206.) Onderwijl begon hij in te zien dat pogingen, op letterkundig gebied alleen aangewend, de geesten wel tôt de we-dereisching der Viaamsche volksrechten kon-den bereiden ; doch dat de Vlamingen op den g rond der algemeene politiek moesten treden en aan het grondwettelijk leven der natie deelnemen, om dus het Staatsbestuur en de Volksvertegenwoordigers te nopen, zich met de Viaamsche zaak bezig te houden.Daaruit ontstond, dit zelfde jaar, het algemcen ■petitionnement der Nederland-sche bevolking van België. Van deze krach-tige en alsdan ontzettende poging was Snellaert de bijzondere werkspil, ofschoon J. F. Willems, zijn meester en vriend, in het verborgen het merkwaardig vertoog-schrift had opgesteld. Het ware zeker niet rechtvaardig, Snellaert alleen de eer toe te kennen van wat er, in de eerste jaren na 1830, te Gent voor de Viaamsche volkszaak werd beproefd, aangezien anderen evenals hij, voorname-lijk Willems, Blommaert en Rens, daartoe het hunne hebben bijgebracht; r aar hij was toch de çlriftigste werker en spoorde on-ophoudend elkeen, door woord en daad, tôt moed en krachtdadigheid aan. Zoo * werd hij alweder de ziel eener andere poging, waarvan het welgelukken on-berekenbare gevolgen voor de Viaamsche beweging moest hebben. — Franschgezinde of s.lecht ingelichte personen beweerden in dien t'ijd, dat het Vlaamsch sleclits een plaatselijke tongval was, even verschillend van het geschreven Nederlandsch als het Waalsch patois van het beschaafde Fransch. Zij trokken daaruit het gevolg, dat wij geen recht hadden om het Vlaamsch eene taal te noemen en het gebruik ervan de openbare Besturen, zelfs in Vlaanderen, op te drin-gen.Het was voor ons, door verbrokkeling reeds zoo klein geworden, eene hooge nood-zakelijkheid, die misgreep te doen opliou-den, en te bewijzen dat Vlaamsch en Hol-lari'dsch 6lechts een enkele en zelfde taal uitmaken. Om daartoe te geraken was het alleenlijk noodig, eenige verschilpunten in de spelling te doen verdwijnen. Er werd over dit vraag-punt een lange en hevige pennestrijd tus-schen de Vlamingen zelven geleverd; want verouderde gewoonten, overwegingen van godsdienstigen aard en zelfs baatzuchtige nandelsberekeningen stonden met verbitte-ring op tegen het denkbeeld, dat aile ver-schil tusschen de Holïàndsche en Viaamsche schrijfwijzen zou kunnen verdwijnen. er te Gent, op 23 October 1841, een taal-congres beroepen, waar de voornaamste taal-kundigen en schrijvers, bij openbare stem-ming over de hangende vragen zouden be-slissen. Het gevolg was, dat de stootendste verschilpunten voor altijd werden wegge-veegd, en men, onder anderen, het gebruik van het lidwoord de in den mSnnelijken nominatief, de enkelvokaalspelling, het vor-men der tweeklanken ei en ui met een enkele i en het verwerpen der onvlaamsche y in vele gevallen, met bijna algemeene stemmen uitriep. Wat aan deze vermelting van Vlaamsch en Hollandsch tôt eene algemeene Neder-landsche taal alsdan nog ontbrak, werd later volledig gemaakt; en nu is er tusschen de schrijrwijzen der beide landen geen hoege-naa-md verschil meer, dan de bijzondere stijl-wending, die kan voortvloeien uit den eigen aard en den persoonlijken gemoedstoon van elk schrijver. Snellaert werd de algemeene verslaggever van dit heugelijk congres. Men kan, in zijn gedrukt verslag, gevoelen dat hij een volledig besef heeft van de onschatbare gevolgen, welke de beslissingen dezer vergadering voor de toekomst der Viaamsche zaak moesten hebben. In een vlugschrift, dat hij het jaar te voren had laten verschijnen, onder den titel Iets over, den toestand on-zer tael- en letter-kunde, oppert hij eene gedachte, welke men schier als eene voorzegging zou kunnen aan-zien. ,,Wenschelyk ware het, zegt hij, dat er een algemeen woordenboek der tael onder-nomen wierde. Doch aile kleingeestige voor-oordeelen dien den by zulk omvattend werk ter zyde geschoven. Het ware misschien beter, dat men het gouvernement, in zyne onwilligheid om eene Vlaemsche Academie op te richten, gerust liete, en men nu zelf zich vereenigde en de geschiktste taelkenners uitkoos voor de medewerking, waer de Noordnederlanders een ruim deel zouden aen nemen." Slechts tien jaren later begonnen de "\^a-mingen en de Hollanders ernstig aan het o^-stellen van een Algemeen, NederlcmdsQli Waordenboeh te denken, en, zonder ziéli misschien alsdan de bovenstaande wooraen van Snellaert te lierinneren, voerden zij k|j -nen wensch'letterlijk'uit. IsPu *) zijn er reeds zestien zware afleveringen van dit Algemèen Woordenboek verschenen. Deze reusachijige onderneming, die met de medewerking tan Viaamsche en Hollandsche geleerden wèrd begonnen, door de h.h. D e V ries en^e Winkel, en nu door eerstgenoemde en E. V e r w y s wordt voortgezet, zal, na vol-tooiing, een gedenkstuk ter eere onzer moe-dertaal opgericht hebben, zoo als waàrschijn-lijk geen ander volk er een bezit. In 1842 gaf Snellaert eene Nederduitsche Volksbibliothech ùit, met het doel om de beste Noord-Nederlandsche schrijvers in Vlaanderen te doen kennen en waardeeren. Vier jaren later stichtte hij met de h.h. Rens, Degerikx, Heremans en V a n D u y s e, het letterkundig tijdschrift de Eendracht, dat tôt heden is blijven be-staan.Ook bezorgde hij 'eene nieuwe en gezuiver-de uitgaaf der volksboeken, welke de zooge-naamde blauwe bibliotheek uitmaken, en door taal- en stijlbederf bijna onkennelijk geworden waren. In deze veTzameling werden opvolgend gedrukt: De heerlijke en vrome daden van Keizer-Karel.lieinaerd de Vos. De geschiedenis van den Ridder met, de zwaen. De geschiedenis van Fortunatus, zijne borze en zijn iveiischhoedeken. Den 24 Juni 1846 klonk er eene droeve mare door het land. J. F. Willems, de aan. leider der Viaamsche beweging, was over-leden ! Verloor het vaderland in hem den ge-leerdste en machtigste zijner zonen, Snellaert verloor in hem niet alleen een liefde-rijk beschermer, maar tevens een leeraar en een boezemvriend. Na de eerste uitstorting van zijnen rouw over dezen onverwachten dood, begon Snellaert te ijveren om den naam van Willems te vereeren en zijne nagedachtenis door een prachtig gedenkstuk te doen vereeuwigen. Niet alleenlijk arbeidde hij rusteloos in de commissie tôt oprichting van het praalgraf, dat nu op den St. Amandsheuvel bij Cent, prijkt; maar hij liet insgelijks eene Korte ievensschets van J. F. Willems verschijnen. **) Willems had voor zijnen dood de uitgave begonnen van een aanzienlijk werk, dat de Oude Viaamsche liederen met de overge-blevene melodiën moest bevatten ; maar bij zijnen ' dood was daarvan slechts eene afle-vering verschenen, en voor de uitgave der overigen bestonden er alleenlijk onvolledige en niet gerangschikte aanteekeningen. Snellaert nam de moeielijke taak op zich, deze verzameling voort te zetten en te vol-ledigen ; en, dank zijner ijvervolle werk-zaamheid, breidde zij zich uit tôt een schoon boekdeel van meer dan 550 bladz. in 8o. Deze verzameling heeft meer dan welke andere poging bijgedràgen, om de aandacht van het Viaamsche volk te vestigen op den schat van keurige liederen en eigenaardige melodiën, welke onze voorvaderen ons hebben nagelaten. Het was bij Willems en bij Snellaert eene diepe overtuiging, dat de jonge letterkunde, wilde zij waarlijk nationaal blijven en tôt iets goeds en nuttigs gedijen, zicK in aile vakken op de overleveringen van het voor-peelacht moest steunen en, om zoo te zeggen, de onafgebrokene- voortzetting moest zijn van den geestesarbeid onzer vaderen. Van daar die onvermoeibare drif-fc om uit de duisternis der tijden ailes op te gra-ven wat, gedurende eeuwen van sluimering en beweegloosheid, was op zoek geraakt, en nu weder strekken kon om de Vlamingen * Het epstel van Conscience verscheen in 1$72. ààffLuE® Vkamsclie gtem'j^^eî'drnkti met eerbied en hoogmoed op de voorvader-lijke kunstgewrochten te doen terugzien. In het begin van 1847, werd Snellaert tôt lid der Koninklijke Academie van We-tenscliappen, Letteren en fraaie Kunsten benoemd. Deze benoeming opende een nieuw veld voor ziijine werkzaamheid ; maar dewijl niets hem het doel van zijn leven en stre-ven kon doen vergeten, zou hij, hier even-eens slechts aan Vlaanderen, aan zijne kunst, aan zijne taal en aan zijn volksbe-staan denken. Van hem zegt de heer T honissen, in zijn werk Académie royale de Belgique. Centième anniversaire de fondation 1772— 1872, classe des lettres, pag. 221 : , j Snellaert deed den overvloedigen rijk-dom der Viaamsche Letterkunde der mid-deleeuwen uitscliijnen. Hij toonde hoe deze Letterkunde veel door zich zelve had ge-schapen, lioe zij eene opmerkelijke gelijke-nis met de ooido kunstvoortbrengsels van Duitschland had, en daarenboven, hoe zij ruimsclioots had geput uit de werk en der Fransche clichters en prozaschrijvers, en dus kon aanschoaiwd worden als een na-tuurlijke 'band tusschen de Letterkunde van het noordelijk en van het zuidelijk Europa Hij heriixnerde de oneindige voordeelen, welke de Duitscliers gevonden hebben,in de vergelijkende studie van kunstgewrochten toebehoorende tôt verschillende tijdvakken en enidigde met den wensch uit te drukken, dat in den schoot der Academie eene Commissie werde benoemd tôt het drukken der on^tgegevene meesterstukken van de Viaamsche schrijvers der middeleeuwen'. Deze wensch van den ijverigen Vlaming werd, eenige jaren later, ver wezen! ijkt, en de Commissie, waarvan hij natuurlijk deel niaakte, gaf. opvolgend de oudste gedenk-stukken onzer voorvaderlijke Letterkunde uit, namelijk : Inl857, door prof. BormanS, het eerste deel der Naturen Bloeme van Jacob van Maerlant. In 1858 en 1859, door prof. David, de drie deelen van den Rijmbijbel van Ja-cob van Moerlant. In 1860 en 1861, door F. A. Snellaert, de twee deelen der Alexanders Geesten van Jacob van Maerlant. In 1869, door F. A. Snellaert, Ne-derlandsche gedichten uit de XIVe eeuw van Jan Boendcde, Hein vanv Aken en anderen, naar het Oxfords handschrift. In 1871, door prof. Bormans, Oud-Dietsche fragmenten van den Parthenopeus vcvn Bloys. Welken aanzienlijken arbeid Snellaert in de Commissie op zich geladen had, zal men kunnen schatten indien men overweegt, dat de drie door hem bezorgde -deelen te zamen 1790 bladen in groot 8ste bevatten, waar-onder niet minder dan 500 bladz. van zijne hand, tôt opheldering van duistere plaat-sen of de bepleiting van voor de Viaamsche Letteren gewichtige taal- of geschied-kundige vraagpunten. De andere werkzaamheden van Snellaert in de Academie bepalen zich tôt een twin-tigtal verslagen over verschillende onder-werpen, allen, op twee of drie na, in recht-streeksch verband met de Viaamsche be-langen. Intusschen bleef de wakkere man niet onledig buiten de Academie, en zette integendeel, zijne werkzaamheden op letterkundig en zelfs op politiek gebied met on-verzwakten ijver voort. In 1849 verscheen van hem in de Bibliothèque -nationale van Jamar, Histoire de /S littérature flama/nde. Stemde hij er in toe, de Fransche taal tôt dit werk te bezigen, dan was het met het doel en de hoop, aldus den rijkdom onzer Letterkunde insgelijks door onze franschsprekende landgenooten te doen kennen en schatten. Na hetzelfde jaar gaf hij een boek uit, onder den titel Schèts eener Geschiedenis der NederlBndsche Letterkunde, dat om zijnen klaren stijl, zijne doelmatige volg-orde en zijnen rijken inhoud, aanzien wordt als het .beste werk van dien aara, dat wij tôt heden bezitten. Ook werd het als clas-siek in de scholen aangenomen, én reeds in 1866 verscheen daarvan eene 4e vermeer-derde uitgave. $iiellaert was ook een werkzaam lid der Nederlandsche taalcongressen, die zooveel heben bijgedràgen om op letterkundig gebied de toenadering en verbroedering van Noord- en Zuid-Nederlarld te bewerken. Hij was in 1849, te Gent, voorzitter der regelings-commissie van het eerste Nederlandsch taal-côngres ; en in 1850 was hij, te• Amsterdam, oiider-voorzitter van het 2e Congres. H. CONSCIENCE. (Wordt vervolgd.) (Met de welwillènde toesiemming van Mevr. de Wed. M. Antheunis Conscience herdrukt door de ,,Viaamsche Stem".J @pc1 lied. Ik zag Cecilia komen Langs eenen waterkant, Ik zag Cecilia komen Met bloemkens in haar hand. Zij zag naar haren herder Den herder Floriaan, Die ook zijn schaapkens weiden ging Al langs dezelfde baan. Cecilia ging zingen,' Haar hart docht haar t' ontspringen, Dit. hoorde haren herder, Hij kwam tôt haar terstond, En kuste zijn Cecilia Aan haren rooden mond. (17de Eeuw.)' ■■■■■ ■■■■m» ■■ \mrr\ de kwaden zien SF.NEENfcDE TRAMSF.N J3E LEEUWEM DANSEN. K.LEINE HL ROKTIEK. Kern. The trumpets loud clangour Excites us to arms, With shrill notes of anger And mortal alarms. The double, double, double beat Of the thund'ring drum Cries, Hark ! the foes come : CHiarge, charge, 'tis too late to retreat. JOHN DRYDEN. ,,A song for St. Cecilia's Day, 1687. Jef Denijn, Het bestuur der Arnhomsche Vereeniging V. V. V. heeft den Mechelschen beiaardier Jef Denijn, die op het oogenblik in Engeland vertoeft, uitgenoodigd om in de eerste dagen van October het klokkenspel van den Arnliem-schen grooten toren te komen hespelen. Vermoedelijk zullen oolv uit Middelburg, Haarlem en Utrecht uitnoodigingen voor een carillonbe-speling (na die te Arnhem) den heer Denijn bereiken. Het Poolsche vraagstuk wordt nog voortdurend in de Duitsche pers besproken. Volgens de ,,Koln. Volksztg." is de gematigde Poolsclio richting, die vooral katholieke elementen bevat, over liet algemeen geneigd, een loyale ihouding tegenover de Duit-sohers aan te nemen, lioewel de Pruisische regeering het voorloopig vermijdt, bindende beloften af te leggen. Een schrijven uit de Rijkskanselarij van Wannschaffe bevestigt, dat ailes, wat de Polen zou kunnen bemoeilij-ken in het gebruik van hun êigon taal, door de regeering zal worden afgekeurd. De radicale Poolsche partij blijft ook verder op een min of meer onverzoenlijk standpunt staan en de „Koln. Volkszeitung" klaagfc over den hoo-nenden toon van het orgaa-n der in West-Duit^chlànd levende Polen, de ,,Wiarus Polski". De ,,Koln. VolîvSKtg." dringt er bij de Polen op aan, in de regeering vertrouwen tij stellen. De 3oden In Rusland. De ,,Times" deelt mede, dat het ban-kiershuis Rothschild te Londen het volgen-de telegram heeft ontvangen van Wisjne-gradski, den directeur der Internationale Commercieele Bank te Petersburg : ,,Verwijzend naar mijn schrijven van 8 Juni, heb ik het genoegen u thans rnede te deelen, dat de regeering de volgende maat-regelen heeft genomen: lo. de Joden hebben het recht gekregen om gedurende den oorlog verblijf te kiezen en onroerende goederen te koopen in aile steden van Rusland, met uitzondering der hoofdsteden en der keizerlijke residenties; 2o. het recht van toelating tôt de rijks-onderwijsinrichtingen is belangrijk uitge-breid.Naar ik vernomen heb, waren dit de voornaamste wenschen, die door vertegen-woordigers der Joden, die ik hier geraad-pleegd heb, waren te kennen gegeven. De wetgevende kamers en de regeering zijn eene verdere uitbreiding van de rechten der Joden gunstig gezind. ' ' De Jooâsche soldaat aan het front. In een artikel in de ,,Daily Telegraph" over het Joodsche Nieuw jaar, vinden wij o. a. het volgende : ,,Bij een overzicht over het jaar 5675 neemt de oorlog bijna aile aandacht in be-slag, want voor de Joden, zoowel als voor de andere leden van de gemeenschap, heeft het groot verdriet, grootsche daden en moeilijke vraagstukken gebracht. De Engelsch-Joodsche jeugd heeft op schitterende v/ijze geantwoord op den op-roep voor den dienst) en haar aantal kan prachtig de vergelijking met de algemeene cijfers voor het geheele land doorstaan. Bo-vendien hebben de Joodsche jongelieden zich in aile afdeelingen van de Engelsche strijdmacht 'vérdienstelijk gemaakt en on-derscheidingen daarvoor verworven, die de trots hunner geloofsgenooten uitmaken. Twee hunner hebben het Voctiria-Kruis gekregen, maar een van beiden heeft ongeluk-kigerwijze niet mogen leven om van den roem te genieten, dien h;j verdiend heeft. Velen zijn bij dagorder vermeld en van vele anderen is de verdienste op andere wijze erkend. De opperrabbijn en de rabbijn Mi-chael Adler zijn aan het front geweest en hebben een verslag uitgebracht omtrent den geest der manschappen, dat de gemeente diep geroerd heeft. Maar niet alleen in de gevechtôlinie hebben de Joden zich verdienstelijk gemaakt. Lord Reading, de Lord Ciiief Justice, heeft aan de sdliatkist groote diensten bewezen door de oplossing van vele financieele vraag-stuikken. die onder de oogon moesten gezien worden, ter wij 1 ook nog andere Joden op allerlei wijzen zich nuttig maakten voor den tSaat. Ceneraal Roessky. Qeneraal Roessky heeft volgens de „Temps" de onder zijn bevelen sta-ande ilegergroep, die tôt dusverre twee legers omvatte, in drie légers verdeeld, zulks uit de overweging dat tegenover elk der legers van Von Belo.w, Eich-horn en Gallwitz een Ruésisch leger moet worden gesteld. Généra al Iwanof blijft het bevel voereu oveT de strijclkrachten tegenover Von Mackensen, en tegenover het leger van prins Leopold van Beieren voert generaal Alexis Evert het bevel. Bjornson over den oorlog. Volgens een ,,Reuter"-bericht uit Kopen. hagen bevat , ,Eikstrabladet" een telegram uit Christiania, meldende da-t Bjôm Bironson, de zoon van den beroemden schrijver, ,daar in den loop dezer week een reeiks voorlezilngen over den oorlog zal houden. Bjornson is kort na den oorlog als leider van het persbureau Norden te Berlijn opgetreden. Daar er publieike demonstraties verwachi worden, geven ,,Morgen Avisen" en andere Noorsche bladen de politie in overweging de bedoelde lezingen te verbieden. Ceoraert Morcator (Cremer). Geeraert Mercator is eçn kind van ÎRupel-t inonde.. ^erd in M | 5 Maart 1512 igeboren. Er mag met recht ver-■ klaardj worden dat de geleerde wereld; tôt dan toe nog eoo geene iheldere sterre aan den he-mel der geographische wetenschap had zien verschijnen. Mercator, leerling der Universi-■teit te Leuven, was geograaf en hield1 zich ook wel onledig met de studie der liemellichamen, zooals blijkt uit een grooten metaalen J>ol, waarop liij een schats van het planetenstelsel •met handige graveering had weergegeven, volgens de stelsels die betrekkelijk gezegde wetenschap te dien tijde in zwang waren. Deze bol werdi et.telijke jaren in het paleis van Keizer Karel bewaaard, dbch na 1600 werd hij nooit meer terug gezien. Denkelijk is het dat dit merkwaardig < stuk, tijdens de oorlogen die rond dat tijdstip in heel Westelijk Europa woedden, verloren is gegaan. Wat echter onzen Mercator zijne voile beroemdheid' geschonken heeft, is zijn geograpisch gewrocht: ,,de vlak-teekening der w e reldka a art' ', die hij voor de eea-ste ma al in 1569 publiceerde. In dit kunsti-ge werk had namelijk de Viaamsche geleerde de toen bekende aardstreken, die steeds op den klassieken aardbol afgeteekend werdeen, der-wijze op een vlak overgebraoht, dat ze aldaar met hunne getrouwe afmetingen naast elkan-der liggend, te zien waren. Deze merkwaaardi-ge ontvouwingskunst is zoo gemakkelijk niet als men het zich wellicht mocht voor stellen, want eerst 30 jaren later, igelukte het den En-gelschen geograaf Wright eene dergelijke vlak-fteekening voorhanden te brengen, nadat hl| jaren lang gezocht had naar de princiepen die Mercator in het vol trekken van zijn werk ge-inspireerd hadden. Op lateren leeftijd vertrok Geeraert maar Duitschland en werd als geograaf gehecht aan het hof van den hertog van Gulik. Hij sohreef aldaar nog een aantal werken, aile in de latijnsche taal, waaTtusSchen als de meldenswaardigste gelden: ,,Geschiedenis der Wereld van het begin af tôt 1500", — ,,(De geographische tafels naar de opvatting van Pto* lemaeus", — ,,Beschou,wingen over het ont-staan der aarde". Geeraert Mercator ontsliep te Duisburg, in 1594. De stad Rupelmonde heeft. zijnen naam in het brons vereeuwigd. Een vSiegtocht. De Parijsche coi*respondent van de New-York Times besclirijft in dit blad een bezoek, dat hij bracht aan het station van vliegtuigen op het Fransche front, waarbij hij tegenwoor-dig was bij het vertrek en den terugkeer van een vlieg-eskader, dat een tocht naar de Duitsche loopgraven deéd. ,,Het was", zoo verhaalt hij, ,,op een groote vlakte, dat ik een der treffer.dste dingen zag, welke ik in dezen oorlog heb kunnen waar-nemen. De grond was gehe.el bedekt met vliegtuigen. Nooit te voren had ik zoo iets gezien. Er schenen er honderden te zijn. De kapitein wees naar het midden, waàr zij in het gelid lagen geschaard voor een eskaders-gewijze oefening. Er waren geheele linies van machines, die aldus naast elkaar op het veld lagen. Een kolonel liep van de eene groep naar de andere en sprak met de kapiteins van de vier machines, die achter elk van de vier linies stonden. Bestuurders en waarnemers gingen aan boord. Plotseling begonnen de machines en schroeven te draaien. Het geraas was oorver-d oo vend. ! Wij stegen uit onzen auto en de kolonel kwam bij ons. ,,Deze linies van machines worden gevormd door onze kleine, vertrouwbare tusschensoort zei hij. ,.Zij hebben aile mitrailleuses aan boord, terwijl een half dozijn bommen van onderen er aan hangt. Zij kunnen zeer mooi vliegen bij elke soort van weer en leggen onge-veer 67 of 68 mijlen per uur af." ,_.En de groote machines aerter de linies ?" vroeg ik. ,,0, dat zijn de nieuwe vliegtuigen met dubbele machine. Zij kunnen 80 mijlen per uur afleggen, maar zij vereischen een z5er zorg-vuldige behandeling." ,,Hoe heeten ze?" vroeg ik. ,,Sommige onzer mannen noemen zé h à-v i k e n, omdat zij zoo groot en imposant' zijn." Plotseling klonk een revolverschot en _ de stuurlieden en waarnemers van de eerste linie bukten zich.' Er was als een machtig geruiscli van vleugels. De eerste linie sprong -over het veld vooruit, en aile stegen gelijktijdig de lucht in, gevolgd door hun ,,havik". Bij het tweede schot schoot de tweede Unie vooruit, eveneens gevolgd door zijn ,.havik".- Na vijf minuten waren aile machines nog slechts kleine stippen aa.® den verren hemel, die si)el verdwenen, in de richting van do Duitâche loopgraven. Een uur daarna keerde het eskader ter\ig.: Het bleek dat de vliegtuigen zonder verlies van de expeditie waren teruggekeèrd.j Ceduîdïgcn en ongeduldigen. Op het Westelijke front gebeurt niets, voI-< strekt niets van beteekenis! Eî zijn menschen, schrijft een medewerker van het Italiaansche militaire tijdschrift ,,Preparazione", die meenen (en men kan tôt hun getal der Franschen. opperbevelhebber rekenen), dat men in de ge-' geven omstandigheden zonder bezwaar het oogenblik van het groote offensief op het Wes-teiijk front kan uitstellen, teneinde den aan-val, wanneer hij wordt ingezet, ook ineens en afdoonde te kunnen doorzetten. Daartegen-over st^at een ongeduldige minderheid — aan wier hoofd eenige leidende politieke personen — die van oordeel zijn, dat onmiddellijk moet gehandeld worden. ,,Wie heeft het bij het rechte einde? ,,De eerste groep", meent kolonel Baronne. ,,Duitschland ni. loopt zijn offensief in Rus-laaid voortzettende, zijn ongeluk tegemoet^ Het is beter dat noodlot zich te laten voltrek-ken en zich intusschen gereed te houden in het Westen voor den genadeslag. Van dien kant bekijkt, meent kolonel Ba-rone, generaal Joffro do zaak. En de schrijver durft hieraan toevoegen, dat de Russischo opperbevelhebber, verre van zich aan zich zelf overgelaten te gevoelen, eveneens den toestand op die wijze beoordeelt. ,,De ongeduldigen in Franlcrijk en elders behooren dus aan den verantwoordelijken persoon de kcuze van liet geschikte oogenblik over te laten. Do Fransche opperbevelhebber slaapt ongetwijfeld niet en hij verdient het meest volkomen en meest onbegrensde vertrouwen." (,,De »Tijd".) Cesnapt. Eerste student. Zeg eens, amice, îcun je een bankbiljet wisselen von vijf-en-twintig gulden? Tweede student. Nu, dan kur^je anij die som . j ook wel leenên»,. r " • * ~ ' ^

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad gehört zu der Kategorie Oorlogspers, veröffentlicht in Amsterdam von 1900 bis 1916.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung

Ort

Zeiträume