De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad

1153 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1915, 16 Juli. De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad. Konsultiert 29 März 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/b27pn8zf5s/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

, _ IA<» V*.ïirifa*S- ttf» .IsuïS IQtfS S COfît. DE VLAANISCHE STEM m ,f0ii( zal niet vergaan! ALGEMEEN BELQISG-H OAGBLAD Eendracht maakt macht es C» «nmiBICTRaTIFmioCPICK. . „„„ ABONNEMENTSPRIJS (bij vooruitbetaling): Voor Nederland per jaar gld. 6.5° REOACTIE- En AUlïllWlaTKATitBUKttLEil i HooftJofJSielienS wir. ALEER5K DESWARTE, — per kwartaal gld. 1.75 — per maand gld. 0.75, Voor België, Engeland, Frankr(jk w l i iiicTFnniii en aildere landen dezelfde pryzen, met verhooging van verzendingskosten '(2}4 «en* KALVERSTRAAT 64, bovenhuis, AMSTERDAM. ^ oer nummer) Opstelraad: CYRIEL BUYSSE - RENE DE CLERCQ - Dr. A. JACOB -ANDRE DE RIDDER. ? >• Teletoon No. 9922 Noord. ■ ADVERTEISTIEB: 20 Ont per regol. Ize Tegenvsrzekiriig. 'm Vaillant, Hollandsche advocaat, be-j.rt zoo de artikels van M. Bernard! ffijWrt ze goed - maar begrijpt se niet. KoTriinen ze — maar keuren ze ai. Bernard schrijft: Hollanders, handen af „ onze binnenlandsche zaken, ni. van de Slische taalkwestie. Vaillant antwoordt: ffin'ain die artikels van Bernard prachtig ! en lie Vaillant pakt uit met een lang waarbii hij tôt over den kop in onze bmnenlandsche taalkwestie ploetert. (Echo gm, no. van 15 dezer). jl Vaillant heeft — luistert goed — de tc]„énde ontdekkingen gedaan: lo Tussclien Holland en Vlaanderen be-f[5at' er maar een zekere overeenkomst oî c \ oortigheid van taal (certaine affinité c'idiome). . o0i De Vlaam6clie beweging îs een schis-œa" 'd.i. wil een scheuring in het Belgische vadorlând, is dus een ernstig gevaar voor de nationale eenheid. 3o. De Vlaamsche Beweging is een ger-manofiele, allerminst een antifransebe {trekking. , . , , io. Een handsvolletje schreeuwende zelo-ten van het pan-neerlandisme willen een uitbreidinçr van Holland. Qns fintwoord op punt 1: Hier is 't met ue?r Bernard tegen Vaillant, doch Vaillant versus Vaillant! Want diezelfde Hol-lander schrijft in zijn in slecht Fransch ge-stelde brochuur over Belgiscb-Hollandsche verhoudingen: La propagande pour l'idiome commun, d.i. gemeenschappelijkc, niet ^!oot gelijksoortige taal. Op punt 2: Do Vlaamsche Beweging wil van een sterk, kerngezond, zuiver en alge-heel Vlaamsçb Vlaanderen de hechtste rug-tresteun makén der Belgische eenheid en on-afhankelijkheid tegen en Franscbe en Duitsche inzijpeling, ondermijning, fean-trekking of opalorping. Qppunt S: ,yTôt wat holpén kaars en bril, sis de uil niet zion en wil ?" Immers, reeds inonsno. van 21 Maart heb ik aan denzelf-den Mr. Vaillant geantwcord met de door elle flaininganten beaamde verklaring van volksvertegewwoordigor Frans van Cauwe-laert:„Wij bedoelen hiermedô niet dat wij de Fransche taal willen uitroeien. Nooit hebben wij de Fransche taal geminacht, waarin c3ii zoo schitterende beschaving is tôt uiting gekojnen. Zij is bovendien onze tweede nationale taal. Maar onze taal is voor ons het onmisbaar geestes-element. Zij is de lijfe-lijk'é gcdaanto van ons geestelijk bestaan. Onze gcest verarmt als onze taal verarmt. Àllcon door de vernederlandsching kunnen wij het voile bczit van ons taal- en gees-tdeven bereiken. Dan zullen wij niet alleen zijn een volk dat ontvangt, maar een volk' dat ook kan geven, daar wij ons zelf zijn. Daartoe moet de school vernederl'andscht worden en het Nederlandsch de voertaal worden van het maatschappelijk leven." Dus — tenminste indien mon onze uiteen-zetting van programma als geloofwaardig wil achten! — geen anti-Fransch gedoe. En evenmin een pro-.Duitsche strekking! Voor-beelden daarvan zijn bij het grijpen, bewij-zen bij de vleet. Een volsta voor heden: Zie in ditzelfde nummer der ,.Vlaamsche Stem" hoe wij, in aile goede trouw en onbevan-genheid, benuttigen eene onthulling door de Echo Belge", die licht werpt op het zoo-gsuoemd Vlaamschminnend optreden der von Bissiiig's en tutti quanti. ,,Ce bloc enfariné ne nous dit rien qui vaille." Op punt If.: Waar Mr. Vaillant waant te roooten dit doen ten bate der Fransche cul-tuiir^ te weten: ingrijpen in de Belgische bmnenlandsche zaken; waar Mr. Vaillant zich als een afvallige der Nederlandsche cultuur, waarin hij geboren is, aanstelt,ver-mifcs hij een handje toesteekt om de ver-vlaamsching van Vlaanderen tegen te wer-^en; daar hebben echte Nederlanders, d. i. Hollanders die zich niet alleen om de be-whaviûg der 6 miljoen Noord- maar ook der H miljoen Zuid-Nederlanders bekommeren, daar hebben die warmgevoelende stam- en taalgenooten niet alléén het recht — neen, jeon, wij schrijven het uitdrukkelijk, daar hebben zij den Soogsten PUcht de Vlaam-sebo Beweging kracht bij te zetten. Ch. Bernard schrijft in zijn blad (>jE. B." nr. van 11 dezer): Van Fransche zijde zal het niet blijven bij een intel-lectueele inmenging in België, het moet worden en zal blijven een weder-zijdsch dienstbetoon in een blijvend b<mdgenootschap. ,,Cela est un fait. gré, mal gré, il faudra bien que cer-wine catégorie de flamingants, pour qui la haine de la France est un article de foi, en tiennent compte. Or, déjà maintenant, ils ^mblent prendre ce qu'on pourrait appeler une contre-assurance dans certains milieux hollandais." Dus: ,,Dit is een feit. Willens, oillens, zullen zekere flaminganten, voor Wl0 de haat tegen Frank rijk een geloofspunt ermede rekening moeten houdeu. Welnu, ^an nu af aan reeds, schijnen zij wat men mogen noemen een tegewverzekering te Demen in sommige Hollandsche middens." Welnu, ja, zonder doekjes er om te win-on> ^ggen wij: Tegen dat dreigend gevaar vG°r het Vlaamsche in den Vlaamschen am> dringt het zich op, dringt gij, Bor-!ap Vaillant en heel de aanhang, ons op, at wij, Nederlanders uit België, voor het JpjJen onzer Zuid-Nederlandsche zelfstan-îgueid, een tegénverzekering nemen bij °Q2e mede-Nederlanders uit Holland. Ihermede bedoelen wij niet dat wij on-vcorwaardelijk goedkeuren de wijze waarop cnkèle Groot-Nederlanders in de huidige ^Jandigheden optreden, en in volgende 4rtikela zullen we dit duidelijk maken. Hiei ^ ter gaat het maar ever de vraag: Moe-n do Vlamingen den Hollandschen steur ^n de hand wijzen? Stellig niet! En tegen ^ Vaillant zullen wij in de naaste toe> stçlleu duizseîiden bfiwust© Nederlan ders, die als dusdanig zich trouwe Vlaamsoh-gezinden zullen toonen. Waar wij, Vlamingen, die broederlijke hulp aanvaarden als de toepassiiig eener natuurwet,vermits dat hulpbetoon zelfs niet spruit uit stamverwantschap, maar ja uit staméénheid, mogen wij daarom allerminst niet verdacht worden te willen afbreuk maken op de Belgische zelfstandigheid. Evenmin beteekent dat gemeenschappe-lijk gevoel voor Groot-Nederland, zich ook over Zuid-Afrika uitstrekkende, eenig drij-ven naar grensuitbreiding voor Holland. Hollanders zoo goed als Vlamingen zien in, dat dusdanige uitbreiding evenzeer onwenschelijk als onverwezenlijkbaar is. Zoo begrepen het de duizenden Hollanders en Vlamingen die mij bij dergelijke verklaring op de Guldenspo-renviering te Bussum toejuichten. Zoo begrepen het de achtduizend Hollandsche leden van het Algemecn Nederlandsch Ver-bond en ook de buitenstanders, wanneer wij tôt ail en (in ons 100e nummer) dezen op-roep richtten, dien wij in vredestijd nog menigmaal herhalen zullen: Nederlanders! Ook tôt diegenen uwer die hun gevoel van saamlioorigheid tusschen Noord en Zuid nog niet door aansluiting bij het A. N. V. hebben uitgesproken, ook tôt u richten wij onze aansporîng om ons broederlijk te steu-nen. Wij allen toch voelen in ons leven een gemeenzaam ideaal: G rooter-Nederland, niet op politiek gebied, wel in het hoogere en hechtere domein van kunst en weten-schap, van taal en letteren, van handel en nijverheid, van aile uitingen onzer ééne stamkracht, van ,,al datgene waar kleine volkeren g root kunnen wezen." Dàt is het nobele beschavingsvuur, dàt is het ideëele rijk waarvan oijze Julius De Geyter zdngt: Het heilig vuur sla uit tôt vlam ! O Broedervolk der Nederlanden, Sticht nog het rijk van uwen stam ! Mr. ALBERIK DESWARTE. ■■ m ^ i Eesie Aanwijzing. Het is wel van belang te weten welk het lot is geweest van de Vlaamschgezinde ver-klaringen van von Bissing junior m Duitschland zelf. Ziehier wat daarover vermeil wordt door het Echo Belge van 14 dezer: De fceksfc van den brief van von Bissing-zoon, dien wij hier publiceerden, was de j tekst door Wolff overgeseind volgens ,,Het Vaderland", van Den Haag en ,,gelijk-tijdig" bekend gemaakt door ga-nsch de Duitsche pers. Het blijkt echter uit eene vergelijking met het artikel van ,,Het Vaderland", dat de tekst van Wolff niet volledig is. Wolff heeft ©envoudig den brief van von Bissing verminkt — laat ons juister zeggen : ge-censureerd.In zichzelf is het niet te verwonderen; de rede van den koning van Beieren werd wel gecensureerd. Maar hetgeen belangrijk is, is na te g aan welkr het gecensureerde deel is, want deze weglating veropenbaart welke de ware bedoelingen van de Duitsche Re-geering zijn, voor wat betreft de gedachte van den schrijver van den brief. Verrassend is het echter te bestatigen, dat ,,het door de Dùitscho censuur wegge-laten deel juist dat is, waarin von Bissing beloften doet aan de Vlamingen". Ziehier inderdaad hoe von Bissing zijn brief eindigde: ,,Ik zou het op prijs stellen, indien gij dit mijn antwoord aan de Nederlandsche pers kondet doen tekomen, omdat ik ver-neem, dat eene plaats uit een mijner Belgische opstellen verkeerd begrepen is gewor-den. Waar ik geschreven heb: ,,Vooral in de Vlaamsche streken zal in de volksschool het Duitsch op doelmatige wijze het Fransch kunnen vervangen. Het Vlaamsche school-kind zal het Duitsch veel gemakkelijker lee-ren als het Fransch", — daar heb ik met opzet ,,kunnen" en niet ,,moeten" gezegd. Het zou mij geheel voldoende voorkomen, indien in de hoogste klassen van de volksschool den leerlingen gelegenheid werd go-geven, om Duitsch te leeren. Maar natuur-lijk zou de voertaal van het ondervvijs Vlaamsch moeten zijn." De bovenstaande regels kwamen niet voor in 't Wolfftelegram aan de Duitsche pers. Zoo dus, het deel dàt von Bissing het liefsl zag overgedrukt ,,in de Vaderlandsche pers" om de Vlamingen te verleiden, is het deel hetwelk de Duitsche censuur niet tei kennis van het Duitsche volk wil gebracht zien. Geen beter bewijs is er te vinden voor het kunstmatige en bedriegolijke karakter var de beloften van von Bissing aan de Vlamingen; zij verbinden zoo weinig de Duitsche meening .— ik spreek zelf niet van de Duitsche regeering, want von Bissing zel] maakt opzettelijk voorbehoud voor wat di1 bijzondere'punt betreft — dat de Duitsche meening ze zelf niet kent! ,— ■■ rgi ■ Zonsondergan.q. Bij twijfellicht van zacht-opaal Door avondschijnsel goud-doorvloten, Heeft mij een vogel toegefloten In toover-stille accacialaan. De blaârkens hebben zich gesloten tôt slapen, in het licht der maan, De bloesems hebben overgoten van geuren, de van verre staan-tle zerken, verder weg-gelegen,. ' Besloten in de donk're gaard, Met al het tal van 6lingerwegen. — Laat af, o vogel, meSt uw slaan! 'tls 't uur, waarop de dooden spreken, Gij kondt die fluist'ring onderbreken. E. H. DU .QUESN3—.VAN .GOGH K. JLm JSI 3NT Eï K: 3EÎ. O IEK Kern. Riet als voer. De muilband is voor slaperige beron, De Pruisisclie Minister vau Landbouw maakt Maar voor geen Leeuw, zichzelf bewust als het volgende bekend : Leeuw. De droge voorzomer van dit jaar heeft ton iWillem Bilderdijk. gevolge gehad, dat de eerste snede van den (1756—1831) hooioogst op vele plaatsen weinig bevredigend ». was. Ook het stroo en vooral liet zomerstroo De taal oen hechte band. . zal ondanks den intusschen gevallen regen, kort Van Dr. M. Minnaert: blijven. Men zal dus met li'et ruwe voer spaar- ,,Met meer recht nog dan ,,de mensch vormt siaam moeten omgaan. Er zij daarom op ge- de taal" mag men zeggen dat ,,de taal den wezen, dat het riet (arundo phragmites) zoo- mensch ivormt". Do oaiouwe onderzookingen wel groen als gedroogd een zeer bruikbaar der proefondervindelijke psychologie hebben voeder oplevert. Men moet het alleen vroeg aangetoond dat 80 % der meruâchen overwege.nd genoeg, d. w. z. voor den bloei, ten laatste be- hunne gedachten-associaties en hun geheugen gin Juli, voor de eerste maal snijden.' Het steunen op onbewuste bewegingen van de spie- leverfc gewoonlijk dan nog twee latere sneden ren der keel- en van de steanbanden ; als ik op. In de Hannoversche markten en in Ma- aan een boom denk, nemen mijne stemorganen soeren .heeft men hèt. in droge jaren van ouds- terzelfdertijd den 6tand in om het woord ,,boom ' hor gevoederd. Hooi eu riet bevatten gewoon- uit te spreken, en dat zonder dat ik het zelf lijk acht procent stikstofhoudende en 45 pro- weet. Men bedenke toch wat. zulks beteekent: cent extractstoffen. Waaronder een aanzien- onze gedachten en gevoelens worden van 'n lij.ke menigte suiker. Het riot wordt zoowel onze prilste jeugd godwongen zich aan te passen groen als gedroogd door paarden en runderen aan onze moedertaal; en allen die met ons de gaarne gevreten. Een zekere voorzichtigheid zelfde moedertaal hebben, worden op dezelfde jg echter in zoover wenschelijk, dat men riet wijze onophoudelijk gekneed, allen groeien op mefc roest, moederkoren of brandzwammen niet volgens hetzelfde grondplan. Welk een echte; voederen moet en vooral niet aan dragende onverbreekbare band! Een band met aile taal- dieren. Onaangetast riet is echter in geen en- genooten in het heden, en met al degenen die kei 0pzicht schadelijk. in het verleden onze taal opbouwden zooals zv ' tôt ons gekomen is". De voedlngswaarde van verdord gras. De Belgische Bibliotheken. Zoodra de eerste moeilijkheden der organi- Bij de heerschende schaarschte aan veevoe- satie in het bezette gebied van België voorbij der wijst professor Zuntz van de landbouw- Avaren, schrijft men uit België aan ,,De hoogeschool te Berlijn, in do ,,Xorddeutsche Tijd", heeft het Duitsche GeneraaI-Gouverne- Allgemeine Ztg." er op, dat men het verdorde nient zi4Éi ook bezig geliouden met andere be- 8ras> dat men in dezen zeer drogen», zomer aller- langen. Een der eerste bepalingen was, dat de w_egen ziet, als veevoeder niet moet versmadon. openbaro bibliotheken weer moesten worden Nergens, zoo zegt hij, ziet men a-anstalten ma- geopend. -Zoo zijn sinds 7 April de zalen der ken om dit op den.wortel verdroogde hooi te Koninklijke Bibliotheek te Brussel wederom gebruiken. Het schijnt weinig bekend te zijn, voor het publiek toegankelijk en ook de meest dat het een hooge voedingswaarde bezit, bij belangrijke provinciale bibliotheken hfebben, gelijk gewicht zelfs een hoogere dan gewoon met uitzondering van de 6tadsbibliotheek van hooi. Bij het te vroeg verdorren van het gras, Brugge, de werkzaamheden hervat. blijven de voedingsstoffen er in. Terwijl ze bij Door een Duitsch deskundige is op verzoek normaal rijp worden naar het zaad gaan, zoodat •van den Gouverneur-Generaal een bezoek ge- gedroogde halm heel weinig voedingsstoffen bracht aan de bibliotheek van Brussel en aan overhoudt. Hoeveel grooter de voedingswaarde do voornaamste der provinciën, ten eiude een van verdord gras is, bewijzcn de schitterende rapport over den toe6tand samen te stellen. mest-resultaten van de runderen, die op de Uit dit Duitsche rapport zou blijken, dat de v.itgestrekto prairieën in Noord-Amerika tus- berichten over vernielingen van Duitsche sol- *chen ^Iississippi en het rotsgebergte weiden. daten in Belgische boekerijen overdreven In de heete zomermaanden hebben deze dieren I waren. alleen het gele verdroogde gras van de regen- De miuisterieele bibliothekén te Brussel wor- l^ozé stoppen en gedijen prachtig daarbij. De den opnieuw gerangscliikt en de catalogus is dieren moeten natuurlijk veel meer drinken dan horsteld. °P gro^°e weiden. De provinciale bibliotheken zijn er goed af- De vernietigiug van de beroemdo keurboe- 'n c'en oorlog. kerij te Leuveu, die in die dagen van verschrik- D0 militaire medewerker van den Berliner king in vlammen opgmg, is in dit opzacht het Bôrsen Courier" geeft eenige enfers" die een eenige offer van den oorlog gebleven, al is het voorstelling geven van getallen en afmetin^en h'elaas meer dan genoeg! in dezen oorlog. Bij de belegering en het bombardement van Een armeecorps heeft een sterkte van 41 000 Luik werd geen boek door het vu ren aange- man met 14,000 paarden en 21,000 voertuigen tast. Hoewel de granaten vermelend m de kanoonen inbegrepen. Daarvan behooren men neervielen en ook de stadsbibliotheek ge- tôt het strijdbarè gedeelte 36 000 man 9000 troffen werd, heeft geen enkele band geleden. paarden en 1200 voertuigen. Tôt de numitie- Ook de bibliotheek te Antwerpon bleef ge- colonnes en trein 5000 man, 5000 paarden en spaard. In Dendérmonde verbrande en de Be- 0ok 1200 voertuigen. Als men zich een leger- nedictijnerkerk en het klooster. De bibliotheek corpg 0p één enkelen weg in marsch voorstelt echter,^ hoewel liggend in het brand-gebied, dan neemt het een lengte in van ongeveer 50 gmg niet verloren. . kilometer. Wil een ,infanterist, die zich aan Aldus do mededeehngen m dit rapport. het eind van de colonnes bevindt, geheel naar ,, . . .... „ voren, dan heeft hij zonder rustpoozen tien Het standbeeld yan H us uur werk jjet afieggen van dezen afstand op Vvegens den oorlog zal het standbeeld, dat één dag zou op zichzelf reeds een groote praesta- in Praag ter eere van Johannes Hus is opge- tie zijn, omdat de gemiddelde marschafstand op ncht, zonder eenige plçchtigheid worden ont- édn dag in normalen toestand ongeveer 25 ki- huld. Het is vandaag, 6 Jul^ schnjft ce Wee- lometer Mraagt. De marschlengte van do lier, correspondent van de N Rott. Ct. 500 gevechtstroepen van het armeecorps bedraagt jaar geleden, dat h.j als ketter te Ivonstanz gg lometer. Dat is van belang voor den ti?d werd verbrand. Hus was met alleen theoloog van den sch- Stoot do vo^rhoede ^ maar ook een vurig Tsjeclusch patnot De vijand en lonfcwikke]fc zich daaruit een Pechfc^ Hussitische beweging was tevens een nationale i i1Qf p +„+. „ i i ï t i x ^ •* i -\7 dan duurt net vijr tôt zes uur voor de laatste bewegmg; tegen de l>u>toehe». Jan daar dat man ^ he(. kan g Uns b,j de meeste Tsjechen lioog staat aange- minste de bew i onafgebroken voortgaat schreven. Het standbeeld is net werk van den ° 4 + , beoldhouwer Ladislaus Saloun en plaatst Hus ™ Pauzen ontstaan. Dit laatste aa! eoh- to midden van oen groep zinnebeelden, waar- °? f® aanvoerdcï onder ook een Hussitisch dominee met de kelk. 6f$t et „va» do. verkennmg moet Verder wordt opgemerkt een groep van etrij- afwaehten, eer hij zyn bevelen geeft. Do laat- ders voor Gods woord, die om den geloove ge- ^ Sr°0P WOI'dî In ,den ,ook ^waarts leden hebben en in ballingschap n,oo5ten. [n ontplooid, waardoor de opmarseb nog langer de aula der hoogeschool en in de Protestant- ^r , , ,. r . , , sche kërken is zijn werk herdacht en in do . Df lengte die een Iegercorps m het gevecht Tsjechische bladen is hij als patriot gevierd. in m de. ^eedie mneeiut, werd voor den oorlog den T&jechischen schouwburg wordt een toepas- °P V1.er kilometer gerekend. Na de seliik stuk gespeeld. ervanng van den laatsten tijd, is het echtei belangrijk meer en thans rekent men op zes Een grensincident in Denemarken. ach^ kilometer. Zelfs als men zich aan Skodborg is een dorpje aan de'Kongeaa, de kleinste getal houdt, zouden tien leger- Ivoningsbeek, een grensriviertje tusschen Dene- corpsen, die naast elkaar veenten, reeds eer marken en Noord-Sleeswyk (Duitschlund). Eenige front van zestig kilometer innemen. Een datren geleden greep hier een gebeurtenis plaats voetganger heeft twaalf tôt veertien uur noo- die groot opzien baart in Denemarken. dig om dit front af te loopen. En toch vor. Twee jonge mannen, blijkbaar Duitsche onder- men tien legercorpsen slechts een klein ge- danen die zikh tijdelyk op Deensch gebied heb- deelte van de strijdkrachten, die in den mo- ben gevestigd, begaven zich jl. Zondag in den dernen slag op hetzelfde gévechtsveld gebruikl voormiddag naar de brug over de Ivongeaa, waar worden. zy de zaster van een hunner moesten treflen. Moet het Iegercorps met den trein vervoerc TerwUl de eene aarseloos over de brug ging worden dall hebbea do troepen alleen zeven en z.ch neerzette aan den weg op Duitsch ge- en.zestjg -treinen en de TOertuigen enz. een-en b.ed bleef de tweede jonge man s,aan ongeveer ye6rtig ^reinen noodig. 0ver enkel spoor duurt m is mu en T' , . , het transport van een legerkorps van zes toi Men is het er met geheel eens ver, m hoe- , 1 -r»•• j i ij.tj.j- ■ «erre hij op het ■ Deensohé, dan wel op het zeven dagen Bij dubbelspoor wordt dit drie o: Duitsche gedeelte van de brug stond. Een oog- ™jr dagen Het gèbruik van des spoorweg i: getuige heeft verklaard, dat h y op de Deensche slechts bij belangrijke afstanden te verkiezei helft stond; maar anderen meenen, dat hy op boven den marsch. het Duitsche gedeelte stond. Hoe dit ook zy, Het gewicht van de dagelijksche vefzorginf zeker is dat een man in politiek van de Duitsche voor één man bedraagt gemiddeld 1100 gram zyde op de brug kwam — het bleek een „aufselier" Het oorlogsrantsoen voor een paard is zes kilo te zyn in politiek — een revolver trok en zoo den gram liaver, voor zware paarden het dubbele jongen man dwong over de brug te komen naar Daar een legerkorps 14000 paarden heeft, ii ! Duitsch gebied en mee te gaan in de richting dit te zamen 84000 kilogram. Daarbij is dai van den Duitschen wachtpost. me^ do ZWaro paarden geen rekening gehouden ' Toen zy'n vriend zag wat er gebeiu*de sprong Rekent men, dat men op één treinwagen 100( ; hy on;niddellyk in de rivier en zwom naar de kilogram kan iaden. dan zijn 150 dergelijk< (Deensche) overzijde. Hij zwom onder water, zoodat nood; y00r da verzorging op ééa dag noch de twee revolschoten die de aufseher op - miiitaire autotrein, die uit een motor • liem loste, noch het schot dat de toesnellende Duitsche grenswacht afvuurde, den vluchtende ^gen, .fn een aanhang^agen bestaat, neem troffen. Do jonge man bereikten den Deenschen kilogram mee. \ an deze tremen zou e oever, waar' hy zich vry erg aan een doornstruik er dus 2o genoeg zijn. _ Hieruit ziet men he verwondde. voordeel van mechanisclie vervoermiddelen Terwyl de Duitsche aufseher zijn bestdeedom Moeten de^ransels dér manschappen cp wagens den zwemmer te treffen en geheel in deze bezig- wat nu bij de groote hitte yaak het geval is heid opging, maakte de andere jonge man van dan kunnen 60 ranscls op één wagen. de gelegenheid gebruik om in gestrekte drafhet Een bataljon heeft dan 12 wagens noodig Deensche gedeelte van de brug te bereiken. Voor het gelieele legerkorps zouden 288 wagen De reden van. dit optreden der Duitschers schynt noodig zijn. Wil men de mannen lateu rijden te zyn, dat de wacht meende dat bewuste jonge dau heeft een bataljon 100 wagens noodig. mannen aan hun militaire pJichten waren te kort gekomen en zich op Deensch gebied in veiligheid hadden gebracht. Afwezigheldsbelasting în Polen. De bevolklng van Berlijn. De inwoners van Polen, links van den Weicl Het aan tal inwoners van Berlijn bedroeg in sel, die hun woonplaat6en tijdens den Russ: den àanvaaig van Juni 1,939,943. Gedurende de schon in val verlieten, worden door de militair maand IMei is dit aantal met ongeveer 18,776, 1 ovérheid opgevorderd naar liun geboortelan onder wie 15,671 mannen, verminderd. Ook terug to keeren. Indien zij aan dien oproe in Juni heeft- een sterke vermindering plaats niet voldoen zulen zij een afwezigheidsbela! gehad. Het aantal huwelijken en geboorten ting vau 5 tôt 15 % op het -yermogen moete . is eveneeus gedaald. t i betalen, / Het strijdend Vlaanderen. Onze jonge Vlaamsche en Vlaamschgezinde dichter, Mr. August van Cauwelaert, sergeant-vrijwilliger bij het 13e linieregiment schrijft, naar aanleiding van een zijner Vlaamschgezinde oud-studiemakkers, aan zijnen broeder den heer dr. Frans van Cauwelaert, volksvertegen-woordiger : ,,J. S. heeft ziieh eindelijk laten overtuïgen om dienst te nemen. Geloof me: de jonge mannen welke niet aan dezen strijd zullen deelge-nomen hebben, zullen beschaamd staan wanneer de vrode zal weergekeerd zijn in het land. Een vrede en een vrijheid waar ze anderen voor vechten lieten. Ik waardeer hoog de op-offering en vriendschap van de Hollandsche professoren, die les willen geven voor onze Vlamingen, aan Nederlandsche universiteiten ; maar nog liever zag ik dat ze geen tochoorders hadden omdat dan al de weerbare mannen onder da wapenen zouden zijn. Hier kunnen onze jongens een school door. maken voor het leven. En moeten ze vallen, dan zal hun dood ten minste eervol zijn. Ik zie het: Vlaanderen groeit hier in ieder van ons. # Ik weet niet waarom ik daarover zoo dikwijls spreck in mijn brieven aan u, die ik niet te overtuigen heb : maar ik ben er zoo bewust van geworden, dat ik het u zeggen moet.'' Als getuigenis %voor het moedig gedrag van onz» Vlaamschgezinde jongens, mag daaraan worden toegevoegd dat sergeant August van Cauwelaert, eenige dagen geleden, voor do tweede maal op do regimentsorder vermeld stond voor zijn dapper gedrag. Moge ons het leven van deze kranige kerels voor lateren strijd gespaard blijven. Warmeer mannen als Eerw. Jan Bernaert, luitenant Van Hoorick, sergeant Aug. van Cauwelaert, seminarist Van Waegenbergh en zooveel andere flaminganten, met hunne eereteekens op het slagyeld gewonnen. vooraan zullen treden, dan willen wij eens zien of de Franschgezinden nog zullen durven smalen op de Vlaamsche Beweging, als een vaderlandsch gevaar 1 ■■ug» . • Cu» le flsming aan lie! front. Nog een Vlaamschgezlnden Soldaten-brief. Een sclioonen brief van 't front. Een andere toon dan de pessimistische klinkt uit dit schrijven van een jongen Vlaming, een Hodcnbach-diseipel. We wenschen hier (d de kloklcen te laten luiden. En dan komt er nog een zeer belangwekkend gedaclit in voor: de sticht in g van eene Vlaamsche boekerij aan het front, voor onze jongens. We zijn heelemaal niet overtuigd dat de stichting van dergelijke boc-kenverzamcling onmogelijk is ; op dit eigenste oogenblik, spant Frans von Cauwelaert zich in om de zaak te doen gelukken. Den lOden Juni 1915. Mijn trouiue Vricnden, Bij mijn aankomen hier to P. ontvang ik uw vriendelijk schrijven. 't Deed me zoo innig genoegen. We zijn 3 weken in do loopgra-chten geweest rond Ieper. 't Was zoo'n roerend af-reizen. We kwamen uit de zeestreek. uit de barre zandduinen en we vielcu in die jonge vruchtbare streek van 't Iepersche ; ailes scheen me zoo blij op onzen doortocht. We reden door die jonge natuur, door heerlijk bebloemde weiden die daar dronken lagen van weelde in 't belle zonnelicht. De dichtbcbladerde boomen wuifden statig met hunne takkeu. De strui-ken en 't jong gewas langs de grachten, "t wiegelde al zoo zacht op de lichten adem van het lentewindeke en scheen ons te begroeten op onzen doortocht. O wat deed dat jonge leven me deugd. 5k Droomde wijl wo opvaar-den naar onze loopgrachten, 'k droomde van 't lenteleven dat eerlang zal herrijzen voor ons volk en land na .dien langen winter van hun lijden. O die toekomst met haar droomen van leven. Die teekomst vol mvsterie. Ons verblijf, beste vrienden, in do loopgrachten verliep goed en 'k ben. Goddank, zoo springendo levend als in den tijd van de ,,lut-tekes". Alleman zegt, dat 'k er zoo goed uit-zie. En waarom niet? Mijn gestel verdraagt wondergoed de vermoeienissen die natuurlijk ! bij 't soldatenleven thuisbehooren en 'k ben dan over 't algemeen nogal opgeruimd. 't Is ; niet dat het zoo aangenaam is malkander daar heele dagen te liggen beloeren lijk baan-stroopers en uren lang te zitten luisteren naar 't weinig intéressante mnziek van sclirapnels en obussen. Maar wat baat het van daar te liggen kniezen lijk een oude dochter die gaarno zou trouwen maar niet van de markt geraakt! God schept den dag en 'k vaar er door! Ik ben blij omdat ik meen bij te dragen tôt het geluk van mijn volk. Ik ben verheugd en opgeruimd omdat ailes in do natur mij toe-lacht en ik overigens overtuigd ben dat ailes weldra weer goed zal zijn in ons Tand. Wat dank ik u om het opzenden van ,,De Vlaamsche Stem", 'k Heb er telkens zoo'n genoegen van en onze jongens lezen het zoe graag. Jammer toch dat we onze mannen niet ■ meèr lezing kunnen geven; ons volk leest zoo ; graag en er zijn zoovele uren van verveling. Jammer dat 't onmogelijk schijnt eeu boe-1 kerij op te richten voor de soldaten. Ik'zie met gerust gemoed de toekomst in. > Ons land zal zeker herrijzen! Wat mij persoou-lijk aangaat, 'k breng blijmoedig 't offer van mijn leven indien zulks Gods wil is. Och jeugd, kracht, rijkdom geluk, 't is allemaal 1 toch van zoo'n betrekkelijk belang. 'k Zie zoe 1 wel in dat zulks in zich geen hèt minste be ■ lang heeft en slechts dient tôt ons einddoel ' de zaligheid der ziel, het leven in een beterc } wereld. Ik herinner mij zoô'dikwijls .de mooie woor-" den van Rodenbach. Ze passen zoo wel bij der ; toestand der Vlaamsche jeugd tegenwoordig 1 ..Mijn leven voor Vlaanderen en Vlaanderer 1 * voor God." ..O, mocht ik dat winnende sneven." » 't Is zoo'n hoog ideaal en zoo waardig vai > de grootste offers. Mijne goede trouwe vrienden, 'k eindig mijr • epistel, want de facteur is daar. Goeden moed 3 Moge de Heer u zegenen en overladen me: > zijn genade. 'k Druk u vurig de hand en hooi stellig u binnenkort weer te zien. TJw innig toegene-gen EDWARD. — «i 3» ■ lie onze feiegrammer e l en laatste fegerberichter n op de tweede bladzijde Besluiteloosheid. Onder de Belgen, die in den vreemde ver-blijven, begint wat besluiteloosheid te komen. Hoe dikwijls hoorden wij de vragen : hoe lang zal de oorlog wel duren? Zullen wij ja dan neen naar huis terugkeeren of wel nog wach-ten, maar hoelang? En als we thuis zijn, wat dan ? Niemand weefc hoe lang de oorlog zal duren. Onzo bondgenooten verklaren dat zoolang België en Noord-Frankrijk on een deel van Polen bezet blijven, er geene spraak van vrede I kan zijn. Duit-schland vorklaart daarentegen met grootspraak, dat het die gewosten zal behouden en annexeeren. In aile gcval zijn zij een eenig kostbaar onderpand voor Duitschland om desnoods to onderhandelen. De heer Stephon Pichon, oud-ministor van buitenlandsche zaken in Frankrijk, sclireef in ,,Le Petit Journal" van 23 Juni een over-ziolit van den toestand dat den middenweg aanduidde. Zijne conclusie was de volgende : ,,Uit een diplomatisch of uit een militair standpunb beschouwd mogen wij ons niet aan snelle beslissingen verwa-chten. Wij moeten er eene reden van maken, en er naar liandelen. Wij mogen geen minuutje ophouden op het gelcnoei van den vijand toe to zien of wij moeten het verijdelen. Met hardnekkigheid moeten wij wapenen, geweren, kanonnen on am-niu-nitie voor den oorlog vervaardigen. Door eene nooit te versagen activiteit moeten tvij het gokonkel van do tolken van het Ger-maansch militarisme tegenwerken en ons ge-reedmaken 'zoo snel met hen niet gedaan te maken, zooals we het hadden gewild Eenige dagen later sclireef dezelfde Fransche staatsman, na krachtig aangedrongen te hebben op de spoedige industrialisatie van den oorlog, daar do natie geen groote offensieve bewegingen kan verwachten : ,,Laat ons toch geen valsche hoop koesterenl Duitschland denkt niet aan ophouden en vrede. Het lijdt geen honger. Het schrijdt op de nederlaag en- het bankroet toe, maar het verzwakt geen oogenblik in zijn tegenstand. Het spant zich ontzaglijk in om kanonnen, handwapens en granaten te fabriceeren. Lâat ons meer do on. Tôt dien prijs zullen wij overwinnen". Als men hier bijvoegt hetgeen gebeurt in Engeland, waar cen iindus^nieele algemeene dienstplicht wordt ingevoerd om het maximum aan munitie en geschut te kunnen maken en als die zelfde aanmaak in Rusland en in Italie evenveel zorgen baart, dan zou men dwaas zijn te ,onderstellon dat de oorlog met October zal afgeloopen zijn. Inlichtingen uit Duitschland en elders bevestigen de meening dat wij voor cen tweeden winterveldtocht staan. Zooals Pichon schrijft kan de overmaclit in wapenen en aan munitie alleen in staat wezen om de overwinning te verzekeren. Er is echter tijd noodig om kogels en kanonen te fabriceeren en om die overmaclit te bereiken. Uit al die toebereidselen en tevens uit den internationalen -toestand zelve blijkt het, dat de oorlog nog geruimen tijd kan duren. Den dag en het jaar van den vrede bepalen kan nemand. De oorlogen van Napoléon t-oonen aan hoo lang er kan gevocliten worden. Wo willen echter toegeven dat de wereld van 1915 niet meer deze is van Waterloo, en dat een oorlog van tien twintig jaar -tôt het rijk der onmo-gelijkheid schijnt te behooren. Yelen van onze gevluchte landgenooten ver-keeren in een moeilijk parket. lit bedoel vooral industrieelen, handelaars en koçplieden. Onder hen kennen wij er die zich groote offer ge-troosten, die met verlies laten werken om hunne arbeiders niet te moeten wegsturen. Zullen zij op den duur hunne fabrieken niet gansch moeten stopzetten ? De grondstoffen worden schaarscher en, schaarscher en de opeischingen van den vijand putten het ongolukkig vaderland meer en meer uit. Elke Belg die naar zijn land terugkeert is een gijzelaar. Den dag. waarop de Duitschers zullen achteruitgeworpen worden, dank aan de overmacht der wapenen en der munitie der bondgenooten, kan allernoodlottigst zijn voor België. Zonder twijfel zullen aile jonge mannen die opgeschreven staan, naar Duitschland worden gebracht. Men zal beginnen met de provinciën Luik, Luxemburg en Limburg om voort te gaan met het Centrale België. Loatst zouden de Vlamingen komen, die, het is zeer te vreezen, als levende dekking voor den af-trekenden vijand zouden dienen. Het zou de eerste maal niet zijn dat burgers als schild en borstwering door de Duitschers zouden worden gebruikt. Het gevaar zou nog grooter zijn voor de Belgen die een vestinggeb'ed of strategische punten bewonen. Daarenl)oven is de voeding van 7 tôt S.OCO.OOO Belgen steeds een willekeurig en wisselvallig iete. Het ge-zond verstand gebiedt aan onze vluchtelingen te blijven waar ze zijn. De rijken en de armen kunnen uitzien ook in Nederland, maar wat gezegd van den middelstand? Hoelasg zal hij het in Nederland kunnen uithouden zonder door den nood nog gedwongen te zijn de Belgische gevangenis binnen te treden ? Wat lot is hem in België beschqren ? De nood. Aldaar kan hij niet anders doen dan zich den buik inriemen. In grondbegin, in geweton en uit den staat van zaken op internationaal gebied kan nie-mand het einde van den oorlog met zekerheid voorspellen. Geen welgemeende Bclg kan zijne landgenooten aanraden naar zijn land terug te keeren, wegens het zwaard van Damokles, dat iederen bewoner ginder bedreigt. Wie niet door den uitersten nood daartoe gedreven wordt, wie er niet geroepen wordt door do b-vensvraag : zijn of niet zijn, blijve in het bui-tenland en neme zijne maatregelen en voor-zorgen met het oog op de toekomst. Men schaf-fo 'zich bezigheden aan, want verveling eu le-1 diggang 'zijn doodeîijk omdat zij ontmannen. LEONCE DU OASTILLON. ^<£—.• ' Fânaiiciëeic GeSdkoers van 15 Juli 1916. Medegedeeld door de Rotterdamsche Bankver-i eeniging, Rokin, Amsterdam: Belgische biljettén ........ 40.40—40.90 Fransche biljetten 43.75—44.75 Engelsche biljetten 11.85—11.95 ; Engelsch goud 12.00—12.08 Uit Rusland. Naar het „Hamb. Fremdenblatt" vermeldt, zal de Russische Minister van Financiën Bark onmiddellijk na de opening der Ooema een Wets-ontwerp indiçnen met betrekking tôt de uit-| breiding van het emissierccht der Rijksbank. Het aantal biljetten in omloop vermeerdert snel. Volgens den laatsten bankstaat was een k bedrag van Rbl. 8695 millioen aan biljetten in de circulatie, op o Juni slechts Rbl. 3-151 ) millioen en. be^in Januari nog geen, Rbl. 300Q millicen,

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad gehört zu der Kategorie Oorlogspers, veröffentlicht in Amsterdam von 1900 bis 1916.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung

Ort

Zeiträume