De waarheid: socialistisch weekblad

1041 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1914, 11 Januar. De waarheid: socialistisch weekblad. Konsultiert 29 März 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/222r49hh12/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

8e Jaargang Nr 5. Prijs : 5 Centiemen. Zondag 11 Januari 1914 DE WAARHEID ORGAAN VAN DEN " YRIJEN SOCIAUSTENBOND „ ii J L_ Sleolits hij die de vrlj» tieid van anderen lief heeft is die zelf waar* dig. "1 . ALLE BRIEFWISSELINGEN TE ZENDEN NAAR DE Nieuwe Veemarkt, 19, GENT v ABONJVBMBNT8PRIJS Voor 3 raaanden Fr. 1-00 Voor 6 maanden. . . : , 2-00 Voor 1 jaar 4.00 0P V00RHAND BETAALBAAR Annoncen worden geplaatst volgens oyereenkomst — Het Socialisme en de Intelleklueelen Maar aanleiding der Voordracht gehouden door E. Van der Velde, voor de studenten, in « Ons Huis ». II « Het plaatsjagen — zegt Van der Velde » verder — is vernederend, ontzenuwend, » onzedelijk. Ik beklaag de jeugd die erdoor » is aangetast. » Hierin heeft hij groot gelijk. Maar nergens wordt die jacht op grooteren voet gedreven en meer aangemoedigd dan in zijne partij. Dat is zoo waar, dat zoo gauw men één bemerkt die wat ijver aan den dag legt, ieder-een zegt : « die traçht « binnen » te geraken. » Z66 algemeen is daar het plaatsjagen dat men geen andere toewijding meer kan ver-onderstellen dan om mee te likken. En dit moet steeds erger worden : De invoering van bezoldigde beambten in de vakvereenigingen, de uitbreiding der koope-ratie en naamlooze maatschappijen, het bemachtigen van politieke mandaten, het veroveren van sohepetizei^Js, en dan Het gc bruiken van den invloed aldus verkregen om « kreaturen » aan baantjes te helpen, heeft geen ander doel dan het jachtveld te vergrooten, om aldus de partij te versterken. Hoe komt het dat men dit maar vernederend, ontzenuwend en onzedelijk vindt als de plaatsjagers zich elders adresseeren ? Of weet Van der Velde niet dat zijne partij letterlijk opgevreten wordt door de plaatskensjagers ? Het is mogelijk, maar in dat geval kunnen wij hem geen geluk wenschen met zijn men-schenkennis en doorzicht. Trouwens, dit gebrek aan "klaar inzicht komt duidelijk te voorschijn, waar hij zegde : « De zakenzucht is van een ander gehalte. » De lijders er aan, trekken zich geen » politiek aan, zij verafschuwen die. Ze wil-» len alleen geld winnen. Ze denken aan » niets anders. » Het libéralisme klaagt erluidde over. » De zakenmannen verkiezen een rustig » land, zijn afkeerig van elken strijd — de » beste regeering is voor hen zulke regeering » die hen toelaat hooge winsten te verwe-» zenlijken, gelijk door welke middels, op den » rug van wie 00k. Zij zwenken rechts. » Tôt al diegenen richten wij onzen oproep » niet. Wij wenden ons tôt diegenen welke » bereid zijn te offeren aan den vooruitgang, » aan de menschheid ! » Na het lezen van zulke regelen vragen wij ons af : Of Van der Velde een groote klucht-speler is, of een naïeven dompelaar? Maar de zakenzucht is de eenige drijfveer van al de leiders in zijne partij! Zaken doen, de zaken uitbreiden, geld winnen, rijk worden, kunnen schitteren met het geld van anderen door het in allerlei onnutte dingen te verkwisten, is hun eenig doel. En als hij lie-den wil zien wie het gelijk is door welke middels zij hooge winsteÏÏ verwezenlijken, dat hij eens rondkijkt onder zijne vrienden, en wil-len die hem niet inlichten, dat hij zich tôt ons wendde. Dat : zich offeren aan de menschheid, is 00k kostelijk! Die offeraars worden er niet mager op. Velen hebben wij gekend die vroe-ger met het haar door hunne muts, en zonder schoenen aan de voeten liepen, en nu, dank zij hunne opoffering (?) welgezeten bourgeois zijn geworden. En die zijn zoozeer naar rechts gezwenkt, dat er tusschen hen en hunne radikale of liberale bondgenooten geen ver-schil meer is te bemerken. Dezen hebben zeer zeker geen afschuw van de politiek, want zij hebben er ailes aan te danken. Doch Van der Velde bedriegt zich als hij meent dat zij die zich geen politiek aantrek-ken dit doen om meer geld te winnen. Er kunnen er, ja zulken zijn, maar dit zijn dan voorzeker niet de brekebeenen, de ongelukkig bedeelden van verstand en wil. Voor op eigen beenen te staan is er meer kracht en sterkte noodig dan voor zich te laten dragen door" de kudde. Integendeel hebben wij meer dan één poli-tieker gekend, die zich in de politiek wierpen omdat zij daarbuiten geen kans zagen om hun brood te winnen, verre van iet te worden. Juist de politieke schaapstal wordt meer en meer door schuimers en middelmatigen be-schouwd, als het veiligste en gemakkelijkst te bereiken toevluchtsoord, de cirk waar men omhoog gaat bij gebrek aan zwaarte. Wacrscn le. het- vcaoîciiiULiijlv Cil ZCuciljK laag peil der parlementen, waar overal over geklaagd wordt, toe te schrijven? Aan de walg die de politiek aan aile uitste-kende geesten inboezemt! Meer en meer houden die er zich van ver-wijderd. Zij laten dit jachtveld aan de atri-visten, die nauwelijks gekomen zijn waar zij wezen wilden,"ailes verlooehenen watzij vroe-ger voor waar verkondigden. Dit laatste schijnt Van der Velde 00k te weten, en het lijkt wel of hij hier gekomen is om hen de les te spellen en terug in de goede baan tevoeren. Wetende wat een onverstaanbare tegen-strijdige hutsepot men hier van het socialisme maakt, schijnt hij hen te hebben willen leeren wat socialisme is. Hij deed zulksin de volgende bewoordin-gen:« Het socialisme wil rechtvaardigheid. Dat » begrijpt men gemakkelijk. Maar het wil 00k » de vrijheid. » Dat wordt betwist. » (Geen wor.der, want hier en elders leert men dat socialisme eerst en vooral tucht wil Tucht nu is dwang, en dus juist het tegen-' overgestelde van vrijheid. Redactie) « Er zijn er die beweren dat wij ailes ann » den Staat willen overmaken, door den Staat » ailes doen regelen. (Zekerlijk, dat is hier de opvatting der Gentsche chefs van het socialisme. Die zullen niet weinig staan zien dat Van der Velde geheel hnnne leering in duigen wil werpen. Redactie). » Die opvatting is verkeerd. » Leroy Beaulieu, een burger-ekonomist, » beweert dat het socialisme het er op aanlegt » om door staatsdwang al de eigendommen » aan den Staat te brengen. » Over het algemeen denkt de burgerij dat » het socialisme de vrijheid zal vernietigen, » dat aile initiatief door den Staat zal opge-» slorpt worden. » Niet alleen onze tegenstrevers verwarren » etefcme(Staatsoppermacht) met socialisme. » Vele socialisten verwarren dit 00k als zij » zeggen dat de regies, de uitbating van een » deel handel of nijverheid door de openbare » besturen, als eene socialistische overwin-» ning moeten geboekt worden. » Pak vast, Anseele, Hardyns en Cie ! Het is nu geen « vrije », die u zegt dat ge van het socialisme — waarvan ge leeft — niets kent, maar uwen hoofdman, door u allen als uwe meerdere erkend. Watklop ! Wat godsklop ! Werd dit nu gezegd door een simpel lid der partij, die zou er uit gedonderd worden. Maar thans laten zij zich dat zeggen, nemen het zelfs in hun blad over alsof het een stads-riieuwsje was. In andere woorden is dit toch gezegd : « Al wat ge hier de menschen ophangt als socialisme, waarmede gij uwe schepenzetels verde-digd, waarmede gij tracht uw kapitalistisch gedoe te rechtvaardigen, enz.,enz., dat ailes is geen socialisme, maar grof boerenbedrog. » Zulke oorvagen moeten zij zich laten wel-gevallen, maar troosten zich met de gedachte : « Onze gaaien verstaan er toch niets van ». Ook zal men zien dat ze op de oude wijze zullen voortgaan. (Wordt vervolgd). — -■*> m », — -, Oit onze ffennnemigen Deze week herlazen wij ons artikel De be-schuldigden worden de rechters. Wij wilden zien of wij in iets overdreven hadden, en als gevolg van dit onderzoek kwamen ons zoo-veel gebeurtenissen voor den geest, dat wij onsafvroegen of het dan toch wezenlijk zôô moet zijn, dat de mensch de vijand van zich zelveis? Wij bleven hierover lang, zeer lang naden-ken; wij onderzochten het voorgevallen feit met zijne oorzaken en gevolgen, en kwamen ten slotte tôt het besluit, dat de meerderheid van de menschen als 't ware voorbestemd zijn om de slaven te zijn van eene kleine minderheid. Duizende malen is het beproefd hieraan verandering te brengen, en duizende malen heeft die beproeving schipbreuk geleden. Groote denkers, edele menschenvrienden, hebben door de eeuwen heen, allerhande stelsels van maatschappelijke hervormingen vooruitgezet, in woord en in schrift; elkstel-sel, hoe onzinnig of hoe droombeeldig ook, vond bijval onder de groote massa, omdat de onterfde massa er steeds redding in zag. De geschiedenis zegt ons hoe menigmaai er opstanden en volksrevoluties ontstonden, om al de maatschappelijke ongerechtigheden te doen verdwijnen en een meer menschelijk bestaan te scheppen voor de onderste lagen der maatschappij. De geschiedenis leert ons ook hoe weinig dit ailes geholpen heeft. En gesteund door ailes wat wij gedurende meer dan eene halve eeuw zelf hebben mee gemaakt, wanhopen wij dat er ooit aan eene volledige bevrijding te denken valt. Zulke beschouwingen zijn voor hen welke het goed meenen niet zeer bemoedigend, maar onze persoonlijke bevindingen hebben ons zooveel teleurstellingen nagelaten, dat wij, om eerlijk te blijven met ons zelve, niet anders kunnen spreken. Er was eentijd dat wij dachten: neenl Dat wij zeker waren, wanneer elken arbeider met ons wilde meewerken, wij het aanzien van de maatschappij zouden kunnen veranderen. Wij schreven de schuld van de maatschap pelijke ongelijkheden aan de kerk eenerzijds, en aan de monarchie anderzijds. Uit die over-tuiging ontsproot onze strijd tegen die instel-lingen. Ook waren wij bewust dat de wetge-ving op slechte grondslagen beruste, dat daarin verandering moest gebracht worden, en dit alleen kon gebeuren als de arbeiders zelve de wetten zouden maken. No g een ergere vijand hadden wij te be-kampen: dit waren de werkgevers in het algemeen. Wij dachten zelfs niet dat er onder hen ook waren die uit menschlievendheid het anders zouden gewild hebben. Wij zelf waren arbeiders op het fabriek. Wij ook werkten voor een ontoereikend loon en onder de drukkende reglementen van dien tijd. Hoe kon het anders ook, wanneer wij vast-stelden dat er zooveel overvloed was langs de eene zijde, en zooveel bittere ellende langs de andere, dat wij ons met hart en ziel in den strijd wierpen en bij dezen, die dach-1 ten zooals wij, die voelden zooals wij, aan-sloten.*"-<• diluer vuenaen neDDêh wij, op hon-derde meetings, onze vijanden gegeeseld. Wij vonden de kracht onzer woorden in een diepgevoelde overtuiging, dat er verandering moest komen en ailes beter kon geregeld worden. Dat wilden wij bereiken, met aan onze medewerklieden niet alleen van hunne rech-ten maar ook van hunne plichten te spreken. En, laat'het ons maar luide zeggen : de leiders van onzen tijd waren toonbeelden in het vervullen hunner plichten, en dit in aile opzichten. * * * Wij zegden zoo even dat wij in honderde vergaderingen en meetings de werklieden tôt het vereenigingsleven en tôt Verzet hebben aangeinaand, en het was op een dier mee-tingen, waar wij het brandend vraagstukvan den kinderarbeid bespraken, dat wijeenjong heerschap — hij had een strooien hoed op het hoofd, en dit waren te dien tijde voor ons geene werkjongens als ze een hoed droegen — zagen binnenkomen, eerst met een spot-lach op de lippen, latermisschien, onder den indruk van wat daar gezegd werd, met een traan in 'toog. Dit jong heerschap was Eduard Anseele. Wie weet is het dan niet de eenigste maal geweest.dat zijne ziel is geroerd geweest? Na de meeting kwamen wij met Anseele in nadere kennis. Hij vergezelde ons naar de herberg waar te dien tijde de socialisten samen kwamen, en dit teekenen wij aan als de ongeluksdag voor de latere beweging. Zooals Paul De Witte in zijn werk : De Geschiedenis van Vooruil het zeer juist zegt, hij las eenige werken met socialistische strek-king en wij beschouwden hem als in staat het princiep overal te gaan verkondigen. Maar het duurde niet lang of zijn alleen heerschend karakter kwam boven, en dit was het begin van al de moeilijkheden die later volgden. Weinigen tijd nadien verlooehende hij zijne vrienden en weldoeners. Gedurig was er botsing tusschen ons en hem. Zoover was het reeds gekomen dat eene splitsing in de partij onvermijdelijk was aïs de eene of andere niet het veld ruimde. Vôôr zijn intrede in de partij waren twist I

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel De waarheid: socialistisch weekblad gehört zu der Kategorie Socialistische pers, veröffentlicht in Gent von 1906 bis 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung

Ort

Zeiträume