De waarheid: socialistisch weekblad

949 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1914, 12 Juli. De waarheid: socialistisch weekblad. Konsultiert 25 April 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/tb0xp6wn1r/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

8 e Jaargang. Nr 31 Prijs : 5 Centiemen Zondag 12 Juli 1914 DE WAARHEID ORGAAN VAN DEN " VRIjEN SOCIAUSTENBOND „ Slechhij die» cl© vrJj« h©id van anderen lief heeft Isa die atelf waar-digi ALLE BRIEFWISSELINGEN TE ZENDEN NAAR DE Nieuwe Yeemarkt, 19, GENT ABONN®M®ntsbrijs Voor 3 maanden Fr. 1-00 Voor 6 maanden » 2-00 Voor 1 jaar » 4-00 OP VOORHAND BETAALBAAR — Âmoneen worden gsplaatst yolgeas eyereentomst — De Krisis fin de Katoennijverheid De krisis in de katoennijverheid die onze werklleden zoo wreed teistert, laat Voorutt tamelijk koud. Dagelijks het blad inziende, zou men meenen dat de werklieden in den overvloed zwemmen. Het blad staat gestadig vol met oproepen en aansporingen tôt het bijwonen van feesten, het maken van reizen en uît-stapjes. En waar er al eens van de krisis werd gewaagd, was het om kritiek te maken op de onvereenigden. Er zijn voorzeker veel onvereenigden, maar aan wie de schuld? Dit zalik eens duidelijk maken. Het jaar 1900 was een jaar van kiezing en strijd voor de wevers om hunne 20 °/0 loons-verhooging.Ziehier hoe dien strijd ontstond : Op een zekere bestuurzitting ten dien tijde kwam Anseele, en zegde dat het dit jaar eene goede gelegenheid was voor de wevers om in strijd te gaan, de weverijen waren zeer bloeiend en het oogenblik uiterst wel ge-schiktom eene loonsvermeerdering te beko-men.Zoo gezegd, zoo gedaan. De beweging werd in gang gestoken en de strijd verklaard, hij was algemeen, de 6000 wevers namen er deel aan. De vierde week van de staking was het kiezing en de zetels werden gewonnen. Acht dagen na de kiezing moesten al de afgevaardigcien der fabrieken samen konaen ocn de staking te doen eindigen. De volgende week, de Maandag, zijnde Weversmestdag, werd meeting gehouden in de Skating-Ring, waar zeer veel wevers tegenwoordig waren ; de zaal was bomvol. Anseele en een anti-soeialist traden als spreker op. ('Vooru.it was tevreden omdat hij de anti-socialisten had kunnen meeslepen). Daar werd het einde van den strijd verklaard ; we moesten al werkende voort strij-den, en zorgen dat er meer leden tôt de vereeniging toetraden, om het langer te kunnen uithouden. Wij waren toen met 21 à 2200 leden en hadden 44,000 fr. in kas, met fr. 0.20 inleg per week. Na de strijd had men 43,000 fr. schuld. Thans is de inleg fr. 0,50 en men be-zit geen knop. Men moet niet vragen of er tijdens die staking veel armoê geleden werd. Toch hielden d^ wevers moedig vol, en waren bereid nog meer te lijden, denkende dat zij streden voor loonsverhooging, doch het was mis, het was voor twee kamerzetels, en eens deze gewonnen moest het werk hervat worden. Het was toen dat Anseele vol trots in de gemeenteraad uitriep: « Als ik aan 6,000 wevers beveel : Gaat aan het werk, dan gaan zij ! » Bloeiende gang voigens Anseele Zooals wij zegden, hadden wij 6 weken strijd gevoerd, en 5 weken na den strijd brak er een krisis uit die 13 meken duurde. Men werkte vijf, en in andere fabrieken slechts vier dagen. Ziedaar hoe goed Anseele op de hoogte was van de nijverheidstoestand. Wanneer nu ailes voorbij was kwam men in de vereeniging voor den dag met het voorstel om een betaalde sekretaris te benoe-men. Verschillende zittingen werden daar-voor gehouden en in het eind Fr. Dumortier voor dien post benoemd, aan 21 fr. per week. (Hij wilde geen 24 fr. zooals er voorgesteld werd). Wat zijn nu de vruchten daarvan sedert 14 jaar ? Het eerste jaar (1901) zegden de fabrikan-ten dat de krisis ontstaan was door de bui-tenlandsche concurrence, en zij daarom op meer getouwen moesten doen werken. De betaalde sekretaris maakte hierover watgebaren, maar het werd toch gemakkelijk aangenomen. Het is nu zoover gekomen dat de wevers nog 16 fr. in de week kunnen winnen, en moest men ze dooreen rekenen, men zou aan 14 fr. komen. (Zou Dumortier dat kunnen betwisten ?) Niets, hoegenaamd niets, is er in ai dien tijd gedaan geweest om de loonsverlagingen tegen te gaan. Nu h»t sedert eenige maanden weer krisis is, weet Dumortier ailes. Hij zegt dat de wevers nog nooit zoo erg zijn getroffen geweest, de grondstoffen zijn verslecht, het wachten naar dit en dat is toegenomen, de werkeloosheid toegenomen, de loonen ver-minderd, enz. Daaruit leidt ik af dat hij onverschillig was aan den toestand der wevers, ofwel onbe-kwaam is. Aan al deze feiten die hij aanhaalt heeft hij grootendeels schuld, zooals hij zelf onrecht-sfreeks bekend. Hij zegt immers zelf dat 1912 een jaar was van bloei en groote bedrijvig-heid in de weefnijverheid. Waarom van die gunstige gelegenheid geen gebruik gemaakt om eene beweging op touw te zettesi, en de wevers aangemoedigd opslag te vragen, die vooral met de stijgende levensduurte, meer dan gewettigdware geweest? En wat is er gedaan in al de andere verloo-pen jaren? Of waren dit allen slechte jaren? Sedert tien jaren houdt de sekretaris der Broederlijke Wevers zich bezig met het loon-stelsel, maar hij vindt er noch kop noch staart aan. Hij zou een algemeenen tarief willen maken, en heeft daarvoor de lessen gevolgd van den heer Van der Steenen, die uitleg gaf over de Engelsche tarieven. Daar vindt hij nog min kop aan. Telkenmale dat het een gunstig jaar was kwam er beweging onder de wevers. Hij onderdrukte die telkçns met te zeeveren over den algemeenen tarief. En zoo hangt hij al tien jaar den uil uit, want steekt hem een tarief in handen van deze of geene fabriek, hij zal er niet veel van vergeten. Verleden jaar nog kwam er weer beweging onder de wevers; werkstakingen waren op het punt uit te breken, bijzonderlijk in de Grasfabriek, maar de wevers lieten zich weer overhalen door dien zelfden zeeveraar; dit was in Juni, en de reden dat er geen werkstakingen mochten uitbreken was, omdat het Expositie was, dat zou haar te veel schade berokkend hebben !!! Dumortier zegt dat de onvereenigden nu de gevolgen zullen dragen. Maar er was zoo een onvereenigde die mij zegde : « Dat zal ik toch niet zijn. Ik heb sedert 14 jaar aile weken mijne 50 centiemen gespaard op de post, dat maakt hem op 14 jaar, met den intrest, 376 fr. Bij werkeloosheid neem ik daar aile weken 6 fr. af, en met den bijleg van de stad maakt dat 9,60 fr. » Nu, bij de Broederlijke Wevers, is er tegenwoordig nooit geld. Zij zijn — voigens de blague van Vooruit, — met 1500, betalen elk 0,50 per week, dat is 39,000 fr. per jaar, en in tien jaar 390,000 fr. En toch een ledige kas ! Dat is daar de omgekeerde wereld! Hoe kleiner de loonen worden, hoe grooter de inleg van de wevers, en hoe grooter de inleg, hoe min geld in kas. » Voorheen, met zeer kleine inleg, braken er gestadig werkstakingen uit, en er was altijd geld. Wevers, hoe langgaatgij nog met uw geld laten mooschen? Ge zult misschien zeggen : « Het is moei-lijk om die geldzuigers weg te krijgen. » Dat hangt maar van u af. Houdt werkstaking in 't betalen. Wanneer de koe niet meer geeft zullen zij ophouden te melken'. * * De andere week is eene vergadering gehouden in de Broederlijke Wevers over de krisis. Een voorstel door een der afgevaar-digden werd gedaan om een millioen ter !een te vragen aan Vooruit, daar men dit zal noodig hebben om in den nood te voorzien, want, werd er gezegd, er zullen binnen kort fabrieken zijn die voor 3 en 5 weken hunne poorten zullen sluiten, onder andere zeer waarschijnlijk de Grasfabriek. Andere zijn zinnens achter de Gentsche Kermis nog slechts 4 dagen in de week te werken. Allo wevers, klopt op Moeders kas en staakt uwen inleg tôt wanneer die geldzuigers aftre-den.Hersticht u, want uwe vereeniging is veel verslecht sedert gij betaalde leiders hebt. Een oude Wever, thans dagbladverkooper. ♦ Brief van Pe M<\erfeiaere Heer Opsteller, Uwe laatste woorden van uw hoofdartikel der verleden week, waar gij zegt : « Er is meer waar geluk te vinden achter den ploeg dan op een troon », hebben mij getroffen, omdat zij zoo juist zijn. Wie kan dit beter toestemmen dan ik, die Eedje gestadig gadesla op zijnen troon ? En als men zoo ziet wat zorgen, wat moeite, wat hoofdbreken het hem kost zich op zijnen troon te handhaven, dan krijgt men medelij-den met de menschelijke zwakheid, die, door ijdelheid gedreven, er een vermaak in vindt een levenvol kwellingte willen leiden, enkel om te kunnen zeggen : « ik ben de hoogste!» Ander genot — als dit een genot is — heeft hij er niet van. Wel mag hij banketten bijwonen, goed eten en drinken, in auto rijden, enz., maar veel anderen die niet op een troon zitten mogen dat ook, en veel ge-ruster. Hij moet zich nog altijd in acht nemen en maken dat zijn goede sier niet te veel in het oog springt. « Wie het lang heeft, mag het lang laten hangen », zegt het spreekwoord, en dat is het grootste plezier dat menschen die het « lang » hebben, er van kunnen nemen. Het grootste genot dat een groot huis, met prachtige meubelen en tapijten, goud en zil- ver, schoone kleederen, enz. kunnen schen-ken, is te weten dat anderen dat zullen be-nijden. « De strijd om het bestaan » waarvan sommige weetnieten zooveel razen, bestaat slechts bij wilde arme volkeren, bij de dia-ren die in 't wilde leven, bij planten en insec-ten, maar in een zoogenaamde beschaafde maatschappij bestaat dien strijd niet, want, och God, om te bestaan is er zoo weinig noodig, en de meesten zouden er gemakkelijk aan geraken konden zij zich maar tevreden houden met het noodige. Maar men strijdt om het overtollige, om al dingen die wij tôt ons bestaan niet noodig hebben, enkel om de anderen te doen prui-men. Zulks is zoo waar, dat, moest de hoo-vaardigste zot op een eiland alleen wonen, al de luxe der wereld hem onverschillig zou zijn. « Voor wie moet ik schoon gekleed zijn, ik ga nooit uit », zeggen de t'huisblijvers. Zoo is het met velen onzer begeerten, wij verlangen ze slechts omdat wij denken,— en met reden — dat anderen ons zullen benijden. Welnn, dit onschuldig, en toch zoo smake-lijk genot, durft Eedje niet najagen. Zijne middelen laten hem toe in een paleis te wonen, knechten en meiden te houden, maar hij durft niet. Is dat niet ongelukkig, op een troon te zitten en geen staat mogen voeren die er bij past? Ik weet niet of er een ijselijker lotte bedenken is. Van daar dat Eedje om te schitteren, « om de oogen der wereld uit te steken », zooals men zegt, gedwongen is dit te betrachten door de grootschheid zijner werken. Maar ook op dit veld groeien er meer doornen en distelen dan roozen. Ge weet hoe hij het geheele menschdom wilde verbazen en zich onsterfelijk maken door het oprichten van een gebouw waarvan de wedergade onder de zon niet te vinden is, aile verhoudingen in acht genomen. Het kwam natuurlijk niet in hem op het paleis van justieie te Bryssel, noch het Vatikaan te willen overtreffen, maar hij wilde iets tôt stand brengen grootscher, heerlijker dan nog ooit door bijzonderen of door maatschappijen is opgericht. Hij, en wij allen dachtten dat hij daar vrij wel in geslaagd was, en reeds verkneukelden wij ons in het plezier over de verbazing en bewondering die inlanders en vreemden zou aangrijpen bij de beschouwing van ons wereldwonder. Helaas, daar komt ons uit Amerika de beschrijving toe van iets nog veel wondelijkers in dien aard : Zie eens wat de techniek thans reeds ver-mag ! Ze heeft te New-York het Woolworth Building voltooid, een heel mooi gebouw van zestig verdiepingen, 242 meter boven de straat, 12 meter er onder, op een fondament dat 35 meter diep in de Bedrock, de ver-maarde rots, afdaalt. Het geheel heeft een inhoud van ruim 4 millioen kubieke meter en de verhuurbare oppervlakte der vertrekken is bijna 11 hektaren ; daarenboven zijn er meer dan 5 hektaren aan gangen en liften. O, men behoeft niet te klimmen : 28 liften gehoorzamen aan den druk van kleine knop-es ; ze hebben samen eene lengte van meer dan 3 kilometer. De verlichting wordt bezorgd door 80,000 eleçtrische lampen. De electrîciteit levertook de warmte tôt in het bovenste lokaal, van-

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel De waarheid: socialistisch weekblad gehört zu der Kategorie Socialistische pers, veröffentlicht in Gent von 1906 bis 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung

Ort

Zeiträume