Het tooneel

1216 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1916, 16 Dezember. Het tooneel. Konsultiert 29 März 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/416sx6532j/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Het Tooneel 2e Jaargang Nr 14 16 December 1916 Beheer en Redactie : Kerketraat, 13, Antwerpen 10 Centiem IÇoninklijke JVederlandsche Schouwburg. GV STAAT HEREYGERS Een onzer verdienstelijkste jonge acteurs die tijdens het verloopen speelseizoen in onze Koninklijke Nederlandsche Schouwburg puik werk leverde, maar door ziekte belèt werd dit jaar op te treden. Heer Hereygers bezit een aangeboren kunstenaars talent. Elke roi bestudeert hij tôt in de minste détails; zoo komt het dat de kleinste rolletjes — die doorgaans verlo-ren gingen, — door hem op het voorplan worden gebracht. Gustaaf Hereygers debuteerde, nu een vijftiental jaren geleden, in de Variétés -schouwburg der Diepestraat — onder directie van Fritz Bouwmeester — in «De Dochter van de Vodderapers». Hij had nog nooit een voet op het tooneel gezet, en toch trok hij zich prachtig uit den slag. Daarna deed hij met hr Ducaju een om-reis in Holland. Eij zijn îeruglescr *.vcrd hij door M. Henry Verstraete geëngageerd en bleef tien jaar lang aan diens gezelschap verbonden. Bij het afsterven van den heer Augjust Van Keer, trad heer Hereygers in zijne plaats op in het Hippodroom Paleis, waar hij o. m. meespeelde in «De Orgelsdraai- ster», «Marie Antoinette», «Een Duistei* Goheim op den bodem der Zee». Daarna speelde hij met het gezelschap van de Nieuwe Volksschouwburg — directie Horemans — in «De Kroegzangster», «De Brooddraagster», «Kleine Menschen», enz. Dan engageerde heer Antoine De Graef hem in de «Scala» voor de revue «Leggen maar!», «Fientje Beulemans» en «De Kino-koningin».Na de beschieting der stad speelde hij te Rotterdam, Schiedam, enz., «Fientje Beulemans», «Hoogste Liefde», e. a. Te Antwerpen terug gekomen trad hij eenige mal en op met het gezelschap Jef Van Pelt, o. a. in «Palatinat» met groot succès in «Papa», — een parodie op «Mon Bébé» door Willem Pouillon —- en in «Twee Ijanen voor eene Hen». i -j."J—hcro£ oning "-s-**1 oTV? looneel werd hij door heer Louis Bertrijn geëngageerd, en zijn bijval in al de stuk-ken waarin hij optrad was telkens zeer gioot. Wij hopen hem weldra, gansch hersteld, terug te mogen toejuichen. Koninklijke JVederlandsche Schouwburg. "DE DIEF" Henry Bernstein kent de geheimen om de toescliouwers te ontroeren, om hen ruw brutaal te schokken en dit met 'n buiten-gewone vaardigheid. Enkele korte beschrijvende volzinnen en eenige antwoorden zijn hem voldoende om 'n persoon of 'n toestand meer volmaakt te omlijnen, dan menig gekend tooneel-schrijver dit in drie of vier bedrijven doet. Om dit te kunnen moet men 'n uitgebrei-de levenskennis hebben. 't Gebeurt nu en dan dat de beschrijvende trekken van Bernstein veel te hard zijn, te machtig. zoo, dat zij verbijsteren. In «De Aanval» maakt dit reusachtige plaats voor toegevendheid en ontroering, niet de toegevendheid, noch de ontroering van 'n jong meisje, maar wel van 'n man door en door bewust van de doening der menschen, en die nog alleen de Liefde en de Dood zou vreezen. Op meesterlijke wijze schetst hij z'n ty-pen, toont hij 'n klare en duidelijke teeke-ning van hun karakter, en vermag hij het, hen tôt het toppunt der drift te drijven. Gewichtige gebeurtenissën hebben 'n in-vloed op ons en op wie ons omringen. Het is niet van de hoogste noodzakelijk-heid dat men 't karakter van 'n held tôt in de geringste en uiterste vertakkingen vol-ge, maar toch moet men hem in z'n ver-scheidene uitingen nagaan, al de kleine ge-moedszijden bestudeeren, en dit met de voortdurende inachtneming der tooneelver-eischten.Daarom kiest Henry Bernstein meestal als voorval uit, iets zoo gewichtigs dat,— wanneer het in iemands leven voorkomt, het hem onvermijdelijk dwingt tôt het diep-bte van z'n intiem wezen bloot te leggen; en dat dit geven niet alleen met hem,maar ook met al diegenen die hem omringen het geval is. Meestal stelt de schrijver exceptio-neele maar toch in de werkelijkheid be-staande typen voor, die tôt in de bijna meest onmogelijke omstandigheden toch altijd diep menschelijk waar blijven. Bernstein heeft 'n voorkeur voor instinct-wezens, gebukt gaande onder hun onrusti-ge driften: 't hunkeren van 't vleesch, de begeerte naar het geld, de verslaafdheid aan het spel, de streeling der hoovaardij... Van elk geval van moraliteit doen die lie-den afstand om hun ideaal nabij te komen: de liefdevoldoening, de eer, de fortuin... Het zijn niet te temmen wilde beesten in het leven losgelaten, 'n verzameling boe-ven, wellustige genieters, en gelukzoekers, waaraan al heel weinig psychologie te ver-spillen valt,daar het als primaat menschen aijn, zwaar van bouvr, «n ««nig kraehtig voorgesteld, ruw gespierd en breed ge-schouderd zooals bijvoorbeeld de minnaar speler uit «La Rafale», de spéculateur Bra-chart uit «Samson», de minister Cortelon uit «La Griffe», of nog Boureade uit «Après moi». Daarnaast staan de vrouwenfiguren van Bernstein. Deze zijn over 't algemeen heel wat meer ingewikkeld, meer subtiel van natuur en meer veelzijdig van karakter... Marise uit «Le Voleur», Eveline uit «Le Bercail», Boureade's vrouw uit «Après moi», Hélène uit «La Rafale», zijn er de treffende bewijzen van. In elk zijner dramas ligt 'n stijgende spanning voor handen, leidend tôt de on-mogelijk te voorkomen losbersting, die, alhoewel zij voorzien werd, niettegenstaan-de ailes hevig ontstelt. Die niets ontziende ruwheid der aktie dwingt onwillekeurig bewondering af. Bernstein zal in de karakterstudie zijner helden geen bijzonderheden, hoe futloos die ook bij het eerste zicht schijnen, verwaar-loozen. Ook zijn z'n personen over 't algemeen inwendig zeer veelzijdig, terwijl zij uiterlijk gezien doodeenvoudig lijken. Het kon niet anders of deze dramatisch rijk begaafde schrijver, bezield met 'n uit-zonderlijk temperament, moest zich tôt het tooneel aangetrokken gevoelen, tôt het tooneel, volgens Léon Bloy, «een der mindere vormen der kunst, den handel van heel nabij rakend». Heel z'ri werk door speelt 't geld 'n gewichtige roi. Zaken, geld, nog eens geld, altijd maar aan geld, drijven de grijnzen-de en huilende beesten door Bernstein uit-gedacht voort. Meer dan eens heeft men hem dit ver-weten. Maar dan zag men over _ 't hoofd welke gewichtige faktor het geld in het leven is, en vergat men dat deze auteur, streng eeriijk tegenover z'n kunst, dit niet weg te futselen element noch kon noch mocht onverlet laten. Men blijft verrast om de merkwaardige behendigheid waar-mede de schrijver al het mogelijke voor-deel uit het begrip «geld» weet te halen. Daaraan is meestal de snelle verloop der aktie, ruw en onstuimig, nauw verbonden. De onmiddellijke ontknooping vergt 'n le-vendige strijd, en juist is 't geld een der meest prikkelende beginselen die de haast na zich slepen, en die bij de menschen ge-weldige gemoedstoestanden uitlokken. Bernstein, tooneelmensch, weet altijd de bovenhand te houden. Elk woord spruit uit 'n toestand voort en brengt nader bij het doel, hii ontziet niets, zelfs niet de streeling der meest lage driften der toeschou-wers om z'n doel te bereiken. «Hij richt aich vaak», b«w«erd« 'n b#oorde#laar, «ni«t tôt den geest, maar tôt het onderlijf». — Louter begeerten bezielt z'n personen. «La Rafale», «Après-moi» en :Le Voleur» zijn uitsluitend op den invloed van het geld ge-houwd naast het verlangen van het vleesch. Niet de hooge, pure, reine, liefde, maar 'n lage, gemeen-beestachtige streeling spoort z'n helden aan. Ruwe, ontstellende toestanden bevallen hem het meest, daar zij den mensch dwin-gen zich te toonen zooals hij werkelijk is, vrij van elk gevoel van zedelijkheid of on-zedelijkheid waarachter iiij zich meestal verschuilt. In de maten van het mogelijke volgt hij de werkwijze der groote klassiekers voor wat de eenheid van tijd en van midden aangaat. Al blijft hij da 1 ook zinstorena Eijn toch z'n dramas stee< s zeer nauwkeu-rig en streng logisch geboawd. Verder acht Bernstein îich niet aan de tooneelgebruiken gebonden, en neemt hij vaak verbazende vrijheden die geleidelijk uit de toestanden voorspraiten. Zoo is het tweede bedrijf van «De(n» Dief» niets anders dan een enkel tooneel tusschen twee personen. Gekomen aan 't einde van 't eerste bedrijf, was Bernstein zelf verrast, wanneer hij bemerkte dat hem bijna geen andere uitweg openbleef, en aldus 't stuk verder moest verloopen. 't Lag niet in z'n bedooling 'n nieuwig-heidje in te voeren, noch naar 'n eigenaar-digheidje te trachten. De stijl van Henry Bernstein blijft steeds eenvoudig, vrij van aile ballast en beschrijvend woordengek "aam. Zoo komt hij in het tweede bedrijf van «Le Détour» met z'n doordringende, bitter-wreede zin-nen de vormschoonheid van de Balzac nabij.Allerhande merkwaaiVig spitsvondige botsingen treft men in z! ; werk aan, bot-singen die hij steeds du.delijk zunder de geringste ontroering met n berekende koel-heid aanschouwelijk maakt. Het meest bitsig, het meest ontgooche-lend en tevens het krachtigste zijner wer-ken is «Samson». Le lich .ste teederheid is er in geschrapt, ruw en -.nstuimig zijn de driften er in afgebeeld, en men moet voor 't menschdom 'n groot misprijzen koeste-ren, om het onder zulk daglicht te beschou-wen.Daartegen is «Le Bercail» 'n stevig op-gevst gewrocht, steunend op grootsche ge-voelens en dat de ziel v >rheft. Heel zijn werk, welke ,v>ezwaren men er ook tegen geopperd heef is door en door waar tooneelwerk, dat ■ "haalt en toont en een enkel spel van lev'.-n is, vrij van aile lyriek, literatuur, tenc' .nz of symboliek, los van ailes, in één wo<- -d, wat geen aktie is. fc * * * In algemeenen zin bespraken we de eigenschappen der tooneelstukken van Henry Bernstein. Eenig sterk vinden we die kwaliteiten en die gebreken in «Den(n) Dief» weer. Reeds jaren staat dit stuk op 't reperto-rium van den Koninklijken Nederlandschen Schouwburg, ook is het algemeen bekend en werd het reeds te vaak in de tooneel-bladen ontleed om er lang bij stil te blij-\en.U zijt op de hoogte van de geschiedenis van die wat lichtzinnige Marise, die uit liefde voorh aren echtgenoot Richard Voy-sin, en om hem steeds door mooie kleede-ren te behagen, geld ontvreemd aan Raymond Lagardes, daar-hare middelen haar niet toelieten hare rekeningen te voldoen. Mevrouw Bertrijn hebben we met genoe-gen in Marise weergezin. Zij was gejaagd, bekoorlijk, en zeer verleidend mooi. In het tweede bedrijf presteerde zij het werk van 'n volslagen kunstenares, en zij teekende scherp de vurige liefde die zij voor Richard gevoelt. Op roerende wijze liet zij de ang-sten uitschijnen die ze doorstond bij de gedachte dat Voysin haar zou kunnen ver-laten. Geen enkel oogenbiik verzwakte de sympathie, die we niettegenstaande ailes, voor dit opervlakkig-nadenkend, driftwe-fentje gevoelen, en om 't hoog houden van die figuur heer Mevr. Bertrijn talrijke, gee.-tdriflige en welverdiende toejuichingen uitgelokt. Naaht haar stond M. Bertrijn, die heel zorgvuldig het karakter van Richard Voysin heeft ontleed, en het met merkwaardige gelijkenis weergaf ; 'n man kennend door en door het leven, en die eindelijk de rust vond bij 'n schepseltje, dat hij waar-lijk bemint. Eenig schoon liet hij den strijd uitkomen tusschen z'n eerlijkheidsgevoel en 7,'n zwakheid tegenover de fatale aantrek-kende verleidingsmacht van Marise. Steeds bleef M. Bertrijn oprecht natuurlijk, z'n Richard Voysin was 'n waar-menschelijk figuur.Lag'ardes was 'n echt meesterstukje van herscheppingskunst. Met enkele trekken omlijnde M. Cauwenberg duidelijk het karakter van Raymond. Roerend was de uit-beelding van 't pijnlijk lijden van dien va-der, die z'n zoon zoo hoog verhief in z'n h art. Mevr. Dilis liet tôt de kleinste schakee-ringen uitkomen der gemoedstoestanden van Mevr. Isabelle Lagardes, tijdens de snel opeenstapelende ontroeringen door den liefstal uitgelokt. Zeer eigenaardig, wat verwaand doende was de detective Zambault door Mr Ruys-broeck opgevat. Het beeldje dat hij plaat-ste voor de muren van dien vervelenden salon, koud, zonder de minste intimiteit, was ■een degelijk geslaagd portret. M. René Van de Putte maakte 'n eigen-aardige psychologische ontleding van de liefde van den jongen Fernand voor Marise. Steeds schijnt hij z'n gevoelens achter 'n onverschillig uiterlijke te willen verber-gen. Z'n folteringen toont hij eventjes aan, om zich dan weer aanstonds te bedwingen. De opvoering van «De(n) Dief» heeft me geweldig aangedaan, brutaal geroerd en voortdurend werd ik in spanning gehouden, wat te wijten is aan de knapheid van Henry Bernstein, en tevens aan het degelijk samenspel der artisten. INTERIM. " De Bommelbaron ,, in Palatinat. Slotscène van het eerste bedrijf In en om de Schouwburgen — «DE HINDERLAAG, van Henry Kis-temaekers, zal Zaterdag aanstaande voor het eerst worden opgevoerd met de volgen-de rolverdeeling : Jean Guéret, groot nij-veraar, Hr L. Bertrijn. — Gontran de Li-meuil, Hr P. Janssens. — Graaf Alexei Ivanovitch Tcherkoff, Her B. Ruysbroeck. — Vader Brosse, meestergast bij Guéret, Hr Ed. Gorlé. — Paget, chauffeur, Hr A. Van Thillo. — Maurice Hermès, Hr F. Van Roy. — Robert Marcel, ingenieur, Hr O. Cauwenberg. — Pierre Durand, nijveraar, Hr R. Van de Putte. — Georges Durand, zijn zoon, Hr W. Cauwenberg. — Sergine Guéret, Mevr. Dilis-Beersmans. — Chris-tiane de Servais, Mevr. H. Bertrijn. — An-ne-Marie,, Mej. M. Bertrijn. — Agnès Mo-rel, Mej. J. Janssens. — Mej. Chomet,dac-tylograaf, Mej. Irma. — Dolly d'Espéreux, Mej. Vervoort. — Een genoodigde, Hr R. Aneenot. — Een kamemer. Mej. Van den Eynde. — Een bureeljongen, Hr j. Jtiob-byns. — Eerste bediende, Hr J. Schmitz. — Tweede bediende, Hr F. Van Gool. — Derde bediende, Hr J. De Groodt. — VOOR 'T LAATSTE BEDRIJF van «De Hinderlaag» heeft Hr Frans Proost, een prachtig décor geleverd, voorstellende eene ontplofte fabriek. — NA «DE HINDERLAAG» komt aan de beurt : «Op Hoop van Zegen», tooneel-spel in 4 bedrijven, van H. Heijermans, — MAANDAG en Dinsdag worden in de «Scala» de twee laatste voorstellingen van «Boccacio» gegeven. DE EERSTE van «De Kuische Suzan-na» in de «Scala» wordt voor Donderdag a.s. 21 dezer aangekondigd. Of ze zal door-gaan kunnen we echter niet verzekeren. — DE VERBINTENIS van hr Bernard Naurdy, in de «Scala», is verbroken. Het is een gevoelig verlies voor het theater der Anneessensstraat. — NAAR MEN ONS verzekert, heeft hetb éstuur van het Hippodroom Paleis on-derhandelingen aangeknoopt met de heeren Pierre Van den Eynde, Pierry, J. J. Van Kuyck, Mej. Van Eysendyck, e. a. Toeko-mende week zullen wij hierover meer bijzonderheden mededeelen. Rond half Janua-ri zal het speelseizoen aanvangen. Men zal groote spektakeloperetten geven. —HEDEN AVOND gaat dus de herne-ming van «De Bommelbaron», de vermake-lijke operette, die tijdens het verleden sei-zoen in «Palatinat», meer dan vijftig op-voeringen beleefde. Ongetwijfeld vindt de «Bommelbaron» zijn vorig succès terug. — KERSTNACHT IN VLAANDEREN is de titel van een schets in een tafereel — door Paul Robert — die tusschen het 2e en 3e bedrijf van «De Bommelbaron» zal worden ten tooneele gebracht. Hr Robert Van Aert zal er als solist in optreden. — MADAME ZONDER KOMPLIMEN-TEN, de parodie op «Madame Sans-Gêne», door Willem Pouillon, zal onmiddellijk na «De Bommelbaron» worden vertoond, met Heer Piet Jans en Mej. M. Van de Velde in de noot'drollen. — DAN KOMT «De Gescheidene Vrouw» aan de beurt, en daarna «De Kuische Su-zanna» met Mevr. Rezy Venus in de hoofd-rol.— DE l'WEE LAATSTE volksvertoonin-gen van «De Lustige Boer» in de schouwburg «Prins Albert» werden door een over-talrijk publiek bijgewoond, de bijval was zee1- groot. Er werd veel gelachen en ge-weend. Mogen wij den hoofdtoezichter van dien schouwburg verzoeken zich in het ver-volg wat kiescher aan te stellen, vooral Je-gens dames. Beleefd zijn kost geen geld. — AAN HET JONGE JUFFERTJE Van Gool werd Donderdag, tijdens de laatste opvoering van «De Lustige Boer», die,tusschen hat;kjes gezegd, eene bomvolle zaal had gelokt, eene pop aangeboden, met het motto «Een bagatelletje waar het lieve Adriaantje om gevraagd had». Menschen JUSTITIA. Wanneer ik aan de gerechtigheid denk, staat mij nooit de geblinddoekte godin The-mis met haar zwaard en haar overhellen-de weegschaal voor den geest. Onwillekeurig, jeugdherinneringen zijn zoo onuitwischbaar,peins ik dan aan Agent-nummer zeventien!-.. In mijn kinderjaren was hij voor mij de wijze rechter en bleef ook daarna het symbool der gerechtigheid. In dien tijd _ droegen de agenten geen helm,en de kepi van Agent-nummer-zeven-tien stond scheef en ineengezakt op zijn stekelige, grijzende haren. Zijn borstelige wenkbrauwen en zijn zwaar, neerhangende snor op zijn doorrimpeld gelaat, gaven hem een barsch uitzicht. Klein van gestalte,ma-ger en vlug, was hij volstrekt geen indruk-wpkkende figuur in zijn stoffig, te ruim ; 7'i^ «•Jfel 1 «T"""* hnir> "ri zijn broèk steeds te kort! Maar zijn blau-we oogen, zijn goedige oogen keken immer vroolijk en vriendelijk, ook wanneer hij boos was. Hij heette Niemandsverdriet--. Zijn naam heb ik me verbeeld of heeft ie-mand me genoemd,precies weet ik het niet. Ik was een kleine ongeluksvogel die aile kinderziekten getrouw opdeed. Toen ik ze-ven jaar oud was en de kamer moest houden, lijdend aan roodvonk, leerde ik hem kennen. Dagelijks zat ik voor het raam en zag het lossen na van rijstschepen. Hoe meer balen zich opstapelden onder de hangars, hoe hooger de scheepsrompen stegen in het Oude Dok. De natiewagens met hun prachtpaarden haalden de vrachten af, de kalanders zwermden in de straat en kleef-den aan de ruiten, de machines der rijstpel-derij naast onze woning dommelden, en ik genoot heerlijk van de bedrijvigheid. Een voerman, een blonde, blozende vent, had mijn voorliefde. Geen zweep had hij om zijn koppel schimmels te regeeren,maar zoete woorden en streelende handen. Ik wenschte toen niets liever dan evenals hij een voerman te worden,en zoo mijn paar-den te bedwingen. Een tweede, een nor-sche, rosse klant, vloekte integendeel en zweepte onbarmhartig. Zekeren dag joeg hij zijn zweep klet-send over de schimmels die zijn weg sche-nen te versperren. In een oogwenk was hij zijn zweep kwijt en mijn blonde held ran-selde den wreeden man.... Het werkvolk stond lachend te kijken naar de vechters, maar niemand dacht er aan tusschen bei-den te treden. Plots verscheen Niemandsverdriet. Hij raapte kalm de zweep op, zei iets, sleurde de rosse recht die zijn bloed-neus probeerde te stelpen. Agent - nummer - zeventien haalde geen proces-verbaalboekje te voorschijn, wees elk naar zijn wagen, brak de zweep stuk en wierp ze op een vuilnishoop waar ver-schrikte musschen uit opvlogen.Hij wacht-te tôt de wagens afreden, haalde toen de schouders op en slenterde verder. Voortaan bewonderde ik hem en vreesde hem tevens, want zijn goedige oogen had ik nog niet gezien. Nooit zag ik hem houtsprokkelaars las-tig vallen, nimmer de zuinige opruimers r.aiispreken die de restantjes steenkool op de kaai of de wagons hadden opgekeerd-.-Hij zag hen niet, zat hen niet na of ver-plichtte hen niet de zakken om te kappen. Ook die arme sloebers en kaaidiefjes ken-den Agent-nummer-zeventien. In den suikertijd of wanneer de krenten en appelsienen gelost werden, kwamen de kapoenen van heinde en ver aanzetten om zich te approviandeeren..-- Gadderkens uit het Schipperskwartier hadden er slag van om met éen messteek een kanaster te laten bloeden, een kwetsbaar plek te vinden in de vaten of een kist toe te takelen. Niemandsverdriet wist altijd de schuldi-ge uit den hoop te pikken, hield hem lang bij de ooren vast, verplichtte hem het schouwspel te genieten hoe de anderen on-gehinderd mochten profiteeren van zijn schelmstuk. Wat op den grond lag had ook geen eigenaar, oordeelde voorzeker Agent-nummer-zeventien^.. Kwamen het water in den mond en de tranen in de oogen van de reut, dan kreeg hij een trap voor de broek en mocht zich uit de voeten maken. Onder zijn welwillend oog heb ik ook ge-geten aan bittere cacaoboonen en aan olie-nootjes, «envoudig om dat de andere pagad-

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel Het tooneel gehört zu der Kategorie Culturele bladen, veröffentlicht in Antwerpen von 1915 bis 1940.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung

Ort

Zeiträume