Het tooneel

1004 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1917, 07 April. Het tooneel. Konsultiert 18 April 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/1r6n010j5z/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Het Tooneel 2e Jaargang Nr 30 — 7 April 1917 Beheer en Redactie : Kerkstraat, 13, Antwerpen 10 Centiem Koninklijke JVederlandscbe Scbouwburg Het Slachtoffer ,, Zielekelens Zooals dit het g'eval is met de meest zijner stukken, laat M. Gaston Devore on; door «Het Slachtoffer» toe, eenen blik ti werpen in het familieleven... Lange jayei heeft de schrijver huisgezinnen bekeken vooraleer hij die op het tooneel weergaf . Dan slechts heeft hij dit gewaagd, wan neer hij de ovërtuiging had, er de ziel vai gevat te hebben, en dit naar hare juisti wa'arde. Dë konflikten, die zich dagelijk: vooi'doen, kent hij door en door, evenals di diepere gevoelens voortspruitende uit dii oneenighedeii, en de zedelijke en psycholo gische geschillen, die de leden van een ei hetzelfde midden te doorworstelen hebben M. Gaston Devore houdt zich bij de nor maie fami!ie,waarvoor minnaars en minna ressen, echtbreuk in een woord, ijdelheii zijn. Over het algemeen, is dit het geva en toch komen in dergelijke omg-evingen d< meest roerende zielsbotsingen voor, die ove: 't algemeen zonder de inmenging van vreem den opgelost worden. Na «Demi-Sœurs» schreef M. Devore «L; Conscience de l'Enfant», waarin hij het le ven eener vrouw teekent, kennend al d< angsten, voortspruitend uit den strijd de: gevoelens die zij koestert jegens haar echt genoot en hare kinderen. De vrucht gebaari uit de liefde van man en vrouw, wordt di reden der botsing, die in «L'Envolée» be handeld is. Groot geworden gevoelt he kind zich onwillekeurig meer aangetrokkei hetzij tôt zijnen vader, hetzij tôt zijne moe der, en een van beide ouders zal onder di< voorkeur lijden. Meestal is de moeder ge neigd haai kind eigen gekozen wegen t1 laten opgaan, zij zal toelaten dat het naa een eigen ideaal streeft. De vader integen deel wil het hoofd van het gezin blijven en aan hem zou men blindelings moeten ge hoorzamen. Hij verlang't dat zijn zoon cl wegen volgt, die hij zelf bewandelde, ei zonder er zich rekenschap van te geven, i hij min of meer op hem jaloersch; terwij de moeder voor haar jongen een gevoe koestert, dat aan hare eerste liefde gelijkt Wanneer in 1894 het eerste tooneelstul van M. Gaston Devore vertoond werd, 11a derde de schrijver reeds de veertig... Al lig het in zijne bedoeling de toeschouwers to eigen gevoelens over te halen, en behandel hij met dit inzicht toestanden, steunend o] wijsg'eerige princiepen, toch zou het ver keerd zijn te beweren dat M. Devore eei tendenz-schrijver is. «Het Slachtoffer» is de letterlijke ver taling van «La Sacrifiée». Dit opschrif geeft in het geheel den geest niet weer, op gesloten in de Fransche betiteling... Vee nauwkeuriger ware de hoofding «De Ver stootelinge». Inderdaad, wij bevinden on tegenover eene familie waarin twee doch ters, terwille van het derde kind, wordei achteruit gesteld. Om Jeannine Baudricour bekommert men zich niet het minst, ter wijl hare zuster Suzanne niet genoeg kai vertroeteld wezen, en men steeds om dez laatste bezorgd is. «Het Slachtoffer» zal de massa ontroe ren, ingang vinden, en grâag weergeziei worden. Het onderwerp is te weinig inge wikkeld, om niet door iedereen negrepen t worden zonder de geringste geestesinspan ning. Zelfs middelmatig ontwikkelde toe schouwers kunnen gemakkelijk het verlooi volgen, dat heel wat weg heeft van eej zeer spannenden roman - feuilleton, op uit stekende wijze, met heel veel vakkenni; voor het tooneel aangepast. De schrijver weet den weg van het har te vinden, over heel het stuk ligt een tintji sentimentaliteit, heel gemakkelijk de tvaan klieren beïnvloedend. M. Devore verwaar loosde den eerlijken, ontwikkelden werk man niet, staande heel wat hooger dan d' lieden die hem omgeven, alhoewel zij doo het toeval der omstandigheden meer van te zijn in de maatschappij. Negen op tien per sonen van het demokratisch schouwburgpu bliek koesteren in hun binnenste een gevoe van wrok tegenover een overste, 00k vindei zij hun gading,en doet het hun goed aan' hart, wanneer zij op een min of meer anar chistische wijze hooren bulderen — al wa; het maar achter 't voetlicht, — tegen ver keerdheden der moderne samenleving. Talrijke pakkende tooneëlen_ plaatseï Jeannine Baudricourt en haar minnaar, d' meestergast Dorville, in de gelegenheid me opgeschroefde volzinnen uit te vallen tegei betreurenswaardige toestanden onzer sa menlevinf, of tegen wanverhoudingen ui het familieleven. De schoonklinkende woor cîenopstapelingen treffen de toehoorders-• wekken geestdrift op, maar daarbij blijf het, zij helpen aan geen diepingeworteldi ovërtuiging. Een natuurlijk gevolg is dai 00k, dat heel dikwerf het publiek onmoge lijk kan weerstaan aan den drang der ze nuwen, en in luid, warm applaudisseeren wat ontspanning zoekt, zelfs middenin he verloop van een bedrijf. En zonderling i: het voorwaar, dat juist de menschen, die he meest huiveren van aile vooruitstrevendi ontvoogdingsgedachten, veelal de e e r stei zijn om derg-elijke theoriën toe te juichen wanneer zij op den schouwburg wordei vooi-uitgezet. • ■ Ontelbare theaterbezoeker; zijn niet meer bewust van hunne gebreken wanneer die samengebracht zijn in een too neelâtuk. De vaststelling van dit feit, zou de mees te thesis- en sociale auteurs van hunn( voornemens moeten doen afzien, om bi. middel van het tooneel een of ander doel t( bereiken. Gaston Devore heeft zich niet veel moei te getroost om de verschillende karakter: zijner helden veelzijdig, volledig en psy chologisch uit te diepen. Aan het goedvin t.. i._. j__n i • J. T_ i 4 "L ^ i- i heid over. De meeste typen die in «Hef Slachtoffer» voorkomen, zouden bij eene scherpe ontleding te licht bevonden worden. Het best geslaagd zijn Roisel, Jeannine Baudricourt en Dorville, terwijl vadei Baudricourt, de ietwat belachelijke pantof-felheld, de ja-knikker, die zich laat beet ne-men aan de eerste de beste opmerking var zijn wederhelft, en die op 't slot van reke-ning in 't geheel niet zou te beklagen wezen, indien de Roisels er in gelukten hem in de val te lokken, — zeer eigenaardig gezien is. «La Sacrifiée» is in eene sierlijke taal ge-schreven, zonder dit zou men het stuk on-vermijdelijk op hetzelfde pijl moeten rang-schikken, als de gemakkelijk - ontroerende romans en tooneelwerken van Georges Oii-net.Door den keus van het onderwerp staai het tooneel spel van M. Devore tamelijk hoog\ Door de dramatische bewerking dei stof spant hij het publiek, maar onelanks dit stuit een oplettend kritikus meer dar eens op bijzonderheden, die heel wat min-der te verklaren zijn, of die op waarlijl* verkeerde zielkundige bevindingen berus-ten. Maar zoo sterk zijn de toehoorders ir het algemeen getroffen, dat zij over al die zwakheder. heenstappen, zonder die op te n.erken. «Het Slachtoffer» werd voor de eerste maal te Parijs in 1907 opgevoerd, en he1 stuk beleefde er eenen bijval, zonder echtei een succès in den waren zin van het woord te wezen. Ook verdween het al spoedig var de aanplakbrieven. Te Antwerpen is «Hel Slachtoffer» zoo goed als een repertorium-werk geworden. De hercpvoering zal buiten twijfel de moeilijkste bevredigd hebben. Mevr. Ber-trijn had van Jeannine eene diepgaande studie gemaakt. Juist en flink gezien was hare uitbeelding, zonder de geringste over-drijving. Mimiek, houdingen, overgangen juiste klemtonen en sierlijk zeggen, niets werd door de gewetensvolle kunstenares verwaarloosd, ook juichte het geestdriftig publiek haar menigmaal toe, en riep haai herhaaldelijk terug. Mevr. Dilis vertolkte op onberispelijkc wijze Mevr. Baudricourt. Heel natuurlijl-was haar doen en zeggen; de moeder, die zij voorstelde, was uit het werkelijk lever gegrepen. Nochtans zijn de moederrollen door M. Devore opgevat, over het algemeer zeer ondankbaar, en ailes behalve aange-naam om uit te beelden. Niet minder dar dertien kunstenaressen weigerden (lestijds de moederrol uit het stuk «Demi-Sœurs» te vertolken. Niettegenstaande ailes wist Mev Dilis, clank aan haar buitengewoon aanpas-singsvermogen, de bewondering te wekker van eenieder. Mej. J. Janssens was een bekoorlijke Suzanne, een echt bedorven kind, maar al t( wel wetend, dat het ailes mag uithalen waarin het trek heeft. Françoise, de gela-tene oude jonge dochter steeds ailes besl vindend in de beste der werelden, werc door Mevr. Noterman met zorg opgevat. Heer Bertrijn schetste scherp omlijnd de figuur van Dorville, een model - meestergast, voelend en denkend met de meesi vooruitstrevende typen der samenleving waarin hij zich beweegt. Hij had zijn ti-raden best begrepen, en clank aan eene flinke verdeeling en aan het nadruk legger op zekere woorden, kwamen de gedachten die hij moest vooruitzetten, tôt hun voile recht. Naast hem stond heer Gorlé, die Baudricourt zeer eigenaardig speelde. Al de too-neelen leefde hij mede; zelfs tijdens de talrijke oogenblikken, waar hij als pantoffel-held enkel te zwijgen heeft, verdween hi; nooit heel en al. De vei'tolker was bewusi dat de nijveraar, al is hij een zwakkeling toch nog in 't geheel geen nulliteit mag zijn. Het spel van heer Ruysbroeck was sober los, zonder de geringste overdrijving... Hi; heeft van Roisel een bluffenden bankiei gemaakt, ailes aandurvend, steeds arroganl optredend, zelfs wanneer hij zich in de meest netelige toestanden bevindt. Heel eigenaardig was heer Van de Puttf als Julien Roisel, de jongen die een eerlijk mensch zou willen wezen, maar die elaar-toe te weinig karakter bezit. Heer Van de Futte heeft eens te meer doen blijken, dai hij in zich de stof heeft om een flinken too-neelkunstenaar te worden. De twee bijkomende rollen werelen aar Mevr. Thees en aan heer F. Van Gool toe: vertrouwd, en hun spel bedierf niets aar het geheel waarmede «Het Slachtoffer» vertoond werd. * * * Na het stuk van M. Gaston Devore ging het tooneel spel in een bedrijf: «Zieleketens» door Nestor de Tière. Dit werkje is wel-licht een der beste spelen, die door heer de Tière geschreven zijn. In een zelfde midden plaatst hij de vertegenwoordigers dei drie grootc- levenstijdperken: zij die opko-men, zij clie in de voile kracht gekomen zijn en zij die gaan. Over het geheel ligt een tintje sentimentaliteit, dat, alhoewel het alledaagsch g-ewoon is, onwillekeurig roert. «Zieleketens» werd vlot gespeeld-.-Mevr. Ruysbroeck was eene zachte Anna. Mej. J. Janssens leverde verdienstelijk werk als Martha, de jonge vrouw. Sober was het spel van heer Cauwenberg als Pol Wouters. Heer Jaak Schmitz steide een allergrap-pigsten knecht Ivo voor, en de jonge juffer Van den Baen, als Jantje, was om te stelen. J'taar wie effenaf meesterwerk presteerde was heer Piet Janssens als Baas Coene. t n <a die met Mevr. Malhis, Uyland, Dierckx en Hr Bizon op Woensdag 11 April in Palalinat hun feeslavond zullen geven. IV n In en om de e Schouwburgen ;e [ ROLVERDEELING van «De Hinderlaag» tooneelspel in vier bedrijven, door Henry Kistemaeckers, dat op Zaterdag, Zondag en , Maandag opgevoerd wordt : Jean Guéret, ' groot nijveraar Hr L. Bertrijn. — Gontran de Limeuil, Hr P. Janssens. — Graaf Ale-I xei Ivanovitch Tcherkoff Hr Ruysbroeck. — Vader Brosse, meestergast bij Guéret, Hr Gorlé. — Paget, chauffeur, Hr A. Van Thillo. -— Maurice Hermès, Hr Franssens. — Robert Marcel, ingenieur, Hr G. Cauwenberg. — Pierre Durand, nijveraar, Hr W. Cauwenberg. — Sergine Guéret, Mevr. " M. Dilis. — Christiane de Servais, Mevr. H. Bertrijn. — Anne-Marie, Mej. M. Ber-trijn. — Agnès Morel, Mej. J. Janssens. — Mej. Chomet, dactylographe, Mej. Irma. — Dolly d'Esper-sux, Mej. Vervoort. — Een k genooeligde, Hr R Angenot. — Een kame-• nier, Mej. Van den Eynde. — Een bureel-jongen, Hr J. Robbyns. — Eerste bediende, „ Hr J. Schmitz. — Tweede bediende, Hr F. , ' Van Gool. — Derde bediende, Hr J. De £ Groodt. HIPPODROOMPALËIS. — Het is dus e beslist. De Hippodroom zal bepaald op Vrij-dag 13 dezer, zijne deuren openen. De noo-dige toelating is eindelijk toegekomen, en 5n de algemeene repetitie, in kostuum, zal op Woensda"- 11 April plaats hebben. j_ Enkele wijzigingen werden gebracht in _e de roi verdeeling van «De Foorkramers» — ' «Les Saltimbanques — van Louis Ganne, ^ waarmede het operettenseizoen wordt inge-3£ leid. Zoo zal de heer Dognies — de gunstig 'cj gekende ténor die vroeger aan onze Vlaam-sche Opéra verbonden was, en later in den [e Muntschouwburg van Brussel optrad — de r_ heer P. Van den Eynde vervangen. Mej. M. Peenen zal — in steele van Mej. Van Eysen-, dyck — de roi van Marion vervullen, en hr Jozef Van Pelt zal, in de plaats van heer ie Pierry, optreden in de roi van den herber-:n Sier. [g WEGENS ongesteldheid van heer Eug. De Vos heeft heer Ed. Castel de roi van Billy Halton in «De Kino - Koningin» Zon-3_ dag, Maandag en Donderdag 11. in Palati-j_ nat overg-enomen. Hij trok zich zeer kranig uit den slag- en bekwam grooten bijval. 3! Hr ROBERT VAN AERT zal op Vrij-dag 13 de7er zijn feestavond geven in «Pe-richola», waarmede hij in «Palatinat» debu-teerde. De schouwburg zal dien avond weer ,. eens te klein zijn, daar dit optreden tevens j| de afscheidsvertooning zijn zal van den zoo ,,, sympathieken zanger. {e MEVR. REZY VENUS is sinds eenige daP'en tamelijk erg ongesteld. Nochtans ;e heeft zij haar zware roi van Délia Gill in de <Kino - Koningin» tôt het laatste toe t._ met veel energie blijven vervullen. In de le matinée van Donderdag wei'd zij door Mej. Nini de Boël vervangen. — Wij wenschen j. Mevr. Venus van harte een spoedig en volledig herstel. IN «DE LUSTIGE KONING», de ope-~n rette die na «De Maskotte» in de «Scala» 1:>> zal worden opgevoerd, zullen de hoofdrol-len vervulcl worden eloor Hr Aerts, Mej. Abs en Mevr. Fierens - Verbeeck. De datum der eerste vertooning is nog' Jan Fabricius )- n Van den schrijver van «De Rechte Lijn» deelen wij de volgenele biografische nota's mede, uit «Het Tooneel» van Amsterdam, S jaargang 1905: Jan Fabricius, weleer letterzettersmaatje aan de «Provinciale Drentsche en Asser k Courant», die thans het Vaderlandsch too-neel beheerscht, heeft nooit gedroomd dat =• de lauweren voor hem op den weg van het tooneel zouden groenen. Hij scheen zijn le-ir ven aelministreerend te zullen doorbrengen. Gelijk zoo menig letterzetter — men denke e aan Vliegen, wethouder van Amsterdam en lid der Tweede Kamer, aan Herold, den vo-rigen correspondent te Berlijn der «Nieu- we Rotterdamsche Courant», den geniaal-sten journalist — heeft hij zich ontwikkeld om na velerlei wedenvaardigheelen geroe-pen te worden tôt atelier-chef van H. M. van Dorp en Co, te Batavia, en het daar te brengen tôt hoofd van de «Preangerbode», te Bandoeng. Ziekte noodzaakte hem we-der te keeren naar Patria. Hij herstelde en werd hoofdredacteur van de «Provinciale Drentsche er Asser Courant», waaraan hij als letterzettersmaatje begonnen was. Ver-volgens kwam hij in het begin van 1900 aan het hoofd der «Spaarnbode» te Haar-lem, stak er geld in en verloor het. Van Haarlem toog hij naar den Haag, waar hij aangesteld werd tôt directeur van «De Nieuwe. Courant». Zijne werkzaamhe-den aan dit blad staakte hij betrekkelijk spoedig, daar hij er weldra weggetelegra-feerd werd door de N. V. «Soerabaja'sch Handelsblad» om als administrateur cle ge-heele administratieve leiding- van dit blad op zich te nemen. Fabricius ging dientengevolge in 1905 wederom naar Indië en keerde na enkele jaren in het Moederland terug. Aan zijn voornemen om zich voortaan voornamelijk bezig- te houden met wer-ken voor het tooneel, heeft hij met goeden uitslag gevolg- gegeven. Het succès als tooneelschrijver door hem behaald voor zijn tweede verblijf in Indië, zijn altijd werkzame geest, zijn groote on-dervindingen, zijn lust om te getuigen,dre-ven hem tôt verder schrijven. Hij verrastfe ons met het eene tooneelstuk na het ande-re, en bijna allen verwierven een groot suc-ces.Louter toeval heeft Fabricius tôt tooneelschrijver gemaakt. De geniale tooneelspe-ler Frits Bouwmeester heeft hem in dat karakter aan zich zelf ontdekt en de Rotterdamsche tooneeldirecteur P. D. Van Eys-den dit bevestigd. * * * Te Haarlem had Justus van Maurik, de schilder Theophile de Bock en Jhr A. W. G. van Riemsdijk, uit groote waardeering voor het talent van LouisBouwmeester, die dreigde buiten het tooneel te geraken «Het Haarlemsch Tooneel» gesticht, met hem aan het hoofd. Zij zorgden ook voor de sa-menstelling van een zeer goed gezelschap, en ware Louis Bouwmeester maar half zoo groot Directeur als Artist geweest, het zou nog bestaan. Tôt de leden van het gezelschap behoorde ook Frits Bouwmeester. In de elagen der stichting van het «Haarlemsch Tooneel» was Jan Fabricius aan «De Spaarnbode» gekomen. Zijn décoratief ' optreden trok er de aandacht en de sympathie der artisten, in het bijzonder van Frits Bouwmeester, die steeds verlangend om naar Indië te gaan, er gaarne met hem over sprak. Zekeren morgen, dat Frits op de Groote Markt weer liep te wanen over Indië, ver-langende er weer heen te gaan, om daar — zooals hij zeide en echt meende — in den heeten zonneschijn, gezeten op een olifant, een grooten panamahoed op het hoofd, een echte havana tusschen ele lippen en een bayadère met Japansche zonescherm achter zich, rond te rijden, en 's avonds voor de nikkertjes komedie te spelen,ontmoette hij Fabricius. — Beste vriend, de hemel zendt me jou. Ik ga naar Indië. Ja, naar Indië. Bepaald! —- Wanneer? — Wanneer? Als de tijd daarvoor rijp is... Geen flauw begrip had Frits Bouwmeester hoe hij er zou komen, en van de reis-penningen.— Bepaald! Ik ga naar Indië. En jij moet een stuk voor me maken. Fabricius lachte. Toch kittelden de woorden hem. — Maar, m'heer Bouwmeester, al voel ik veel voor het tooneel daarom ben ik nog geen tooneelschrijver. — Je bent het! Wat ik je brom! Waar-achtig kerel, je kent het. Ik zie het aan je; ik hoor het aan je stem. — Maar... — Ik neem geen excuus aan. Je maakt voor mij een tooneelstuk, een Indisch tooneelstuk. Ik open er mee in Batavia. * * * Frits Bouwmeester's fantasie heeft in waarheid in Fabricius den tooneelschi'ijver ontdekt, en het hem zelf onbewuste, het in hem sluinierende talent tôt leven gewekt. Fabricius had zich aan Frits Bouwmeester gewonnen gegeven, hem in een vroo-lijke bui beloofd te probeeren een stuk te maken... en in zes weken tijd schreef hij: «Met den handschoen getrouwd». Het stuk was bestemd voor Frits... maar Frits was gevlogen. Zooals later bleek — naar Indië; zonder het stuk van Fabricius af te wachten. Daar zat onze schrijver met zijn eerste-ling.Uit teleurstelling keek hij er niet meer naar om, tôt de heer Arbous en Mevrouw Truus Post met hun kameraden naar Neder-landsch West - Indië trokken, om daar too-neelvoorstellingen te geven. Hij bood het hun aan, doch deze wezen het beleefdelijk van de hand. De tweede mislukking deed Fabricius den kop tegen den wind in zetten. Hij verbeter-de hier en daar wat aan zijn stuk en zond het aan den Raad van Beheer der Koninklijke Vereeniging «Het Nederlandsch Tooneel». Deze aanvaardde het niet, omdat hij de hoofdpersoon «te cru» oordeelde. Na deze derde teleurstelling waagde Fabricius nog een laatste poging. Hij zond zijn werk aan P. D. Van Eysden, directeur van 't gezelschap van den grooten Schouwburg te Rotterdam. Deze las het en zond Fabricius het telegrafisch bericht, dat hij zijn stuk op de stukkenrol zou plaatsen en doen spelen. «Met den handschoen getrouwd» werd in Januari 1907 voor het eerst opgevoerd en met een succès dat duurzaam bleek. Daar-op zijn een reeks stukken gevolgd : «Een-zaam», «De Rechte Lijn», «Onder één Dak», «"ïnske», «Totok en Indo», «Nonni» en «Dol-le Hans», clie, op een enkele uitzondering na, allergunstigst zijn ontvangen. Ook nu weer «Dolle Hans» dat zeker een lange serie opvoeringen in het verschiet heeft. Zonder Frits Bouwmeester zou het dra-matisch talent van Fabricius waarschijn-lijk verborgen zijn gebleven en zonder P. D. Van Eysden ware er de domper op ge- zet. J. H. ROSSING. * * * Fabricius is een «geboren» tooneelschrijver. Waar zou hij 't ook hebben geleerd; deze jongen van de Drentsche hei?... Hij heeft heelmaal zich zelf gevormd; wist op eigen kompas zich een weg te banen door de wereld; de staketsels, die zijn toekomst beëngden, met zijn stoeren wil op zij te du-wen; door eigen kracht zich op te beuren uit de vlakte van een nooddruftig bestaan, waartoe het lot hem scheen te doemen. — «Drama in strijd»! Wat zijn helden zoo sterk maakt; ze al ware het voorbestemt tôt botsingen met de wereld om hen heen — dat onderscheidt ook Fabricius in zijn worsteling met het leven. Hij heeft eenen harden kop; wijst de mooiste posities af als hij zou worden genoopt te schipperen met zijn ovërtuiging. Halfheid is hem vreemd. Hij kan niet anders dan zich geheel geven. Dat vormt ook den vruchtbaren grond, — waaruit zijn drama's opbloeien; drama's, die meestal zich kenmerken door de stellig-heid van opzet, den gespierden dialoog, de onvervaardheid, waarmee hij zijne helden in de branding werpt van het conflict... Krachtnaturen, als Fabricius, plegen tege-lijk van een groote gevoeligheid te zijn.-. Ook in hun teederheid geven zij de voile maat. De tooneelstukken van Fabricius zijn be-kentenissen. Men kan er hem uit opbou-wen, naar geest en lichaam. — Vadei — laat hij Wilko in de «Rechte Lijn» verklaren — Vader, over een half jaar ben ik uit de smederij; twee jaar daar-na clraag; ik manchetten bij mijn werk en binnen tien jaar verdien ik mijn kost met louter lioofdarbeid». Wilko heeft woord gehouden — maar het leven dan ook niet met handschoenen aan-gevat; met de vuist heeft hij er zich door-heen geslagen. — Je kunt, — zegt hem zijn vriend Steven ■— naar 't uiterlijk soms zoo ongelooflijk hard zijn, dat het eenen mensch goed doet, je ook eens te zien van je zachten binnenkant!--- — Want onder de harde schors schuilt een week gemoed. Wilko is Fabricius. En hij heeft ook van Dolle Hans, van Woesthoogen uit Nonni, van Cor Koeleman uit Totok en Indo en zelfs van Willem uit Eenzaam! Want met aile doorzettingskracht van Wilko, met aile wilvastheid van Dolle Hans, met al het vlammende vuur van Woesthoogen, met aile cynische onvervaardheid van Cor Koeleman, is Fabricius te gevoelig van tempe-rament om bestand te zijn_ tegen een ont-zenuwend bestaan, in de eindelooze verla-tenheid, waaraan Willem in Eenzaam ten

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel Het tooneel gehört zu der Kategorie Culturele bladen, veröffentlicht in Antwerpen von 1915 bis 1940.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung

Ort

Zeiträume