Het Vlaamsch heelal: katholiek - zondagsblad

1583 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1914, 25 Juli. Het Vlaamsch heelal: katholiek - zondagsblad. Konsultiert 28 März 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/j09w08xg9w/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

25 Juli 1914 Nr 30 37e Jaargang HET VLAAMSCH HEELAL Vrij en Onafhankelijk Katholiek volksgezind weekblad voor Vlaamsche en Algemeene Belangen IN8CHRIJVINGSPRIJ8 Voor een jaar fr. 5.— ^ Voor 6 maanden » 2.75 Voor 3 maanden » 1.50 Voor Nederland » 5.50 Voor 't Groot Hertogdom Luxemburg. . » 5.50 Voor andere landen » 7.00 Bit blad verschijnt den Zaturdag morgend.— Men teehent in bij tien Uitgever en in aile postbureelen, alsook bij de briefdragers. Hoofdopsteller : JOHAN LEEMANS Deo Juvante Vincam ! Aile artikelen en mededeelingen moeten vàôr Donderdag avond ten bureele besteld zijn, uitgenomen de aanhondigingen, die worden ingewacht tôt Vrijdag avond. Afzonderlijke nummers van dit bîad zijn te bekomon ten onzen bureele, Carnotplaats 65, alsook Turnhoutschebaan 43, te Borgerhout. aahtkomdigiivfîeiv Den regel fr. 0.20 Kleine aankondiging » 0.50 Begrafenisbericht » 5.00 Groote aankondigingen bij overeenkomst. Voor aankondigingen buiten de provincie, wende men zich tôt de Agencie H1VAS, Martelarenplaats 8, Brussel, en Beurs-plaats 8, te Parijs. Voor aile andere aankondigingen ten bureele Carnotplaats (Laar) 6Si, Borgerhout-Antwerpen Geld- en Menschenmoord Dat de legers niets anders dan geld-en mensehenmoord ten doel hebben, is weer eens voldoende gebleken uit onthullingen, gedaan in den Franschen Senaat, over de strijdbaarheid van het Fransche leger in dezen oogenblik. Even als in 1870, zou dit leger, ondanks de miljoenen en miljarden aan zijne inrichting en uitrusting besteed, van ailes te kort hebben, zoodat duizenden, misschien wei hon-derdduizenden soldaten het noodige gerief niet zouden vinden. * * * In 1870 verklaarde maarschalk Le Bœuf, Minister van Oorlog, toen de Franschen zinnens waren eene wande-ling te doen naar' Berlijn, dat ailes in regel was ; dat er geen knop ontbrak aan de kleederen en schoeisels der soldaten. Zoohaast de oorlog verklaard was, bleek zulks heel anders te zijn. Er was van ailes te kort en 't noodzake-lijkste tôt den strijd was niet eens in de legermagazijnen voorhanden. * * * Thans bekent de huidige Minister van Oorlog, na ondervraging van de senateurs Humbert en Clemenceau, dat de toestand even erg is als in 1870 ; dat het leger niet uitgerust is gelijk het zou moeten zijn en de noodzakelijkste voorwerpen ontbreken. En dit ondanks de miljoenen en miljarden door de Kamer gestemd en ten dienste van het leger gesteld ! ! ! * * * Dit slecht bestuur, gepaard met geld-en mensehenmoord, moet niemand bevreemden, want Vrankrijk is het gekende land van den Panama ; maar ook in andere landen en zelfs in België is het niet beter gesteld. Het leger is een middel tôt nuttelooze geld ver kwis-ting, en tevens eene bron van aller- hande bedrog en onzinnigheden. * * * In België hebben wij de geldverkwis-tingen reeds kunnen beoordeelen bij het oprichten der versterkingen rond Ant-werpen en later aan de Maas. Deze laatste vooral zijn eene schande geweest voor 't legerbestuur, vermits het de kosten beraamde op dertig miljoen, terwijl zij feitelijk tôt tachtig miljoen klommen. * * * Dit feit, aangeklaagd in de Kamer door Minister Beernaert, wierd beves-tigd door generaal Brialmont, toen lid der Kamer, die er genoegen en eer in stelde aldus de Kamer bedrogen te hebben. Hij beweerde aldus gehandeld te hebben om tôt zijn doel te geraken, aangezien de Kamer wel dertig miljoen zou gestemd hebben, maar geene tachtig miljoen. Maar het kan even goed zijn dat dit verschil van schatting is voort-gesproten uit de onbekwaamheid en slordigheid van 't legerbestuur, hetgeen niet weg te cijferen is door eene moed-willige en berekende misleiding der Kamer. Althans, in beide gevallen kwam het legerbestuur aan zijne eer en plicht te kort en aan 't vertrouwen in zijne hoofden gesteld. * * * Dat hier meer onbekwaamheid en slordigheid in 't spel is, blijkt uit de geschiedenis der kanons voor de forten aan de Schelde. Zij bebben aan 't land vijf miljoen gekost, zijn nooit geleverd noch geplaatst geweest en staan tôt heden nog te pronken bij Krupp, waar zij voor onderhoud nog veel zullen kosten. Door dit feit kan eenieder bevroeden hoe het met andere zaken in 't leger moet gestaan en gelegen zijn, nu vooral dat er zoovele jongens moeten dienen. Er zijn kazernen te kort ; de bestaande zijn meest allen oude, ongezonde gebouwen ; de soldaten gemissen vele voorwerpen en moest er eene algemeene wapenopvatting gebeuren, 't zou hier gaan gelijk bij de Franschen : soldaten genoeg, maar geene,,. knoppen. * * # Wij hebben het reeds dikwijls geschreven, dat een klein, goed geoe-fend leger, voorzien van ailes wat tôt den strijd noodig is, meer zou uitwerken dan een ordeloos en slecht uitgerust groot leger ; dat een groot leger in een klein land een onzin is, vermits het zijne krachten niet zou kunnen ontwik-kelen en meer in den weg zou loopen dan dienst bewijzen. * * * In aile geval, hetgene thans bij de Franschen bestatigd wordt en eene herhaling is van den ongelukkigen legertoestand in 1870, moet ook in België de oogen openen. Er diende een algemeen onderzoek gedaan naar den toestand en de noodwendigheden van 't leger en zijne manschappen, alsmede naar 't gebruik der miljoenen, die hier door legerhoofden, volgens eigen beken-tenis, door bedrog en misleiding aan de Kamer wierden afgedwongen en aan volk en land ontfutseld. J. L. DE TOESTAND HIER EN ELDERS DUITSCHLAND. — De Kroonprins van Duitschland gaat voort met zijne oorlogs-zuchtige gevoelens te doen blijken. Maar hij verliest daardoor veel achting en gezag. Zijn telegram aan generaal Frebenius heeft een antwoord uitgelokt van den Keizer, dat niet van de poes is. De Keizer doet daarin kennen, dat er geone rekening dient gehouden van de gezegden van den KrooDprins, dat deze geene de minste waarde hebben. Met dit opstopperken kan hij voort Maar wat gezag kan die man nog hebben wanneer hij eens Keizer wordt ! —o— RUSLAND. — Voorzitter Poincaré is met den Czar gaan konkelfoesen over hun gewapend optreden tegen Duitschland en Oostenrijk. Niettemin doen zij vermelden, dat hunne bijeenkomst enkel den vrede tôt doel heeft. Die schijnheilige verklaringen kutinen niemand meer verschalken. Rusland is de kwaadvuur-stoker tegen Oostenrijk en de moord op den Kroonprins is het werk meer van Rusland dan van Servie, 't Is al goed dat Vrankrijk niet voldoende gewapend en bang is van Duitschland, zoo niet ware de oorlog reeds lang verklaard geweest. —o— ENGELAND. — De opstand van Ulster tegen de Vrijmakingswet van Ierland blijkt ten hoogste ongegrond ts zijn, want van de negen graafschappen waaruit Ulster bestaat, zijn er vijf in meerderbeid Katholiek, in 't gebeel 374,156 Katholieken tegen 160,978 Protestantes terwijl de vier andere graafscbappen 315,978 Katholieken en 727,460 Protestanten tellen. De Koning heeft deze week de leiders der partijen bjjeen geroepen, om deze zaak in der minae te schikken. —o— ALBANIË. — De Hollandsche offleieren die kranig willen optreden tegen de opstandelingen, vinden bij den prins von Wied geene voldoende aanmoediging noch goedkeuring. Ook trekken zij er een voor een uit. Zijn toestand wordt daardoor meer en meer benepen, zoodat hij eindelijk wel zal moeten aftreden. —o— VRANKRIJK. — Thans zyn al de klooster-scholen gesloten. Daardoor zijn duizenden kinderen van aile onderwijs beroofd, want niet in aile gemeenten bestaan vrije of gemeente-scholen. En dit ailes gebeurt enkel uit haat, zonder het minste nut. Het verplicht onzijdig onderwijs, is in Vrankrijk geheel tegen de godsdienstige begrippen gericht en kan niet anders dan nadeelig werken op de beschaving. Vrankrijk dat reeds zoo laag gevallen is en enkel door bluf en klatergoud de menigte wil verblinden, zal meer en meer den berg afrollen. De hoogere standen beteekenen er weinig of j niets, maar nu zal de volkssteun nog als laatste ; redding verdwijnen. Pax i î Uit de Gazettenwereld Alfred Schultz, opsteller van de Vorwàrts, is door de rechtbank van Berlijn tôt zes weken gevang veroordeeld voor majesteits- of konings-beleediging.* * * Een onbekend iets bij de Vlaamsche gazet-scbrijvers, 't zijn de groote winsten die zoogezegde Fransche gazetsctirijvers doen, meestal op oneerlijke wijze. Waechter en andere lieden der Chronique wonnen geld met hoopen niet alleen door hunne artikels, maar ook door 't verkoopen van valsche fondsen. En Calmette van de Figaro, over twintig jaar zonder iets begonnen, was thans twaalf miljoen rijk, volgens... Caillaux ! Voor die bladen en die gazetschrijvers is zulks des te slechter, omdat zij op eerlijke wijze reeds een groot loon konden winnen. Maar hoe meer de duivel heeft, hoe meer hij hebben wil, en 't is niet bij groote geldwinners dat veel eerlijkheid te vinden is, in strijd met de bewering dat iemand goed betaald moet zijn wil hij eerlijk blijven. Het is juist bij menschen met een bekrompen of karig loon, dat de omkooperij geen vat heeft. De eerlijkheid is hunne macht, al moeten zij in ellende leven. En dit is het lot van vele verdienstelijke Vlamingen. Hildebrand LEVENSBEELDEN XXXI De g-eest van de kudde Een Fransch schrijver heeft eens gezegd : « L'homme est un animal qui vit en troupeau ». Zeker is het dat dit kudde-instinct al meer en meer op den voorgrond dringt, naarmate de beschaving toeneemt, en het wordt als eene schande aanzien, buiten eenige kudde te leven, hors du troupeau zooals een Fransch anarcliist zich uitdrukte aan het hoofd van zijn tijdschrift. Gaarne wordt de waarheid van het Vœ soli ! aangenomen, maar toeb, tusschen dit bijbelsche « wee ! » en het hedendaagsche " kudden-gevoel », is er eene ruime plaats, die ecbter maar zelden bekleed wordt, en steeds door denkers, door mannen die een diepen blik in het wereldleven geworpen hebben... en er genoeg van hebben. Bij Wim was het een onbekend gevoel, een instinct evenals elk ander, dat hem weerbarstig maakte voor den kuddengeest. « Wanneer men zich eenling gevoelt van eene kudde, walgt het u dikwijls die eenling te zijn », schrijft ergens ongeveer Herman Teir-linck. En dit is eene groote waarheid, ten minste tocli voor wie « objectief » nadenkt en 5 den geest hooger stelt dan het liohaam. In Wim's goedzalig landje waren er te dien j tijde slechts twee staatkundige partijen : de \ dikpunters en de dunpunters ; eene derde ( partij : de alpunters, zou weldra van zich \ laten hooren. Nu was — en is — het een 1 onontbeerlijk vereischte in die Samenleving, ! dat iedereen, van af het pasgeboren kind tôt j aan den grijsaard die reeds met één voet in 't f graf staat, een plakbriefje op den rug draagt { waarop in groote letters : Dikpunter, of : l Dunpunter, of : Alpunter te lezen staat. Wie | zoo'n plakbriefje niet openlijk ten toon hangt, j die is geen mensch, die is, om zoo te zeggen, ! kogelvrij verklaard, en het mikpunt van \ iedereen. Want het dragen van zoo'n naam- ! bordje legt zware verplichtingen op, die op , straf van uitsluiting moeten gevolgd worden. ! Is men « dikpunter » dan is men verplicht ailes J goed te vinden wat de dikpunters doen ; \ 't komt er weinig op aan of men in voile over- J tuiging en met gansch zijn hart toch het ei \ langs den dikken punt opent : dat is bijzaak ; j hoofdz&ak is goedkeuring van al wat er onder de dikpuntervlag verricht wordt. Het is dus • een afstaan van den vrijen wil, van het I « objectieve » oordeel, van de verstandelijke 1 redeneering die eerst en vooral gevergd wordt. : Gehoorzaamt men aan die grondstelling, dan mag men verder het ei openen langs waar men j wil, of zelfs een walg hebben en daardoor aan j anderen een walg inboezemen voor het eieren- j eten. Dat heet men discipline de parti, in i plat Vlaamsch : kuddengeest. Bij de dunpunters heerscbt de zelfde geest. De kopstukken van deze richting verkondigen luide : « Wij zijn vrije menschen ; wij willen j niet dat de menschheid verslaafd worde. Het is j ons dus onversctiillig langs welken kant ge het ei opent, of ge eieren lust of niet, dat is « privaat leven », dat gaat otis niet aan. ; Vrijheid in ailes en voor allen, geene slavernij, is onze leus. » Dat is nu wel heel mooi, maar, j 't zijn slechts woorden. Want zie, met zoo'n ; leus kan oen dikpunter ook instemmen, doch > À — en dat is het fijne van den duûpunter-kudden-geest — men is slechts goed dunpunter wanneer men de dikpunters vermaledijdt, de menschen aanzet, met veel hooge en soms grove woorden, het ei langs den dunnen punt te openen of liefst geheel en al van de eieren af te zien ; wanneer men in herbergen, meetingen, vergaderzalen en langs de straat luidop het dunpunter-volkslied bruit : Yan 't ongediert der dikpunters Verlos ons Vaderland 1 Tusschen haakjes gezegd, de dikpunters van hunnen kant hebben hetzelfde volkslied, dat bij hen luidt : Van 't ongediert der dunpunters Verlos ons Vaderland ! Wanneer men zoo ijverig medewerkt aan de « heilige » dunpunter-zaak, en iedereen een afkeer in te boezemen weet van de eieren... dan mag men soms wel doen wat men wil... zoo men kopstuk is... al ware het 't tegenover-gestelde van wat men zijne kudde opsolfert. Het ergste van heel de kwestie is, dat men in die zaken gedurig en overal den godsdienst mengt, die er vèr, vèr boven staat. Godsdienst is wijsbegeerte, en « kuddegeest » is staatkunde, en tusschen wijsbegeerte en staatkunde is er een diepe kloof die wèl met woorden, doch niet met dâden aangevuld wordt. De hoofdmannen van elke partij, die dat wel weten doch niet zouden willen bekennen, zorgen er dan ook voor veel stof te maken, opdat dit stof in de oogen hunner wederzijdsche kudden zou vliegen, en dus beletten klaar te zien. Stof in de oogen werpen, is dan ook de eerste vereischte van elk duchtig leider, zoo bij de dikpunters als bij de dunpunters en bij de alpunters. Wim scheen zoo'n onbestemd voorgevoel te hebben van al wat hij later zou moeten ver-duren van dikpunters en dunpunters, en voelde zich daarom genoopt het plakbriefje af te schudJen dat vader Pauwels hem bij zijne geboorte op den rug gespeld had. Hij had een hekel aan de dikpunters, die hem zoo over-dreven voorkwamen — de voorbeelden die hij ervan onder de oogen had gehad, waren âl te welsprekend geweest — ; hij was vol afschuw voor die gevleeschde duivels die met den naam » dunpunter » gebrandmerkt waren ; en rond-dwalend in de duisternissen, zonder van iemand eenig licht of eenigen onbevooroordeelden raad te mogen verwachten, was hij nu dikpunter, dan dunpunter, dan geen van beiden... en zonk al dieper en dieper in den kolk der vertwijfeling neer. Het zou nog lange, lange jaren duren eer hij tôt eene overtuiging kwam. Eene overluiging, geene eenvoudige « meening ». Hij wist nog niet dat eene overtuiging dan eerst sterk en rotsvast in de ziel geplant is, wanneer men er voor moet lijdan — wat dan ook een genot is als een ander, het genot zich zelven een « ik » te voelen, en te mogen zeggen, zooals hij later in eene gewichtige omstaodigheid deed : « Si je ne suis pas « quelque chose «,je suis « quelqu'un », et tout le monde ne peut pas en dire autant ! » Met innige zielsontroering staren de peinzende blikken van den grijzen Willem Pauwels in het vôôr hem openliggende en door zoo diepe stormen geteisterde gemoed van den blond-gelokten Wim. Voorzeker is het veel lichter, veel gemakkelijker, zich maar losweg bij den grooten hoop te scharen, mede te roepen met de kudde, zich de wet te laten voorschrijven, zich te laten drijven waar de kudde u heen-voert, en 's avonds, wanneer men — zoo men dit al-doet — zijn geweten onderzoekt, een-voudig weg zich de handen te wasschen als Pilatus, en zich in slaap te sussen met deze woorden : « Is 't verkeerd, dan leg ik de schuld op de leiders mijner kudde ». Maar of dit nu wel menschwaardig is, daar mag de lezer zelve over beslissen. Hoe oogenschijnlijk onverschillig en lijdzaam Wim zich ook door den levensstroom liet meêvoeren, toch zou men afgeschrikt zijn zoo men in zijne steeds stormende ziel had kunnen lezen. Maar dat deed niemand, niet omdat men het niet kon, want het sleuteltje zijner ziel lag in ieders bereik, maar omdat men niet genoeg nadenkt dat men eene ziel niet openbreekt met een dragonderssabel. Daartoe is slechts eene zachte, heel zachte drukking van noode, maar de ruwe handen der menschen van onzen tijd hanteeren liever het grove, zware wapen. Vijf-en-twintig jaar lang, eene eeuwigheid wanneer men den levensberg opstijgt, zou zijne ziel in een ijzeren pantser verscholen blijven en stormen en woeden, zoodanig dat geen buiten-staauder het raadselwoord van den aankomen-den jongeling kon oplossen. 't Is slechts na vijf-en-twintig jaar dat eene zachte beweging dit ondoordringbaar pantser in stof en asch deed nedervallen, en dat de verlichtende en verwarmende zonnestralen er in gelukten langzamerhand de nevelen te verdrijven, en met hen ook de onvermijdelijke zelfpijniging eener ontwakende ziel... Vervolgt

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel Het Vlaamsch heelal: katholiek - zondagsblad gehört zu der Kategorie Katholieke pers, veröffentlicht in Borgerhout von 1878 bis 1930.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung

Ort

Zeiträume