Het Vlaamsch heelal: katholiek - zondagsblad

1461 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1915, 04 September. Het Vlaamsch heelal: katholiek - zondagsblad. Konsultiert 19 April 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/dr2p55fg7z/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

4 September 1915 Nr 36 38e Jaargang HET VLAAMSCH HEELAL Vrij en Onafhankelijk Katholiek volksgezind weekblad voor Vlaamsche en Algemeene Belangen IIV8CHRIJVING8PRU8 Voor een jaar fr. 5.— Voor 6 maanden » 2.75 Voor 3 maanden » 1.50 Voor Nederland » 5.50 Voor 't Groot Hertogdom Luxeraburg. . » 5.50 Voor andere landen » 7.00 Dit blad yerschijnt don Zaturdag morgend.— Men teekent in bij den TJitgever en in aile postbureelen, alsooh bij de briefdragers. Hoofdopsteller : JOHAN LEEMANS Deo Juvante Vincam ! Aile artikelen en mededeelingen moeten vôôr Donderdag avond ten bureele besteld xijn, uitqenomen de aankondiqingen, die worden ingewacht tôt Vrijdag avond. Afionderlijke nummers van dit blad zijn te bekomen ten onzen bureele, Carnotplaats 65. — 1 O centiemen het nummer. AANKONDIGIIWGEN Den regel fr. 0.20 Kleine aankondiging » 0.50 Begrafenisbericht » 5.00 Groote aankondigingen bij overeenkomst. Voor aankondigingen buiten de provincie, wende men zich tôt de Agencie HAVAS, Martelarenplaats 8, Brussel, en Beurs-plaats 8, te Parijs. Voor aile andere aankondigingen ten bureele Carnotplaats (Laar) <»*>, Borgertaout-Antwerpen Gewoonte en Behoefte Mr Picard, de bekwame rechts-geleerde van Brussel, maar tevens schrijver, dichter en... wijsgeer, schreef destijds een schoon werk over Het eenvoudig Leven. Alhoewel zelf in een paleis en als in een muzeum wonende, wierd hij gewaar dat al die pracht en die luister den mensch niet gelukkig maken en het ware geluk nog wel het meest te vinden is in de eenvoudigheid en het beperken zijner behoeften. * * * De huidige tijdsomstandigheden moeten die groote waarbeid aan vele kleinen en grooten insgelijks geleerd hebben. Zij hebben althans aan velen de bewijzengeleverd, dat, roode « gewoonte eene tweede natuur is » gelijk het spreekwoord zegt, die gewoonte nog-tans gemakkelijk kan afgeleerd worden, bijzonder wanneer die gewoonte eerder een misbruik dan eene behoefte gewor-den was. * * En die ondervinding is thans in aile landen opgedaan. Bijzonder het verbod van alcool- of geneververbruik, moet velen terug op den goeden weg gebracht hebben door hen, willens of nillens, aan eene gewoonte te doen verzaken die niet alleen schadelijk was voor hunne persoonlijke gezondheid en wilskracht, maar ook voor hun huisgezin, voor hunne omgeving, voor hunne brood- winning en voor 't algemeen belang. * * * Conscience, onze groote en onge-evenaarde volksschrijver, die niet noodig had groote, ingewikkelde en gezochte woorden te gebruiken, noemde het misbruik van den genever en dezes nadeeligen invloed eene mtvinding des duivels. Beter kon dit niet bestempeld worden, want uit dit misbruik vloeiden allerhandevolkskwalenvoort : luiheiden werkloosheid, ongezondheid, armoede, krakeel, ongelukken en dikwijls grove misdaden en moorden. « * # Aile volksvrienden mogen zich dus verheugen, dat dit kwaad nu grooten-deels is uitgeroeid. De hoofdzaak isnu, dat bet verbod van geneververbruik ook in vredestijd zou kunnen gehandhaafd worden, vermits de bewijzen nu feitelijk geleverd zijn, dat daardoor vele volks-ellende en misdaden verdwijnen. Die bewijzen waren vroeger reeds geleverd, maar zij sprongen zoo niet in 't oog en de geneverbestrijders moesten tevens voorzichtig zijn de belangen van nering- doeners niet te kwetsen. * * * Op meer andere wegen hebben de huidige toestanden de menschen tôt onthouding en eenvoud gedwongen. Wat hun vroeger veel geld kostte, zoowel in voeding als in kleeding, zoowel in levenslust als in allerhande genoegdoeningen, komt thans op veel minder te staan en zij gevoelen daardoor geen leed, wel integendeel. Gelijk Mr Picard ondervinden zij : dat het eenvoudig leven geenszins te misprijzen is, en dat de gewoonte niet altijd eene onmisbare behoefte oplegt. * * * Die ondervinding wordt thans opgedaan door grooten en kleinen, want in aile rangen der Maatschappij of Samen-leving hebben de huidige omstandig-heden vele nuttelooze gebruiken en zelfs misbruiken doen verdwijnen. En even als het misbruik van genever ook in gewone tijden diende bestreden te worden met dezelfde middelen die thans worden aangewend, zoo ook zouden al andere misbruiken, die veelal het leven vergallen, de wilskracht dooden en menig fortuin vernietigen, dienen geweerd te worden. * * * Het zou eene heele volksherleving zijn indien dit schoone doel kon bereikt worden. Meer mannelijkheid en wilskracht zou de plaats innemen van verwijfdheid en moedeloosheid. Wanneer iedereen enkel wilde leven volgens zijne behoeften, beperkt door eenvoudigheid en strenge noodzakelijkheid, dan zou er reeds veel gered zijn en wij zouden met kalmte en gerustheid de toekomst kunnen inblikken. Zoowel in paleizenals in nederige huizen en hutten zou meer tevredenheid heerschen, terwijl tevens de toekomende geslachten een mannelijk volk zouden leveren, bestand tegen onvermijdelijke tegen-slagen of beproevingen. J. L. DE TOESTAND HIER EN ELDERS NEDERLAND. — Een nieuw werk van bevoorrading is in Nederland gesticht, welk voor doel heeft aan liefdadige gestichten in België, wit brood te verscliaffen. Te Luik kan, dank aan die bevooorrading, aan oude lieden, zieken en kinderen wit brood verschaft worden. Het brood wordt aan 60 centiemen den kilo geleverd, en wekelyks kunnen er twee kilos per hoofd toegekend worden. — De Belgische vluchtelingen worden meer en meer uit Nederland verwyderd, ten minste deze die door den Staat of door de openbare liefdadigheid moeten geholpen worden. Alleen zij die streken bewoonden waar vele woningen vernield of verdwenen zijn, mogen nog in Nederland blijven. Dit getal moet ecbter reeds zeer Terminderd zijn, aangezien vele dezer lieden naar Engeland overstaken. — De duurte der levensmiddelen wordt hier door de overheden zooveel mogelijk bestreden gelijk in andere landen, maar tocb worden er nog vele misbruiken gepleegd. —o— SPANJE. — Aile onzydige landen willen in den wereldoorlog het hunne bydragen om het eene of het andere leed te verzachten. Alzoo heeft Koning Alfonso XIII van Spanje op zich genomen, opzoekingen te doen naar krijgsge-vangenen, waarvan in langen tijd geen nieuws meer was van vernomen. Door medehulp der Spaansche gezanten in vreemde landen, is hy er in gelukt aldus 7,000 gevangenen te ontdek-ken, die verder met hunne familie in betrekking zijn kunnen gesteld worden. Ziedaar een nuttig en menschlievend werk, dat het getal der zoogezegde « vermisten » of veronderstelde gesneuvelden ietwat zal vermin-deren. Reeds eenige krijgslieden die men dood waande, zijn aldus tôt het rijk der levenden weergekeerd. —o— AMERIKA. — Daar Engeland het katoen als oorlogs-smokkelhandel heeft verklaard, zal dit verbod van uitvoer hoogst nadeelig zijn aan den katoenhandel Van Aœerika, die in Europa zijn grootste afzetsgebied vond. Er zal dus naar andere uitvoerwegen moeten gezocht worden, zelfs dan wanneer Engeland een groot deel van den katoenoogst voor eigen rekening zou aankoopen. —o— ZWEDEN. — Alhoewel Zweden veel heeft te lijden door belemmering in de scheepvaart, heeft het op een ander gebied toch niet te klagen. De Staatsijzerenwegen namelijk brach-ten tijdens het eerste halfjaar van 1915 de som van 54 miljoen kronen op, 't zij 8 miljoen meer dan in 't eerste halfjaar van 1914. Met die meerdere inkomst kunnen dus eenige te-korten op andere diensten gedekt worden, maar het verlies in 't algemeen zal denkeljjk niet te vergoeden zijn. —o— NOORWEGEN. — Van zijnen kant is Noor-wegen, dat nog niet veel spoorbanen bezit, zinnens zijne ijzerenwegen merkelijk uit te breiden, vooral in 't Noorden, waar reeds nieuwe spoorlijnen zijn aangelegd, in verbin-ding met het mijnengebied en de scheepvaart. De algemeene bedrijvigheid en welvaart kan ! er slechts bij winnen. -o- ENGELAND. — De beweging voor den algemeenen dienstplicht wil maar niet pakken. - De bevolking is er tegen. Oude gewoonten zijn ' & er moeielijk uit te roeien. Reeds na den Boerenoorlug had Lord Roberts aangedrongen tôt invoering van den algemeenen dienstplicht, maar het lukte niet. Zelfs het voorstel om dien algemeenen dienstplicht slechts tijde-lijk in te vcereu, namelijk gedurende den oorlog, vindt evenmin bijval, zoodat het hek-ken aan den ouden stijl zal blijven. Pax Uit de Gazettenwereld De Labour Leader die vervolgd was voor artikels betrekkelijk het Engelgsch leger, is vrjjgesproken. Het blad wreekt zich door gezegden aan te halen van Lord Grye, den huidigen Minister, die tijdens den Boerenoorlog dezelfde beknibbelingen deed. * * * De Pall Mail Gazette, het Londensche dagblad, is in andere handen overgegaan. De eigenaar Waldorf Astor, een Amerikaan, heeft het blad verkocht aan een syndikaat, aan wiens hoofd Davidson Dalziel staat, lid van het Lagerhuis. Het bedrijfskapitaal wordt niet opgegeven, maar dit zal, voor zulk een blad, wel aanzienlijk zijn. De hoofdopsteller is ver-vangen en deze neemt het bestuur van het weekblad The Observer op zich. Hildebrand TOT HOOGER DOEL! IX Eetjige fiedef)kii)Qef> ovef de Congres set) ïooti Z.coIeiiilce OpYoedit)^ (2e Vervolg) Het komt mij voor dat deze twee bedenkin-gen, waarin niet de minste aanvallende noch afbrekende bedoeling neergelegd is, wel eenige aandacht verdienen. Ook zal men mij toelaten hier een derde neder te schryven, die den grondslag van het Congres aangaat. Wat heeft men, te Londen en in Den Haag, willen tôt stand brengen ? Niettegenstaande de bepaling van het règlement dat « er geen besluiten zullen genomen worden behalve van bestuurlyken aard » is het wel klaarblijkend, dat men eene verstandhou-ding tusschen de verschillende overtuigingen beoogde. Het vraagstuk der zedelyke opvoeding, al of niet van de godsdienstige opvoeding gescheiden, is te brandend in het meestendeel der landen, opdat een Congres voor Zedelijke Opvoeding, een Congres waarin aile landen en aile overtuigingen vertegenwoordigd zyn, er zich niet hoofdzakelijk zou mede bemoeien. Indien eene poging in die richting gedaan was, dan zou het Congres, daardoor alleen reeds, den dank van al de « menschen van goeden wil » verdiend hebben. Maar daar heeft men zich niet aan gewaagd. Men zal mij vragen of dit wel gemakkelijk, of het zelfs mogelijk was. Gemakkelijk? Verre van mij dit te beweren. Maar indien ooit de gelegenheid gunstig was om die richting in te slaan, dan was het wel in Den Haag, waar men de verschillende overtuigingen bijeen vond en gereed om het vraagstuk te bespreken. Mogelijk? Voorzeker ! Wel is waar leende het programma er zich moeielijk toe. Want indien men waarlijk nuttig en practisch werk had willen verrichten, dan zou men, om den grondslag der overeenkomst te leggen, twee groote afdeelingen moeten oprichten. Aan den eenen kant zou men de zedelijke opvoeding beschouwen in het huisgezin en in de byzondere onderwijsgestichten, aan den anderen kant de zedelijke opvoeding in de Maatschappij 60 in de openbare Staatsonderwysgestichten, die voor iedereen toegankelijk zijn (1). De eerste afdeeling is, onder dit opzicht, I bijzaak. In het huisgezin dient het godsdienstig of leekenideaal der ouders tôt grondslag aan de zedelijke opvoeding : er is dus geene overeenkomst noodig. Hetzelfde geval doet zich voor in de bijzondere onderwijsgestichten, die alleen bezocht worden door die kinderen wier ouders nagenoeg dezelfde overtuiging koesteren als de leden van het onderwijzend personeel. Maar in de Maatschappij, in de Staatsschool, dààr zijn de toestanden geheel anders, Dààr toch vindt men de meest uiteenloopende overtuigingen vereenigd ; dààr toch doen zich in al te talrijke landen ware godsdienstoorlogen voor, die des te heviger zijn naarmate het doel verhevener, edeler, heiliger is. Het nut of de noodzakelijkheid der Staats-scholen nagaan, kwam hier niet van pas ; men had zich enkel bezig te houden met de feitelijk bestaande toestand : de Staatsschool is er ; jj evenals de Maatschappij is zij toegankelijk ■ à voor iedereen, welke ook de overtuiging zijn moge dergenen, die er hunne kinderen heen sturen. De eenige vraag, die moesfc behandeld worden. was deze : Hoe kan de zedelijke opvoeding in de Staatsscholen gegeven worden zonder in aanstoot te komen met de verschillende overtuigingen ? Dât is, meen ik, wat het Congres eerst en vooral zou moeten behandeld hebben, daar het toch dringend noodig is deze vraag opgelost te zien. Natuurlijk zouden twee oplossingen elkander den voorrang betwisten : de eene, die het godsdienstig, de andere, die het leekenideaal vooropstelt. Maar .tusschen die twee groote stroomingen in, zou men er andere gevonden hebben, die tôt bevrediging, bemiddeling en verzoening leiden, en het zijn juist die verzoe-nende voorstellen die, van het spreekgestoelte afgekondigd, door iedereen zouden moeten besproken zijn. Ik ben zoo lichtgeloovig niet mij in te beel-den, dat zoo maar aanstonds eene iedereen voldoende oplossing zou gevonden worden, maar het gedacht zou toch opgeworpen en verspreid zijn, en het volgende Congres zou dan een nieuwen stap vooruit kunnen doen. Welk een practische uitkomst zou men op die wijze niet kunnen bekomen ! * * # Een onderlinge verstandhouding, eengemeen-schappelijken weg maken voor de zedelijke opvoeding in de staatsscholen... Zij, die men in den strijd gemengd heeft door dit vraagstuk te allen kante veroorzaakt, zij vooral, die er door geleden hebben, zullen hun hart voelen trillen van vreugde bij dit gedacht. En nochtans was de weg afgebakend in Den Haag. Maar men moet gelooven dat menige deel-nemers aan het Congres de opstellen niet lezen, of ze lezen zonder te begrijpen waar men heen wil, anders zou hen de belangrijkheid van het opstel van Dir. Kemény : Der Interkonfes-sionalismus ein Zwilllingsbruder des Inter-nationalismus, en meer nog dat van Félix Ortt over Een grondslag van verstandhouding in zake zedelijke opvoeding, ten zeerste getroffen hebben. Dat van den heer Kemény komt in eeniger mate de gedachten naby, die ik zelf in L'Idéal Religieux neergeschreven heb ; en juist daarom wil ik het enkel maar vermelden, zonder het voorop te zetten. Met dit van Feux Ortt stem ik niet in aile punten overeen, maar dit belet niet dat het, mijns inziens, het beste onderwerp van bespreking is dat men vinden kon en dat men wellicht ooit vinden zal. Dit opstel van Félix Ortt zou de eerste en hoofdzaak moeten uitgemaakt hebben op het Haagsche Congres, en ik durf verzekeren, dat, indien men gedurende de vier dagen van het Congres niets anders verricht had dan daarover te redetwisten, men eene taak zou verricht hebben, waardig om tôt voorbeeld gesteld te worden aan elk Congres, welk het ook zij. Ziehier den «grondslag van verstandhouding» dien Félix Ortt voorstelt : « Het meest waardevolle in het geheele zede-lykheids-onderricht, omdat dit het diepste den bodem losmaakt, is het wekken van zedelijke gevoelens. En het wekken van gevoel kan alleen door gevoel geschieden. De onderwyzer, die alleen verstandelyk-zedelyk onderricht geeft, is een eenzijdig en daardoor gebrekkig onderwijzer. « Wilde men in de lagere school, uit vrees voor den invloed van gevoelens van andersden-kenden, aile gevoelsuitingen verbieden, dan zou daardoor de waarde van het zedelijk onder-wijs onmiddellyk sterk geknot worden, zéér tôt bchade van de zedelyke ontwikkeling der jeugd. « Moet men dan de gevoelsuitingen der onder wij zers vrij laten ? « Ik zou zeggen ja, mits de onderwyzers zich daarbij onthouden grievende dingen te zeggen aan 't adres van andersdenkenden en andersvoelenden. « De geloovige ouders moeten kunnen velen, als een ongodsdienstig-humanitair onderwijzer in warme bewoordingen spreekt over het ontwikkelingsbeginsel in de Natuur, of over de Universeele Verwantschap ; zy moeten dit waardeeren, doch kunnen thuis naar hunne meening de leemte aanvullen door hun kinderen te vertellen van God als diepsten grond dier evolutiekracht en dier universeele verwantschap.» De ongeloovige ouders moeten kunnen velen, dat de geloovige onderwijzer zich uit-spreekt over Gods goedheid ; als ze willen kunnen zij aan hunne kinderen zeggen, dat het bestaan van eenen goeden God niet weten-schappelijk bewezen is, maar dat we toch zô6 moeten leven alsof het waar was wat meester zeide. « Maar de geloovige meester mag niet zeggen dat de ongeloovige ouders geestelyk tlind zijn, of niet zalig kunnen worden buiten

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel Het Vlaamsch heelal: katholiek - zondagsblad gehört zu der Kategorie Katholieke pers, veröffentlicht in Borgerhout von 1878 bis 1930.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung

Ort

Zeiträume