Het Vlaamsch heelal: katholiek - zondagsblad

1600 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1917, 27 Januar. Het Vlaamsch heelal: katholiek - zondagsblad. Konsultiert 19 April 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/d50ft8fk1g/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

27 Januari 1917 Nr 4 40® Jaargang HET VLAAMSCH HEELAL Vrij en Onafhankeiijk Katholiek volksgezind weekblad voor Vlaamsche en Algemeene Belangen Voor een jaar fr. 5.— Voor 6 maanden » 2.75 Voor 3 maanden » 1.50 Voor Nederland » 5.50 Voor 't Groot Eertogdom Luxemburg. . » 5.50 Voor andere landen » 7.00 Dit blad verschijnt don Zaturdag morgend.— Men teehent in bij den Uitgever en in aile postbureelen, alsook bij de briefdragers. Hoofdopsteller : JOHAN LEEMANS Deo Juvante Vincam ! Aile artikelen en mededeelingen moeten voôr Donderdag avond ten bureele besteld zijn, alsook de aankondigingen. Afzonderlijke nummers van dit blad zijn te bekomen ten onien bursele, Carnotplaats 65. — 1 O centiemen het nummer. M———g— - _ Il AANKONDIGI1VGE1V Den regel fr. 0.20 Kleine aankondiging » 0.50 Begrafenisbencht » 5.00 Groote aankondigingen bij overeenkomst. Voor aankondigingen buiten de pronncie, wende men îich tôt de Agencie HA.VA.S, Martelarenplaats 8, Brussel, sn Beurs-plaats 8, te Parijs. Voor aile andere aankondigingen ten bureele Camotplaate (Laar) 6S, fiEor^erbout-Aotwerpen iii-n, Spraak en Beschaving Dat de spraak, en vooral de zuivere welluidende uitspraak eener taal, een groot deel uitmaakt der beschaving, zal wel niemand betwisten. Zij geeft al dadelijk een bewijs van goede opvoe-ding, althans van verzorging in de uiterlijke welsprekendheid of welbe-spraaktheid, zoodat dit kenraerk alieen den mensch reeds doet onderscheiden van min-beschaafde lieden. * * * In ons land, en vooral bij de Vlamingen, laat die uitspraak veel te wenschen, zelfs in beschaafde middens. De straattaal komt er immer door en ontsiert menig gesprek. Wilde men daarop beter letten, zonder nogtans in het overdrevene te vallen, men zou een grooten dienst bewijzen aan zich zelven en aan onze taalrechten. Want onze taalrechten worden veelal bekampt door menschen, die haar aanzien als straattaal en dus als iets dat strijdig is met eene welbegrepen beschaving. „ * „ Wij beleven hier te lande nogtans het zonderling verschijnsel, dat men eene zuivere uitspraak verlangt voor aile vreemde talen, terwijl degenen die het Vlaamsch duidelijk en zuiver j spreken, niet zelden afgekeurd worden als menschen, die door uithangerij en « gemaaktheid » willen voorkomen. En nogians bewijzen zij niets anders dan hunne taal lief te hebben en een bewijs van beschaving te geven. * * * Buiten het gebrek in de alledaagsche uitspraak, door straattaal ontsierd, is er nog een ander dat evenveel dient vermeden te worden, namelijk de onduidelijkheid, het gémis aan klem-toon en vaste uitdrukking. Dit kan men het best bestatigen bij redenaars die de helft hunner woorden «opeten», gelijk men zegt ; bij zangers en tooneel-spelers die z66 onduidelijk en z66 weinig kiemmend spreken, dat de toe-hoorders er niets of weinig kunnen van begrijpen. En in het begrijpen van het voorgedragene ligt wel het hoogste genot! * * Onze aandacht wierd op dit feit andermaal gevestigd, — want vroeger handelden wij er reeds herhaaldelijk over, — door eene opmerking in de Herinneringen van Mevr. Théo Man-Bouwmeester, de befaamde Neder-landsche tooneelspeelster, die nog al eens met Sara Bernhardt wordt gelijk gesteld. Deze Herinneringen zijn onlangs verschenen en zij haalt daarin aan, wat haar eerste leermeester, M. Bamberg, haar eens zegde : « Ja, « ge hebt een lief stemmetje. Maar de 1 » woorden — de woorden ! Die moeten j » de menschen hooren ! Duidelijk, » duidelijk uwe woorden uitspreken, » kindlief ! » * * * 1 Die vermamng is haar immer bijge- ! bleven en zij voegt er bij : , « Zelfs nu nog doe ik mijn best mij l » zoo verstaanbaar mogelijk uit te 1 » drukken. Het is voor mij immer een » ergernis, als ik in een schouwburg » zit en ik hoor kunstenaars, die <5f te J » zacht spreken, 6f zich niet willen : » inspannen. O, als zij eens wisten, hoe ( » ze het publiek hiermêeontstemmen ! « -* 1 * * < Dit gebrek in de uitspraak heerscht \ dus ook over de Moordijk. Het zijn < dus niet uitsluitelijk de Vlamingen die < moeten opgewekt worden tôt een betere, duidelijkere en welluidender uitspraak. Dit gebrek blijkt algemeen te zijn, of althans zijn er velen die tegen eene goede uitspraak zondigen. En we mogen wel zeggen dat, zoo eene slechte uitspraak doet twijfelen aan de beschaving of goede opvoeding, die slechte uitspraak nog meer nadeelig is op 't gebied der kunst. Een kunstenaar of redenaar, hoe verdienstelijk ook onder andere opzich-ten, moet er veel in waarde en in naam door verliezen. * * * Wat wij hier opmerken, kan eenieder in aile omstandigheden bestatigen. Vooral zangers laten aan duidelijkheid veel te wenschen, zoodanig dat, in hunne onmiddellijke nabijheid, er weinig of niets van de uitgegahnde woorden kan opgevat worden. Het verstaan der woorden moet nogtans de hoofdzaak zijn, zoo niet levert de beste zang weinig of geen genot op voor de aan-hoorders.* * * Wie zich als beschaafd man of als kunstenaar, als zanger, als redenaar door de taal wil doen gelden, hij gebruike deze zuiver en duidelijk, zonder uithangerij of gemaaktheid. In de gesprokene taal vooral, in den dage-lijkschen omgang stelle men er genoe-gen en eigenliefde in, de taal zuiver te spreken en aile straattaal te vermijden. In scholen en patroonschappen, waar een mengelmoes van verschillende uit-spraken wordt waargenomen, straattaal en gewestspraken, mocht er wel eenige zorg besteed worden aan de zuivere en duidelijke uitspraak der moedertaal, niet alleen bij de leerlingen, maar ook bij de meesters. J. L. DE TOESTAND HIER EN ELDERS 1 NEDERLAND. — De zoogezegde Distribu-tiewet of « Eetwarenverdeelingswet », hetgeen duidelijker eu verstaanbaarder is, geeft aanlei-ding tôt vele misbruiken en beknibbelingen. Volgens eene klacbt in de Kamer voorgebracht Joor den volksvertegenwoordiger Sannes, maken gegoede burgers en gemeentebesturen gebruik van deze wet, om voorraden op te doen in strijd met de bepaling, dat de eetwaren aerst beschikt zijn voor luen die er het meest behoefte aan hebben. De Minister heeft er op geantwoord, dat nevens de Disiributiewet eene onteigeniswet bestaat, waardoor onwettige voorraden kun-aen aangeslagen worden. Zijn er enkele gemeentebesturen te kort gekomen aan hunne rerplichtingen, de andere deden integendeel "uim hunne plicht. Door streng toezicht uit te )efenen, is het mogelijk vele misbruiken te roorkomen. De Minister zal maatregelen lemen om daarin te voorzien. x De tijd staat niet stil, maar wordt door le dood toch dikwijls achterbaald. Nederland perloor deze laatste maanden verschillende roorname Kamerleden : Tijdeman, van Nispen /an Sevenaar en nu Borgesius, voorzitter der Xamer. X Minister van Gyn heeft ditmaal do wet op le erfenisrechten door de Eerste Kamer ïestemd gekregen. Slechts negen leden gaven )ene afwijzende stem. —o— AMERIKA. — Te Philadelphia gaan de ^merikanen een standbeeld oprichten aan den ?ranschen generaal La Fayette, die een groot landeel heeft genomen in den bevrijdingsoorlog ?an Amerika. 't Is reeds honderd jaren geleden; le herdenking komt dus laat, maar wellicht jestaan er voor hem reeds elders gedenk-;eekens.—o— . FRANKRIJK. — De zomertijd, verleden jaar roor 't eerst toegepast, zal in verscheidene anden dit jaar weer gevolgd worden. In ?rankrijk wenscht men dezen te beginnen reeds len 15 Februari ; in Nederland den 1 April. J inderen verlangen hem te doen samenvallen I net de jaargetijden, namelijk om te beginnen ! len 21 Maart, met de lente, en eindigende den : il September, bij het intreden van den herfst. I 3oe het ook zij, voor uitsparing van licht en ! steenkolen heeft de eerste proef veel profijt >pgeleverd. BRAZILIË. — Daar Brazilië voor zijnen landbouw duizenden landverhuizers uit Europa verwachtte en deze niet kunnen komen uit hoofde van den oorlog, is er nu eene overeenkomst gesloten met Japan. Niet minder dan 5,000 Japaneezen zullen jaarlijks naar Brazilië gaan, om daar zich bezig te houden met het bewinnen van rijst, boonen, aardappelen en koffie. De Chineezen zijn minder welkom en worden weinig of niet in den landbouw gebruikt. Zij dienen meer voor lastwerken, alhoewel zij niet al te sterk zijn. Pax UIT DE GAZETTEN WERELD Door het niet meer verschijnen van talrijke dagbladen, zal het beroep van vele schrijvers veranderen of eene andere wending nemen. Enkelen immers worden nog ondersteund door de voormalige uitgevers of maatschappijen, maar velen ontvangen sinds lang geene toelage meer en moeten dus in een ander beroep hun verder bestaan zien te vinden Deze laatste jaren was er geieverd om onder-steunings- en pensioenkassen \ooï gazet-schrijvers in te ricliten. Deze kassen zouden, in den loop der jaren, op stevige inkomsten en op een ruim bestaan kunnen rekenen hebben, maar die tijd is niet gekomen en 't weinige dat tôt dit doel vergaard was, is aan buitengewone onderstanden moeten uitgedeeld worden. Laat ons hopen dat zij. die uit het vak zijn getreden, een menschwaardig bestaan hebben gevonden en er meer voldoening en meer rust hebben in aangetroflfen. Hildebrand WAT DE SCHOOL ZIJN KAN i Houd toch op, bid ik u, met het maken van die fljne onderscheidingen tusschen de verschillende deelen der opvoeding ! Houd toch op met aan onze kinderen kunstmatige sneedjes van een niet minder kunstmatig leven vôôr te zetten. De opvoeding is EEN. Zij moet het leven zijn, omdat zij het leven voorbereidt ! Datgene wat het lichaam beïnvloedt, heeft ook invloed op de zedelijkheid en op het verstand, en het omgekeerde is niet minder waar. Er is slechts eene opvoeding : het leven ; slechts eene opvoedster : wederom het leven ! En juist het leven zou ik zoo gaarne in onze zoo sombere, onaangename scholen binnen leiden, het blijde zonnige, vroolyke en dartele leven der jeugd, dat haar voorbereidt tôt de plichten der jongelingschap ; ja, dit le?en in de plaats van die droeve treurige dofheid, die mistige verschieten, die strengheid die aan den dwang der middeleeuwen herinnert ; in de plaats van die ongedwongen onbewegelijkheid en onverbiddelijke stilte, welke onvereenigbaar zijn met een krachtige en volledige opvoeding en slechts vereenigbaar met, ja zelfs noodzake-lijk voor, onze opvoedingsmanieren die zoo weinig opvoedend zijn. De opvoeding moet een vreugde-werk zijn, zoowel voor den leeraar als voor den leerling ; de bekende spreuk van Lafontaine : Onze vijand is onze meester, mag zich thans iu het tijdperk der jeugd niet bewaarheid toonen, en dan ook zal die andere spreuk, die zielkundig zulk een diepe waarheid bevat : Die leeftijd is onbarmhartig, de vorige in een welrerdiende vergetelheid kunnen vergezellen. De opvoeding moet één zijn ; zij moet vaderlijk zijn ! En niet minder moet zij natuurlijk zyn. Zij is dit niet in onze dagen. De natuur komt in onze leerlingen in opstand tegen de belemme-ringen die wij hare voile ontplooiing in den weg stellen en zoo blind zijn wij, dat wij dit ongehoorzaamheid en koppigheid, noemen ! Neen, daar zit geen koppigheid in ; het is de karaktervastheid die zich in haar natuur-lijken staat vertoont, wanneer wij de nàtuur in de boeien onzer onzinnige verordeningen eu leerplannen willen sluiten ; neen, er is ook geen ongehoorzaamheid : het is het leven dat zich openbaart, het leven zooals het zijn moet en zooals het eens zijn zal, wanneer wij bevrijd zullen zijn van onze jammerlijke blind-heid : het is het vol-ontplooide leven der jeugd dat wij moeten leiden, maar niet moeten vernietigen onder onze barbaarsche wetten, en waarin wij moeten doen wortelen het meer gezellige en helaas ook meer overeenkomstige leven van den jongelings- en den rijpen leeftijd. De opvoeding moet één zijn, vaderlijk en na tuurlijk. * * * Hoe gaarne zou ik geheel en al meester zijn om mijne klasse to leiden en op te voeden zooals het mij passen zou ! Hoe gaarne zou ik mij zelven onderrichten in de kunst om kinderen op te voeden, juist door hen op te voeden ! Wat ik zou willen ? Dat zal ik u uitleggen. * * * Men geve mij een school, het doet er niet toe welke, het doet er niet toe in welken ongunstigen toestand ol in welke ongezonde buurt ; dat deert mij niet. De gebouwen ver-rijzen niet zoo vlug als de denkbeelden ; dus laten wij ons aanpassen aan het bestaande. Ik heb het reeds elders gezegd : Zoodra eenmaal de denkbeelden wortel hebben gevat, zullen de gebouwen als bij tooversLag uit den grond schieten, overal waar men wil. Wij zijn met twee ambtgenooten, dus met drie onderwijzers voor een negentigtal leerlingen, zoodat ieder eene klasse van dertig heeft,.. Acht men dit misschien te weinig? Ik zou eer meenen dat het nog al aardig veel is : onze buren over de Moerdijk zijn daarin veel logischer en sctierpzinniger dan wij, wat men duidelijk ziet in het Pleidooi voor kleiner Schoolkl"Ssen van mijn uitstekenden ambtge-noot Jacob Ek van Dordrecht. Wij lezen er o. a. dat Douma en Scheepstra een maximum nemen van 36 ; Jan Ligthart — de Neder-landsche Pestalozzi — 30 ; Geluk 25 ; Ver-burg 24 ; Ellen Key, de beroemde schrijfster van De Eeuw van het Kmd, wil boogstens slechts 12 leerlingen, en mijn vriend Cor Bruijn van de Humanitaire School te Laren, vindt dat men met tien leerlingen nuttig werk kan verrichten, maar dat, zoo dit aantal over-schreden wordt, de opvoeding niet meer aile vruchten afwerpt die men er kon van verwach-ten In Frankrijk is in de «Nieuwere Scholen» het aantal leerlingen beperkt van acht tôt tien per klasse, en het tijdschrift waarin ik deze laatste inlichting heb ontleend, voegt erbij : « De lessen hebben aldus het karakter van innigheid eener bijzondere les en de voordeelen van gemeenschappelijken arbeid ; de leeraar houdt toezicht, leidt ieder kind en zorgt dat zijne aandacht niet van het behandelde onder-werp afgekeerd worde. » Zooals de lezer ziet, heb ik geen bevoorrech-ten toestand uitgekozen met het oog op de bevolking onzer klassen. Veeleer het tegen-deel. En 't is evenmin een uitgezochte verzame-ling ; 't zijn kinderen zooals iedereen ze in zijne klasse heeft, niet zoeternoch verstandiger dan 't gemiddelde, misschien nog wel armer en meer verwaarloosd. Nog eens, het deert mij niet. Daarenboven zijn proefnemingen met uitgezochte leerlingen weinig overtuigend. De onzen behooren tôt verschillende godsdienstige gezindten en wij hebben niet het recht — al hadden wij het, zouden wij er toch geen gebruik van maken — om druk uit te oefenen op hun godsdienstige denkbeelden of een aan-siag te doen op welk geloof ook. Maar tôt welken godsdienst behoort de schrijver dan wel? zal zeker de lezer vragen. Hij acht het zich niet geoorloofd aanhangers te maken ten gunste eener bijzondere geloofsbelij-denis, en nochtans vtil hij een godsdienstige opvoeding. Hoe zal 't hem gel'ukken deze beide schijnbaar zoo lijnrecht tegenstrijdige denkbeelden met elkaar in overeenstemming te brengen ? Men heeft hier twee punten te beschouwfin : de bijzondere school, die in wezen godsdien-stig is en in 't algemeen christelyk, en de openbare school, die ook in wezen godsdienstig moet zijn, maar open voor kinderen der verschillende geloofsbelijdenissen. Bij de eerst-genoemde doet zich geen enkele moeilijkheid voor, juist door haar geloofsbelijdend karakter ; ten opzichte van laatstgenoemde echter moet ik de zaak uitvoeriger beschouwen. Juist door het feit dat de kinderen tôt verschillende geloofsbelijdenissen behooren, voer ik in de scholen, zonder schade voor de geloofsbelijdende opvoeding van het kind, een nieuwen tak van onuerwijs in : het spiritualisme. Zoo het woord, als onderwijs-vak, bedoeld, nieuw is, is de zaak zelf toch zoo oud als de wereld. Ik leer onze kinderen bij indenking, als 't ware voelen, het bestaan van God. de onsterfelijkheid der ziel, den weerslag onzer aardsche daden op het geeste-lijk leven aan de overzijde van het graf — ailes grondpunten van iederen godsdienst, die tevens « waarheden bevatten, welke, het zy tôt eere der menscbheid gezegd, het eigendom zijn geworden van aile beschaafde volken. » Ik volg bij dit onderricht de zoo praktische en klare uiteenzetting welke Félix Ortt heeft doen verschijnen onder den titel Brieven aan een Vriendinnetje over Religieuze Begrip-pen, wat een uitmuntende handleiding vormt voor den onderwijzer der lagere klassen. Zoo zal mijn officieele godsdienst zijn, de godsdienst waarvau ik doordrongen ben en waarmede ik al mijne leerlingen zal door-dringen. Maar behalve dien officieelen godsdienst en daarop steunende, zullen er lessen in positieve godsdienstleer gegeven worden door geestelijken of door degenen die zij ervoor zullen aanwijzen, aan de kinderen wier zielen tôt hun kerkgenootschap behooren. Deze

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel Het Vlaamsch heelal: katholiek - zondagsblad gehört zu der Kategorie Katholieke pers, veröffentlicht in Borgerhout von 1878 bis 1930.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung

Ort

Zeiträume