Het Vlaamsche nieuws

956 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1915, 12 Dezember. Het Vlaamsche nieuws. Konsultiert 16 April 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/k649p2xt84/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Zondag 12 December 192:5. Eerste Jaarg. Nr 331 ijanmim» MiMM«iiMMrM(MaM»qMEa«iia«i«MimsMK««iii»i««iii'iiiMaMi««««i»ai»Mi 1 mu II 1 II II *mMaais»MiiBWWMnxxSHaBm:iU!:.]i&!!eiiixmiÊœiiA-wtsaxti!»c.2 Frijs : 5 Centiemen door geheel België Het Vlaamsche Nieuws Het best ingelicht en meest verspreid Nieuwsblad van Beigië. - Verschijnt 7 maal Per week ABONNEMENTSPRIJZEN Per week 0.35 Per 3 maanden 3.75 Per maand <.. 1.25 Per 6 maanden 7.50 Per jaar 14.— »' AFGEVAARDIGDEN VAN DEN OPSTELRAAD Dr Aug. BORMS — Albert VAN DEN BRANDE BUREELEN: ROODESTRAAT, 44, ANTWERPEN. Tel. 1990 AANKONDIGINGEN Tweede bladz., per regel 2.50 Vierde bladz., per regel.. 0.50 Darde bladz., id. I.— Doodsbericht 5.— Voor aile annoncen, wende men zich : ROODESTRAAT, 44. Beperking der bewapening Vanwege den Nederlandschen Anti-Oorlog-raad wordt het volgende meege-deeld : Sir Edward Fry, de Engelsche diplo-maat, die o.a. op de tweede vredeskon-ferentie Engeland vertegenwoordigde, geeft in de a National » de volgende be-schouwingen, welke volkomen overeen-I stemmen met het programma van de te [ 's-Gravenhage gevestigde Centrale Or-ganisatie voor een duurzamen vrede. Ieder onzer ziet met verlangen uit naar het einde van den oorlog, ofschoon het sa,n de meesten niet geheel duidelijk vis, in welken vorm dit zal geschieden, terwijl wij erkennen mœten, dat het tijdstip. waarop deze gelukkige gebeur-tenis zal plaats vinden, zeer onzeker is. Sommigen meenen, dat het einde niets anders zal zijn dan een wapenstilstand, en dat de volken van Europa, zoodra zij van hun uitputting zijn bekomen, zul-len terugkeeren tôt den dollen wedstrijd in bewapening, met het oog op volgende overwinningen. Anderen — en ik veroorloof mij daartoe ook mijzelf te rekenen — hopen, dat uit al dit kwaad iets goeds moge voortkomen ; zij ver-trouwen, dat de gedachten der mensch-heid door de gebeurtenissen zullen ver-breed en verdiept worden, en hopen, dat de vj edesovereenkomst ertoe zal leiden, den vrede van Europa op hechter grond-slagen te bevestigen. Gelijk aan het einde van het Napoléontische tijdperk i onze voorouders het behoud van den vrede zochten in een verbond van despotisme, zoo zullen wij trachten den vrede te bestendigen door een verbond van democratiën. Van de velen de hun gedachten heb-ben geuit over de positie van Engeland nà den oorlog, hebben sommigen het on-derwerp : beperking van bewapening niet aangeroerd, anderen hebben voor-l gesteld de' behandeling tôt later uit te stellen, maar het komt mij voor, dat dit punt in de allereerste plaats behoart te worden besproken, zijnde een zaak van het allerhoogste belang. Dit vraagstuk is eigenlijk de hoeksteen van elke schik-king, die iets anders beoogt te zijn dan een gewapende vrede. Indien aan de staten op dit punt de vrijheid wordt gela ten, dan zal ontwijfelbaar zeker de een of ander onmiddellijk weer beginnen met een uitbreiding zijner bewapening, en één enkele natie zou het tempo kun-nen aangeven voor de geheele wereld. Hoe moeilijk — of hoe onmogelijk — het zou wezen, hait te houden, indien de wedstrijd weder was begonnen, heeft de bloedige ondervnding geleerd. Het is bijna onnoodig op te merken, ' dat de jongste gebeurtenissen getoond hebben, dat verdragen op zichzelf geen 1 voldoende veiligbeid bieden en dat wij | moeten zoeken naar een krachtiger waarborg. Bijna iedereen, die uitziet naar éen duurzamen vrede in de toekomst, acht den een of anderen vorm van een verbond als een noodzakelijk deel van het ; stelsel. Als tweede punt echter schijnt het on-vermijdelijk, dat het kongres, dat de vredesvoor waarden van Europa zal re-gelen, bepàlen moet de maximum-sterk-te van leger en vloot, welke iedere staat, overwinnaar. overwonnene of onzijdig, zal mogen behouden. Het vredeskongres zal een internationale kommissie moeten stichten, belast met den plicht om toe te zien, dat de maximumgrens nooit overschreden wordt. Tôt dat doel moet die internationale kommissie op de meest volstrekte wijze voorzien worden van het recht van onderzoek. In geval van overschrijding der grenzen moet er een lichaam zijn, om de verbonden vol-keren uit te noodigen door dwang de naleving van den regel te verzekeren. Zonder twijfel zal deze instelling van een -internationale kommissie moeten gepaard gaan met andere voorzieningen bij het vredesverdrag : zooals de wegrui-ming van eenige der nu bestaande dok-ken en forten, de opheffing van partiku-liere wapenfabrieken in aile landen en de instelling van een werkelijk stelsel van internationale^ arbitrage. Indien een plan van dezen aard aan-genomen wordt, zouden overwonnen volkeren voor oneer bespaard blijven. Zij zouden alleen dezelfde beperking 1 van hun soevereine rechten hebben te ■■ dulden, als hun voorspoediger buren, | etn feit, dat naar vertrouwd mag wor- ! den, strekken zou, om een geest van be- ' rusting onder die volkeren teweeg te j brengen en dat den wensch naar toe-komstige revanche zou beteugelen. Verger zou dit stelsel de heropleving van ■ tat militaire stelsel helpen voorkomen, j I in aile landen van Europa. t Een van de groote moeilijkheden, die crnder het oog gezien moeten worden, zou zijn de bepaling van de maximumgrens der bewapening. Dit zou moeten geschieden na een zorgvuldige beschou-wing van de uitgebreidheid en de geo-grafische ligging van ieder land, van zijn bevolking, van zijn handel en van aile omstandigheden, die op den toe-stand mogelijkerwijze van invloed zouden kunnen zijn. Het oogmerk zou moeten zijn, om ieder volk een voldoende gewapende macht voor eigen politie tœ te staan, en ieder volk voorts in staat te laten, zich te verdedigen tegen de beperkte krachten van zijn buren, maar niet voldoene bewapend, om een aan-vallend optreden mogelijk te maken. Ik erken nogmaals, aldus eindigt Sir Edward Fry, de reusachtige moeilijkheden, aan dit voorstel verbonden, maar als het waar is, dat zonder beperking van bewapening geen bevredigende vrede kan verkregen worden, dan moet er een oplossing worden gevonden. Ik vraag de ernstige aandacht van de nadenkende vrienden van den vrede, om tôt de oplossing van deze belangrijke vraag mede te werken. . ONZE LETTERKUNDIGE PRIJSKAMP Jozef Mois 1880 Advokaat te Antwerpen en verdien-stelijk Vlaamsch schrijver. Hij verkeert thans nog in het buitenland, en van tijd tôt tijd vinden wij van hem in de N. R. C. een studie over den een of anderen schilder of beeldhouwer. Hij schreef een verhandeling over Albrecht Rodenbach's Gudrun, 1902 ; gaf een bundel Verzen uit in 1912 en een boek over Moderne Kunst, 1912. Zijn voor-naamste en degelijkste weyk is Steden, in 1913 verschenen en waarin hij zijn indrukken geeft over Konstantinopel, Venetië en Pari j s en de Vlaamsche steden Oud-Lier en Roeselare. Daarin komt een boeiend hoofdstuk voor : Antwerpen in het werk van Conscience, waaruit wij een brok mededeelen in onze « Bloem-lezing ». Wij zeiden dat Jozef Muls advokaat is, doch hij is heelemaal Vlaamsch ge-bleven, wat slechts van weinigen zijner ambtbroeders kan gezegd worden. Wel zijn er veel Viaamschgezinde. advokaten en de Vlaamsche Konferentie wordt dan ook sifids haar stichting druk bijge-woond en was steeds ijverig op taalge-bied. Menig advokaat te Antwerpen weet met letterkundige vaardigheid de pen te hanteeren, doch allen, doordat het verwaarloosde, het 85 jaar lang ver-schopte Vlaanderen geen hoogeschool bezit, deden hun humaniora en hoogere studiën in 't Fransch en behouden er voor hun leven euvel en nadeel van. Ze leerden ailes in 't Fransch noemen; ze leerden denken in 't Fransch, met wat pasklare vakwoorden en geijkte zin-nen tôt schakels ; en waar ze iets te zeg-gen hebben ligt het voor de hand dat ze putten in den gereeden voorraad van uit-drukkingen en wendingen. De Vlaamsche taal ligt braak, verstoken van 't ver-standelijk leven, wel rijk van zichzelve doch arm voor ons door onze onkunde. En daarom schrijven advokaten een fan-tazietje of een aardig rijmpje in 't Vlaamsch, doch als ze iets degelijks te behandelen hebben, geven zij de voor-keur aan 't Fransch, uit aanpassing en vaardigheid, misschien ook wel orndat het nog altijd een tint je van geleerdheid en voornaamheid geeft bij de bedompte achtërlïjke gegoede-burgerij. Soms worstelen zij heel hun leven tegen de noodlottige gevolgen van hun verfranschte opvoeding. Zoo was onze arme Constant Stoffels, een van de rijk-ste en begaafdste geesten van Antwer-. pen, die zijn moedertaal liefhad, haar de, voorkeur gaf, doch te voet ging als hij j Vlaamsch schreef en te paard vloog wan-, neer hij in 't Fransch mocht schrij-ven en den vrijen teugel kon geven aan j zijn- betoog of aan zijn verbeelding. Zijn ' Vlaamsche schatkamers werden nooit be- j voorraad ; 't was al Fransch waarmede de Belgische opvoeders en onderrichters zijn schoonen geest hadden volgestopt. En toch zijn er Vlaamsche bladzijden j van dien merkwaardigen en te vroeg ge;-storven kunstenaar met het woord, die : bewaard moeten blijven. Wij hopen daarvoor te kunnen zorgen. Wij denken aan Constant Stoffels om-j dat Jozef Muls, even als hij, door den artistieken kant van het leven wordt aangetrokken en betooverd, en overal de schoonheid zoekt. Niets aanstellerigs daarin, geen snobism noch dilletantism ; maar een eerlijk gevoel, een oprechte aandrang. Jozef Muls is dan ook een uitzonde-ring : hij is louter Vlaamsch en zijn lite-rator-pen ble;ef onbezoedeld van aile Fransch. En toch, ja toch is menige zin, menig beeld nog in 't Fransch gedacht en vertaald tiitgedrukt. 't Is zeer mooi hoe hij Konstantinopel en Venetië beschrijft ; innig zijn stukje over Oud-Lier en Brugge... maar sla nu eens een bladzijde open (van Stijn Streu-vels, hoe bronzuiver de taal van dien Vlaamschen jongen, die niet ontaardde noch besmet werd door jaren Frarfsch onderricht ! Ze zeggen dat we niet tegen het Fransch mogen zijn, we leggen open-hartie in dien zin verklaringen af... en wij hebben ongelijk. Het Fransch is onze vijand, het gift van onze taal, de ver-armer en verdrukker van ons volk. De vraag is : Moeten we voortgaan met niet tegen het Fransch te zijn? Of moeten wij het Fransche gift voor goed beginnen te weren en het Fransch een openbaar gevaar voor Vlaanderen ver-klaren?'t Is het mooie boek Steden van Jozef Muls niet dat ons dit anathema ingeeft, doch hcevelen werden aan Vlaanderen ontrukt door een Fransche opvoeding, zoo Georges Eeckhoud, Emile Verhae-ren, om slechts twee gekende, beroemde namen aan te halen ! Vlaanderen wordt geestelijk en ook stoffelijk verarmd en bestolen door het Fransch. Tôt we op zekeren dag werkelijk niets meer zullen zijn, tôt het Vlaamsch wezen verzwonden zal bljiken en alleen Fransche schijn overblijven zal. Dan zal er weer een Maeterlinck, een Harrv of een Roland de Marès komen om ons toe te roepen : « Nu zijt ge waar-dig Latijnen te worden ! » Ondanks ailes wenschen, willen wij dat minder dan ooit. Denken wij er nog eeais over na: « Is het Fransch onze groote vijand niet? » : Pro-Vlaamsch zijn, doch tevens hard-nekkig, onmeedoogend, halsstarrig anti-Fransch in Vîaanderen, is de dam die ions beschutten moet, is de vaste burcht onzer veiligheid. Het is een verandering in onzen strijd, doch een stap vooruit. Onze regeerders mogen goed weten dat « Belgisch » voor ons aile beteekenis verliest als het voor de Vlamingen niet tevens beteekent : volledig Vlaamsch recht! Potsierlijke effekten van tweetalige opvoeding Onder dien titel verschenen in ver-scheidene nummers van « Antwerpen Boven » eenige staaltjes van Beulemans-taal, vruchten van de verbastering in onze verfranschte scholen. Een Vlaamsche vriend stuurt ons vol-gend afschrift van een brief, die uit Merksem verzonden werd naar een ; Vlaamschen krijgsgevangene en ge-schreven door eene leerlinge van onze zusterkensscholen. Zoo men nog een be-wijs noodig had om hun opvoedkundig ; en tevens anti-nationaal onderwijsstel-sel te veroordeelen, dan zou dit briefje in, aile geval aan hun verfranschingszucht '< den genadeslag moeten geven. Lees en oordeel : « Merxem, 28-10-15. » Cher ami Alphonse, » Nous avons reçu ta lettre le 23 Oct. que nous à fait beaucoup de plaisir. Al-phon tu nous écrite que nous sommes tout les trois encore bien portante mais ont pense ici que tu est encore plus portante que nous. » Alphonse dans votre dernière lettre tu fait des compliments de tous les hommes de merxem. ca ce faite grande grande plaisir parce-qu'on les connais tous, mais J. L..., qui est ca, est ce que sa est Jefke van P..., qu'on dit, qui à été en pension chez nous tu doivent une fois l'écrire. » Alphonse vous avait demande de faire les compliments à César, Etienne, Georges et S..., et bien ajphonse on la fait et à tout les hommes du tram et surtout a J. V. D. A... Ils vient souvent chez nous demandez avec quoi que tu passe ton temps. J'ai dit que tu s'am-, musse d'aller voir au match de foutbal avec les prissonier belge, Français et-anglais, et le reste tu temps tu le passe] à t'apprendre la langue Français, je croit; que tu parler toujours le français main-j tenant comme on voit a ta écriture. Est | ce que vous avez pas encore trouvez une' bonne amie en Allemagne tu dit jamais; rien de ça. Vous deviez tachez d'avoir-une parce que ça va être quelque chose,* après la guerre vous le savez déjà je, croit parco que après la guerre tout le i homme doivent prendre quatre femme ca va être quelque chose n'est il pas frai. » Alphonse vous avez pas encore reçu une pâquet d'anvers. C'est une femme riche qui est mourut et elle à donnez une millions de francs à sa servante pour envoye une pâquet a tout les prissonier belges et je croit que tu reçoit aussi un paquet parce que nous avons donnez votre adresse. » Quand vous l'avez eu ce pâquet ecrivez sa alors. Plus rien à vous dire pour le moment. En attandent de te revoir si vite possible. » Bien sfnceres, » signé: famille X... » « Fonske. Hedde ne pas-dan moogt eens korame. » \ Ziedaar, Eerw. Zusters en verfranschte juffrouwen-onderwijzeressen, welken uitslag ge bekomt met het ontvlaam-scheri, het ontaarden van onze kinderen ! Van negen jaar en vroeger nog moeten die Vlaamsche hersenen verminkt worden, en Rekenkun<Je, Geschiedenis, Ge-zondheidsleer, ja aile vakken mogen we zeggen, bij middel van eene vreemde taal te leeren. Van die vakken verstaan die kinderen bijna niets; en het Fransch dat ze ermee leeren... is ellendige Beule-mans-taal, waarmee ze overal zullen tôt spot dienen. Dus voor zulk Fransch wordt heel de verstandelijke opvoeding van onze kinderen bedorven ! Ja, als men daaraan denkt, is men ge-neigd naar Gezelle uit te roepen : « Als 't verfranscht onderwijs een zwijn was, ik stak het de keel af ». Zuid-Afrika AAN JOPIF FOURIE De winter snoei met harde hand Van borne en blomme en elke plant Die goudvergeelde blare af ; En d'aarde word één grote graf « Waarin die !ewe weg moet sink, Tôt weer die somerson zal blink, Om fris en kragtig uit te bot Vol groei-lus, wat met doodgaan spot. 'n Held moes sterwe, Jopie Fourie! Sij bede was : « Skiet mij tog nie In mij gesig nie. Hier's mij hart ! Daar's plek genoeg vir lood en smart Om mij en ook mij volk te raak : « Mij », om die laaste sug te slaak En naar 'n veilger Oord te sweef, «Mij volk», mij volk om weer te leef ! » Ons toekomst wat bedolve was', Ai, kijk tog hoe toos jong groen gras Dit op die swarte sooie groei!... Die boer wat trou sij bome snoei, Hij weet, dieselfde boom waaraan Sij snoei-mes wrede wonde slaan, Sal, d'eerste vrugbre jaar daarna j Weer banje flukser vrugte dra. O waar's sij graf, die heilge pand? 'n Boom moet ons daarop gaan plant En in die boom ons volk aanskou, Wat, wort'lend in sij eie rou, Straks jong en frisch mét blaar en blom Die somer in gemoet sal kom. O boom, ik sien jou al vrugte dra ! D'is rijp, toe pluk, Suid-Afrika ! In de Argonnen Uit een briefwisseling van de « N. R. Courant » : De Argonnen îteven in de algemeene voorstelling als het luguberste der oor-logstooneelen. De plaatsbepalingen in de nuchtere legerberichten wekken reeds griezelige voorstellingen : « Le moulin de l'homme mort », « La fille morte », « Le cimetière » zijn namen om van te huiveren. Dan heeft men allicht ook de beklemmend sombere beschrijvingen ge-lezen van het ondoordringbare, onont-warbare woud van kreupelbosch zonder zware boomen, waar als op den tast, dag | en nacht, en nu al jaargetij na jaargetij, met het blanke wapen tusschen het taaie kreupelhout wordt gevochten en ge-moord...Ik heb thans de bloedigste en luguberste plaatsen van dit geheimzinnige slagveld bezocht ; veel vond ik er anders dan het mij beschreven was; nog, lugu-berder en bloediger echter ook. De namen in het donkere bosch kon-den allicht in vredestijd een eenzamen wandelaar doen huiveren, met hun her-innering aan dood en moord. Nu zijn zij krachteloos geworden, dun van j klank, een grotesk zwakke uitdrukking S van het lugubere van een land, dat geen slagveld maar een slachtveld is, waar de grens tusschen leven en dood onwerke- ] lijk geworden lijkt, waar men nog toe-vallig soldatenlijken ka,n vinden, even-als de verspreid liggende kardoezen, niets meer schîjnende dan de uitgebran-de icvenlooze sporen van een. strijd. ! L'homme mort, zeker, een naam waar de huiverende herinneringen aan een lugubere misdaad in naklinkt. Men spreekt over dezen naam, zich een weg banende over een slagveld dat na zes weken nog, niet geheel ontruimd is kunnen worden. Maar gij breekt af, want uw aandacht wordt getrokken door een grooten, gaven schoen, die op onbegrij-pelijkç wijze aan een boomstronk hangt. Gij gaat er heen, en moet met gruwen ontdekken, dat de schoen aan een ver-pletterd menschenbeen vast zit, dat door een ontploffing losgescheurd en op den boom geworpen is. Gruwelijker nog : stukken uiteengescheurde Fransche uni-form waaruit menschelijke knoken ste-ken liggen hier verspreid. Ook nog een ander been... Ik fantaseer hier niet een bloedig vi-sioen, maar refereer nuchter en nauw-keurig een kleine ontmoeting, de grieze-ligste van dien dag wel, niet eens echter de meest tragische... Le Cimetière. Wat zegt die naam in dit gebied? Waar werkelijk de groote kerkhoven zijn, Fransche en Duitsche, daar heeft men de heuvels nu geen ma-cabere namen gegeven. En eigenlijk ook met reden. Welbeschouwd, is het alleen daar vreedzaam en vriendelijk, door de mooie zware kruisen en bloemen, ja, y'"'""""" reeds door eenige groote steenen gedenk-teekens. Het schijnen lachende oasen te-midden van deze woeste verlatenheid en ordelooze vernieling. De mooie kruisen en kransen staan immers zoo verzorgd en regelmatig... Meer dan zeshonderd op het kerkhof van één régi ment... System attec h aangelegd door een talentvol architekt. Die rust nu in zijn eigen werk, omdat de ontsteker van een gra-naatkartets hem hier trof, op een graf... Daar even verder op ziet het er anders uit. Daar heeft men veertig Franschen gevangen genomen, de eenig overgeble-venen van een kompagnie. Men komt er over een veld met verlaten Fransche stellingen. De grond is er door een trommelvuur van zware granaten met kuilen overdekt, als een pokdalig ge-zicht. Ik weet geen andere vergelijking. Kuil ligt naast kuil, door een smallen rand gescheiden. Merkwaardig, deze re-gelmaat ; nooit schijnen twee granaten op één plaats gevallen. Een zonderling spel van het toeval. Maar waarom eigenlijk deze plek in het bijzonder pokdalig genoemd? Is er dan in dit heele gebied een vierkante dekameter grond, waar geen nfijn of bom is ontploft ? Het profiel van de heuvels is veranderd, msivormd, een aan-eenschakeling van bulten geworden. —imi■mm 1 m mi irnimmirminii iiimiiniiiin wwr«ir~— Dagelijksch Nieuws POUR LES PAUVRES HONTEUX. — Een komiteit waarvan de zetel geves-tigd is « Rue Rollebeek, 22, Bruxelles » verkoopt een kalender voor 1916 ten voordeele van de schamele armen. Een lofwaardig doel voorzeker! Maar waarom heeft heel die werking weêral een anti-Vlaamsche strekking? Van dien kalender is onze taal weêrom geheel ver-bannen, zoodat die heeren uit de Rolle-beekstraat zich schijnen te schamen over de taal van dezen op wier liefûadigheid zij een beroep doen. Zeker zijn daar klachten over ingeko-men, want nu is een drukker gelast ge-weest met het vervadrdigen van een Vlaamsch omslag waarin de kalender ge-borgen zit en waarop in kakebroecksch vermeld staat : s « Een afgevaardigde zal zich veroor-loven morgen uw antwoord te nemen, enz. » De Vlaming die dat leest zal er niet onmiddellijk acht op slaan dat de kalender zelf in 't Fransch is en zoo hangen weêr voor een jaar die Fransche dagwij-zers in onze woningen. Welnu, Vlamingen, eischt van die heeren afgevaardigden Vlaamsche kalen-ders ! Doet.u eerbiedigen in uwe taal, zegt hun dat ze beginnen met het voor-beeld te geven van de echte liefdadig-heid : dit is zich niet te schamen over de taal van onze schamele armen ! HET VLAAMSCH IN DEN RIJKS-DAG. — De Rijkskanselier van Duitsch-land, von Bethmann Hollweg, heeft eer-gisteren in den Rijksdag een rede uitge-sproken van breeden omvang en die heel den oorlogstoestand overschouwt. Daarin wordt gesproken van Polen en ook van Vlaanderen. De « N. R. C. » geeft heel de rede doch wat de Vlaamsche taal aangaat niet gansch volledig. Het Hollandsch blad laat Bethmann Hollweg zeggen : « De leerplicht en ook het onderwijs in de Vlaamsche taal is ingevoerd ». De kanselier zei letterlijk : « De vroeger te vergeefs nagestreefde toepassing van de voorschriften belref-fende het schoolonderricht in de Vlaamsche taal werd ingevoerd. » (Levendige toejuichingen.) Het kan niet anders dan de Vlamingen verheugen dat de Vlaamsche zaak van internationaal belang is geworden. Alleen die van den Havere, onze eigen Regeering, weet het niet, ziet het niet, vindt geen woord voor Vlaanderen, doch heeft broodroof vaardig om Vlamingen als René de Clercq en Dr Jacob te tref-fen.Dat is onvaderlandsch werk dat de Vlamingen vervreemden moet. EENE SCHEIDING IN DE HELVE-TISCHE SOCIALISTISCHE PARTIJ. — Men schrijft uit Zûri^h over de belangrijke beteeken's van de scheiding welke zich in de Zwitsersche socialisti-sche partij heeft voorgedaan tijdens het laatste congres te Aarau. De gematigde elementen dezer partij vormen sedert langen tijd eene associa-tie, genaamd : « De Vereeniging van Griitli ». Deze Grutli-Vereeniging, welke de oudste der arbeidersvereenigingen is, had «ich in 1901 bij de socialistische partij aangesloten, maar had tôt dezen laatsten tijd eene betrekkelijke onafhankelijkheid behoudfia . Op het congres te Aarau stelden d« ra I dikalen de ontbinding van de Griitli-Ver-! eeniging voor met de bedoeling om de : partij geheel en al volgens één en de-; zelfde princiepen te organiseeren. De leden van de Grutli-Vereeniging ; verklaarden, dat zij liever de partij wil-den verlaten dan toe te laten dat hunne groep verdwijnen zOu. Het kwam echter tôt eens bespreking en toen tôt eene stemming. De ontbinding van de Grutli-; Vereeninging werd besloten met 393 te-; gen 37 stemmen. Er werd eveneens be-; sloten om de oud-leden der vereeniging hun voorgaand recht te ontnemen om vijf hunner leden naar het bestuurskomi-I teit der partij te sturen. Men weet nog niet of de leden der Griitli-Vereeninging genoegen zullen nemen met de stemming van het congres. Volgens het jaarboek der partij stellen hunne aanhangers, 13,000 leden op de 22,000 personen, voor die geregeld hunne bijdrage aan de partij betalen. DE HANDEL IN BELGISCH PA-PIERGELD IN FRANKRIJK. — Men i meldt uit Amsterdam dat de regeering | in den Haver besloten heeft om een ci-viele actie tegen de personen in te stellen, welke in de zaak der Belgische bank-biljetten betrokken zijn, daar de verlie-zen, welke het gevolg der daling van de waarde dezer biljetten waren, eenige mil-joenen bedragen. DE NIEUWE GOUVERNEUR-GE-NERAAL VAN NEDERLÂNDSCH INDIE. — Naar de « Nieuwe Rotter-damsche Courant » verneemt, zal de nieuwe optredende gouverneur-generaal | van Nederlandsch Indië, M. J. P. graaf ! van Limburg Stirum, 26 Januari naar Indië vertrekken. DOOD VAN DEN DICHTER STU-ART MERRILL. — Men meldt uit Pa-rijs den dood van den dichter Stuart Merrill. Met hem verdwijnt een edele kunstenaar. Hij werd te Hampstead in de Vereenigde Staten den 1 April 1863 ge-boren. Zeer jong te Parijs gekomen, nam hij levendig deel aan de « Symbo-lische beweging » welke toen ontstond en waarvan hij een der aanzienlijkste vertegenwoordigers was. Stuart Merrill heeft aan vele letterkundige tijdgchriften medegewerkt, zooals aan de « Ermitage », aan « La Plume » en « Mercure de France ». Hij heeft ver-scheidene verzamelingen uitgegeven : les Gammes (1887), les Fastes (1891), Petits poèmes d'Automne (1895),Poèmes (1897) en les Quatre saisons (1900), welke van eene teedere gevoeligheid getuigen en die, vooral « les Quatre saisons » — de vier jaargetijden, — als een der beste en der scherpzinnigste werken der Fransche letterkundige school van hêt einde der 19e eeuw zullen blijven voortleven. De heer Stuart Merrill is gisteren plotseling te Versailles overleden. DE VLUCHT DER RUSSISCHE LEGAT1E IN SERVIE. — De «Rjetsj» verneemt uit Skoetari dat de vlucht uit Servië van verschillende leden van het Russische gezantschap, rijk was aan avonturen. Na van dorp tôt dorp verdre-ven te zijn, altijd te paard, verloor het gezantschap op een gegeven oogenblik verbinding met het Hof en de Servische regeering. De heeren van het gezantschap bereikten Podgoritza slechts n* verschillende dagen in verlaten streken te hebben rondgedwaald en hoogten van 1800 meter bij hevige koud# ta aij< overjetrokken.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel Het Vlaamsche nieuws gehört zu der Kategorie Gecensureerde pers, veröffentlicht in Antwerpen von 1915 bis 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung

Ort

Zeiträume