Het Vlaamsche nieuws

1696 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1915, 28 September. Het Vlaamsche nieuws. Konsultiert 28 März 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/nc5s75856h/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

liflsdag 28 September 1915. Eerste Jaarg. &•:. 2K6 Prijs ; S Centiemeo door geheel België Het Vlaamsche Nieuws tikê lue#* togeliclit mm memk NIsmwiMad 7 mmI jp«r nr®«É, '«A. rABONNEMENTSPRIJZEN Per week 0.35 i Per 3 maandca 4.— Per maand 1.50 | Per 6 maanden 7.68 Per jaar 14.— AFGEVAARDIGDEN VAN DEN OPSTELRAAD : Dr Asig. 'BORMS — Albert VAN DEN BRANDE I BUREELEN ; ROODESTRAAT, 44, ANTWERPEN. Tel. S99# ; AANKONDIGINGEN 5 Twecde bladz., per regel 2,50 j Vierde bladz., per regel.. Û.60 Derde blad., id. 1.— \ Doodsbericht 5.— ' Voor aile annonces, wcade mes zich: ROODESTRÀAT, 44. iUZE LETTERKUNDIGE PRIJSKAMP lurgemeester IN VAN RIJSWUOS 1S5S-I90G ■liewerf is de Vlaming, is de Ant-Hpenaar, is ons iief de naam van Vax H'ivijck ; Door vr.n Rijswijck, de lui-Bzanger, de liereman die, met Con-Hr.ce, het Vlaamsche volk wakke: Hidde en te Antwerpen de Vlaamscht in1 leven riep ; vader Jan vai ^fcijck, ook dichter maar grooter re-Haïr, machtig dagbladschrijver, vôôi ^RVlaming ; zijn zoon eindelijk Bur-^■eester Jan van Rijswijck, redenaar, flj-r, schrijver : Perikles van een kleir Hei: was, na Marnix van St-Aldegon-JB-e grootste bnrgemeester van Ant- Hfare de oorlog niet uitgebroken, dan Hden we nu voor de Antwerpsche ge-^■ntekiezingen van Oktober. Bij gebrek aan levenden moesten d< Hknkomen getuigen voor het partij- ^■ogmaals moest Jan van Rijswijck Hikiesstrijd leiden. Dààrom werd ei |H(&u dat einde September 1915 zijn ^■dbedd zou opgericht worden. Het Hoed dat het niet is gebeurd. 't Zou Hpolitfek feest zijn geworden, met op-van wijkkomiteiten, blauw vaan-j B fanfarenmaatschappijen, politieke .^Broeringen, met wellicht Fransche "^Bjlitiek zou daar wel geen vloek zijn want Jan van Rijswijck kon ei ^Hmee om, ten minste oogenschijnlijk, Hpnde zijn leven. Doch de beteeke--^^■vejan van Rijswijck is algemeener, reel hooger, aanbelangt het gan-HtPlaamsche volk, en verkleint, ver-)ia*eit in den grazigen schemer van gekibbel en geharrewar. £*JBat van Jan van Rijswijck onthoudeii Si] vervlaamschte het stadhuis van Hrcrpen, dat onder Deopold de Wael r^^fcjk verfanscht werd. hooge verstandelijke persoonlijk-! V^B inaakte het Vlaamsch beminnelijk, ■te beminnelijker daar die volksjon-^Mtnmw aan zijn volk, een aristokra-verschijning was, ja, met vorste-H- lioofschheid en zwierigheid op een Bsii^tting kwam in 't Keizershof, of Hngen en prinsen wist te ontvangen. Hte beminnelijker de taal van zijn Bmakend, omdat niemand die taal in Mpeide Nederlanden zoo sierlijk, zoo ■luidetid, en toch zoo natuurlijk, zoo ■amsch sprak als hij. ■je groote verdienste van Jan van Rijs-Bl- : hij heeft het Vlaamsch geadeld. dan af heeft de gegoede Antwerp- ■ bargerij de ploertige schaamte van • Vlaamsch te durven spreken afge- dan af is de echte Antwerpenaar, altijd Vlaamsch sprak, doch V had voor schoolmeesterachtige ig^Bsjjsrigheid indien het geen plat-Wi(tpsch was, stilaan, o zeer stil, MfWi ook aanhoudend, zijn uit-ieginnen te beschaven. De over-■fnaar een zuivere uitspraak zal ■torn, moet langzaam, moet gelei-B wezen opdat de geaffekteerdheid £ ^Pn'Sheid en natuurlijkheid van onze ■>rcjKene alledaagsche huiselijke moe-D1'et dooden zou. . ?r°Qte ommekeer dagteekent van di^B'an Rijswijck. m ®kele dagen, ,bij de heropening H1 ' K°ninklijk Vlaamsch Konserva-neP te geschikter ure, de hr Nie. ■ps> waarnemend bestuurder — ■;e® hveede studiejaar vangt aan in yan den bestuurder — de 3l^ïars , P in de bestùurszaal bijeen en uitspraak die hij, bij de leer-.^R, ' . eschaafder wenschte.Niet vroeg t^|t mtd°°vmg van de klinkers i en u, ' Htvf V0^e^S wegnemen van aile Kj" tusschen zachtlange en scherp- ■ 00, noch verlangde hij het 'W '® °f geaffekteerd uitspreken er m' maar een geleidelijke, ' ■ ,,1]ze Verzuivering- en het weg- f »de>" gemeenste klanken. 1 Vin<^eîi dat ge school- Hlaat °P ^etter spreekt als HiBsoati°nS f arn " zest in stee van « lot " 0i "Kerkstraat» voor «Kârk- iefWHpéîîsaS®?1116^ herrinîlerde de b^ftk va r schoone zuivere uit- Miv an .vatl Riiswiick- i »' '■'®wijck behoort tôt het ga'n-I in m» e vo?k- Laat de politiek Bet:]ls ÎY ^r.en kring die edele figuur maar nTleTn : het is gerechtvaar-fct als politieker is hij groot ; voor . ii.i volk, niet de politieke com-!prcniis:..os '"-^et de Ruche Walonne ver-edelen en verheffen hem, integendeel ; 'maar de Vlaming, alleen de Vlaming is | groot en wast met de jaren en blijft zijn ■volk dierbaar. | De oartijen gaan zich anders indeelen, ( Goddank ! De socialisten van aile landen Izijn door den oorlog weggezonken als S door een valluik. Zij mogen zich nog be-iroemen op hun naam, hun eigenlijk we-! zen, hun kosmopolitische beteekenis ging onder ; het proletariërsleger is het onvoorwaardelijkst, het onberedeneerst nationalistisch in aile landen, tôt in Rusland en in Turkije toe ! Alleen de Italiaansche socialisten, met de Avanti aan 't hoofd, misschien uitgezonderd. Katholiek en liberaal gekibbel, de politiek van Embêtez-vous les uns les autres ! zal ook wel een duw gekregen heb-ben en 't zal een onberekenbaâr goed en een groot heil wezen voor het v'aderland ', als namen gelijk die van Louis Franck, !Adelfons Henderickx, Deo Augusteyns î en Emiel Wildiers op één en dezelfde flijst voorkomen, ook met die van burge-jmeester Jan de Vos en senator Alfons IRijckmans. Al de Vlamingen die Jan van Rijswijck hebben gekend blijven met hem jdwepen, blijven hem vereeren en lief-hebben in hun hart. Hij is een der grootste, der zuiverste ; krachten geweest van de Vlaamsche Be-weging, hij was de invloedrijkste ver-heerlijker en verdediger van het Vlaamsche reeht en van de Vlaamsche taal. De onderdanigheid, de volgzaamheid verplettert Vlaanderen. Vlaanderen mqet aan zichzelf leeren denken, vooral moet leeren denken, kortaf. Aile politiek ter zijde gelaten, ook daar heeft Jan van Rijswijck toe bijgedragen. ; De sierlijkheid van zijn persoon, het innemende van zijn mooi en toch zoo mannelijk hoofd, de adel zijner gebaren, de ernst van zijn verstandig droomerig oog, de zuivere klare klank van zijn wel-luidende stem, zijn heerlijk Vlaamsch, zoo eenvoudig en zoo kunstvol tevens, de zang zijner perioden, de dichterlijk-heid en frischheid van zijn woord, zijn goedheid die aangreep, zijn laracht die bezielde, zijn geestdrift die in vervoering bracht, zijn heldere betoogtrant, het rus-tige, het geleidelijke, het bewuste van z.ij11. uiteenzetting, de schier vrouwelijke lieflijkheid gepaai'd aan de mannelijke gedachten, al die schoonheid, eerlijk-heid, oprechtheid, al die waarheid en wijsheid hebben gestreden voor de Vlaamsche taal en wisten een zelfs ver-basterde, ontwortelde hoogere burgerij te bekoren en te veroveren. Ook was die volksjongen een koning in zijn land. Zijn populariteit, ondanks de heftigste, de domste, de onmeedoo-gendste politiek, wies met den dag. Hadde hij nu geleefd, in de voile kracht van talent en van jaren, dan zou hij, op dit historisch oogenblik van het vaderland, de historische held en redder geweest zijn van het Vlaamsche volk. 1 De Duitschers eo onze Taalweiteïi ! . In ons nummer van 15 September 1.1. deelden we de briefwisseling mede tusschen Tak Lier van het Algemeen Neder-landsch Verbond en den gouverneur-ge-neraal betrekkelijk het gebruik onzer taal in bestuurlijke aangelegenheden. De Antwerpsche Tak heeft daarover insgelijks een vertoog gezonden, waarop eveneens een antwoord inkwam. « De I Nieuwe Courant » heeft die beide stuk-' ken laten verschijnen in een artikel van , zijn Antwerpschen korrespondent, dat | we in zijn geheel overdrukken : Antwerpen, 13 September 1915. , Het Algemeen Nederlandsch Verbond in België heeft nooit nagelaten, omdat het behoorde tôt zijn weikzaamheden, de I aandacht van de openbare besturen op ! de misstanden op taalgebied te vestigen : en hen op de overtreding van taalwetten te wijzen, waaraan zij schuld droegen. 1 ijdens het Belgisch bestuur moest ! men nog al eens dikwijls een dergelijk woord van verzet laten hooren. En nu het Belgisch bestuur door een Duitsch bestuur werd vervangen, lag het in de lijn van de werking, dat ook bij dit bestuur op overtredingen van de taalwetten werd gewezen. Het was van onderge-schikt belang, dat de taal, in welker voor-deel (nu) de overtredingen werden be-gaan, thans in veel gevallen het Duitsch was, waar het vroeger het Fransch was geweest. De hoofdzaak was, dat er aan de Nederlandsche taal, bijgevolg aan het praktische belang van het Vlaamsche volk, werd te kort gedaan.. Daarover werd door den Antwerpschen 'Tak van het A. N. V. op 9 Juli j. 1. aan T"" Z. E. den gou, erneur-generaal in België ' een brief gezenden, waarop voor een paar ■ dagen een antwoord inkwam. Beide laat : '1 ik hier volgen, het antwoordt, dat van ! veel wehvillendheid getuigenis aflegt in î vertaling. ! Voor de geschiedenis van de taalbewe-! ging in BeJgië is dit een belangwekkende bijdrage. De brief luidde : Excellente, De Antwerpsche Tak van het Alge-meen Nederlandsch Verbond neemt eer-. biedig de vrijheid UEd. het volgende ver-' zoek toe te sturen. | In het Règlement l5etreffende de wet-S ten en gebruiken van den oorlog te land (2de Vredeskonferentie, Den Haag 1907) ! vinden we onder artikel 43 : j « Wanneer het gezag van de wettelijke overheid feitelijk is overgegaan in de han-den van dengene, die het gebied heeft be-zet, neemt deze aile maatregelen, die in zijn vermogen staan, teneinde voor zoo-veel mogelijk de openbare orde en het openbaar leven te herstellen, te verzeke-ren, en zulks, behoudens volstrekte ver-hindering, met eerbiediging van de in het land geldende wetten. » De wet over het gebruik van de Nederlandsche taal in bestuurszaken van 22 Mei 1878 zegt onder artikel I : « In de provinciën Antwerpen, West-en Oost-Vlaanderen, Limburg en in het arrondissement Leuven zullen de berich-ten en mededeelingen, welke de staats-ambtenaren tôt het publiek richten, het-zij in de Nederlandsche taal, hetzij in de Nederlandsche en Fransche taal opge-steld worden. » De staatsambtenaren zullen met de gemeenten en bijzondere personen in het Nederlandsch briefwisselen, hetzij deze gemeenten of personen vragen dat de briefwisseling in 't Fransch geschiede of zelve die taal in de briefwisseling ge-bruikt hebben. » Volgens dit artikel zouden dus aile be-richten en mededeelingen aan het publiek in het Nederlandsch moéten geschieden. We laten hier eenige gevallen volgen, waarin die wet niet wordt toegepast, iets wat den Vlamingen nadeel kan berokke-nen en hen ook krenkt in de gevoelens van gehechtheid aan hun taal : 1. In de meeste gevallen ontvangen de Vlaamsche gemeentebesturen uitsluitend in het Duitsch gestekle stukken vanwege het Middenbestuur te Brussel. 2. Het bestuur van de IJzeren Wegen gebruikt in ailes enkel de Duitsche taal : opschriften, plakbrieven, Eekendmakin-gen, reiskaartjes, enz. 3. Vele passen zijn enkel in het Duitsch opgestèld. Hierin is te Antwerpen reeds verbetering gekomen, maar elders schijnt j het Nederlandsch nog te ontbreken. 4. Wanneer de advokaten hun cliën.ten in de gevangenis wiilen bezoeken, worden zij er toe verplicht ze in het bijzijn van een Duitsch ambtenaar te ondervragen in het Duitsch of in het Fransch. Het wordt hun niet toegelaten de landstaal, het Nederlandsch, te gebruiken. 5. Te verzenden telegrammen mogen in de meeste gevallen niet in het Nederlandsch opgesteld worden. 6. De in te vullen postmandaten zijn opgesteld in het Duitsch en in 't Fransch en dus onverstaanbaar voor de meeste Vlamingen, die deze twee talen niet ver-staan.7. De ambtenaars die met het publiek in aanraking komen, bedienen zich altijd van de Duitsche taal, wat tôt groote moeilijkheden aanleiding geeft. Daardoor ontstaat dikwerf misverstand. 8. De kontroolkaart voor de Burger-' wacht is uitsluitend in het Duitsch opgesteld.9. Aile stukken die in de vesting Antwerpen uitgaan van de Kommandantur, van de Intendantur en van de Zivil-Ver-waltung zijn enkel in het DuitsCh opgesteld.Wij zijn dan ook zoo vrij, Excellentie, hierop Uw aandacht in te roepen met het . verzoek, de zaak welwillend te doen on-derzoeken en, zoo mogelijk, aan de taal-rechten van de Vlamingen voldoening te verschaffen. En dit was het antwoord : Op uw vertoog van 9 Juli 1915 aan-gaande het gebruik van de Nederlandsche taal in de ambtelijke betrekkinqfen, heeft Zijne Excellentie de Heer Gouver-neur-Generaal last gegeven u het volgende mede te deelen, : Het is op grond van een bijzondere verordening, dat de Duitsche besturen aan Belgische besturen, gemeenten en inwoners in het Duitsch schrijven. Afge-zien van principieele overwegingen,drong deze verordening zich uit praktische re-denen op. Een regelmatig en snel verkeer op ambtelijk gebied zou onder de huidige omstandigheden, die het gevolg zijn van den oorlog, niet mogelijk zijn, indien aan aile Duitsche besturen de verplichting werd opgelegfd zich van een ander taal < voor dergelijke aangelegenheden te be-| dienen. Moest men over het algemeen he i princiep van het tweevoudig brievenstel | dus Duitsche brieven met vertalingen doorvoeren, dan zouden de ambtelijke be-trekkingen zoo bemoeilijkt en vertraagc worden, dat het publeik daar in het aller-minst door zou gediend zijn. Daarentegen spreekt het vanzelf, dat d( Belgische staatsbesturen zich voor hur schriftelijke betrekkingen met Duitschf besturen en in hun verder ambtelijk be-drijf van het Nederlandsch, zooals hei door de wet bepaald is, kunnen en moeter bedienen. Eveneens hebben aile Vlaamsche gemeenten en inwoners het recht voor hun briefwisseling met de Duitscht besturen, hun eigen taal te gebruiken, Ook mag iedereen verwachten, dat hij ir zijn moedertaal aangehoord zal worden, |In de openbare bekendmaking en dergelijke verordeningen van de Duitschf besturen wordt, zooals u bekend is, 00! de Nederlandsche taal naar recht en wel gebruikt. Wat den tekst op postmandaten, enz., betreft, zoo was het tôt nog toe uitsluitend gebruik van het Duitsch en hei Fransch niet een achteruitzetting van de Nederlandsche taal, waarvan de schulc aan Duitschen kant lag, maar gebeurde dit in overeenstemming met de algemeene internationale overeenkomsten : het Nederlandsch was nog niet in deze overeen-komsten begrepen. Nochtans is otis post-bestuur op het oogenblik bezig ook der tel^st in het Nederlandsch op deze formu-lieÇen op te nemen. Dat het gebruik van de Vlaamsche plaatsnamen niet algemeen is bij de Duit-sclje besturen, spruit vooral uit de om-standigheid voort, dat de ambtelijke Belgische naamlijsten van plaatsen, kaarten, plans, enz., waarover men beschikt, bijna uitsluitend de Fransche schrijfwijze ver-melden, ook voor de gemeenten, die in het Vlaamsche land gelegen zijn. Op het oogenblik is een naamlijst van plaatsen in bewerking, waarop ook de Vlaamsche benamingen in goed Nederlandsche schrijfwijze vermeld worden. Wat de opschriften, borden, enz., van het spoorwegbeheer aangaat, zijn onder-hatidelingen met dit bestuur gaande, om aan de rechtmatige eischen te voldoen, in zoover dit met een g-oeden dienst ver-eenigbaar is. Ook werden andere klachten, welke in uw vertoog vporkomen, aan de betreffen-de besturen ter kennis gebracht, opdat zij er rekening mee kunnen houden. Gij zult uit deze mededeelingen kunnen zien, dat de Heer Gouverneur-Generaal volkomen bereid is, om aan het Vlaamsche volk gerechtigheid te laten wederva-ren en de wetten van het land toe te passen, in zoover het in den huidigen oor-logstoestand mogelijk is. De Zwitsersche Nationaliteit 11. | Tôt nog toe hebben we, bij het be-! spreken van de Zwitsersche nationali-îteit, niçt gewaagd van een hoofdzaak, ; die nochtans beslissend is. Het is ken-'schetsend voor de Zwitsersche politiek en de Zwitsersche nationaliteit, dat zij \Vezenlijk uit bestanddeelen tezamen ge-voegd en samengegroeid is, die oorspron-kehjk bij verscheidene nationaliteiten be. hoorden en nog heden met andere groote nationaliteiten levendig in verbinding staan. Als er dan al een Zwitsersche nationaliteit is, zoo heeft deze in den hoog-sten graad een internationaal karakter. Het oorspronkelijk Eedgenootschap van de acht oude landschappen, dat de 'Zwitsersche vrijheid grondvest te (Uri, Schwyz, Unterwalden, Ziirich, Bern, Lucern, Zug en Glarus), had dit internationaal karakter nog niet. In de twee eerste eeuwen vaja. de Zwitsersche geschiedenis was de samenhang van de eedgenootschappelijke steden en landen met het Duitsche rijk, en het bewust-zijn, bijna uitsluitend àlemannische bur-gers en landlieden te zijn, zeer levendig. Juist om de Duitsche nationaliteit en de Duitsche rijksonmiddelbaarheid te bewaren of te veroveren, werden de eerste oorlogen van de eedgenoten met dç Oostenrijksche vorsten en hun adel ge-voerd. Ook wanneer, in de vijftiende eeuw, deze oorlogen met de Oostenrijksche heerschappij niet meer het afweren daarvan, maar het overwicht en de uit-breiding van de eigene macht tôt doel hadden, dacht niemand eraan, het Eedgenootschap van het Duitsche rijk af te scheiden, en nog minder, de Duitsche nationaliteit te verlooehenen. Met de Boergondische oorlogen en de Zwabenoorlog kwam er verandering. De groeiende invloed van de Fransche ko-ningen op de Zwitsersche politiek en de scherper onderscheiding der «Schweizet)> — deze naam was oorspronkelijk een ■ spotnaam, die de Zûrichers in den tijd : van hun twist met de Schwyzers aan de - bondgenooten van deze Schwyzers gegeven hadden — van de Duitschers, de ■ langzame losmaking van het Duitsche I rijk, de verbinding met Savooische ste- • den, de verovering van Italiaansche voogdijen en Savooische heerlijkheden, - de uitbreiding van het kantonale gezag 1 over Romaansch gebied, bewerkten een ; sterke mengeling van Duitsche en La- ■ tijnsche elementen. Ook het Eedgenootschap van de der-1 tien landschappen, dat nu drie eeuwen • lang zonder groote veranderingen voort- ■ duurde, was nog zeer overwegend uit - Duitsche standen samengesteld. Van de vijf nieuwe standen (Freiburg, Solo- 1 thurn, Bazel, Schaffhausen en Appen-zell) had alleen Freiburg een overwe- ■ gend Franschsprekende bevolking, en ; het regeerende patriciaat was ook daar : nog Duitsch. Maar het Duitsche Bern : had reeds een groote Fransche provincie gewonnen. De nieuwe streken Neuen-burg, Genf,Wallis, Graubiinden behoor- ■ den minstens gedeeltelijk tôt de Waal-: sche (Fransch, Eatijnsche) nationali-; teit. De Zuidelijke hellingen van de Al- pen, met hun Dombardische en Ita-: liaansch sprelcende bewoners, waren ook : onder het gezag van het eedgenoodschap gekomen. De Fransche krijgsdienst en de Fransche pensioenen trokken verder een Rroot deel van de regeerende familles in de Duitsche kantons van de Duitsche verbinding af, die engere betrekkingen aankncopten met het Fransche hof. Zoo ontstond er stilaan een mengeling van Duitsche en Fransche, of Romaan-sche, taal, zeden en kultuur, die aan het Zwitsersche wezen een internationale tint gaf. Duidelijkst van al bleek deze mengeling in het machtigste kanton Bern, waar de patriciërs zelfs in den om-gang onderling en met hun landslieden een taal spraken, waarvan niemand zeg-gen kon of het Duitsch of Fransch was ; zij was uit beide talen gemengd en wis-selde gedurig Duitsche met Fransche uitdrukkingen af. Deze slechte gewoonte hebben ze heden tamelijk verleserd ; maar ook heden nog zijn de Zwitsers in zekeren zin twee-talig. Het behoort tôt de opvoeding van den beschaafden Duitschzwitser,Fransch te leeren, en de beschaafde Franschzwit-ser moet Duitsch kennen. Spreekt er ook zelden iemand de beide talen gema-kke-lijk en juist, velen toch verstaan ze. In de Zwitsersche vergaderzalen wordt door den eenen Duitsch, door den anderen Fransch gesproken. De redenaar rekent er op, dat allen of toch de meesten hem begrijpen. Àlhoewel ook later de groote meerder-heid van de Zwitsers Duitsch-Zwitsersch bleef en enkel in het Westen en het Zui-den Datijnsche kantons ontstaan zijn, kreeg het Fransche element in de laat-ste eeuwen een veel grooter beteekenis, dan het volkstal verwachten liet. De hoofdoorzaak van deze uitbreiding van den Franschen invloed lag in de on-macht van het Roineinsch-Duitsche rijk, in de overmacht van het Fransche ko-ningdom, in de aantrekkingskracht en de kultuurmacht van Parijs en in het bedenkelijke onderscheid der volks-spraak van de nationale kultuurspraak in het Duitsche Zwitserland, daar het alemannische volk het allemannisch dia-lekt behield en slecht's in gedrukte stukken de Duitsche taal leerde kennent ter-wijl in Fransch Zwitserland de beschaafde klassen overal de Fransche nationale wereldtaal spraken, en het patois slechts als spraakivijze van de laagste klassen voortleefde. De eerste oorzaken werden in onze eeuw grondig veranderd, de laatste wer-ken nog heden voort. Ook heden spreken hoogbeschaafde Duitsch-Zwitsers onder elkaar het allemanisch dialekt, en de Duitscher die naar Zwitserland komt, wofdt dikwijls zeldzaam getroffen als hij fijne dames uit de beschaafdste kringen vloeiend allemanisch en slechts moeilijk en gewrongen Duitsch hoort spreken, — eene ervaring, die hij in Duitschland toch slechts in den boerenstand kon op-doen. Slechts in zooverre is er verandering gekomen, als de preek en de rede-voering in de raadszaal tegenwoordig dichter dan vroeger bij het « schrift-duitsch » gekomen zijn. Het Zwitserschduitsch heeft het ech-ter niet als het Nederlandsch tôt een eigen letterkunde gebracht. (Het Zwitserschduitsch is ook slechts een dialekt en het Nederlatidsch is een taal! Nota v. d. vert.). Wel zijn er allemanische ge-dichten en vertellingen, zelfs voortreffe-lijke. Maar de rijkdom van de Duitsche letterkunde, waaraan de Duitsche Zwitsers bestendig voortbrengend en ontvan-gend deelnemen, en de en?te van het al-lemanisch-Zwitsersch gebied verhinder-den de ontwikkeling van het dialekt tôt een eîeen taal en tôt een zelfstandige letterkunde. Juist daarom ook is de innerlijke geea-telijke samenhang van het Duitsch» Zwitserland met Duitschland nooit ver-broken geworden. Het is heden veelzij-diger, inniger, levendiger dan in de laatste eeuwen. De school, de preek, de ambtstaal, de pers van Duitsch Zwitserland zijn Duitsch. De werken van Duitsche klassieken zijn overal tôt in de laagste volksklassen bekend en worden vlij-tig en graag gelezen. De Duitsche we-tenschap, de Duitsche lcunst hebben ook in Duitsch Zwitserland een veilig tehuis. In de Zwitsersche volksscholen, Gymna-sia, Hoogescholen zijn er ook veel Duitsche leeraars. Zoo leven en werken er aan Duitsche hoogere scholen ook veel geboren Zwitsers. Het verband is eng, maar de wederzijdsche betrekkingen zijn talrijk. De politieke nationaliteit is niet sterk genoeg en niet zoo hartstochtelijk eenzijdig, om deze kultuurgemeenschap te doorbreken.De Duitsche Zwitsers blijven in hun geheele geestelijke ontwikkeling onderdanen en geiioten van de | groote Duitsche natie. ! Volkomen eender gaat het ook met | het Fransche Westelijke Zwitserland. |De Fransche Zwitsers onderhouden nau-i were betrekkingen met Duitsch Zwitser-iland en met de Duitsche wetenschap als ide Franschen. Veel Fransche Zwitsers studeeren aan Duitsche Universiteiten Maar nochtans voelen ze zich in taal, zeden en letterkunde als daelgenoten van de Fransche nationaliteit. In de geschiedenis van de Fransche letterkunde en wetenschap nemen de Geneveezen, de Waadtlanders, de Neuenburgers een nog belangrijker plaats in dan de Zûrichers, de Bazelnaars, de Berners in de Duitsche kultuurgeschiedenis. Het nationale verband van de Westzwitsersche bevolking met de groote gemeenschap van het Fransche geestesleven is nooit verbroken geworden. Het werkt heden 110g in voile kracht. Wanneer we dus een betrekkelijke eigenaardigiieid van de Zwitsersche nationaliteit erkennen, zoo mogen we toch nooit het bestaan van de nationale kultuurgemeenschap der Duitsche Zwitsers met de Duitsche natie, van de Fransche Zwitsers met de Fransche natie eu van de Italiaansche Zwitsers met de Italiaansche natie uit het oog verliezen. Het Zwitsersche nationalisme moet met deze corspronkelijke en machtige nationali-teitsverbanden rekening houden. Haar deelen zijn onverbreekbaar met de groote naties tôt een kultuurgemeenschap vereenigd, die hun geestelijk leven be-paalt. Om dieswille moet de politieke nationaliteit der Zwitsers in aile kultuur-betrekkingen internationaal blijven. Hoe duidelijker de eigenlijke nationaliteit kultuurgemeenschap beteekent, hoe klaarder doet zich dit internationale karakter van de Zwitsersche nationaliteit gel den. Dit karakter is tôt een levens-princiep van Zwitserland geworden en geeft dit land in de Eurot>eesche staten-familie een beteekenis,waarop een kleine eentalige volksgroep van drie en half millioen nooit zou kunnen aanspraak maken. Zwitserland heeft in der daad voor zich zelf een moeilijk vraagstuk opge-lost, dat voor Europa nog niet opgelost is. Zwitserland slaagde erin de Duitsche, de Fransche en de Italiaansche nationaliteiten, voor zoover die door brok-stukken binnen haar grenzen vertegen-woordigd zijn, vreedzaam te verbinden en gelijktijdig aan meerdere nationaliteiten recht te doen. De taak is erdoor vergemakkelijkt geworden, dat de af-zonderlijke kantons meest eentalig zijn, dat de bevolldngen van die kantons uitsluitend of toch overwegend nu eens Duitsch, dan Fransch of Italiaansch zijn. Maar in de Bonderegeering, in de Bondsvergadering, in het leger en op de volksfeesten zijn toch Duitsche, Fransche en Italiaansche Zwitsers met elkaar verbonden en gemengd. (Sedert het ontstaan van de studie van Prof. Blunt-schli werden de witsers in het leger vol-gens hun kanton, d. i. volgens hun taal, afzonderlijk ingedeeld — Nota van den vert.) Allen zijn zij vereend door het openbare recht en door de liefde tôt het gemeenschappelijke vaderland. De voile vrijheid, die in aile kultuurbetrekkingen aan de verscheiden naionaliteiten ver-oorloofd is, zoo dat ieder, de Duitscher en de Latijn, naar zijn wijze leven en spreken kan, zooals het hem natuurlijk is en zooals hij lust heeft, bewerkt aller tevredenheid. Maar zij alleen verklaart den uitslag niet, want de vrijheid op zichzelf kan ook de tegenstellingen scherper maken en tôt een strijd prikke-len. Bij de achting voor de vrijheid heeft zich het rechts- en staatsbewust-zijn gevoegd, dat naar zijn wezen niet nationaal, maar menschelijk is en de noodivendige grondvereischten tôt een vreedzaam en vriendscha-b-belijk naast elkander zvonen en sameniverken van de verscheiden nationaliteitspersonen en de verscheiden godsdienstbelijders «r-

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel Het Vlaamsche nieuws gehört zu der Kategorie Gecensureerde pers, veröffentlicht in Antwerpen von 1915 bis 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung

Ort

Zeiträume