Hooger leven: algemeen weekblad voor ontwikkelde katholieke Vlamingen

900 0
17 August 1914
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1914, 17 August. Hooger leven: algemeen weekblad voor ontwikkelde katholieke Vlamingen. Konsultiert 19 April 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/g15t728m9p/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

jaw&MtaV ^ S*"' NSCHRIJVINGSPRIJS België : 5 fr. 's jaars Nederland : 3 gulden Andere landen : 7 frank Men schrijft in bij het Behee! of op de postkantoren. Losse nummers 10 centiemen. AANKONDIGINGEN : 0.25 fr. per drukregel Volledig tarief op aanvraag. HOOGERLEVEN Algemeen Weekblad voor Ontwikkelde Katholieke Vlamingen Briefwisselaars gelieven telkens hun volledig adres op te geven. Aile bijdragen, waarvan de inzender zich aan de Redactie met volkomen bekend maakt, worden onverbiddelijk geweigerd. Beheer en Opstelraad : Minderbroedersstraat, 44, Leuven. Gedrukt in DE VLAAMSCHE DRUKKERIJ Bestuurder Hugo Bomans, Minderbroedersstraat, 44, Leuven. Aan onze lezers. Nieuws over den oorlog verneemt men uit de dagbladen ; maar wat de Duitschers schrijven weten we weinig of niet : Duitsche bladen komen immers niet naar België en ten andere het bui-tenlandsch nieuws knipt men hier bij ons veelal uit Fransche bladen. Daarom meenen we dat we aan onze lezers iets zouden kunnen brengen dat hunne belangstelling wekt : uit Hollandsche kranten zullen we overne-men hoe de Duitschers de zaken voorstellen en daarbij, waar het pas geeft, zullen we mededeelingen hebben uit vreemde bladen, voornamelijk uit Engelsche. Oorspronkelijk werk zal het veelal niet zijn, maar we kunnen toch iets daarmee aan onze inschrijvers leeren. Dat Franschgezinden hieruit nu niet gaan be-\ sluiten dat we pan-germanisten zijn ; verleden ' week hebben we onze meening daarover klaar uitgedrukt ; maar ontwikkelde menschen hebben het recht te weten wat van weerskanten gezeid wordt en uit ons blad van vandaag kunnen ze opmaken hoe men in Duitschland de zaken ver- draait. H. L. ——| Bernard Sbaw over den oorlog. Bernard Shaw wijdt in de Daily News eenige beschouwingen aan het » Gevaar van Potsdam « en aan den oorlog : « Om te beginnen » — schrijft hij « wij voeren geen oorlog, omdat Duitschland ons voorstellen heeft geda^à^reffende ' ' de'schending van ô'è onzijdighàft van België Als het in ons belang geweest ware die voorstellen te aanvaarden, zouden wij redenen genoeg hebben kunnen aanvoeren om ze aan te nemen, met schandelijker dan de diplomatieke overwegingen waarmede wij voorheen ondernemmgen uitgele6d hebben die in ons belang waren. Onze nationale hebbelijkheid van deugdzame verontwaardiging is vervelend genoeg m den vreedzamen partijstrijd binnen onze grenzen In oirlogstijd is zij onhoftelijk en onvergeefelijk. 1 ,aten wij onzen strijdlust mede nemen te velde en onze schijnheiligheid thuis laten. Deze ver zwakt den heldhaftigen strijder en kan alleen het tremeen àanmoedigen. „ Bij dezen oorlog gaat het om een afwegen van wederzijdsche macht en om mets anders. En het feit, dat wij in de eerste plaats onder oogen moeten zien is dit : als wij de overwmmng be-, halen zal de uitslag een overmatige machtsaanwas 1 ten gunste van Rusland zijn, iets wat gevaarlijker is voor aile andere strijdvoerende partijen, dus de I partij, die wij in de eerste plaats bevechten « Verder betoogt Shaw, dat Duitschland het bol-werk der westersche beschaving tegen Rusland is, z.odat Engeland, zelfs als het oorlog tegen Duitschland voert, ten laatste zorg moet dragen dat Duitschlands macht niet verzwakt wordt, en ! wel met het oog op de oostelijke grens. » Dit behoeft ons niet te ontmoedigen, m tegen ■ deel. Wij zullen de Pruisen des te roemrijker op den kop slaan als wij het voor de eer doen en met uit kwaadaardigheid, als wij het doen met de be-doeling den gevallene weer te laten opstaan zoo-\ dra wij het militarisme er uit geranseld hebben en hem geleerd hebben ons te eerbiedigen. Het militarisme van Pruisen heeft ons gedurende voertig jaar gebrutaliseerd en een maand geleden geloofde men nôch in Duitschland, noch m Frankrijk dat wij zouden meêvechten. Vandaar de wilde opgetogenheid in de Fransche kamer, toen men daar vernam dat wij partij gekozen 'hadden. Vandaar dat de Keizer, hoe roekeloos overigens, ons den besten prijs dien hij uitdenken kon voor onze onzijdigheid aanbood m de over-tuiging, dat wij maar al te gaarne zouden toe-happen. Maar wij hadden te toonen dat wij, waar het kwam tôt een afwegen van macht tegen macht, geen marionetten waren. En sinds Sir Edward Grey met onzen naam den wissel van Frankrijk had geëndosseerd, moesten wij ook zorgen dat hij betaald werd tôt den laatsten cent en "met den hoogst mogelijken interest. Onze eerste zaak is dus : vechten zoo hard wij kunnen ». Voorts betoogt Shaw, dat Engeland's houdmg reeds vroeger veel stelliger had moeten zijn en dat de regeering de overeenkomst met Frankrijk A — om samen ten strijde te trekken als een van 1 ons beiden aangevallen werd — niet had moeten c verheimelijken. Door deze te verzwijgen toch is £ op het vasteland de overtuiging ontstaan, dat f Engeland niet zou medevechten. 1 « Deze overtuiging zou Frankrijk misschien weerhouden hebben den oorlog te verklaren, ' indien Frankrijk behoefte aàn een oorlog had, maar dit was juist iets waaraan Frankrijk geen behoefte had. De uitwerking van Engelands houding op Duitschland moet noodlottig geweest zijn, want de oorlogspartij in Pruisen moest wel gelooven dat Engeland zich buiten een gewapend conflict zou houden. Hierdoor werd Duitschlands ^ •wanhopige aanval op Frankrijk bespoedigd. Het ware beter geweest als Asquith, zonder aarzelen, het Pruisische militarisme toegeslingerd had : • • • • € « Als gij tracht Frankrijk te verpletteren, zullen wij beiden u trachten te verpletteren. Wij hebben onze bekomst van het Duitschland van Bismarck, r dat door de heele wereld veracht wordt en wij zullen trachten het Duitschland van Goethe en 2 Beethoven te doen herleven dat geen enkelen vijand ter wereld heeft. Maar als gij uw gepant- serde-vuist onzin laat varen en u als een goede ^ buur wilt gedragen, zullen wij u waarborgen geven tegen Rusland zooals wij thans Frankrijk 3 steunen tegen u. » Valt het te betwijfelen dat £ Potsdam, indien dit met klem gezegd ware, en ^ met instemming van aile partijen uit het parle- ^ ment, zich wel tweemaal of driemaal bedacht zou hebben alvorens den oorlog te verklaren ? » ° t. r d Belgie's ouzijdigheid eu DuitscMaM. s z In den Duitschen rijksdag heeft de kanzelier ^ erkend dat de Duitsche inval in Belgie eene ^ schending was van het volkenrecht, maar Duitsch- . land kon daar niet uit, zei hij. Nu schijnt men dit in Duitschland niet meer ^ te willen toegeven. Volgens een officieus Duitsch ^ bericht in de Kolnische Zeitung zijn het nu de ^ Belgische boeren die zich plichtig maken aan ^ lovertreding van het volkenrecht en de mensche- ^ lijkheid, tegen de Duitsche solda ten en tegen de £ Duitschers die in Belgie woonden. De Belgische ^ regeering is volgens het offiaieuse blad dom ge- ( weest het Duitsche voorstel niet aan te nemen fom de Duitschers kalm over hun grondgebied in ^ Frankrijk te laten gaan. , En vervolgens gaat het officieuse stuk aldus ^ voort : j Om nu ailes eens duidelijk te maken, en tôt wederlegging van wat er in Frankrijk en Enge- ! land geschreven is over de houding van Duitschland jegens België, is de Duitsche regeering zoo verstandig geweest om de diplomatieke stukken uit te geven, waaruit de overwegingen der Duitsche regeering duidelijk blijken. Volgens deze dan waren er reeds Zondag, den tweeden Augustus, in Berlijn zekere berichten, dat Frank- , rijk op het punt stond, van door België tegen Duitschland op te rukken. De Belgische onzijdigheid verkeerde dus in onmiddelijk gevaar van 'door Frankrijk geschonden te worden gelijk ze reeds geschonden was door een vlieger. Deze feiten maakten op politiek en militair gebied Duitschlands houding noodzakelijk. Zoodra het Fransche plan bekend was, kon men niet meer verwachten dat er een andere manier tôt bevei-liging van Duitschland bestond, dan daardoor dat Duitschland terstond den optocht door België zou aanvaarden. Het zelfbehoud gebood de vijandelijke bedoelingen te voorkomen, want dat misschien Engeland ons tegen het gevaar eener ; Fransche overrompeling zou willen beschermen, i daarop kon Duitschland toch waarlijk niet ver-trouwen ! De Duitsche regeering kon niet anders ■ doen dan wat ze gedaan heeft : België zijn bezit en de integriteit van zijn gebied waarborgen, de î ontruiming na het sluiten van den vrede beloven r en plechtig schadevergoeding toezeggen. Maar i de optocht door Belgisch gebied was, sinds de v Fransche bedoelingen duidelijk geworden waren, t strikt noodzakelijk. België echter heeft het ver-e kozen, onzen raad in den wind te slaan en zich bij onze vijanden aan te sluiten. Terwijl het te-g gen de Fransche schending zijner onzijdigheid n mets ohdernam, heeft het zich dadelijk in de rij j k onzer vijanden geschaard. Dat is een wijze van handelen, die evenals ailes wat in België jegens ons ondernomen is, de Duitsche gegeering van aile verplichtingen ontslaat. Zoudt ge niet zeggen dat de Franschen reeds Belgie's onzijdigheid geschonden hadden ? » zziziizzrz;"^ De verantwoordelijkheid van Keizer Willem. De Berlijnsche briefwisselaar van de Times betoogt dat de verantwoordelijkheid voor het ontketenen van den Europeeschen oorlog in de eerste plaats Keizer Wilhelm treft. Toen het eerste nieuws van de moord te Serajewo den Keizer te Kiel bereikte, moet hij het besluit geno-men hebben tegen Rusland doortastend op te treden. » In zijn rede ter opening van den rijksdag zegt de Keizer, dat de moord te Serajewo oor- ' zaak was dat zich een afgrond open deed. In elk geval was de moord oorzaak dat de Keizer de 1 kluts kwijt raakte. Hij haastte zich naar Berlijn, : alleen maar om zich te verwikkelen in allerlei < onaangenaamheden met Weenen, over de begra- ' fenisdiehij, onder voorwendsel van ongesteld- s heid, ten slotte niet heeft bijgewoond. De Keizer begaf zich op zijn kruistocht naar het noorden, ' maar plotselirig, 26 Juli, keerde hij te iBerlijn < terug, niet weinig tôt leedwezen van het ministe- 1 rie van buitenlandsche zaken, gelijk de Britsche ' zaakgelastigde, Sir Horace Rumbold, naar Lon- 1 den telegrafeerde. » Zoodra de crisis dreigend werd. vernam ik uit goede bron dat de Keizer zijn roi van « be-sciio-rinai vicvxt» « nau «p-gegëven. lu wn met zeggen dat de Keizer tôt den oorlog besloten was, maar hij had allen weerstand opgegeven, zoodat de oorlogspartij vrij spel had. En Duitschland gleed langzaam maar zeker in den maalstroom, in den afgrond van den oorlog. « Heeft Duitschland een oorlog in het westen gewenscht ? Men mag dit wel opmaken uit de Duitsche dagblad-artikelen. Er werd een zucht van verlichting geslaakt, toen Engeland's actie de Duitsche vloot « verlossen » kwam ; maar ik geloof met dat Pruisen's minister van oorlog en admiraal von Tirpitz elkaar weikelijk gelukge-wenscht hebben. Gezien 's Keizeis houding en de tegenwoordige sierkte van de Duitsche vloot, zou het voor admirant von Tirpitz werkelijk on-mogelijk geweest zijn om te Potsdam te verklaren — gelijk hij bij de Marokko crisis van 1911 gedaan heeft — dat Duitschland ter zee niet gereed was. ■= r.r—:: :...=: .=-■ De waarschijnlijke duur van den oorlog. Een vraag die door ieder met zorg overwogen en uitgepluisd wordt : hoelang zal deze verschrik-kelijke wereldoorlog duren, is door vele deskun-digen béantwoord. Aan de Gazette de Hollande ontleenen wij eenige uitspraken daaromtrent. Volgens generaal Bonnal hangt de uitslag van dezen oorlog — bedoeld is de oorlog tusschen Frankrijk en Duitschland — nauw samen met den uitslag van den eersten veldslag. Het lot zal beslist zijn binnen een maand na het uitbreken der eerste vijandelijkheden. Generaal Langlois deelt die meening echter niet. Al wordt Frankrijk in den eersten veldslag geslagen — schrijft hij — zal het daarom nog niet aan de genade van den vijand overgeleverd zijn. Er zullen in het land nieuwe Gambetta's gevonden worden, die de natie met herwonnen veerkracht tegen den overweldiger zullen op-stuwen. Ook andere Fransche generaals betoogen, dat bij een gebeurlijke nederlaag der FYansche 1 troepen, door terugtrekken met beleid en zorg-: vuldig manoeuvreeren, de duur van den oorlog î nog aanmerkelijk verlengd kan worden. , De Duitsche gezant Blume neemt de onder- - stelling aan dat de beide tegenstanders den oorlog 1 tôt het uiterste zullen volhouden. Von der Goltz- - betoogt dat men moet volhouden tôt de tegen-i stander geheel gebroken is. Generaal Von j J Schlieffen meent, dat « oorlogvoeren tôt het i uiterste s onmogelijk is in een tijd dat het bestaan van de natie afhangt van den ononderbroken voortgang van handel en nijverheid. De Gaz. d. Holl. herinnert er vervolgens aan, dat de oorlog van '70 ongeveer zes maanden geduurd heeft (van 19 Juli 1870 tôt 28 Januari '71) en besluit : « Wij gelooven dat de tegenwoordige oorlog lang zal duren wegens de uitgestrektheid van het gevechtsfront en wegens het feit dat sommige naties, zooals Rusland en Engeland, bijna voortdurend reserve-troepen te velde zullen kunnen brengen uit de meer verwijderde deelen van hun gebied of uit hun bezittingen. » ■zzzzz: ■ De Duitsche voorstelling van de inneming van Luik. Berlijn, 10 Aug. (Officieel). Een telegram van den generaal-kwartiermeester luidt als volgt : Fransche beiichten hebben ons volk veront-rust. Het heette dat er voor Luik 25,000 Duitschers waren gevallen, dat de vesting nog niet in ons bezit was en dat deze mededeelingen waren bevestigd door het theatrale decoreeren van de stad Luik met het Legioen van Eer. Ons volk kan er zeker van zijn dat wij geen tegenslag zullen verzwijgen, maar evenmin eene overwinning zullen overdrijven. We zullen de waarheid mededeelen. Wij hebben het voile ver-trouwen dat ons volk ons meer geloof zal schen-ken dan den vijand, die zijn toestand voor de wereld zoo gunstig mogelijk tracht voor te stellen. Wij moeten echter onze berichten terughouden iteim?iw«r/rL'teK VÏJJ slag doen, zoodat ieder zich zelf een oordeel kan vormen over de door de Franschen uitge-schreeuwde verliezen van 20,000 man. Vier dagen geleden hadden wij voor Luik nog slechts een zwakke macht, want zulk een groote onderneming kan men te voren niet verraden door een opeenhooping van overgroote troepeu-massa's. Dat wij desniettegenstaande het ge-wenschte doel bereikten was te danken aan de degelijke voorbereiding, de dapperheid onzpr troepen, de krachtdadige leiding en aan Gods hulp. De moed van den vijand werd gebroken. Zijne troepen vochten slecht. De moeilijkheden voor ons waren gelegen in de ongunstige terrein-gesteldheid van de bergstreek en de begroeide hellingen, in de verraderlijke houding van de geheele bevolking, zelfs van vrouwen die aan den strijd deelnamen. Uit hinderlagen bij de dorpen en bosschen vuurde men op onze troepen, op doktoren die de gekwetsten behandelden, ja op de gewonden zelf. Het waren zware en verbit terde gevechten. Geheele dorpen moesten verwoest worden om den tegenstand te breken, vôôr onze troepen door den fortengordel heengedrongen en in het bezit van de stad waren. Het is waar dat een deel der forten nog stand hield, maar zij schoten niet meer. Zijne Majesteit wilden geen druppel bloeds van onze troepen onnoodig doen vergieten door bestorming van de forten. Zij stonden het bereiken van het doel niet meer in den weg. Men kon het opvoereri van het zware geschut afwachten en de forten van dichtbij in elkaar schieten, zonder ook maar één soldaat op te ofïeren, in geval de bezettingen der forten zich niet vroeger overgaven. Doch over dit ailes mocht een gcwetensvol legercommando geen woord openbaar maken voor en aleer zulke sterke krachten bij Luik waren samengetrokken, dat geen duivel ons de stad zou kunnen ontrukken. In deze positie bevinden wij ons thans. De > Belgen hebben ter verdediging van de vesting, 1 voor zoover thans is na te gaan, meer troepen bijeen gehad dan van onzen kant aan de bestorming deelnamen. Iedere deskundige kan den ' omvang van de onderneming beseffen. Zij is ' onovertroffen. Wanneer ons volk weder eens ongeduldig op berichten moet wachten, zoo ver-l zoek ik te willen herinneren aan Luik ! Het gansche volk heeft zich gelijkgezind geschaard onder zijnen Keizer om de talrijke vijan-r den af te slaan. Het legerçommando mag daarom aannemen, dat geen mededeelingen kunnen worden ver-wacht, die ontijdig den vijand op de hoogte zou-1 den brengen en daardoor het uitvoeren van een t zware taak konden verijdelen. a De generaal-kwartiermeester. (Get.) Von Stein, Negende Jaargang. Maandag 17 Augusti 1914. Nummer 33

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel Hooger leven: algemeen weekblad voor ontwikkelde katholieke Vlamingen gehört zu der Kategorie Katholieke pers, veröffentlicht in Leuven von 1906 bis 1914.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung

Ort

Zeiträume