Ons Vlaanderen

2038 0
25 Dezember 1918
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1918, 25 Dezember. Ons Vlaanderen. Konsultiert 19 April 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/jd4pk0884v/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

ONS VLAANDEREN ABONNE M KNTSPRUS Voor Belgie en Frakkrijk : Vaii nu tôt 31 M >art J919. 3 00 ~ 3 Juni 1919 ... 5.00 » /♦V ABONNEMENTSPBIJS VOOR DEN VREEMDB Van nu tôt 30 Juni 1919... 8.00 î /W TE GENT : 24, Wellinckstraat. 65, Holstraat. VERSCHIJNT DEN W0E ^SDAG ÉN DEN ZATERDAG TELEFOON : ROQUETTE 56.41 — POSTREKENING : PARIS n- 1159 TE PARUS : 22, Avenue de la République (XIe) TE LE HAVRE : 1, Avenue des Ursulines. WMÊ — I — HM1—I l'l>—' Il ——Il BU I— «MBM—gO—MBMH 11— m 1 — ■ I il II ■ M—lll I Il III ■ I Bill ■■■ 1 IBillI III1 MMII ■ IBM !!■—MinTlH fTlHW^rrr imiT—T— ■■ M ||| MM——— Der Belgische Vluchtelingen in Frankrijk |!| D00R EENDRACHT STERK 1 ... . . ! Van Goeden Wille Vrede den menschen !... Ja, nu is het vrede op de wereld / Onze moedi-ge soldateD, samen met onze Bondge-nioten, hebben den snooden duitsch-man in 't zand doen bijten j aan oîîs de zegepraal / De wapenstilstand werd geteekend, binnen, enkele dagen zal men mogen zeggen : De Vrede is geteekend; maar van nu af is het zeker : de oorlog is gedaan ; 't is Vrf>de i Wildra zal het werk en de arbeid overal hernomen worden ; de akkers beploegd, de velden bebouwd ; in fa-brieken en werkhuizen zal wederom het stoomtuig zuchten, zullen de ha-mers bonzen, de getouwen tikketak-ken ; binnen enkele maanden zal ons tiuurbaar Vaderland wederom prijken, met zijn prachtige landouwen, zijn groenende weiden, terwijl handel en nijverheid op ieder dorpken den noodi-gen nooddruft, ja, welstand en weelde zullen aanbrengen. Pax hominibus zoo zongen de engelen, te Eethlehem, Vrede den menschen ! Ja, Vrede is 't nu; vrede zal 't blij-ven, voor lange, zeer lange, maar... op ééne voorwaarde : de engelen zelve te Bethlehem hebben ze ons doen ken-nen, die voor vaarde : « Bonae volunta-tis » Vrede aan de menschen « van goe-den wille. » « Van Goeden Wille » moeten ze zijn, de Staatshoofden rond de groene tafel, als ze het vredestraktaat zullen be-spreen; 't is te zeggen : dat hunne woorden en schriften op de rechtvaar-digheid moeten steunen ; anders, als ze wederom den God van Vrede gaan buitencijferen en de rechten van zijn Plaats vervangen, den Paus van Rome, gaan verkrachten, dan zal voorzeker de vrede Welken zij uns maken zullen, wederom van potaardê zijn en bij 't eerste stootjen ommevallen. « Van Goeden Wille » moeten ze zijn, de landen en volkeren, in hunne on-derlinge betfekkingen ; ieders rechten en ieders plichten erkennen ; anders, wij herhalen het, is er geen ware vrede mogelijk; anders zullen al de volkeren, de eene na da aniere, in het bolsje-visme verzinken en vergaan ; in de plaatse van vrede op de wereld 't zal een algemeene moordkuil worden, nog woester, nog bloedgieriger dan de eigentlijke oorlog zelve Men vergete dus niet ; « Vrede den menschen s ja, voorzeker, maar het bij-zonderste magniet weggelaten worden : « Bonae voluntalis ». Die vrede moet steunen op de rechtveerdi^heid, op het herkennen van ieders rechten en van ieders plichten. Aleeene. Herstel van de verwosste Streken Wij onlvangen van Doktoor H. Brut saert, provinciale raadsheer eenebijdrag op de belangrijkheid derwelke wij d aandacht vestigen én van de geteisterds', ên van dezen die gelast zijn met d zorg van al het onheil te herstelien. Wi 2eggen in ons lezers naam, dank aa'i den ijverigen provincialen raadsheer e\ durven verhopen dat van zijne « gezonde. wenken zal spoedig rek ening gehoudet wordem (Red.) Waarde Heer Hoofdopsteller, Sedert onze knappe soldaten dei duitsch den genade klop gaven ii Vlaanderen, hield de West-Vlaamsche gouwraad twee vergaderingen : Op d< eerste kwam ik 40 uren na mijn vertrel uit Parijs, juist op 't oogenblik dat ze gesloten werd. Op de tweede werc veel gesproken over uitwisselen var duitsche marken — de eenige gang-bare munt tijdens de bezetting — ovei 't herstelien van onzen uitgeplunderder veestapel, over 't uitbaten der ver-woeste landerijen, over den terugkeei der Vluchtelingen, Ik had er ook wei willen een woordj e zeggen, doch schuch-ter en bedeesd als nog te onlang in dat deftig gezelschap ingekomen en wat onthutst omdat ik al die hoogere mannen in Vlaanderen .. fransch hoorde sprekeu (schuchter en bedeesd) durfdc ik het woord niet vragen. Mag ik v beleefd verzoeken in Uw geërd blad een en ander op te nemen waarvan ir de vergadering niet gesproken werd en dat toch mij dunkens eenig belang oplevert ? Akkers geen Bosschen De landbouw — en dit is gehee! oud nieuws — is de bronader van aile welvaart, 't verwoeste deel van Vlaanderen: de frontlijn, leefde van den landbouw; 't ware zonde voor welke reden ook, al ware het zelfs om het aan de Amerikaansche speelvaardeis in schouwspel te geven, dat deel vage en onbeboerd te laten. De boer, door den oorlog uit en weg gedreven, heeft recht om in zijn bestaan, in zijn be-roep hersteld te worden en 't algemeen belang van ons veraimoëd land eischt dat er geen voet geen duim breed be-ploegbaar land onvruchtbaar blijve. Dus geen kwestie van bosschen aan-leggen zoo er in de vergadering zonder opspraak werd voorgesteld : de aard - van den grond is daar niet voor g; e schikt; de bosschen die men hier e e daar nog vindt, roeit men trapsgewijj t uit om ze tôt akkers te veranderei e Waarom dan nieuwe gaan aanlegge j in dat, vruchtbaarste deel van 't lan< t in misschien den rijksten grond de i wereld ? Om de verwoeste landeiijen de 1 strijdlijn te kunnen uitbaten, zal over; veel arbeid, veel geld en veel tijd noc dig zijn j De boerendie eigenaars zijn van hu l hof, zullen met aile geweld en zo , spoedig mogelijk aan 't werk vallen ei ^ alleen hij die met de taaie werkkracb ' van onze vlaamsche boeren niet bekers | is, zal verbaasd zijn aïs hij tenaast [ jare reeds jong vee zal zien grazen e weelderige vruchten gioeien, in de riel velden, en de woestenijen van nu. De staat zal hun zooveel mogelij ! 'twerk vergemakkelijken. DeRegeerin . had reeds beloofd dat ze de corlog ■ schade, geleden binst 4 jaar, zou ver goeden en stelde vast hoe men di schade zou beramen. Nu doet ze no, meer : za verschiet onmiddelijk geli of ten minste geeft krediet aan dei beschadigde die zijn goed onmiddelij] ; wil herstelien, opdat hij seffens zijn : hand aàn 't werk slaat. Vele boeren die in Frankrijk of il Engeland pachthoven in huur genomen en er een bestaan gevonden hebben — voor velen, eilaas is 't Vaderland d grond die ze kweekt, — zullen il Vlaanderen niet meer weerkeeren, o den moed en ook den geldbeugel latei zinken, als ze zullen staan voor 't reu zen werk dat te verrichten is om hunn oude hoeve in gang te steken. Hier zal de Regeering broodnoodii en mildadig moeten tusschen komei om ze te bewilligen door : Werkvolk 1) 't Verschaffen van werkvolk — Eerst dienen de niet ontplofte houwit sers opgezocht en dan de grond gela beurd best met motorploegen. Voo: dit gevaarlijk werk zijn t The righi men on the right place » : de duitschi krijgsgevangenen, ze hebben die moord tuigen kwistig rond gez§aid 't is maa recht en redelijk dat ze die komen op garen daarom dient den grond gela beurd, best met motorploegen. 2) 't Verschieten van geld om vee, pejrden, allaam, motorploegen enz. te koapen. Peerden Peerden : vele werden door 't leger in beslag genomen en geen nieuwe • werden ingekweekt. In de Panne, ver-e" kocht kortelings het legerbeheer ver-le wezen soldaten peerden, maar ze gin-jj" gen tegeri ongehoorde prijzen, 2,000 fr. ls dooreen en werden meest al door n peerd,ekoopmans opgekocht. 't Was D eene leelijke alhoewel winstgevende, e' misse van wege 't Ministerie van Oor-3r log, na dat het al de boerepeerden van !J> de streek had opgevorderd — nog 1800 t geleden twee maanden, — deze die verwezen waren niet uitsluitelijk ten 3, dienste te stellen van de boeren Binst 1- de vergadering werd vermeld dat het n Engelsch beheer 50,000 peerden sef-3, fens te onzer beschikking stelt. 'e Vf e De regeering kocht veerzen in en stelde ze te koop op de markt te Thou-[e rout, ze giegen tegen zotte prijzen : " 800 fr. gemiddeld per kop, alhoewel g ze hier voor niemand anders dan boe-'e ren te koop waren. Men zou bij eene naaste verkooping nog kunnen vast-n stellen dat de boer die zonder vee j- staat op zijn hof, voorrecht tôt koo-: pen heeft en dat de aankooper zieb :t binst het eerste jaar, van het aange-ît kocht beest niet mag ontmaken. n Vee, veel vee moet er ingebracht woiden en van aile kanten al moes1 men zelf door 't invoeren van vreemd vee al de edelmoedige pogingeu dit. b de provincie sedert 50 jaar ; doet om onze veerassen te verbeteren, verijdeld te zien. We hebben melk en boter noodig, doodnoodig en 't oude spreek-woord is zoo waar als ooit : « Primum vivere, deinde philosophare t eerst leven en eten en dan praten en pron-ken.D Er zou noghtans iets kunnen ge-e daan worden om onze Casselsche en , Veurnambachtsche rasschen te bewa- , p ren ; 't ware te verbieden ons jong , !- rasvee te slachten binst 2-3 jaar en de . r beenhouwerij met vreemd vee of be- ' vrozen vleesch te gerieven. i r Och die schoone Casselsche koeien, , 1 hoe zag ik ze geerne en hoe schoon be- , - zong ze G. Gezelle. • , Aanschouwt mij hier en daar 3 die bende Gasselkoeien ; die, louter bruin van haar, 1 J als zooveel blommen bloeien £ ;, in 't gers en in de zon, die zinkend henentiet : j j. die rood het roode veld vol roode vonken giet. ' !" 't Is prachtig overal ; H 'Hs prachtig hoe de huiden g dier Koeien liefgetal van vouwe en verwe luiden. 1 3 't Is prachtig hoe ze staan gebeiteld en gesnêen _ Lijk beelden, over heel die wijde weide heen. ' Ik zag er zoo veel, met bronzen en c j. zilveren en gulden eermetalen op de E , prijskampen bekroond, naar 't ouder- ' ' lijk huis terug komen. Mocbte men ze sparen. 3 Dr H. BRUTSAERT, j Provinciale Raadsheer. [ (Wordt Vervolgd) 1 : Aan onze Abonnenten \ j Wij hebben van deze week de ver- t nieuwing der abonnementen rondge- h ' stuurd, met verzoek van bij middel c , der roze kaart welke bij den omzend- v { brief gevoegd is, het geld op onze post- 0 f rekening te willen storten. 't Is het n , gemakkelijkste en goedkoopste middel n voor ons en voor onze inschrijvers. k Sommige abonnenten zijn verwon- a derd dat hunnen tijd reeds uit is ; s maar zij houden geen rekening van het k ' feit dafr « Ons Vlaanderen » sedert een e 1 half jaar tweemaal per week verscbijnt. r; Anderen zeggen dat Let nog maar zoo n en zoo lang geleden is dat ze ons een k mandaat opgezonden hebben ; maar v ze vergeten dat het mandaat welke ze e: ons opzonden, dikwijls reeds grooten- g deels dienen moest om den verloopen w tijd te betalen. d Onze lezers mogen verzekerd zijn 1; dat onze lijsten met de groo<ste nauw- s keurigheid in orde gehouden worden ; g natuurlijk moest er nogthans een mis- il slag begaan zijn, wij zijn steeds bereid n de zaak te verbeteren. g Terug naar 't Vaderland r e {Van onzen bijzonderen Briefwisselaa 1III. Van Brugge naar Brnssi Brussel, 3o Novernb ^ Het is een voorhistorische reis gi 1 weest. Met de postkoetsen der 1! 5 eeuw moet het rapper gegaan ziji ' Want om 8 uur 's morgens uit Bru{ ge vertrokken ben ik eerst om ha j twee 's nachts te Brussel aangekomci s Ik zat wel in wat wij gewoon zij ' een trein te noemen maar welk ee t trein 1 Het was een van die lang [ wagens die vroeger dienst deden 0 de lijn naar Keulen. Het portier ws uit zijn scharniaren gerukt en ko niet meer sluiten, de meeste ruite waren uitgesîagen. In het coupé, waa 1 ik door den drang van het vechten • en stootend volk veel meer dan doc : mijn eigen keus was komen belande 1 lagen geene kussens meer op de bar ■ ken. Wij zaten er veel te laag met op ! gestoken knieëu op de grijs-overspar ■ nen ressorts en met ons tienen waa ; er plaats was voor zes. De planke ■ vloer was van eene zoo onnoembar 1 smerigheid dat ik mij verplicht za, een krant uit te halen en onder miji vseten te spreiden om mij niet t bevuilen. De reis ging over Maldegem, Eecloc Wondelgem naar Gent. Ik zat in mij: • hoekje geduwd door een jonge jul ! vrouw die nog drie zusters naast haa had terwijl vader en moeder over on zaten. Want ik hoorde al gauw da het een Gentsche familie was. Zij wa 1 ren een zoon gaan bezoeken die vrij willig dienst had genomen in 't lege onmiddelijk na de vrijmaking vai Belgie en nu met de Spaansche grie; lag in een hospitaal te Brugge. Onz drie overige reisgezellen waren, eën dame, — kennis of familie, want haa werd ailes verteld en zij scheen vai ailes op de hoogte — een belgiscl soldaat die uit Parijs kwam en eei verminkte met een houten been. Dezi was van Brussel gekomen omdat hi volgens de nieuwe wet en spijts zijn verminking zich weer moest aanmel den in zijnen dépôt te Brugge. Maa: hij werd van daar eenvoud'g teruj gezonden zonder meer en de mai kloeg dat zijn stompel etterde et bloedde. Ik keek door het raam Ik wilde Vlaanderen weerzi'en, de aarde die toch vlaamsch gebleven was, wannee] de vlamingen het niet meer zijn.Wani al die menschen rondom mij, spraker fransch, wel vlotweg moet ik zeggen maar met dien belgischen tongval dier mijn ooren niet meer 'gewend warer en onderbroken af en toe door eer vlaamschen volzin door een vlaamsch woord waar de wreemde taal hun te kort schoot. Die onmiddefijke omgeving var Brugge, dat heerlijke vlaamsche land waar de oude prachtige torens van vei boven uitsteken, blijft steeds in mijn berinnering verbonden aan een indruk dien ik had, vele jaren geleden. Het was in juli 1901. Ik reed naar Brugge om de tentoonstelling te zien der Pri-mitieven De vlaamsche velden praalden met de gouden weelde van het rijpe koren, met de groene weligheid van allerhande vruchten In de meerschen stonden, «ntelbaar, de koeien en de kalveren te grazen, zwart en wit en rost en wit. Zware, blinkende bruine mer-riep met dikke zwarte manen liepen met hare veulens naar - den trein te kijlcen of sloegen vierklauws op de vluchte met zotte sprongen. De huisjes en de verre hoeven met hunne witte gewel en roode daken blonken als ge-wamken in de blijde zon die hoog in den hemel straalde over dat beloofde land En in dat land lag die oude stad Brugge, als een edelsteen, en ik ging daar het schoonste zien van wat in vroeger eeuwen, vlaamsche meesters met kleuren op doek op paneel hadden gewrooht. — r) En nu ! de vlaamsche aarde lag vu en zwart als een moeras. De naakt boomenrijen gingen in den grauwe: 3r nevel aan den einder verloren. Hier ei daar slechts was een geel-grosne pie! van wat veiwelkend rapenloof. He was wel de zieke rotte aarde gelijl 3' mijn vriend Berto van Kalderkerke z» eens beschreef in zijn droevig boel 1 « Uit donkere dagen. » Maar de narig î- heid van het winterlandschap deed m n geweldiger aan dan ooit te voren me n al die verwaarloosde huizen, die al: e doorkankerd schenen van regen en zilt P met die sporen van verwoesting overa •s langs onze baan : muren met de wijde n bres van een obus, uitgebrande daken n weggeschoten pannen. Want tôt aar r de poorten van Gent werd er gevoch-d ten tusschen de Belgen en het aftrek-r kend duitsche leger. De betonbouvven 11 de loopgraven, de prikkeldraadver-1_ sperringen overal lieten genoeg ver-'■ moeden hoe de vijand voet voor voet " het land had willen betwisten. En door r de wijde, platte streek geen enkel beest, Q noch koe, noch kalf, noch paard. Ailes e leeg en doodsch. Het uitgeplunderd ? vernielde en voor jaren veiarmde land 3 van een overwonnen volk. Ik had e waaiachtig moeite om mij te verbeel- den dat wij de zegevierders waren en 1, Koning Albert op dit oogeblik mis-a schien zijn triomfantelijke intree deed - te Brussel of te Luik. r De trein reed trager dan een huif- s kar over een vlaanderschen steenweg. t Twee uur had hij gestopt in Maldegem. - Drie uur lang stond hij daarna te - wachten te Eecloo. r Ik zat maar immer sprakeloos in 3 mijn hoekje naast mijn overvloedige ? reisgezellen en ik werd gewaar hoe ze 3 mij soms benieuwd aankeken. Einde- 2 li]k verstoutte zich de oude heer mij r aan te spreken : 1 — Vous venez de France sans doute 1 Monsieur ? » Was het mijn hoed, mijn mantel, î mijn gezicht of de Petit Parisien die j onder mijn voeten lag die zulks deed 5 vermoeden, ik weet het niet. Maar ik - kreeg plots het leuk gedacht, halsstar-" rig piijn incognito te bewaren en ik antwoordde ietswat droogjes en ge-1 dwongen : 1 — De Paris Monsieur. Toen eerst scheen vertrouwelijkheid : tusschen ons geboren. De Gentsche ; Juffertjes keken mij minzaam toe. Ik moest verhalen van de Parijsche vreug-: de bij den wapenstilstand. Maar ik 1 bracht 't gesprek weldra op vlaamsche ■ toestanden en als een vreemdeling die 1 er niets van wist liet ik mij verklaren 1 wat het aktivisme was, wat de vlaam-1 sche beweging bedoelde. 1 De oude heer en de juffertjes geraak-! ten in hun element en als om prijs deden zij hun best om mij in te lich-1 ten. En toen zij den Franschman dien 2ij in mij meenden te zien hoorden ver- ■ klaren da*- die Vlaamsche strijd niet meer dan billijk was, dat ieder volk het recht had van in zijn taal bestuurd, gerecht, en onderwezen te worden, dat een vlaamsche hoogeschool noodzake-lijk was om het vlaamsche volk zijn eigen beschaving te ge^en toen waren zij het allen met mij eene. De schoon-heid der litteratuur van Conscience tôt Gezelle en Itijn Streuwels werd mij verklaard. Ik vernam dat Hugo Ver-1 iest de beste vlaamsche redenaar was, dat de vlaamsche taal, ik mocht het niet kwalijk nemen, rijker was dan het fransch en veel schilderachtiger. Kortom het werd avond en nacht en wij waren te Gent zonder dat wij het wisten . Ons afscheid was hartelijk en ik geloof waarachtig ^dat de oude heer vast besloten was voortaan niets meer dan vlaamsch aan huis te praten : — C'est vrai Monsieur ce que vous dites, nous avons une belle langue et nous avons tort de ne pas; la parler partout et toujours et convenablement. De verderereis over Aalst naar Brussel eing voorbii in den lichtschiin van België en Holland ue siuxting van de Schelde en het incident van Limburg Brussel, 19 Dec — Het incident van het doorlaten van de Duitsche troe-pen door Holland9ch-Ivimburg verwekt in België levendige ontroering. De ontkenningen van de Holland-sche d;plomatie hebben de ontevre-denheid van de bevolking nog verer-gerd, die voor een voldongen feit staat dat men vergeefs zoekt te verrecht-vaardigen.De nieuf e verklaringen van de Hol-landsche regeering nopens het regiem van de Schelde worden door de Belgische pers tegengesproken, die terecht doet opmerken dat de sluiting van de Schelde geen onvermijdelijk gevolg was van de Hollaadsche onzijdigheid vermits de regeering van den Haag den 4n Augustus 1914 België aanbood de Britsche oorlogsschepen vrij naar Ant-werpen te laten varen. 's Anderdaags veranderde zij trouwens van gedachte voorwendend dat Engeland oorlogvoer-der was geworden. De toestand echter ten opzichte van het tractaat van 1839, dat Holland medeonderteakende en waarop het zich heden nog beroept, was dezelfde den 5n Augustus als op 4n. In de bevoegde middens beschouwt men de positie van de Hollandsche regeering als zeer kiesch geworden zijnde, en men verwacht het ontslag van M. van Karnebeek, minister van buitenlandsche zaken. Nisuwsiijtiingen Voor de verwoeste boomgaarden LondeD, 19 Dec. — De koninklijke tuinbouwmaatschappij heeft een hulp-komiteit gevormd ten einde te helpen de in Frankrijk, België en Servie verwoeste boomgaarden en tuinen, te her? stellen. De lord-majoor, die zekere streken van de bezette landen heeft bezocht, heeft een somber tafereel opgehangen van de verwoesting van den grond die maar word geëvenaard door het tries-tige van de verwoeste woningen. Alvorens de grond voor den landbouw zal kunnen benuttigd worden zal hij een lange bewerking moeten on-dergaan1 Het bezoek van de verwoeste stre» ken, heeft de lord-majoor erblj gevoegd, zou de hardvochtigste harten roeren, en wij die van den in val geluk-kiglijk niets te lijden hebben gehad, wij moeten ons best doen om den grond van onze bonigenooten te herstelien. » Hoe de Keizer te Spa leefde De Belgische soldaten, die opruiming gehouden hebben in het gewezen Duitsche hoofdkwartier te Spa, hebben zich aardige dingen laten vertellen over het verblijf vao keizer Wilhelm aldaar. Hij had zijn intrek genomen in het kasteel van Neufbois, waar hij leefde als een mol in zijn pijp. De menschen, die hem daar aan 't werk gezien hebben, hielden hem voor niet veel min dan stapelgek. Het grootste gedeelte van den dag bracht hij door in het park van het kas- een bougie die ons ellending coupé doorghnsde. De verminkte had zijn houtea been op de leeg-gekomen bank ultgestrekt en lag weldra te ronken. De soldaat vertelde mij geestdriftige verhalen van tingeltangels en Casino's te Parijs en qij wou na den oorlog zoo iets opiichten te Brnssel Hij ging geld verdienen lijk slijk. E'ndelijk daar zag ik weer na zoo langen tijd het brusselsch kanaal. Het paleis van Zaeken, de hel verlichte straten der voorstad en finaal het tsfoorderstation. Ik was op mijn bestemming. In den volgenden brief zeg ik U mijn indrukken uit de hoofdstaad. J. M, Vitrde Jaar. — Prij# : 10 Cdatlam par fiummw . Woensdag 25 Decembtr I8I81 - «1 225.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel Ons Vlaanderen gehört zu der Kategorie Katholieke pers, veröffentlicht in Parijs von 1915 bis 1919.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung

Ort

Zeiträume