Vooruit: socialistisch dagblad

786 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1917, 26 August. Vooruit: socialistisch dagblad. Konsultiert 29 März 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/vx05x26r5j/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

VÊRORDEMINL waarbij cens belasting op het roerend vermogen vyordt gevestigd (Y ervolff) (Zie on>s nnmvter van gisterj HOOFDSTUK V.— Van do vaststelllng dar belasting en rie wijze var. hoffing Art. 14. — De belastirg wordt geheven door den Ontvanger van het Erlenisrecht van het kantoor welks gebied de belastingSplichtige op t Januari van het belastingsjaar zijn gewone verblijf of vertoefplaats heett. Heelt de belas.tingplichtige verscheidene gewcme verblijf- oi vertoefplaatsen in België. dan geschiedt de heffina ten kantore binnen welks gebied zich zijn win-terverblijf ot-vertoef bevindt. Voor onder voogdij ot curateele gestelde belasting-plichtigen, en voor alv. je het eiger. beheer zijner goede-ren niet hecft, v. ordt het kantoor \an hefling bepaald door de vcrblijfplaats van hun wettelijke vertegenwoor-digers. Woneri de -a ettelijke vertecer.woordigers in den vr^emde, dan geschiedt de heffinç door den Ontvanger der gewone verblijf- of vertoefplaats van den belanghebbende.Woidt daaromtrcnt betwisting opgeworpen, dan wordt door het Beheer uiteindelijk beslist. Art. 15. — A! degenen, bedoeldbij artikel één, wier onzui\ er roerend vermogen 20,000 fr. en meer bedraagt of die voor het vorige diensijaar werden aaugeslagen, zijn pehourien. v66r den 15 Februari van het diensijaar van aanslag, ten kantore van het Jîrfcnisrecht bedoeld onder artikel 14, aangifte van hun roerend vermogen te doer. Na dit lijdstip, zijn de door den Ontvanger tôt aangifte uitgeroodigdepersonen gehouden aan dit verzoek ie voldoen bmneh de maand na de waarschuwing die liun zal worden toegezonden. De aargiîïc ingediend buiten de bij de twee voor-gaande leden vastgestelde tijdvakken wordt aanzien als ta gepasten tijde gedaan, wanneer de belanghebbende het bewïjs lévert, dot de vertraging, o! het vcrzuim van aangifte veortsprui": uit omstandigheden, welke hem in de onmogelijkheid hebben gesteld te handelen. De indiening moct.plaatsgnjpen binnen de maand te reke-nen van den dag waarop deze omstandigheden hebben opgehouden. Art. 16. — De aangifte wordt schriftelijk of monde-ling gedoan. Zij wordt op een door het Beheer vastgesteld en verstrekt tormulier, volgens de d^arin vervatte aanduidingen, opgemaakt.Zij wijst beknopt de bestand-deelen van het vermogen aan. en houdt keus van woon-plaats, binnen het ambtgebied van het kantoor waor zij moet worden ingediend, voor aile mrfdedeelingen en beteekeningen te doen aan den belastingplichtige, ot aan dengene die ten' zijnen name aongilte heeft gedaan. alsmede voor aile in te stellen gedingen en ver-volgingen.Zij wordt door den aangever onderteekend. Is deze een lastbebber, dan moet de volmaçht ten kantore afge-geven worden. Van elke irondelingc aangifte wordt aanteetening genomen door den Ontvanger, die mede met de aangever onderteekent. Zoo deze niet t an teekenen, of daartoe met bij machte is, wordt zulks door den Ont-van ger vastgeste: d. De belastingplichtigen kunnen de ncodige formulie-ren verkrijgen op aile kantoren der Registratie en van het Erlenisrecht. Art. 17. — De aangifte moet namens den belangheb-■ bende worden gedaan : î" Door de vrouw, indien de man vefbinderd is. 2° Door den wettelijken verteganwoordiger, indien de belastingplichtige het beheer zijner goederen niet heeft. 30 Door de erfgenamen ofopvolgerf, indien debclas-tir-jylichtige na den 1 Jànuari overlijdt, zonder dat hij zijne verplichtingen heett nagekomen. In dit geval kan de aangifte onderteekend worden door éétrder erfgenamen oi opvdlgers, door den testamentuitvoerder, of door den bewindvoerder der nalatenschap. Bij verhindering om aangitte te doen vanwege eenen daartoe gehouden persoon. kûn de aangifte te zijnen name worden gedaan door icmand, welke zich dien-aangaande sterk maakt, mits daartoe vooraf door den Naziener of Vérificateur der Registratie en Domeinen £emachtigd te zijn. De machtiging moet aan de aangifte gehecht worden. Ait. 18. — Naarmate harer indiening worden de aangiiten door den Ontvanger opgenomen in een daartoe bestemd remisier, dat hii dagelijks sluit. Hij geeft verplichtend een ontvangbewijs af. ver-meldende : het volgnummer en den datum der indiening, den naam van den aangever en desvoorkomend dien van den persoon voor wien hij handelt, het zui-ver bedrag van het aangcgeven vermogen. Hij onderzoekt de aangilte en zend ze, met zijne opmerl.ingen aan den Naziener der Registratie en 1 Domeinen, weike het bedrag der belasting bepaalt. Art. 19. — In den regel, wordt de aanslag gevestigd in overeenkomst met de leiten welke uit de aangifte blijken. Indien de vereischte bewijzen niet worden overge-legd, of indien men rechtmatigen grond heelt om de aangifte te laag te achten, kan de aanslag ainbtshalve, naar een hooger dan het aangegeven vermogen, worden gevestigd. Een termijn van ten minste vijftien dagen moet in dit geval den aangever zijn gelaten geworden om zijne bedenkingen te doen gelden. Dat ' aan dit laatste voorschrift is voldaan, blijkt genoeg-zaam uit den aanslag van den N aziener. Bijaldien geene aangifte is ingediend, stelt de Naziener, op voorstel van den Ontvanger, of nadat deze is gehoord, de belasting ambtshalve vast. Wanneer, in de gevaden bedoeld in de twee voor-' gaande leden, de Naziener en de Ontvanger nopens het bedrag van den aanslag van meening verschillen, kan deze slechts volgens het oordeel van den Opziener , worden vastgesteld. ' Art. 20. — De belasting wordt van rechfswege met 25 t. h. vermeerderd indien de aangifte binnen het 1 wettig tijdvak niet werd ingediend, of indien zij aan de voorschrifteii van artikel 16 niet voldoet. De vermeerdering wordt vsn reçhtswege op 50 t. h. gebracht bi|a!dien, in het geval bedoeld in het tweede , lid van artikel 15. de belanghebbende ten gepasten tijde aan het verzoek van denOntvanger niet heelt voldaan. 1 Art. 21. — Het bedrag der belasting wordt aan den belastingplichtige, of aan dengene die ten zijnen r.ame aangifte heeft gedaan, door den Ontvanger beteekend. Indien de aanslag ambtshalve gevestigd is, zonder met de aangifte rekening te houden, of bij gebrek aan aangifte, wordt dit in de beteekening vermeld. HOOFDSTUK VI. — Van hst bezwctar ®n het verhaal. Art. 2,2. — De belastingplichtige, die vermeent te hoog aangeslagen te zijn, moet, alvorens zich in rechte te voorzien, een bezvvaarschrift indienen bij den Be-stuurder der Registratie en DQmeincn van het gebied binnen de twee maanden 11a de hem gedane beteekening van het bedrag van den aanslag. Het bezwaarschrift moet met redenen omkleed zijn. Het kan, ofwel tegen gedagteekend ontvangstbewijs worden afgegeven, ofwel onder per post aangeteeken-den brief worden gezonden, hetzij aan den Bestuurder, hetzij aan den Naziener of aan den Ontvanger. De bewijslast der gogrondheid \*an het bezwaar rust op den belangfiebbende. 1 In de gevallen dat het verzoek niet in zijn gelieel wordt ingewiKigd, is de beslissing van den Bestuurder altijd met redenen omkleed. Art. 23. — De belastingplichtige kan tegen de beslissing van den Bestuurdei, binnen de maand der beteekening dezer, gerechtelijliin verzetkomen, Het exploot van verzet wordt den Ontvanger, die met de hcffingbelast is, in persoon, of te zijnen kantore beteekend; het bevat dagvaarding tegen een bepaalden rcchtsdag v<5<5rden rechfcr binnen wiens gebied bedoeld kantoor is gevestigd; het is met reder.en omkleed, en duidt het bedrag aan van het vermogen, dat door den belastingplichtige wordt geacht belastbaar te zijn, of van het recht waarvan de betaling wordt aangeboden. Voor het overige zijn de regelen betreffende de ver-volgingen rechtsvorderingen in registratiezaken toepas-selijk. De bewijslast rust in allen gevalle op den belastingplichtige.Deze draagt de algeheelheid der kosten van het ge-ding : a) wanneer zijne vrr.ag wordt verworpen; b) . "l apneer (je veor.i^deripgnki: de t^lwistc Orgaae der Belfische Werkliedenpartij. — VerschijBende aîle dagen. —»—-—^—„—.——_———*==—— ——^_—» fMukgter- f/itgeefster Sam. Maatsah. H El l.tCHT, Best. : P. De Visch, Ledeberg-Gent — Red.-Adm., Hoopp&ort, 29, Qent bedrag bereikt; c wanneer de beslissing van den rech-ter gegrond is op bewijzen of middelen welke, v66r de inleiding van het rechtsgeding, niet aan de bestuurlijke overheden werd overgelegd. Art. 24. Bezwaar noch verhaal nopens het bedrag der bela:;sting is vanwege den belastingplichtige ont-vankelijk : a) wanneer de aanslag is vastgesteld over-eenkomstig de feiten blijkende uit zijne aangifte; b) wanneer de termijn van twee maanden, om een bezwaarschrift in te dienen, of degene van eene maand, om toger, de beslissing van den Bestuurder verzet te doen, zijn verstreken; c) zoolang de bij artikel 15 voor-geschreven aangifte niet gecfaan is. Op den regel vastgesteld onder letter b van vorig lid wordt uitzondering gemaakt : a) in geval van stoflelijke dwaling begaan door de agenten van den Staat; b) wanneer omstandigheden van overmacht den belastingplichtige verhinderd hebben bezwaar in te dienen of verhaal uit te oefenen. Het uitgangspunt van den termijn van twee maanden, of van ééne maand, is in dit laatste geval vastgesteld op den dag waarop de oorzaak der verhindering heett opgehouden. Art. 25. — Door dengene die overeenkomstig art. 17. de aangifte heeft onderteekend, kan, in naam van den belastingplichtige, bezwaar worden ingediend en vei haal worden uitgeoefend. Art. 26. — De irfgenamer. en opvolgers van eenen gedurende het belastmgjaaroverleden vruchigebruiken hebben, uit hoofde der ophouding van het vruchtge-bruik, geene rechtsvordering tôt vermindering der belasting, doch zij zijn gerechtigd om, tôt beloop der belasting, welke op het'nog niet verstreken gedeelte van het jaar betrekking heeft, op degenen die den vollen eirendom hebben verkregen, hun verhaal uit te oefenen. HOOFDSTUK VII. — Van de bctailrg, en de wEarborgen aan den Staat ver-leone! om do betaiing to versekeren. — Art. 27. De belasting moet worden betaald de helft v(5(5r den 1 Juli, de we-der helft vddr den 1 December van het belastingjaar Wanneer de aanslag den belastingplichtige eerst na den 31 Mciis beteekend, wordt een termijn van eene maand toegestaan voor de betaiing van het eerste deel. Geschiedt de. beteekening na den 30 September, dan moet de geheelheid der belasting binnen de twee maanden worden betaald. Het uitgangspunt van gemelde termijnen is vastgesteld op den 1 of den 16 der maand die op de beteekening volgt. De termijn kunnen, op grond van uitzonderlijkc omstandigheden, door het Beheer worden verlengd. De belastingplichtige, die in het betalen zijner belasting achterlijii biijft, is van rechtswege gehouden den interest te veigoedeu tegen 4.80 t. h. 's jaarste rekenen van den dag w «arc p de betaiing moest gedaan worden. leder maandgedeelte wordt voor een geheele maand gerekend; iedere breuk van 10 centiemen in bet bedrag der inteiesten wordt op het hooger tiende afge-,rond.Het indienen van een bezwaarschrift seborst de in-vorderbaarheid niet. Art. 28. — Voor élire betaiing wordt verplichtend een kwijtschrift verstrekt. Ai et een oogmerk van toezicht moet, op straf eener boete van 25 irar.fc, het kwijtschrift, gedurende eenen termijn van twee jaren, aan ieder hoogeren beambte de Registratie en Domeinen, op zijn daartoe gedaan verzoek, worden overgelegd. De weigerirg der overlegging wordt bij proces-ver-baal vastgesteld. Art. 29. — De belastingplichtige die het land met-terwoon verlaat, is gehouden, vrî(5r zijn vertrek, de door hem verschuldigde belasting, interesten, boeten en onkosten te betalen. In dit geval is het ieder openbaren of ministerieelen ambtenaar verboden eene akte betreffende de goederen van den belastingplichtige te verlijden, ot te zijnen ver-zoeke feen rechts;;eding in te leiden, zonder zich er van te hebben vergewist, dat hij heelt betaald, op straf per-soonlijk aansprakelijk te zijn voor de verschuldigde sommen, Een getuigschrift van den aangestelde, waar:-uit blijkt dat de belanghebbende zich vau zijne ver-plichungen heeft gekwcten, is voldoende. Art. 30. — Voor de invordering van de krachtens deze verordening verschuldigde rechten, intresten en onkosten, heeft s Rijks Schatkist, van 1 Januari van het belastingjaar at, een voorrecht op al de goederen van den belastingplichtige. Ten opzichte der roerende goederen neemt dit voorrecht onmiddellijk rang na degene vermeld onder arti-kelen 19 en 20 der wet van 16 December 1851, en onder aitikel 23 van den ia titel van boek II van bet Wetboek van Koophandel. Ten opzichte def onroerende goederen, heeft het slechts uitwerking te rekenen van de inschrijving in de registers van den Hypotheekbewaarder. Handlichting der inschrijving kan worden verleend wanneer de Staat andere genoegzame zekerheid heeft. Hetzelfde voorrecht bestaat op de goederen der vrouw en der kinderen, in de gevallen voorzien in de leden 3 en 5 van artikel 6. Art 31. — De erfgenamen en aile andere personen, wike eenig voordeel in de nalaténschap van eenen overledene verkrijgen, zijn, binnen de perken van het-geen hun is tanbestorven, jegens den Staat hooldzake-lijk gehouden voor de rechten, interesten, boeten en onkosten, behoudens, desvoorkomend, hun verhaal op de wezenlijke schuldenaars. (Vervolg morgenX ' OVER II KIESSECIiï Het Toile ver tel t ons, dat in de ontwik-kelde (?) vriendenkringen, waarin het zel-ve verkeert, er nu en dan al eens over kies-recht gesprolien wordt. Het blad drijft de goedheid zoover van ons te willen mededeelen hoe onlangs een zijner vrienden zich over het kiesrecht uit-liet.Wij knippen uit de redoneering van dien ontwikkelde het volgende: — Hert kiesrecht is stellig geen na-tuurrecht. Moest het zulk een recht zijn, het zou de meest verachterde volkeren moeten toegekend, en aan de vrouw niet kunnen geweigerd worden. Maar het steinrecht is geen natuurrecht. Het kiesrecht is eers middel om een doel te bereiken. Elke burger heeft recht om voor zijn land een goed, degelijk be-stuur te eischen, eene ilegeering die op de best mogelijke wijze 's lands en 's burgers stolielijke en andere belangen bevordert. En 't middel om dat bestuur aan te dujden is het kiesrecht. Wij vragen ons te vergeefsch af wat de natïiur met het kiesrecht of de politiek te maken heeft. Do ontwikkeld© ( ?) vriend heeft zeker willen zeggon een natuvrlijfc recht, of een recht gewild door het gezpnd verstand of de lo-_ Dat is een geheel an der paar mouwen er aldus opgevat, houden de argumenten var den ontwikkelden (2) vriend van Het Voll gèen steek, als hij zegt, dat het kiesrechi niet moet toegekend worden aan de verachterde volkeren of aan de vrouw. 3^,11 waarcm niet als t U blieft? Elk burger heeft recht om voor zijn lanc een goed bestuur te eischen. Heeft een Kongolees, een Indiaan of een Samojeed soms dat recht niet om een goec bestuur te eischen voor ziin stam, zijn dorp of voor geiijk wat? Die menschen zijn daar te dom, te onbe-schaafd voor, zal men zeggon. Goed, maar ze staan allen op denzelfder voet van domheid of onbeschaafdheid. Wie moet er dan aangeduid worden om t< besturen en hûe? Zal men den langste, den snelste, of den dikste nemen? Zal men er eene nemen met een tzaristisch gezag of zal men er verscheidene aanduiden? Maar hoe zal men het doen als er geen kiesrecht bestaat? Of zullen die ééno of die groep bestuurders zich opdringen en mees-ter maken door geweld of kuiperijen? Wi; zien geen ander middel. Maar in dat geval zal de toestand nog veel slechter zijn dan in geval dat het kiesrecht wel zou bestaan. De uitspraak der massa, over hare belangen, is altijd bet-er en wijzer, dan den wil van den enkeling of van eenigen. En zulks is waar zoowel bij het onbe-schaafdste, wildste volk als bij de geleerdste en verfijndste natie van do wereld. Natuurlijk moet men hier aile evenredig-heden in acht nemen. Bij een verachterd volk zullen dezelfde hervormingen of be-stuursmaatregelen aan de dagorde niet staan als bij een hooger beechaafde natie, dat spreekt van zelfs. Maar het algemeen kiesrecht zal bij de onbcschaafde volkeren zoowel de zaken van openbaar belang op den voorgrond stellen, en waarnemen als bij de meer ontwikkelden, ziedaar de waarheid. « * * Als men van het standpunt uitgaat dat de veraehterde volkeren het kiesrecht on-waardig zijn, waar gaat men met die stel-ling naartoe? Moest zulks waar wezeii, maar dam moeten de meest verachterde personen in eene beschaafde natie 00k uitgesloten worden. Wel is waar be Jns,t er nog geen maat om het verstand of iemands opvattjag over de beschaving of de oj>:-nbare belangen met juistheid vast te stellen. Maar toch zijn er dikwijls onmiskenbare teekems die sommige menschen direkt als minderwaardjg of minderbekwaam aan-duiden.Maar zoolang die minder ontwikkeling van verstand of karakter geen aanleiding geeft tôt anti-sociale misdaden, mag of kan er volgens ons geen sprake zijn van beroo-ving van kiesrecht. Waarom? Omdat minder verstand of karakter niemand cntslaat van maat-schappelijko plichten of lasten. Dom of slim, ge wordt soldaat ! Domme handelaar of slimme, beitaalt dezelfde belasting ! Dom of slim, ge zijt gehouden 's lands wetten te kennpn en er aan te gehoorzamen ! In zulk geval kan er van geen uitsluiting van mede te spreken sprake zijn, en het alleman is geilijk voor de wet moet in toe-passing komen. Overigens het kiesrecht is een vreedzaam middel van besturen, het leidt tôt gedach-tenwisseling en tôt openbare discussie. Ehwel daarin zijn het ten slotte altijd de verstandigen die overheerschen en meester blijven van het terrein. Eene afwijking op dien regel kan slechts tijdelijk en kort zijn. » * » Wij kunnen dit eerste artikel niet slui-ten, zonder «Het Volk» te bedanken voor zijne kostelijke inlichtingen, als hij ons leert dat «het kiesrecht een middel is om een doel te bereiken». Parbleu dat is een onthulling van ba-lang. Men is toch nooit te oud om te lee-ron.W. v. F. H. Het Vraagstuk van den Vierden graad in het onderwijs De Bijzondere Commissie benoemd voor het onderwijs van den vierden graad, is ingesteld geworden door den heer schepen Boddaert en schepen gezel Coppieters. Zij heeft zich voomami~!Jix bezig gehouden met twee bijzondere vraagpunt&n, deze van het teekenen en deze van het hand-werk.Er is besloten geworden, dat men om te beginnen maar in twee scholen den vierden graad zal inrichten, gezien dat er zich slechts 58 leerlingen ervoor hebben laten inschrijven. Twee professors van teekenen zullen benoemd worden zoodanig dat de uitslagen, bekomsn door twee kunstenaars met een verschillend temperament en die misschien '°zelfde methode van onderwijzen niet zullen volgen, zullen kunnen beoordeeld worden. De plaatsen zijn open verklaard en de kandidaten zullen zich moeten onderwer-pen aan eene proef, die binnenkort zal aangekondigd worden. Voor het onderwijs van het handwérk ^zuUen kleioe w,Mkhuizen aan de school gehecht worden en 'de technische aard en het gefcruik der grondstoffen en materia-len zal aang^leerd worden door een onder-wijzer, die daartoe voorbereid is in de Normaalschool ; hij.zal geholpen worden door een meestergast, die het ambt zal vervullen van preparator of voorbereider. Dit laatste stelsel is maar voorloopig aanvaard ; na de opgedanc. ond -vinding zal men beslissen of men het moet béhou-den of niet. In ieder geval schijnt h et dit voordeel op te leveren dat de meest.: ^5':, door zijne practsche kennissen van den stiel, onder andere van de gereedschappen en van 3e materialen. de theoretische kennis van den professor zal kunnen aanvullen. Anderzijds heeft men de tegenwerping gedaan dat zulks stelsel de moeilijkheid medebracht van wrijvingen te doen ont-staan tusschen den professor en den man der praktijk, maar men hoopt dat de moei-lijkheden zullen overwonnen worden met den tijd en met de ondervinding. In eene aainstaande zitting zal de Commissie zich bezig houden met de school voor meisjes. Zij zal 00k het programma vast te stellen hebben van het handels-onderwijs, alsook het programma van den vierden graad voor de betalende schqlen, een programma die sommigen geiijk zou-d-en willen zien aan dat der kostelooze scholen. Van nu af kan men vaststellen dat deze Commissie hare gewichtige taak snel tôt een goed einde zal brengen. Op die wijze zal zij m&chtig veel den dienst van het openbaar onderwijs kunnen bijstaan. Al hare werken zijn. opgenomen in de verslagen, opgemaakt door M. Hermanne. « Journal de G and ». * >i' * Dat onze partijgenooten zich niet laten afschrikken door het getal van 58 leerlingen, die zich laten inschrijven hebben voor het volgen der lessen van den vierden graad. Schijnt zulks weinig voor eene stad als Gent, men mag uit het oôg niet verjiezen dat het hier maar een begin geldt. Die vierde graad is nog niet genoeg ge-kend bij name, 't is verre van door de schoone uitslagen die hij bekwiam en het onschatbaar nut dat hij gesticht heeft. Nu, aile nieuwe instellingen moeten den tijd hebben hunne proevem te leveren, zij moeten zooals men zegt zich eene reputatie maken. Wij voor ons twijfelen niet aan de toe-komst van den vierden. graad. Maar het begin toont aan dat onze vrienden, onze vakbonden, onze wijk-clubs, enz., niets mogen verwaarloozen om het bijwonen van den vierdon graad talrijk en vruchtdragend te doen zijn. Moedig aan 't werk, 't is voor œne goede en schoone zaa-k. Werkioosheld in Neciriaetl De Vakbewrging bevat een overzicht van de werk-loosheid op 1 Juni 1917 in de bij het Nederlandsche Verbond van Vakvereenigingen aangesloten bonden, wsaruit blijkt dat 00k bij onze Noorderburen werkge-brek voor vele menschen heerscht, waardoor 't vrasg-stuk van het levensonderhoud voorhen zeer bedenke-lijk is geworden. Van aile aangesloten organisafies werden gegevens ontvangen betreffende den stand der werklooshTeid op 1 Juni 1917. Uitgezonderd in den Diamantbewerkers-bond, waarin, vergeleken met de cijfers van de vorige maand, het aantal werkloozen met 547 daalde, bleef de werkloosheid in de andere organisaties vrijwel geiijk. Het aantal geheel werkloozen daalde van 10,005 op 1 Mei tôt 9,289 op 1 Juni; het aantal gedeeltelijke werkloozen van 4,236 op 3,554. Deze vermindering-in het aantal gedeeltelijke werkloozen korat hoofdzakelijk voor rekening van den Metaalbewerkersbond, Sigaren-makersbond en Textielarbeidersbond. Meer dafi 10 t. h.'geheel werkloozen hadden de volgende organisaties : Diamantbewerkers 38,3 t. h., Glas- en Aardewerkers 16,9 t, h., Havenarbeiders 47,8 t. h. en Zeelieden 28,71."h. Het volgende staatje geeft een overzicht van het ver-loop der werkloosheid in de verschillende bonden vanaf 1 September 1914 : Santalleden Aantal Aanial rmnoor tsgetens verkloozen gedaeitclijke verstrok t «trkloozen Op 1 Sept. 1914 87,078 19,387 11,843 >1 1 Jan. 191S ' 86,89g 15.961 6,794 » 1 April 1915 88,784 11,874 4^52 » 1 Juli 1915 91-791 10,538 2,781 » 1 Okt. 1915 94,182 9,891 2,419 » 1 Jan. îgib 99.320 8,857 1,196 » 1 April 1916 106,349 5,802 5^0 » t Juli îgtb 114,008 5>439 4fô » 1 Okt. igi6 121,658 '5.917 413 » 1 Jan. 1917 129,80g 8,042 2,og6 » t Maart igi7 136,093 11,607 4.229 » 1 April 1917 108,154 io,o8q 4,920 » t Mei 1917 139,417 10,005 4.236 » 1 Juni 1917 141,139 9,289 3,554 't Landbouwleven. Aniwooid aan len bsttsrik Onze artikel over de pauselijke vrede-nota: «Een slag in 't water», heeft onze vrienden van «Het Volk» niet bevallen, ter contrarie, hij is hun misvallen. Wij bekennen gereedelijk dat hij nu juist niet geschreven was om die charmante jongens plezier te doen. «Het Volk» beschuldigt ons van eene weergalooze pretentie aan den dag te leg-gen, omdat wdj vastg>eeteld hebben dat de paire voor het opmaken van zijn klare en practische vredepunten in ons programma geput heeft. Nu, dat kan van katholiek standpunt ge-zien onaangenaam zijn van te zien dat zeîfs de onfeilbare paus bij den duivel te rado meot gaant maar het belet toch niet^ dat het de waarheid is en de waarheid ver-kondigen kan nooit pretentieus ofte ver- ; waand zijn. Nu dat een internationaal scheidsge-recht, met eene bekrachtiging zijner uit-spraken, de vrijheid der zee en de terug-gave der bezette gebiedm tôt het socia- ' listische programma of tôt de socialistische regeeringsopvatting behooren, dat weet en erkent iedereen en aile discussie daar- j omtremt- is overbodig. Wij hebben het voorstellen dier pnnten 1 een slag in 't water genoemd. Wat is dan het socialistisch programma, vraagt «Het Volk». Wel gij onnoozele gans, wij hebben het XJ klaar en duidelijk gezegd. Ons programma is al wat schoon en goed, of klaar en pra-ctisch, zooals de paus Ben-odictus zelve zegt, maar onze partij is nog te regeeringizwak om het door te voe-ren. Dat is hecl jammer, maar 't is zoo, j daar heeft «Het Volk» aan medegeholpen en :t staat nu te gapen geiijk 'n uil op een kluit. De duitsche socialisten hebben in d€n ' Ilijksdag elke vredespoging begroet 00k deze van cJea paus waarvan zij goede ge- ' volgen verwachten. Wij sluiten ons rechtzinnig aan bij die ■ begroeting, maar wij hebben dezelfda hoopvolle verwachting niet em zulks tôt ons groot spijt. Mogen wij soms omtrent de uitslagen van eene poging, van opinie niet verschil- ! len met onze partijgenooten van hier of elders? Wij zijn nog goen dompers, verstaan hé, <: Volkje ? Ziedaar nu ailes wat er overschict vain 1 den verpletterenden slag die ons hoofd- t1 artikel gekregen heeft. F. H- VARIA het rs^©s?©iîT Op de laatste zitting der Academie van Wetenschapen te Parijs, heeft een gekend asfcronoom, de heer Desla-ndres, lid van het Instituut, opnieuw gesproken over de betrekking van oorzaak en gevolg die er kan bestaan tusschen de kanonnade en de rs-gen. Eenige weken geleden heeft dezelfde geleerde reeds de zelfde kwestie v66r hot Instituut opgeworx>en en heel een serie van feiten aangehaa-ld, veroorloovende er in bevestigenden zin op t© antwc-orden; se-dert is het offensief in Vlaanderen een nieuw voorbeeld komen geven ten gunste dezer hypothesis. Cisteren bood de heer Hugo Hildebrand-Ilildebrandsson, van de Universiteit van Upsala (Zweden) en buitenlandsch correspondent van het Instituut, der Academia een werk aan, welks gevolg,trekking der door den heer Deslandres aangenomen h;. -pothese gunstig is. Dit werk biedt een bij-zond&r belang door het feit, dat de heer, Ilildebrandsson een erkende bevoegdheid bezit in zake meteorologie. Over het geheel genomen, mag men dus denken, dat de voortgezette kanonnade in staat is regen te veroorzaken, wanneer de graad van voch-tigheid der ;imos£eer er zich toe leent, maar dat het kanon niet in staat is dezea zelfden graad van vocktigheid te verhoo-geo> Europeesche Oorlog lit Wsst-VHm 991» Frairijk Uit Duitsche bron. Westelijh oorlogsterrein GEOOT HOOEDKWARTIEE, 24 Oogst (Officieel) : Front van den kroonprins Rup. precht van Beieren: In Vlaanderen ver-flauwde de heflige a-rtilleriebedrijvigheid in de gevechtssektoren tusschen Langemarck en Hollebeke slechts voorloopig, hier en daar bereikte zij weerom de sterkte van trommelvuur, zonder dat tôt nu grootere aanvallen volgden. Alleen bij Westhoek voerden de Engelschen een gedeeltehjke aanval uit, die vruchteloos bleef. Heden in den vroegen morgen ontrukten wij den vij-and ten zuiden van de baan Ieperen- Mee-nen het hem hier in de laatste gevechten gewonnen terrein. Bij de vruchtelooze aanvallen op 22 Oogst verloren de Engelschen 21 pantserautos, die vernield voor ons front liggen. Een deel der in leven gebleven bo-manning werd gevangen genomen. Kana-deesche troepen poogden opnieuw in Lens en onze omringende stellingen te dringen. In hardnekkige gevechten van man tegen man hielden wij gansch de huidige linies. Ook aan de baan Arras-Douai mislukte een vij-andelijke aanval. Front van den duitschen kroonprins: Weerskanten van de Maas steeg de artille-riestrijd in het Bosch van Avocourt, op de hoogte 304, bij Beaumont en in het Fosses-bosch, tôt eenige uren in den dag opnieuw tôt betrekîelijke hevigheid. Tegen de hoogte 304, die wij in den nacht van 21 op 22 Oogst planmatig onder achterlating van eene zwakke bezetting geruiihd haddsn, voerden de Franschen eenen sterken aanval uit; zij werden door ons artilierievuur ontvangen. Ten noorden van Louvemont kwamen voorbereide vijandelijke aanvals-troepen in ons vernietigingsvuur niet uit hunne loopgraven. Oostclijk oorlogsterrein Front van den generaal-veldmaarschalk prins Leopold van Beieren: Aan de kust werd de Aa op eenige plaatsen door onze troepen bereikt. Aan het Dryswiaty-meer, bij Brody, aan den Sereth en Zbrucz flak-kerde de gevechtsbedrijvigheid tusschenpoo-zend op. Front van den generaal-overste aartsher-tog Jozef : Onze stellingen bij Soveja en aan het Susita-dal waren opnieuw het doel van vruchtelooze vijandelijke aanvallen. Front van den generaal-veldmaarschalk von Mackeaseai Ten westen vau Cprbul aaa 33e "aar* »- P2. 3 centiemen per nummer Zondaç? 2S iugusîus 1S17

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel Vooruit: socialistisch dagblad gehört zu der Kategorie Socialistische pers, veröffentlicht in Gent von 1884 bis 1978.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung

Ort

Zeiträume