Vooruit: socialistisch dagblad

1102 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1916, 04 Juni. Vooruit: socialistisch dagblad. Konsultiert 20 April 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/b853f4nd13/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

00 wuin>s^wMflcaMa 32° faar « N« 104 Pnis oer nommer : voor Belgio 3 eentiomen, <roor den vreemde 5 centiemen 1 eietoon e fîedaetie 247 » rèd{«is»sstra$i<3 2845 Zandaq 4 «SSJNi 1916 IOnjkater-U Jtgcef et®» r»^; Maatschappij fi ET LICHT .beatuurdcr» p. DE VISCH. Ledebefî-Oent . . REDACTIE . . ADM1NISTRAT1E [lOOGPOORT. 29, GENT VOORUIT Qrgaan der Beigisohe W&pkiïedmpapî^ \ — Vermhjjnmde aie dagen. ABGNNEMENTSPRIJ8 BELGEE Drie maenden. , . , , fr. 3.25 Zes cnaandcn • , « » « fr. 6.50 Een jaar. ...... fr. I2JQ Meo abonneert tiers op alie postburcdc» DEN VREEMDE DHe maanden (dagelijka vereendenj. . .... te. 6.B VEROESDENINQ betreifende het heffen van rechten voor de vèrieeniug van »n- en uitvoertoelatiiigen Artikel 1. — voor de verleening van in-en uitvoertoelatingen ('V erordening van 5 jlei 1916 betreffende den in- en uibvoer van mederen, Verordeningsbiad voor het Etap-Lgebied van het 4e ieger, bladzijde 243 tôt 255) door de Etappeu-lnspektion (Wirt-^haftsausschuss) moeten de volgende rechten betaald worden : n * 0,25 £r. voor goederen tôt 10 fr. waarde; 0 âô fr. voor goederen van meer dan 60 tôt Uj fr. waarde ; 1,00 fr. voor goederen van meer dan 75 tôt 100 fr. waarde. — 1 % voor goederen van meer dan 100 fr. waarde. Bij goederen van meer dan 100 fr. waarde Lordt elk begonnen honderd vol gerekend. V'oor de betaling van het recht wordt op het toelatingsbewijs een kwitantie gegeven. Art. 2. — Met de aanvraag tôt verkrijging der in- of uitvoertoelating moeten, voor Mover andere verordeningen niet verdere bewijien eischen, rekeningen of schriftelij-te bewijzen betreffende de waarde der te vervoeren goederen, voorzien van de hand-iteskeniug van den aanvrager, worden inge-diend. . Art. 3- — Deze verordemng slaat met op iendingen van Duitsche besturen._ Overiçens kan de Etappen-Inspektion van de betaling van het recht ontslaan of het rech verminderen. Art. 4. — Met ten hoogste twee jaar ge-vangenis en met ten hoogste 10,000 mark (in woorden: Tienduizend mark) geldboete of met eene dezer straffen wordt gestraft : 1) Wie goederen zonder voorafgaande betaling der bepaalde rechten in- of uitvoert; 6) wie in zijne aanvraag tôt verkrijging der toelating volgens Artikel 2 opeettelijk of uit grave nalatigheid onjuiste aangiften doet. E. H. 0., den 26 Mei 1916. Der Etappeninspekteur, von Unger, General der Kavallerie. ÏKADEBE INLICHTINGEN lot de bekendmaking betreffende betaling van opeisefcingsbewijzen (rekwisitiebons) ; S. li fea 'i T;-ror<!cEiiigsblâd v«or het Etappengehied van het 4e léger, bladzijde 246, X. 183> | De26 bskendmaking is alleen toepasselijk '«p opeischingsbewijzen voor verplegings- en yoedermiddelen van de jaren 1915 en 1916 en op bewijzen voor onderhoud, die na den 13 Januari 1916 uitgevaardigd geworden zijn eu door de « Zahlstelle fuer Eeitreibungen»-tetaald worden. ; Aile deze opeischingen moeten, zooals vroeger, door de gemeente aan de bevoegde SÉtappen-kommandantur worden ingediend. E. H. 0., den 27 Mei 1916. Der Etappeninspekteur, von Unger, General der Kavallerie. ISriioanurator l|f bij uwsn lies! 1Y De eerwaarde heer Coppens heeft voor-^aar veel koppenetten in zijnheihg hoofd. De Kerk wil de gelijkmaking niet van fclle standen, en hij legt dit uit op de volgende wijze : Zij weet dat- ongelijkheid blijven zal. Er zijn immers in de menschen van nature zeer groote en zeer talrijke ongelijkheden ; niet van allen zijn de gcesteï-gaven gelijk, niet de gezondheid, niet do bekwaamheid, niet d« krach-ten. en van de noodzakelijke ongelijk-heid hierin, is vanzelf een ongelijk lovcnslot het gevolg. Maar ongelijkheid ia geen strijd op leven ein dood — Arbeiâ en kapit.aal zijn geen onver-zoenlijk tegenover elkander staande kraohten. Eendra<;lit en liai'morâe zîjn doel en «et der natmu'. [ Dat de ongelijkheid zal blijven bestaan is in zooverre waar, dat de menschen nooit ecn nous xulîen hebben van gelijke groot-te. dat zij nooit dezelfde gestalte zullen tebberi en niet allen dezelfde geestesgaven «allen bezitten. 't Is ook die ongelijkheid fiet die wij bekampen. Wij verstaan door gelijkheid dat iedereen Secht op levsn en op welstand heeft van M zijne geboorfce tôt aan zijnen dood, toits hij zijne maatschappelijke plichten Vervult in de mate zijner krachten. Arbeid en Kapitaal staan niet onverzoen-"ik tegenover elkaar, zegt onze predikant. Dat zou wel waar wezen indien Arbeid Kapitaal vereenigd waren in dezelfde panden en aangewend werden voor hetzelf-"s doel, namelijk cm te voorzien in al de sociale behoeften der menschheid. I-hi zijn Kapitaal en Arbeid — helaas — Rescheiden ; het eerste is alleen in handen bezitters, dio het Kapitaal aanwenden den arbeid uit te buiten. De ware vijand is dus niet het kapitaal, Waar diegenen die het gestolen of afge-"oggeld hebben, namelijk de kapitalisten. • (je SÇt e# gg tegrjjjrti dTa»t M.. d« onder- Vrijdag 9 Juni, om 11 1/2 ure. PLECHTIGE OPENING de? TENTBONSTELUKG SJ MJVERffiO El KUWST j iegerichî lu lie! FEEBTPALEIS fan VOOEUIT, St-Fietersnieuwstraat @bbi 7 ar® "s avança, ©K@@T B&BISSSTFEE8T â® ssieie^srkSsig var« Hle|« A. O© ¥Ssj Eievr. Lm Baeptj i5.ll. E. E©8iVB*e, ûj Vëm ûm Bosscls© ies» « Haricionie Wcarassi ». pastoor, dat gij nog enorra veel moet leeren alvorens als sociaia schoolineester op te treden. De slotfrase van het hierbovenstaande uittrekscl uit uwe redevoering, bewijst het nog beter. Gij zègt : Eendracht en harmonie zijn doel en wet der natuur. Die woorden hebben noeh kop noch staart en zij zijn vollcomen valsch. Gansch het doel der beschaving bestaat veeleer in een strijd tegen de talrijke ge-breken van de natuur zelve. Laat ons ne keer die eendracht en harmonie als doel en wet der natuur van dich-terbij beschouwen. Leve'n de kat en de muis in eendracht en harmonie 1 En de fox-terrier met de ratj En de wolf met het schaap? Die voorbeelden kunnen- verhonderdvou-digd worden. Maar het betreft maar dieren ! Willen wij planten nemenî Welnu is er eendracht en harmonie mo-gelijk tusschen laattijdigen vorst en de jeugdige knoopen van planten of fruit-boomen ? Is er eendracht tusschen de ailes vernie-lende insecten en de fruit- of groenten-kweek ? Gij zijt, M. Coppens, niet tevreden met de planten, noch met/de dieren? Goed zoo, wij zullen dan de menschen ne.-men.Is er eendracht en harmonie tusschen den paraplu van den mensch en den regen der natuur? Is er eendracht en harmonie, eerwaarde babbelaar, tusschen uwen dikken pastoor-paletot die ge 's winters aantrekt en tusschen de groote koude die in dien tijd van 't jaar beerscht? Wij willen u niet langer op d« pijnbank houden. Beken maar ronduit dat de donderspil, die menschenwerk is en den bliksem die een natuurverschijnsel is, weinig eendrachtig en harmonieus zijn. En had gij u de moeite gedaan een zeo-visscher te ondervragen, over de eendracht en de harmonie in de natuur als de storm wo-edt op 't water, hij zou er u ailes van verteld hebben van dit schoon doel en die wet der natuur. Helaas, gij komt voor de pinne met vol-zinnen uit een leesboekje der katholieke scholen, en de dutsen die naar u Iuisteren hebben het ook zoo geleerd. & # & M. Coppens beweert dat de kerk veel kan doen voor de oplossing der sociale kwestie, iets wat wij bij ondervinding en gesteund door de dagelijksche feiten, gemakkelijk kunnen betwisten en triomfantelijk weer-leggen.De kerk was ten allen tijde de dienst-maagd der grooten en niet hunne meeste-res, en zoo is het gebleven tôt op dezen dag. ' ^ Maar wij stappen daarover, omdat het oordeel over de roi der kerk algemeen ge-veld is, en niet ten haren gunste, door d« strijdende werkende klasse. Overigens, M. Coppens, bekent dat ook de middelen noodig zijn, welke liggen in de macht der menschen. 't Is een begin van verstand. M. Coppens zegde: En vooreerst : welke is hier de taak van den Staat? 1° Door het totaal van zijne wetten en instellingen moet de Staat zorgen voor de algemeene welvaart. Dit doen-de bekartigt hij vanzelf ook de belan-gen der werklieden. De arbeider is voor do overheid geea mindere dan do pa-troon. llij heeft het zelfiîe volîe onbo-twistbaro recht op beschcriniiig. Zijno beteekenis in den Staat H onloochen-baar want zijn arbeid is de groote le-vende kracht die den Staat bloeien doet. Wij kritikeeren niet om te kritikeeren en wij willen gereedelijk bekennen dat er hier veel waarheid in steekt. Het zijn goede woorden, waar de daden ongelukkiglijk weinig in overeenkomst mede zijn. De Staat moet de werklieden beschermen, maar hij doet het niet of slechts in eene mate die onbeduidend en dus onvoldoende is. En de tegenwoordige Staat kan niet an-ders, omdat hij een kapitalisten staat is en elke doortastende hervorrningswet, indien hij ze aandierf, hem kwalijk zou worden JSKSSWJR «si sa» Neen, M. Coppens, als de Staat doel-treîfend wil optreden als beschermer en hervormer, als hij den Arbeid wil erkennen als de groote levende kracht die hem bloeien doet, dan moet hij veranderen ,van Kapit&listçnstaat in Yoiksstaat. Dut gaat niet zonder de verovering der politieko macht door de demokratie, en daarvoor zijn het Zuiver Algemeen Stem-recht^met référendum en volksinitiatief on-misbaar."Welnu juist die grondhervorming wilt gij niet, want gij rept er gecn woord over. Gij laat ons dus de gelegpnheid uw goede trouw in twijfel te trekké'n. Gij weet nochtans wel dat het A. S. België niet zal omkeeren noch in een dag, noch in een jaar, zoomin als dat in andere landen gebeurd is. En gij weet, zoo goed als iemand, dat gij vertrouwen mocht stellen in het socialisme als factor der regeering, zelfs als volledig goevernement. Dat heeft Yooruit bewezen en dat heeft uwe eigen regeering bekend door gezel Emiel Yandervelde, in een oogenblik van gevaar, tôt Staatsminister te benoemen. (Slot volgt.) F. H. WAT DAN ? Weli-icht heeft de arbeii4enut- klaîfr.e nog r.oolt zulk een nood gekend als degene die haar tegen-woordig ten deel valt. Door het totaal gebrek aan werk — inkomsten dus — door den BCliandelijken woekerhandel in levensmiddolen en andere onmis-bare benoodigheden, bevindt zij zieh in een buiten-gewoon armoedigen toestand, toestand die voor menig arbeider te drukkend is om nog te verduren. Dit bewijzen de talrijke overlijdens van menschen die door gebrek een ziekte opliepen. Aldus kan het ons niet verwonderen die lieden die vrooger met hard werken, een tamelijk goed bestaan hadden verworven, en zieh nu van de hulp der komi-teiten en de aalmoezen van het -treldadigheidsbureel moeten trachten in 't leven te blijven, verbitterd zijn over de voorwaarden >vaarin zij nu hoeven te leven. En in hun gercoed wortelt zieh een haat tegen degene dio er toe aanleiding gaf. Die haat is verstaanbaar. Maar in den overspannen geest Tan sommigen wordt er niet nauwkeurig beredeneerd aan wie of wat de tegenwoordige toestanden te Wijten zijn, en wordt dien haat weleens aan eon verkeerd adres ge-richt.Dit zou moeten voorkonien worden. Want het is enkel maar, wanneer m«n de juiste, de eigenlijke drijfreer des oorlogs kent, dat men hem met goed gevolg zal kunnen bestrijden. De tegenwoordige oorlog is niet tôt stand gôbracht door den wil van één persoon, maar is het prody,ht van de elkander in de hanti werkende omsiandig-heden die steunen op en voortvloeien uit de maatschappelijke icanverhoudingen. Immers, wanneer wij in het m&atschappelijk organisme terug blikken,dan zien wij welke enorme ver-anderingen er op aile gebied zijn aangebracht en "welks wanordelijke tospassing de maatschappij langzamerhand het evenwicht liosft doen verliezen. De oorlog met zijn aleep van ellende is geen geesel die ons van een hooger wez.en wordt toegezonden; hij ontstaat uit do ongeregeide massa produktie die telkens nieuwe afzetgebieden eiseht om de produk-tieve krachten ten vollo te kunnen ontvouwen en brandkassen te vulleti. « * o Dat de arbeidende klasse geen wrok koester» tegen vreemde volken. maar van de waarheid door-drongen worde, dat al hetgeen gebeurd is en nog gebeùrt, het uitvloeisel is onzer verrotte sanien-leving.Dat zij, die ge3neuvelden hebben te betreuren geen haat in zieh dragen tegen de overlevendon der andere zijde, maar steeds gedenken dat ook die lieden hunne door de bourgeoisie zoo hoog geroem-de vaderlandsche plichten vervullenl Arbeider s. op voor vredeiieveride denkbeeldenl Op voor de internationale solidariteit der voerkersl Laat u niet'bepraten door do bourgeoisie, die er op uit is om in al de landen onder do arlfeiden eenen wederzijdschen haat te doen ontkiemen met het doel uwe macht te kunnen fnuiken, terwijl zij zelf de eer-' ste gelegenheid die zieh voordoet zullen aangrijpen omin de vreemde, nu krijgsvoerende landen, hunne handelsbetrekkingen een vasteren vorm te geven en uit te breiden. Laten wij ons niet door onrecht en ellende beheer-schen, maar beredeneoren wij kalm den toestand en dan zullen wij tôt slotsom komen dat oorlog, onrecht, armoede en alie plagen liggen opgosloten in het KAPiTALISME. Gaat, strijdt tegen het kapitalisme, tegon de in-standhouders or van, An bourgeoisie, en ge zult strij- den tegen oorlog en gebrek. 9 » * Reeds over tientallen van jaren werd ge door onze voorkampers over de maatschappelijke warboel in-gelicht.Zij zagen al deze rampen te gemoet, waarechuwde de werkende klasse en duidden de middelen aan. om dio onheilen te ontkomcn : Met kloeke hand het rotte uit de samenleving te verwijderen. Maar men verstond hen niet. Do heei'schende klasse mocht en kon hen niet begrijpen, want dan zouden er voor die laatste geen grove winsten meer te maken zlja. In den strijd tegen militarisme stonden in aile landen onze voorkampers, de sociaal-demokraten, alleen. In den strijd tegen die geheima diplomati-sclie kuiperijen eveneer.s. Elk voorstel tôt verbetering van het maatschappe-lijk stelsel werd met spot begroet. In de scholen werden de knapen regelmatig eene zekere dosis chauvinisme ingepompd ; daar leert men die jonge wezens reeds haten al wat niet natio-naal is. In plaats van voor eene goede vsrstandhouding te zorgen tusschen de wereldburgers, strooit men in die jonge geesten het zaad voor volkerenhaat. Enkel de sociaal-democratie protesteerdo daartegen, maar vruchteloos. Het kapitalisme mocht niet vallon, en dit vreesdo de bourgeoisie wanneer zij geen slaafsche, onder-worpen, lijdzaam in hun eliendë verkeerende massa had. Wil men in 't vervolg van dergelijke moordpar-tijen bevrijd blljve, dat men dan ten strijde trekt tegen God Kapitaal. Dat men het nieuwe geslacht opvoede in den geest van recht en billijkhoid ; leert het onrecht veraf-schuwen; en maakt het van de rechten en plichten als mensch bewust. Arbeider?, doet niot mede aan ophemeling van groote veldslagen, waar duizenden menschen sneu-velen, voor meerdere eer en glorie cens lands! — maar leert uwe khideren die barbaarsche handehvij-ze verachten. Leert hen, dat de arboiders over de grenzen niet onze vijanden zijn, maar onze lotgenooten en vrien-den, die zieh onder denzelfden druk bevinden, het-zelldo te lijden te hebben onder de uitbuitwg des kapitaals. De gemeensehappelijke vijanden der arbeidende kiasse moeten niet op vreemden bodem gezocht w or-Jctt? ii) jojh /ors..hansfc in de Nationale vesting die men hier PARLEMENT noemt 1 En op die vesting de roode vaan te doen u>appe-ren, dat moet nu meer dan ooit ons streven zijn, om van daaruit de VRIJHEID, GELIJKHEID en BROEDERLIJKHEID te doen zegevieren ! KAREL GIRARDIN. Berchom, Mei 1910. Rond den VriaiisSsclii^|jp®lijSse sf^ijîi In de « Daily Telegraph » beschrijft Philip Gi'obs . den vricndschappelijken strijd tusschen de Franschcn en de verschiliende Engelsche troepen in Frankrijk. Het volgende is het verhaai van een wedstrijd in het ombskken van boomen ; « De Australie keken toe terwijl de boom werd geveld en vervolgens daagde een van hen den grootsten en breedst gebouwden Franschman uit. » Ik deuk, dat ik u kloppen kan, oude jongen. » De «poilu» lochte, begreep zooal niet de woorden, dan toch de gebaren van den langen gebruinden jongen met den slappen hoed. Kij lachte vol zelfvertrouwen, want hij had een reputatie in het vellen van boomen, die zijn kameraden hem niet betwistten, « Essayez donc, mon vieux! Il faut couper trois, vous savez. » Beiden moesten drie boomen omhakken en wie het eerst klaar was, had gewonnen. De Australiêr deed zijn unilormjas uit, roide zijn hemdsmouwen op, zoodat de spieren van zijn krachtige bruine armen te zien kwa-men, die den Franschcn soldaten een gefiuit van be-wondering ontlokten, Hij hakte met zekere, krachtige slagen en zoo behendig, dat de Franschc kampioen bezorgd toekeek. « Sacré nom d'une pipe! die jongen is verschrikke-lijk » Maar een van de boomen vie! dwars over een enderen heen, wat den Franschen een kreet van genoe-gen ontlokte. Dat mocht niet. De boomen mochten niet over elkander vallen. Nu zou de Franschman laten zien hoe h'ij de bijl kon hanteeren. « Regardez! U est fort, le bonhomme, là! » De Fransche reus, want hij was een forsche kerel, met een nek en schouders als van een Romeinschea gladiator, zwaaide zijn bijl met den langen steel zoo, dat het leek ot een bliksemstraal in het bosch sloeg. En hij won met een.voorsprong van vier minutea. Spoedig bereikte het verslag van den wedstrijd de Canadeezcn, die ook wat van boomen vellen weten en de Australiërs, — er bestaat tusschen hen «ltijd cen geest van vriendschappelijke concurrentie — uitdaag-den. Het doet iemand goed, zoo een kleine vriendelijke strijd in de bosscheri, achter de gevechtslinie, waar het cpel minder amusant is. De Australiërs en Nieuw-Zeelanders zijn zeer gezien bij de bewoners van de dorpen in den omtrek en de boerinnetjes bewonderen hunne hoeden met den aan eene zijde opgesla«en rar.d, die ze veel mooier vinden dan hun eigen hootddeksels, welke zij met weerzin op-zetten.Het is een prettig gezicht, die lange, krachtige, ge-bruinde jongens met hun vriendelijke oogen hand in hand te zien loopen met de kieine Fransche jongens en meisjes in de dorpen, waar zij achter de gevechtslinies ingekwartierd zijn. Er ziin ook Maoris bij, die de vel-den en boerderijen van Frankrijk met verbaasde oogen bekijken, omdat die hun het gevoel geven, dat zij weer thuis zijn en dat ailes lijkt op Nieuw-Zeeland, dat zoo ver weg is. De Anzacs vormen een nieuw type in dien optocht van krachtige jonge mannen, die langs deze ooriogswegen trekt. Een jaar lang heb ik ze au al zien voorttrekken, altijd voorttrekkea, zoodat het mij lijkt, alsof aile mannen uit het Engelsche rijk zijn voortgt-trokken over die lange witte wegen van Frankrijk, naar de sombere velden waar de loojpgravon zyn, » OoFÎopiMaliifeoliBlp in ïrosEero iiid» De verrassenda vooruitgang ,van onze) krijgsheelkunde en de huoge stand der techniek, die in het vervaardigen van nieuwe kunstmatige ledëmaten ©chte wondoron verricht,maakt voor onze ooriogsiavalieden' thans de uitoefening mogelijk vian zoo veler-lei werkzaamheid die vroeger ondenkbaar zou geweest zijn. Daarom moesten verleden tijden, die niet zooals wij in staat waren voor de oorlogsinvaJieden nietiwe werkg»> bieden te openen, sich in hun hulpverle»* ring lioofdzakelijk beperiken tôt het verlee-nen van voldoende onderstenning en do opw richting van verzorgingsgestichten. In hoe omvangrijke mate dat ook toen-ma-als dikwijls gebeurae en welke voorkeur de oud-gedienden genoten,schildert pastoor Martin Ulbrich in het « Visrte<ljahrschriffc fiir Innero Mission ». Hoe hooger de be-Echaving van een land, hoe meer men dei oorlogsverminkten ter hulp kwam. Do Grieksohe Staten maakten zieh in dit oç-zicht zeer verdïenstelijK:, vooral Athene. Dit gaf de invalieden ©en verzekerd verblijf in de Prytaneën. iiet volk had de gewoonto deze mannen op straat te groeten en schonfcl hun in het theater de beste plaatsen. Ook! hun kinderen werden door den Staat ondor^ steund. Tôt den krijgsdienst geschikte zo-, nen kregen een soldatenuitruSing en kon* den officier worden. , In denzelfden zin zorgde Alexander de1 Groote voor de oud-gedienden. Hij betaalde: hun rijkelijk bij hun naar huiszending: s.oo gaf hij na den Indischen veldtocht aan elk van de 12.000 man een gansch talent, d. i.,' ongeveer 6000 frank, — voor1 dien tijd een niet onaanzienlijk vermogen, waarmee men een gezirt onderhouden kon. Bij de Romeinen werden de invalieden of* wel met een géldsom betaald ofwel in de zgn. soldafcenkoloniën gehuisvest. Op deza wijze ontstonden er dorpen en steden, welke dikwijls tôt hoogen bloei geraakten. Her-haaldelijk werd deze praktische inrichting later nagevolgd. Zoo trok Keizer Ferdinand I ten Noorden van de Sau en de Do-< nswi de militeîre --rpris <l'e oen Viorptwe«-tegen de Turken uitsnaakto. Loopold 1 maakte alzoo ook de Slavonische grens, dis later aan Hongarië kwam. In het Oost-Ilomeinsche Rijk richtte Kon-stantijn de Groote te Konstantinopel het eerste invalieaengesticht op, dat Alexis Commenus op het einde van de lie eeuw tôt1 een bijzondere stadswijk uitbreidde, waar-in slechts verminkte of anderzins in den oorlog getroffen soldaten mochten wonen. In de middeleeuwen met hun leenstels&I geschiedde weinig in dit opzicht. .Vroegero soldaten werden wel in kloosters opgeno-, men als leekebroeders of oppassers ; doch eerst met de opkomst der steden ontstonden er verplegingsgestichten en gasthujz.en, •waarin oorlogsverminkten een toevluchts-oord Vonden. De Duitsche ridderorde richt-te voor haar gcwonde soldaten op de Maria-burcht een groot verplegingsgesticht op. In Frankrijk verleende men aan de invn-liede soldaten me estai halve soldij. In 1871', stichtte Lodewijk XIV het invaliedenhotei te Farijs als middelpunt van de inyalieden-i hulp. Ook de kloosters deden g6e3 werk. In! Engeland bouwde Karl II voor de territoriale troepen een invaliedentehuis te Chel-sea, Wilheim III eveneens voor de .narine te Greenwich. Het meest maatachappeliik inzioht op dit gebied legden de Hollanders aan den dag, die het eerst een trapsgewijze bezoldiging toekenden volgens den aard van de verwon-ding: bij verlies van den rechterarm 450 ta-lers, van den iinkerarm 350, bij blindheict 1500 talers enz. In den 30-jarigen oorlog was er natuurlijik van eenige hulpverleening geen sprake. De Groote Keurvorst was de eerste, die opnieuw voor zijn soldaten welke onge-j Bchikt voor den dienst werden, zorgde; hij; voerde een krijgsvergoeding voor hen in en! schonk aan hen die nog konden werken, ge--legenheid tôt huisvesting. Daardoor voerde, liij aan weinig bevolkte streken veelal een' welkome nieuwe bevolking toe. Buitendien, richtte- hij invaliedenkompagniën op te S pan dan en Johannisburg en een PaleisJ wacht die alleen uit oorlogsverminkten be-stond. Frederik de Eerste regelde het vraag-stuk der oorlogsvergoedingen, waarbij ook de weduwen in aanmerking kwamen. Bui-tendien gaf hij den stoot tôt het groola Pruisische invaliedentehuis. Frederik Wilheim I breidde deze inrichting uit, door aan de invaliedenkas vele gelden beschikbaar te stellen, en ook de invaliede soldaten als be-arnbten bij de policie, het belastings- en het stadsbestuur te doen benoemen. Hem is ook het ontstaan van het militaire weezenhuis in Postdam te danken; bij zijn dood huis-vestte het reeds 1400 jongens en 150 meisjes ; aan de soldatenvrouwen en weduwen ver-schafte hij winstgevend werk uit de krijgs-werkplaatsen. De bouw van het iavalieden-gesticht werd daarn» door Frederik de Groote voltrokken. Hoe zeer hem de zorg voor de oorlogsverminkten ter harte ging,' bewijst zijn testament, waarin hij voor dez» taak een bijzonder beroep deed op zijn op-volger. Deze regelde de pensioenen voor officieren en manschappen. In een verorde-ning van 1 Februari 17S7 wordt ge<zegd : « Elkeen die in den dienst van zijn konink-lijke majestait invalied wordt, moet een le-

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel Vooruit: socialistisch dagblad gehört zu der Kategorie Socialistische pers, veröffentlicht in Gent von 1884 bis 1978.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung

Ort

Zeiträume