Vooruit: socialistisch dagblad

1139 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1916, 07 Februar. Vooruit: socialistisch dagblad. Konsultiert 20 April 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/q52f76828g/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Prijs par manmw : voor Balgië 3 eantiemen, voor dea Vreemdeg sentiemen Yofôfoosi g Kedsotia 247 ■ Ad^i»Istpatio 2845 s.'ii^^tmvs^vfcsàsema^ssi&imBxiimsmmsssmssiaSt m®zmûau 7 FUMWmt 1 91 55 MBig3agaisa3m^BSgm»a^^%'^^ DijM«lWi«ir»i" un Mflfltichippij HET LÎCIIÎ .fcestuarder* f, DE VïSCrf. l**Sc6*r*Sï«l «» ,. REDACTIE .. ADMiNISTRATIB IÎOOGPOORT. 29. OENT VOORUIT AQOfiNEMENTSPRSjS BELGÎE Of?c Btssndta, . . , , f?. xl9 Zm (î?as»d«» « , , . . fr. 6.30 Scnjaar. -. . tr. 12.50 Keo atenssecrî si eh ep eite pas&ttreeta» DSF9 VJtéEM»i DH« BiuuKSefi !4:'.g8:fjk# wre(Hitf9i?K Ih Orgmn der Belgisohe WeM'edenparhJ. — ¥@r$ohgmtsde aie daœn. Laat ons het kaf uit hel feoron scheiden I Het is geweten dat veel fabrikanten ,n andere rijke menschen in de zen droe-]en tijds iets, en sommigen veel gedaan îebben, om de heerschende ellendc te enigen. Die daad wordt wel cens besproken, lediscuteerd en men geraakt daarom-rent zelden t' akkoord. De eenen zeggen : * Bah de rijke men-ichen doen maar wat zij moeten doen, 't Isnog geen speld van hunne mouw », de mderen : « zij géven maar terug wat zij jestolen hebben van de werkmenschen » m. Zelden treft men iemand aan die den ;oon verzacht en die de daden der rijke menschen die helpen prijst en naar ifaarde schat. De groote tcgenwerping is, dat de perkende klasse geen erkentelijkheid rerschuldigd is aan de kapitalistische liasse. Theoretisch en over geheel de wereld ;ezien is dat waar, praktisch en over een îeperkte plaats gezien is dat minder raar, ja zelfs totaal vais ch. En laat ons vooreerst eene çewichtige aststelling doen : er zijn rijke men-ichen die helpen en daardoor toonen lart en gevoel te bezitten, daar zijn er inderen die « beurzeken toe zijn » en net wier hart men de straten kan kal-■tiden.■ Dit leert ons onmiddeîlijk en met be-Kijien, dat er in de zaak die ons bezig-Houdt onder3cheid kan en dient ge-Bçaakt te worden tusschen de kapitalis- al vormen zij eene enkele klasse. ■ Orerigens, is dat soo niet voor onze ■i'œ klasse? ■ Je werklieden zijn toch ook geen torbwH&ï van brcederliefde, sclidari-«, strijdgeest .en rechtvaardigheids-b.En wij weten geheel goed onderscheid : maken tusschen hen die hunne arme lasse \erraden, belasteren en bevuilen, ïsschen de spioenen, de mouchards en c overdragers op werkhuizen en fabrie-;en en tusschen de eerlijke strijdbroe-ers die ailes veil hebben voor de red-ing, de vrijmaking hunner klasse. Dus zonder ons socialistisch klassen-tandpunt te verlaten mogen v/ij ook < at onderscheid maken tusschen de rijke 1 lenschèn, en erkentelijk zijn aan deze ie toonen beter en rechtvaardiger te < ijn dan diègenen die niets doen. : $ 3&s is. Wat verstaan wij eigenlijk door er- 1 Ientelijkheid of anders gezegd door « ankbaarheid ? 1 Beteekent zulks dat de werklieden ch plat op den buik moeten leggen of 1 in minsten een knieval doen, zeggende : Oh, madame of mijnheer, wat zijt gii oed en braaf. Uwe naam zij gebene- : ijd tôt in der eeuwigheid ?, » Volstrekt niet! i Die erkentelijkheid beteekent dat wij i tder ons en in 't openbaar zelfs M. X... 1 *7 \irrw-».y/-î T7or» rlarilr £*n 3 lof durven toezwaaien, alware het maa om hen aan te moedigen op den inge slagen weg te voiharden en hen te on derscheiden van de ikzuchtigen die nie mendalle doen. En in den grond, de werklieden zijr dan klaar voor elke goede daad. In onzen levensloop hebben wij onze eigene socialistische kamaraden gehee dikwijls onderscheid hooren maken tusschen bazen en patroons, tôt zelfs tusschen employés en meestergasten. Hoe dikwijls hebben wij niet hoorer zeggen vsùi wevers of spinners : « da1 was een goed fabriek als mijnheer X... aan 't hoofd stond! Daar was nog een broodje te winnen ! a En in dien toon zelve Iag er eene op-welling van erkentelijkheid en dank. Gelijk het met die twee stielen ging. zoo ging het ook met aile andere stielen.De goede patroons worden doorgaana door de massa der werklieden hoogei geschat dan de hartelooze ikzuchtig-aards, mannen zonder hart of gevoel. Een patroon heeft een goede tarief, hij wordt tôt voorbeeld gesteîd aan an-deren.Een patroon geeft cngevraagd een Ioonopsiag, men zal hem eere en lof spreken en hem geheel zeker dankbaar zijn, altijd om dezelfde reden : hij is beter en verheven boven anderen. Daar zijn andere bewijzen dat het volk dankbaar is, voor een dienst, een plezier hem door een rijken mensch be-wezen.Men vraagt hem om werk voor een zoon, eene dochter of een echtgenoot en docr zijnen invloed helpt hij U om zulks te bek-pmen. Wie zal er nalaten hem te gaan be-danken? Niemand! Niemand! En daarin steekt er niet al-leen dankbaarheid, maar het is een doodeenvoudige beleefdheid op den hoop toe. De menschen zeggen geheel terecht : 't is toch 'ne becL.-kt hem waard. Wat zcu mc.i wel denken van eene fa-rnilie, waar van een der led'en in 't wa-.er sukkelt en op 't punt is van te ver-irinken als hij gered wordt door een sapitalist, en als die famiîie dan zou ceggen : « wij zijn die.n uitbuiter geen iankbaarhcid verschuldigd, hij heeft naar zijn pîicht gedaan? » ledereen zou dat afkeuren en zeggen: t die familie met haren drenkeling, is ;en troep met botterikken en lompe de gel 3. » Voorbeeld'èn in dien aard zouden wij cunnen vermenigvuldigen, maar elkeen :al begrepen hebben. Men kan zeggen, zulke dingen vallen :elden voor. Aangenomen, maar zij vallen voor en s het maar zelden, weinu dan is men naar zelden dankbaarheid verschuldigd. let beginsel blijft onaangetast. F.fn fra.n?;rhp. sehriiver heeft rpypar] : La politesse est à l'esprit, " Ce que la grâce est au visage. » of De beleefdheid is voor deu geest Hetgeen de bevalligheid voor het [gelaat is. Welnu die juiste spreuk wordt dubbel r waar, als de beleefdheid meteenen het karakter draagt der dankbaarheid. Beleefdheid en dankbaarheid verne-deren niet, zij verheffenen, zij verede-len.1 't Is hetgeen wij ook voor onze klasse willen. F. H. EENE VASTSTSTELLING Er doet zich een vci'schijnsel voor io des.en tijd dat verdient aangostipt te worden. Nooit kon'digde het Staatsîjlad meer stioh-tingcn a£ van cooper&tieven als tsgen-woordig'.Zoo vonden wij in één enkel munmer ran den Moaitear de oprichting van de voîgendo samenwerkende maatschappijen : 1. Association générale, dca Commerçants de Liège (Luik); 2. Société Carolégienne de prête foncieu de Charleroi; 3. Eeno dergélijke coopesratieve werd ook te Gent gesticlit ; 4. Société pour favoriser 1e travail pendant la guorra à Ixeïlsa. Wij zijn er verre af, deze vooruitganç der cooperatieva gedachten die zich in feiten omzetten af te keuren, Wel integendeel, daar wij de oooperatie een hoogeren en bateren vorm vr - voort-brengst en hancfel vinden, dan de naamlooz-a maatschaîjpij of de stilla venoot-schappon, gezegd en commandite. Maar wij doen enkel deze vaststelling dat de bourgeoisie haren toeviuelit neeœt tôt de cooperatieven, als zij er belàng bij heeft, ter-wijl zij zooveel wist te kritifceeren als de werklieden daarboe hunnan toevlucht na-men. Ziedaar eJles voor den oogenblik. F. ïï. De kleinzoon van Bebel Werner Bi^ion, het eenige kleinkind van Angust Bebel, is gestorven. De «Wiener Arbeiterzig. » schrijft: Werner Simon, die evenals zijn groot-vader op 22 ï'ebruari geboren was, groeide te Zurich op, waar zijn vador, dr. Ferdinand Simon, praetisecrend dokter was. Hij was net esniga kleinkind yan Bebel, voor wien de jongen de vrcugde van zijn ouder-dora was. Urenlang hield hij zich met het kind be-zig, als hij in Zurich vertoefde en hij decd er lange wandelingen rnee. Twee jaar ge-leden werd Werner stùdent te' Zurich. Hij ■svilde evenals zijn vader dokt-er worcîen. Toen het Zwitsersche loger gemobiliseerd werd, werd hij hospiraaîsoldaat. Na eenige ma-anden werd hij ziek tengcvolge van ds inspanning en hij is niet meer gezond ge-worden. Hij leed aan hart en longen. Hij werd uit den dienst ontslagen en rnoe-st naar een sanatorium in Davos. Later ging hij, ondanks de waarschuwingen van de dokters, weer naar Jena, om daar zijn© stndie voort te zetten. Dat was in October 1915. De begaafde jonge man is daar gestor- VPT) Diep fcrsgiseh is het lot van zijne moeder, die het eenige kind van Bebel was. In den loop van eenige jaren heeft zij al haar ver-wanten verloren, aan wio zij met groote liefde hing. November 1910 stierf Lare œoeder, die zij U het laatste toe bad ver-pieegd. Zij was dit verlies nog niet te boven, toen haar een nieuwe ontzettende alag trof : haar man, dr. Simon, word in December 1911 bij bactariologische proef-nemingen door een geïnfecteerde muis ge-beten en stierf twee weken later in het be-wnstziju dat hij niet te redden was. In Augustus 1913 reisde zij met haar vader naar Bad Passug in Graubunden, waar zij August Bebel den 13 Augustus, toen zij hem v/ilde wekken, dood in bed vond. Aî haar zerg en liefde wijdde zij nu aan het eenige wat haar overgebleven was, haar zoon Werner. Nu is ook deze gestorven. Wetenschappelijke sprokkelingen (Fragment uit een onuitgegeven) handschrift.) Er is geen volmaakter school dan do na-tuur, hare lessen zijn eenvoudig en ver-tuigend, daarom zuilen wij nogm&als bij haar te les g»an. Doch thans zuîlen wij bij onze aarde blijven, want die zangster zingt ook vêle leerzame liederen. Al ds wetten di? wij tôt hiortoe îc-erden kennen, zuilen wij ook bij haa-r aantref-fen, doch thans wil ik er eenige s„ideren doen kennen. Denkt niet dat die da eigen-dom van onze aarde alleen zijn, want, dan zoudt ge u vergissen, want, ook zij zijn in het verst verwijderd plaatsje van het heel-al werkzaarm. Als ik in hetgeen voorafging daar niet over gesproken heb, dan was dit met opzet, om u de zaak niet moeilijker te maken dan ze reeds is. Ik meen u gezegd te hebben, dat de aarde die /Wij bewonen, evenals da sterren die wij aan den hemelt-rans zien schitteren, een heinellichaam îb, en eli dazer een magneetbol is. Dit is werkeiijk zoo. Cooù ik geloof niet, dat ik u al gezegd hob, dat elk van deze in grootte verschilt, en dat naar de kleinbeid of de groot-heid van elk die- hemellichamen zij eene kleinere of grootere aantrekkingskracht bezitten. Dit is ook zoo, om u dit beter t® doen vor-staaa zal ik eene gelijkenis aanhalen. Ah ge al le an vijftig kilo naar u toe iracïit te Halen, dan zal dit wel gaan, dooh, niet zonder moeite. Zijt g» echter met twee dan zult gs dit veel gemakkelij-ker kunnen. En zijt ge met u driëen dan 1 zijn vijftig kilo maar een kinderspcl. Twee bezitten dus eene grootere kracht dan één, en d e bezitten dus eene grootere kracht dan twee, en zoo tôt in het o:i-eindige voort. Dus d-s kleinere en grootere aantrekkingskracht liangt af van do hoev.eelheid der stofdeeltjes war.ruit elk hemellichaam bestaat, en geen van hen allen heeft in liet huishouden der sterren iet.c meer in de pap te brokken dan dat-gene waarop de hocveelkeid harer kracht haar aanspraak geeft, zoo verre als de kracht van elk hunner Kaat sooverre is het gebied van elk hemellichaam; juist zooveel als elk van hen noodig heeft juist zooveel weet, elk vsn hen te nemen, niets meer of niets minder. Minder willen zij niet, mesr vragen zij niet, en zij vragen nipts meer, om-dat do kraeht van elk hunner bekomen keeît, wat zij vroeg. Dit is ook met den mensch. deze ook vranef, en I neemt zoolang hij honger gevoelt, doch, is zijn lichaam gevoed, dan schuift hij het overige van zich af. Want teveel gebrui-ken is even nadeelig als te weinig gebrui-ken. ! De wetten die wij daaruit leeren kennea zijn : de evenredigheidswet, de verzadi-i gingswet, en de matigheidswet. Gebeuri dit onder de menschen ook zoo? Welnu onze aarde is een van de klsin-i' ste dier hemellichamen en is hierdoor aan de hier vernoemde wetten onderworpen Nog meer andere voorbeelden zwllon dio bevestigen, en zuilen er ons nog andere doen kennen. Zoo weten ws, door waarnemingen, dat o'-ijze aarde in de ruimta om de zon heen-vltegt, met eene snelheid van aegen-en-twintig mijlen. in de sekonde, en rond de zon een eivormigen kring be«ebrij£t, en daartoe een voile jaar noodig heeft. Dit) heeft voor gevolg, dat zij in den winter met haren zuidpcol boven da zon sfautâ, die dan door haar wordt beschanei?,, terwijl zij in den zomer met haren noord pool onder de zon sfcaat, die dan ev»»-eons door haar woi-dt verwarmd; terwijl als zij rechts en links van d-3 «m koffiè 6e et a an. haren erenaar irordt baachcoftiï. Op een jaar tijd onfcvaugt du» elk pl&atsje op de aarde, warmte en licht. Op tjjd en stond krijgt dus elk oppervlaJodteeltjo coo< veel als het bshoeft. Gebourfc dit ond«r on« menschen ook zoo! Zoo weten we, door waarnemingen, &uh buiten die bewegingen, de aarde <:k om| zich-zelf heenwentelt, op ?:u!ke wijze, ala, een kompas dit, doet, en dat zij op vier-en-twintdg uren tijds zich gansch rond heeft gedraaid, waardoor aî de landan, en en woestijnen die op dezelfde lijn liggon,i op één dag door het licht en de warmte d®r! zon worden geknet. Om doa tooeém dajj hetsslfde te doen, voor al de kaadoa die op eene andere lijn zijn gekgon, en dit isoo maar altijd voort, t-ot de drie honderd vijft en zestdg dagen zijn verloopen, om dan' weorom ailes te herbeginaen. Ge dert dut dat deze tweede baweging de œrst» komtt aanvullen, en dat deze het is die verhindert, dat het niet steerîs dezelfde- plaatsj8s zijc,, die het licht en de warrate der zon cpdrin* ken. Gebeurt dit onder de menschen ooW zoo? Zoo wetsn we, wederom door da waarna-mingen, dat de vier jaargetijden lente, zo-mer, herfst en winter, het gevolg zijn van de eerate beweging, en dat de aanhoudenda afwissoiing van dag en nacht het g&volg is, ' van de tweede bcwoging. Het is door die bewegingen dat het komt, dat we niet altijd, lente, niet altijd zomer, niet altijd horfat, niet altijd wintor, niet altijd nacht, on niet altijd dag hebben. En dit is maar goed ook, waar moest hat onder een van di^ yoor-waarden naartoe? Laat ons even de mogeiijkheid van elk zer eens aanneznen, en n&gîian tôt wa.t het ons leiden zou. Eene eeuwige lente rou wel schoon we*»s, doch dit zou voor gevolg hebben, dat alla bezielde v. ozen-s steeds in bottenden toe-stancl zouden verkeeren, dat de scheut vaa een plant nooit plant zou worden, dat diï knop van een bloem nooit bloem zou worden, dat de bloescm van een vrueht nooiti vrucht zou worden, enzoovoort, wa-ar moes«-ten wij menschen dan van eten 1 Een eeuwige zomer zou ook heel echoo® weP-en, doch, dit zou voor gevolg hehbeit, dat aile bezielde wezens steeds in overrijpea' toestand zouden verkeeren als het uitgs»->' leefde nabij, dat de aarde den tijd niet zoft gegund worden tôt verademing te komen, en dat het gauw met haar voorbrenging»-kracht zou opgeschept zijn. Een eeuwige herfst zou een eeuwig dro*« VlCJ* llf>rl &r>TI tr/lAr» «rûTri\l /» naKk^n Geschiedenis MÉ en ïsriiHi kisdsrsD dtor le mm hsen Wdracht gehouden in «Ons Huis» op nsdag 25 dezer, door den heer F. NOVE. (Tweede vervoig) (Slot) Wat m-ottst eene jonge rnocd&r dan doen haar kindj'e als zij het niet Iïoh g Mweo-®, zij mocht het immers niet dood'en, niet cer te vinden leggen ? Zij kon de hulp in-'eP?Q der openbare liefdadigheid om ha-ar groot te brengen. Werd zij voor de oaal moeder en wrb or op haar gedrag ets ongunstig aan te merken, dan werd lar Mdsrttand verlee^d tôt aan het 3e p®as]a&r van 't kied-. De Bol werd dus ''ungea door en bureel, dat nacht en % ppen atond — men aanvaardde or on-verlateu kindoren sa ook we-ezen — Jjj Yraïenlijss werd ingevuld ; men traehrte mcgeliik den toestand de r moeder ^•no#n; men bewoog haar het kind je ze'f D f;;^en mits onrferstand en gelukte dio toïf r"('t ^an weTd bet opgenomen en «te m 'f, proces y-erbaal molding van die ev|?n'^- .De Bestuurraad onderzocht het »Bc«K>eS^ste aanvaarding van het kiQd. deed het op den buiten ; - ®n ®oo»de .voor w .cœ- J ' voeding. Het kind mocht ook door een vreemd persoon aangobra^ht worden en daar het kind even spoedig opgenomen werd als in de roi, was er d-e roi niet meer noodig ! De geiukkigë gevolgen van die verstandi-ge hervorming deden zich dadelijk gevoe-len : volgens de 3tatistiekeu werden meer dan 45 % kleine kinderen van den dood gered, zij werden immers door hunne eigen moeder opgepast, gevoed met moedermelk, gekloesterd en uit liefde verzorgd. 10 % van die jonge moeders wisten don vader het kind tôt het huwelijk te bewegen, en het kind te bewettigen. Do openbare liefdadig-heid had £0 % min kinderen op te nemen. Het open bureel was dus eene groote ver-betering i.a 't voordeel van de kinderen, van de jonge moeders, van do uamenleving, van het zedelijk gedrag, van hospicien, men treeg wel meer kinderen te onderstieunen doch ook min kinderen op te voeden tôt hun 14e ievensjaar den leertijd inbegrepen. Wat zoo één beschermling icostte, volstond om er 3 en 4 mede te ondersteuuen, 't was ook in 't voordeel des lands om do ontvo-lking te keer te gaan. Een bezwaar slechts kon tegen het open bureel ingebracht worden : de geheimhou-ding was niet meer verzekerd. Doch, hierin vverd door de Yerschiliige hospitieu voor-sien door in het règlement der aanvaarding :® ktepaiîen : le De bedienden zijn vorbonden door het Deroepsgehsim ; 2e Een kind mag zonder ondorvraging apgenomsn worden als de moeder of ds lanbrengster het uitdrukkolijk verzoekt om ^rferoawbaris ïMmQU* Hoe dikwijls van dit recht is gebruik ge-maakt, is niet met zakerheid te bepalen. Doch in 't Hospice te Ilouen waar zoo wat 300 kinderen werden aangegeven waren er geen 6 zonder enkwest. Ten andere welke waren de meisjos die haar kind aan de openbare liefdaJigheid kwamen toeverfcrouwen ? Het waren meest dienstmeiden, naaistera, dagloonsfcers. Deze hechtten niet veel prijs aan de geheimhou-ding. En als er bijîûndere gevallen waren, om de cer van de familie te reddsn, dan werd het onderzoek gedaan door zekore personen, buiten het bureel of ton huize. Wat kan er meer geëscht worden. Ik zei daareven dat door het etelsel vr.n ondersteuning ten huize meer dan 45 p. h. kinderen van den dood gered werden. Had het vondelingshuis de grootste schuld aan dat groot getal kindersterften ? Oordeelt zelf geacht-e toehoordeis over hetgeen in Parijs gebeurde als de Ilol er nog bestond : de meeste kinderen werden !s nachts aange-bracht in de armste plunje, uitg ut su verewakt bij gebrek aan zorgen, srms na eens lange reis door wind en aile weer, aan-gedaan door verkoudheden, sommige half-dood, andere geheel dood ; de meest" kinderen stierveii denzelfden dag, de andere den 3e of 4e dag, zij hadden de kracht -iiet moer om de borst cf da zuigflcsch te iiemon ! Eene vroedvrouw ts Rouen heeft van 1843 tôt 1860 naar de Roi gebrachi; 192 kinderen, waarvan er hetzeifde jaar 114 stierven in het Vondelingshuis en 64 bij de voedsters. Van de 192 bleven er maar 14 leven 1 Zij bracht er Bonis 5 ineens binnen in eenen korf met verdeelingen dien zij cp den rug droea, Zij waohtte ççniaon tiiî om de reis ! niet te dikwijls te moeten ondernemen.maar deed zich toch voor elk kind d's geheele roiskosten betale-n. Met de tooi, die niet achterbleef en altijd gaarne betaald werd, was dat voor haar eene rijke bron van in-komen. In ds hatste jaron fewam zo zelfs liefst mtt den ijzeren weg en dan L^st des nachts. Weet gij waarom, geachto toehoor-ders?Oihdat zij dan beter de kinderen kon ont-kleeden en in lompen draaien! Die kleede-ren kon ze immers nog verkoopen. Wat zij deed, deden vele andere. Sommige vroed-vrouwen dreven zelfs jongo meisjes tôt de ontucht aan, om haro kinderen mits vergoe-ding naar do roi te brengen ! To Parijs was het nog vsrsel}rikkelijker, omdat daar aileen meer dan 500 vrouwon op dat oneerlijk, onmenschelijk winstbejag uit waren. Er werden daar zooveel pasge-boren kinderen in de roi gestopt-, dat een menschenvriend dat terecht noemde: « La traite des enfants nouveau-nés » de handel in boorlingen. In 18S7 werd te Parijs aan ds vroedvrou-wen verboden nog kinderen naar de roi to brengen en dat ja«r daalde het getal opgenomen kinderen in het Vondelingshuis van 4644 op 3207. Te Rouen werden van 1-1-1800 tôt 31-12-1859 in d® Roi opgenomen 36,500 k. of -j-508 per jaar. Van dat getal zijn er 52,850 gestorven, dus 90 %. In 1858, het jaar voor de sluiting dor Roi, stierven_ er op 444 k. 414 of 37 % ; dat was geene uitzondering. in de andere hospicien van Frankrijk werd hetzc-lfde % vastgesteld, Bt Bol icat onbekend in de kleine gtaten. <-> j " • " w " çp w ' %,-*0 van Duitschland. Mayence iiad geene roi en van 1799 tôt 1811 werden maar 30 kinderejs verlaten, dus S per jaar. Op S Nov. 18Ù werd do stad bij Frankrijk ingelijfd — eona roi werd er volgens keizerlijk besluit go-; opend en bleef tôt in 1815 fonctioneereis. Op 3 j. en 3 m. liad men or in die zelf de stad 513 kinderen aanvaard of 156 per jaar! de-yvijl op een tijdverloop van de 9 volganda, jaren maar 7 kinderen als verlaten werden, opgenomen, dus geen 1 aile jaren. Is dat, niot afdoende? De afschaffing der roi heeft meer vruoht-: afdrijvingen en kindermoorden verwekt,' zult gij zegg'.n; welnu de statistieken van' 1850 tôt 1877 betreffende die misdrijven ge-pleegd in het département der Seine Inférieure, bewijzen dat zij van jaar tôt jaar afnamen — en dat'moet' elde'rs ook het gavai geweest zijn. Do Heer Baron de Gerando schreef to-recht: » Les tours sont pour ces enfante ce que l'aumône aux mendiants est pour les valides: c'est un secours donné les yeux fermés, c'est l'exercice de la bienfaisance apparente, da la bienfaisance la plus dangereuse parce qu'elle ?e prodigue à l'inconnu.» Hiermede denk ik n gesproken to hebben' in het algemoen over het inric-hten van de rollen in de vondelingshuizea, de voordeo len en do nadeolen van deze uieuwe instel-ling uiteengezot en u do redenen opgôgeven te hebben die hunne afsch x-ffing voor feo-volg haddern — en wat er in de plaa ts werd ïngsvoerd, namclijk het open bureel. •—dp—

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel Vooruit: socialistisch dagblad gehört zu der Kategorie Socialistische pers, veröffentlicht in Gent von 1884 bis 1978.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung

Ort

Zeiträume