Zondagsblad: letterkundig bijblad van Vooruit

637 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1915, 22 August. Zondagsblad: letterkundig bijblad van Vooruit. Konsultiert 29 März 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/3t9d50hc15/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

ZONDAGSBLAD Bijblad van " YOORUIT „ ZONDAG 22 OOGST 1915 Nr 23 Prijs : 5 centiemen Het suikeren muisje Ik was nauwelijks zeven jaren oud, toen, volgens mijn vader, ik het klaarste bewijs gaf, eenmaal de waardige op-volger te zullen worden van Baekelandt, den beruchten struikroover die geheel West-Vlaanderen, gedurende lange jaren, met vrees en afgrijzen vervulde. St. Nikolaasdag was voorbij, de laatste generaals van koekenbrood, die in mijn vaders winkel onverkocht bleven, had ik met plezier mijne moeder in de melkpap zien ver-brokkelen ; en de spekulatiemannen, marsepeinschepen en suikeren Napoléons hadden plaats gemaakt voor de roggen krentenbroodjes en de tarwen boterkoeken, die 11 maanden van het jaar de eerste plaats in de vitrien innamen. Alleen een suikeren muisje had geen kooper gevonden, en zat treurig zijn lot af te wachten tusschen de appeltaar-ten, die mijne goede moeder zaliger zoo smakelijk wist te maken. Ik zeg « smakelijk » want te dien tijde had men te ver-geefs op heel de parochie van H. Kerst te Gent, eene appel-taart gezocht, met een voorkomen, als die welke voor ons venster lagen. Onder het groote halfrond kaasglas scheen haar glanzige buik op te zwellen van wind en appelspijs, en alleen de moeders, die geenen halven kluit in den zak hadden, kon-den den lust wederstaan, er een of twee mede te nemen voor de lievelingen van t'huis, hare kinderen. * * * Daar zat het met zijn pels van grijs geverfde suiker, en zijn konijnenstaartje van oranjeschil. Arm diertje ! Het had reeds een zijner witte anijsbolletjes verioren, en moest zich thans met een oog tevreden houden. Geen wonder dat het al mijn medelijden had verworven. Ha! Ware ik twee centen rijk geweest, ik had moeder gesmeekt mij dat suikeren muisje af te staan tegen prijs van factuur, maar, helaas ! Waar aan die som geraakt? Elken morgen, voor dat ik school ging, stond ik op mijne opeengeplaatste holleblokken, met gevaar mij de beenen te breken, voor het venster van onzen winkel, en elken dag gevoelde ik meer en meer in mij den drift aangroeien, om in het bezit te komen van dat heerlijk suikeren muisje, het eenig voorwerp waarop ik al mijne zinnen stelde. * * * Het was een zaterdag avond, ik zal het nooit vergeten ; mijne moeder had zuinigheidshalve in den winkel geen licht aangestoken, en de inaan liet hare zilveren stralen bijna loodrecht nederdalen op de gezegende plaats, waar het suikeren muisje vliegenvrij, onder het hal fronde kaasglas zat. Niemand in den winkel ! Mijn hart begon te kloppen ; vader stond voor zijnen oven, moeder was een halfhemdeken aan het strijken en Coletta, de meid, was bezig met het koperwerk te schuren. Het oogenblik was gunstig ! » Gustje, waar gaat gij naartoe? » » Moeder, ik ga nog een beetje bij Brondeels. » De Bron-deels waren menschen waar ik zoo goed als te huis was. » Niet te lang weg blijven ! » » Wees gerust, moeder. » Ik liep in den winkel en wilde de deur uit. Eene geheimzinnige stem, de stem van den duivel waar-schijnlijk, riep mij toe: «Het oogenblik is gunstig!» Ik bleef staan, zag angstvol naar de keukendeur, deed mijne blokken uit, en sloop zoo stil als eene kat achter de toonbank, klom zachtjes op den stoel, en reikte met beven-de hand naar het suikeren muisje. Ik weet niet, lezer, of gij ooit hebt gestolen, maar wat ik weet, is dat ik nooit angstigeren stond heb beleefd, dan het oogenblik dat ik met de rechter hand het glas opnam, en de linker hand op het muisje liet vallen. Eene rilling liep door al mijne leden. De keukendeur ging open, de stoel kantelde om, en ik viel met kaasglas, suikeren muis en appeltaarten tusschen het verhoog en de toonbank. Daar stond... mijn vader! Op het eerste oogenblik kon hij niet begrijpen wat er gebeurd was, maar toen mijne moeder met het licht in den winkel kwam, begreep hij ailes. Hij hielp mij bij het kruis van mijne broek uit mijnen akeligen toestand, terwijl hij riep: « Schelm ! deugniet ! Ha! gij wildet stelen ! reeds lang hadt gij het op het suikeren muisje gemunt, Maar onze lieve Heer heeft u gestraft en hij heeft wel gedaan. » En bij die welverdiende zedeles voegde hij een paar klin-kende oorvegen als uitroepingsteekens. Na eenig denken ging hij voort: « Wat ! gij durft stelen, maar booswicht, gij weet dan niet dat Baekelandt ook zoo is begonnen, en later kapitein werd van eene rooversbende ? — Ik zie u reeds op weg naar de guillotien, en evenals Cartouche, zult gij eenmaal op het schavot uw hoofd voor uwe voeten zien rollen ! In afwachting, zonder eten naar bed. ». Ik huilde gelijk een varken dat gekeeld wordt, en liep gevolgd door mijne moeder naar de keuken. — Zij ook meende iets tôt mijne vernedering uit te brengen, maar toen de goede vrouw zag hoe ik uit den neus bloedde, en de buil bemerkte die mijn voorhoofd ontsierde, kreeg haar medelijden weldra de bovenhand, en terwijl zij mij naar de pomp leidde, vroeg zij mij bijna smeekend of ik het nim-mermeer zou doen. Er werd een dikke kluit op mijn voorhoofd gebonden, een natte doek gelegd op mijn blauw oog, een ijskoude sleutel in mijnen hais gestoken en verwOnden als Don Quichotte na den strijd tegen den molen, trok ik huilend naar mijn bed. Zoodra eene moeder eene kastijding denkt te moeten toe-passen, is zij, reeds aan het beramen om die zooveel moge-lijk te verzachten. Nauwelijks was ik in bed of moeder bracht mij een boter-koek ; zij vreesde waarschijnlijk dat ik op vaderlijk bevel dien nacht van honger zou omkomen. Ik mocht er niemand van spreken. Coletta, onze meid, die de gebeurtenis ter oore was ge-komen, stond met de tranen in de oogen. Coletta was eene dienstmeid van den ouden stempel, zoo goed als het brood dat mijn vader bakte, en zooals men te

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel Zondagsblad: letterkundig bijblad van Vooruit gehört zu der Kategorie Culturele bladen, veröffentlicht in Gent von 1915 bis 1928.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung

Ort

Zeiträume