Allerlei: lezingen voor het kristene Vlaamsche volk

538 0
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1918, 10 March. Allerlei: lezingen voor het kristene Vlaamsche volk. Seen on 16 April 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/fq9q23sn4q/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Vierde jaargang Nr 17. Prijs 6 centiemen. Gent, 10 Maart 1918. HOOFDREDACTIE : VROUWENSECRETARIAAT met medewerking van het Algemeen SECRETARIAAT en het werk der VOLKSBIBLIOTHEKEN « DE STRAAL ». ALLERLEI Beheer : PEPERSTRAAT, 17. —«o»— ABONNEMENTEN: PER JAAR fr. 3,25 ZES MAANDEN . . » 1,60 DR1J MAANDEN . » 1,00 Weekblad voor ons Vlaamsche Volk. INHOUD : Ongeloof en Bijgeloof. — MijrrMoorken. — Een brief die erg laat kwam] (vervolg en slot). — Over IJsbergen. — Orde. — Vrij. — Vergelding (i5<= vervolg). — Luim — Voordrachten en Lessen. Ongeloof en Bijgeloof. -Het zijn niet het laatst de ongeloovigen, die met de hun eigen luidruchtigheid beweren, dat Katholieke Kerk en bijgeloof één zijn! Maar waarlijk, deze heeren spelen de roi van den oolijken, hard wegloopenden dief, welke, om de aandacht van zich af te wenden, luid-keels « Houdt den dief » ! roept. Zij beschuldigen de Katholieke Kerk van bijgeloovigheid. Ten onrechte, gelijk wij ge-zien hebben. Maar hoe staat het in dit opzicht met hen zelf? Het is zeer waar, wat het versje van eenen grooten dichter zegt, dat het Geloof, van de deur gewezen, als bijgeloof door het venster binnenstijgt en, als men God verjaagt, dan de spoken komen. Niets zoo bijgeloovig als... het ongeloof. Dat kunnen wij opmerlcen in de geschiede-uis, maar niet het minst in den tegenwoor-digen tijd. Keizer Frederik II (i2i5-i25o), de vrijgeest op den keizerstroon, deed veel aan sterren-•wichelarij ! — De bekende godloochenaar Voltaire liet zich in kinderachtige vrees door slechte voorteekenen van de uitvoering van een plan afhouden! —Robespierre, destichter van den zoogenaamden eeredienst der Rede, niet onbekend uit de Fransche Revolutie, raad-pleegde ijverig de waarzegster Lenormand! « Eenige jaren vôôr de Fransche Revolutie — aldus schrijft Portalis (De l'usage et de l'abus de l'esprit philosophique II, Parijs, 1827, blz. 17) — vertelde mij een van de conserva-toren aan de Nationale Bibliotheek, dat sinds eenigen tijd de meesten slechts kabalistische en ■over tooverij handelende boeken verlangden. » Doch hoe is het in den tegenwoordigen tijd met het bijgeloof in ongeloovige kringen? Aardig, wat een bekende wijsgeer in zijn boek (blz. 3i-32) hieromtrent mededeelt : « Mijn jeugd is het bijgeloof in elken vorm vreemd gebleven. In het ouderlijk huis was er reeds daarom geen plaats voor, wijl het in tegenstrijd is met het godsdienstig geloof aan de Voorzienigheid... Kleine sporen van een geloof aan heksen en aan voorteekenen ben ik tegengekomen, maar zij speelden op geenerlei wijze een roi ; in elle geval bestonden er voor onze gemeente en voor geheel de bekende wereld geen heksen. En evenmin waren afweer-middelen, amuletten, en dergelijke tegen booze betoovering of tegen ziekten van mensch en vee in gebruik. Om droomen gaf niemand wat -en de booze uitwerking van het getal dertien was eveneens onbekend. Al deze dingen heb ik eerst in de verlichte steden leeren kennen. Ik herinner mij nog mijn verbazing toen ik op zekeren dag in een restaurant met een paar families, die tôt het puikje van de Verlichting, de vrij-godsdienstige gemeente behoorden, te zamen was en een der vrouwen plotseling uit-riep : Heere, wij zijn met dertien aan tafel ! Op hetzelfde oogenblik stoof ailes uit elkaar, om het kwade voorteeken af te wenden, en men zette zich dan in kleinere groepjes weer neer. » Aldus die wijsgeer. De moderne steden, bekend om hun ongeloof, zijn niet minder bekend om hun bijgeloof. Van een groot boek, dat het bijgeloof leert, werden onder andere in Berlijn in drie jaar maareven i5.ooo exemplaren verkocht ! Tegen-woordig zijn er in Berlijn alleen 90.000 spiri-tisten en meerdan400médiums! Aile bewijzen, dat de geestesverschijningen gewoonlijk niets anders dan pure zwendelarij zijn, baten niets. En daarbij komt dan nog het leger van kaart-legsters en waarzegsters ! Zoo huist in de groote s<ad bij het ongeloof het meest barre bijgeloof. Ma"àr niet slechts in Berlijn... Wij kunnen wel met Pascal zeggen : « De ongeloovigen zijn het bijgeloovigst van allen ». Geen wonder ! Zeer juist zegt een Fransch schrijver : « Zat van nergens aan te gelooven, gelooft men aan ailes. Het bijgeloof neemt dan de plaats in van het godsdienstig geloof ». Mijn Moorken. 's Namiddags als de stilte mij 't herte streelt zoo zacht, en dat de lieve zonne door 't helder venster lacht, dan zit ik graag te luistren-naar 't moorken op het vuur dat mij, al zoetjes zingend, verschaft een lavend uur. Ik hoor met gretige ooren zijn lied aan 't deunen gaan, zoodat ik vol bewondring een wijle stom blijf staan. En 'k vraag dan in mijn eigen welk lied mijn moorken zingt, wijl 't hert het lied van 't moorken mij aan het zingen dwingt. Mijn moorken zingt zoo lijze van vreugde en zoet genot ; 00k wil het ons vermanen : « Zijt vredig met uw lot ! Geen rijkdom moet ge trachten noch wulpsch plezier, voorwaar.... » Wat staat ge daar te dralen ? Kom, drink een kopje maar ! ïen Brief die erg laat kwam. (Vervolg en slot.) Zoo waren vier of vijf dagen verloopen, zeer onbevredigend voor de schoone Hedwig. Zij stond weer in de schemering voor haar venster en staarde nadenkend over het vreed-zame landschap. 's Morgens had zij een korten brief van haar voogd ontvangen, dat hij het schrijven aan den adressant had doen toe-komen, dien hij zeer goed kende. Dus notaris Eilers kende professor Volkert ? Waarom schreef hij dan niet over hem ? Hij moest toch weten, dat zij... maarneen, hoe dom i Hij kon daar niets van weten ! En weer was zij zeer ontevreden op zichzelf. Daarjhoorde zij opeens aan de voorzijde van het huis een rijtuig? En zij was in zulk een eenvoudig huistoilet... maar er was geen tijd voor bezinning, want reeds stond de oude Koenraad in de deur en reikte haar het kaartje van den laten bezoeker : Prof. Dr Otto Volkert. Hedwig was een oogenblik in verwarring, doch zich beheerschende zooveel zij kon, zeide zij met nog tamelijk levendige stem : « Laat mijnheer binnen komen ». Een langzaam wegsloffen op den steenen vloer van de hooggewelfde gang — dat was de oude Koenraad. Hetzelfde geluid, maar over-stemd door een vluggen, veerkrachtigen man-nenstap — dat moest de bezoeker zijn, en nu opende Koenraad de deur en in de oper.ing door het avondrood overgoten, verscheen — « Hij ! » Bijna had Hedwig het luide uitge-roepen. Zij was nu werkelijk in den toestand dien de romanschrijvers « een onmacht nabij » plegen te noemen. Daar het echter volgens de regelen van het instituut, waar zij was opge-voed, geen pas gaf op de eerbiedige buiging van een heer in een onberispelijk reiskostuum met een onmacht te antwoorden, wist zij zich nogmaals te beheerschen en haar helder gezond oordeel deed haar terstond de juiste houding aannemen door snel op den bezoeker toe te treden en hem nogmaals met een harte-lijk woord en handdruk haar dank te betuigen voor de « redding » in het park der residentie. Hij kleurde, zooals een man van verlegen-heid kleuren moet, die zich overdreven lof hoort toezwaaien over iets, dat hij als zeer gewoon en van zelf sprekend beschouwt, maar zij had zichzelf en hem over de eerste ver-legenheid heengeholpen en de onderhande-lingen konden beginnen. — Mejuffrouw, begon de professor, ik moet u verschooning vragen, dat een dringende, wetenschappelijke reis mij verplicht u op dit ongepaste uur te bezoeken. Over tien uur moet ik den sneltrein te E... zien te halen. Ik kom u dezen ouden brief terugbrengen, dien u mij door notaris Eilers hebt toegezonden. — O, dat is zeker abuis, stamelde Hedwig verlegen, de brief...

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Add to collection

Periods