Tweede jaargang Nr 49 Prijs 6 centieraen Uent 22 October 1916 hoofdredactie : ALGEM^en secretaria at met de medewerking van het werk der volks bibliotheken "de straal,, ALLERLEI beheer : vrouwensecretariaat peperstraat, 17. — «O» — abonnementen: per jaar : fr. 3,25 zes maanden: » 1,60 drij maanden: > 1,00 Weekbiad voor oîis Vlaamsche Volk INHOUD : Het Joodsche Voll:. — De Katholieke Maatschappelijke Werken te Gent. (vervolg en slot) Candida. — Laat ze doen. — De Vogel-vangst. — Voor de Keuken. — Klaag minder, handel meer. — De Jaren der Jeugd. — Lachen is gezond. — Voordrachten en Lessen : — Nieuwe Lezers. — Sehoone Boeken. — De Verloofden (7e Vervolg.) Het Joodsche Volk (Als inleiding tôt eenige lessen over O. H. Jesus-Christus.) 1. ROEPING : In Qods Voorzienigheidsplan over het menschengeslacht, was het Joodsche volk uitverkoren om op een bijzondere manier, Gods volk te zijn : de Israëlieten moesten, onder de volken der aarde, den waren, eenigen God getrouw blijven, en bij hen zou de Verlosser van 't Godzondig menschdom geboren worden. Tôt die zending wordt eerst opgeroepen Abraham, die daarom met de zijnen de pleinen van Chaldea verlaat en legeren gaat in Chanaan. Door Jozef, eenen zijner afstammelingen, verhuist later de gansche stam naar Egypte, waar hij tôt een groot volk, gedurende 400 jaar. aangroeit onder den scepter der Pharaos. Dezer gastvrijheid veranderî in slavernij ; onder Moze's leiding (c. 1500 vôôr J. C.) vluchten de Israëlieten naar de woestijn en leven er als zwervende herders, 40 jaar lang. Zij ontvangen op den berg Sinaï de Wet, die hen van ds heidensche wereld moet afscheiden ; veroveren het Beloofde Land (Palestina,) en stichten er een onafhankelijk koningrijk. Inwendige verdeelingen verscheuren het volk ; de balling-schap doet ze zuchten in den vreemde (Babylonië) ; Perzen en Grieken dringen hun opperheerschappij op. Eindelijk wordt het land weer vrij, aangevoerd door een handvol helden (Machabeeërs), na 4 eeuvven dienstbaarheid Maar weldra werdt Judea bestuurd door vreemde Herodessen, gunstelingen van den Roomschen keizer, die het land heel en al zal inlijven. De gansche geschiedenis van het Joodsche volk is een afwisselen van voorspoed en vrijheid met dwin-gelandij en ongeluk, naarmate het God getrouw blijft of niet. 2. PROPHETEN : Om zijn volk van het dwaalspoor te weerhouden of af te leiden, kiest God dikwijls mannen uit, die hij met eene bijzondere zending gelast, den Joden de waarheid doet voorhouden, hun soms de toekomende tijden voorspellen, voornamelijk den tijd en het leven van den be-loofden Verlosser. Die mannen zijn de Propheten, De aarts- Vaders, als b. v. Abraham, Jacob, hun wetgever Mozes, zi propheten. Van sommige hunner zijn er boeken in de I Schriftuur. Zoo de 4 groote propheten : Isaïas, Jeremia Ezechiël en Daniel; en de 12 kleine, waarvan de mee bekende onder het volk : Jonas. ' 3. MONOTHEISME: Door de Israelieten alléén onder c volken van vôôr het Christendom werd het monotheïsm den dienst van éénen waren God, aangekleëfd en bewaar Al de andere aanbaden menigvuldige goden en godinne (polytheïsme) niet omdat het menschengeslacht in zijne or wikkeling van den lageren dienst der afgoden opklimt t het vereeren van den eenen God, maar omdat de kennis t vereering van den waren God, « in het begin in de ha rte der menschen gedrukt », verloren waren geraakt in den o] bloei der driften en in de duisternis uit de erfzonde ontwil keld. 4. JODEN DER VERSPREIDING : Door ballingschap den vreemde en ook door vrije uitwijking waren duizende Israelskinderen van het vaderland verwijderd. Maar toch oc onder de heidenen bleven zij Joden : zij hadden hunne eig< ne levenswet, deze van Mozes, en hun eigen Godsdiens dezen van Jehovah. Door den omgang met de heidenen e de verwijdering van het vaderland waren zeden en god: dienst dezer « Joden der verspreiding » (diospora ), niet a tijd zuiver van verbastering. Doch, uit aile landen kwame zij meermaals in hun leven, in bedevaart naar Palestina ti rug, om daar de Vaderlandsliefde en den godsdienstzin i vernieuwen. 5. TEMPEL VAN JERUSALEM Die bedevaart was na; den tempel van Jerusalem. de eenige offerplaats der Jode; Elke gemeente, zoo in Palestina aïs in den vreemde, he wel hare vergaderplaats, de synagoog ; maar de eenig tempel stond te Jerusalem in de hoofdstad. Salomon had den tempel opgetrokken op de kruin Vc den Moriahberg, aan den uitkant der stad gelegen. Vi eeuwen later werd die prachtige Godswoonst neergebrar door de Babyloniërs, en 't was een armzalig gebouw, ve geleken bij het ouds, dat, tôt de regeering van Herod( den Groote, als tempel diende. Weinigen tijd vôôr Christu geboorte had den koning Herodes den tempel van Jerus; rusalem hersîeld en vergroot, en met -zulke pracht e grootschheid, dat de Romeinen zelf hem erkenden als ec der wonderen van de wereld. Met zijn uitgestrekte schoor voorhoven en zuilengangen, zijn wit marmeren heiligdor zijn gulden spitsnaalden, scheen hij een glanzende sneeuv

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.