Carolus: het weekblad van de Vlamingen

1276 0
26 February 1914
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1914, 26 February. Carolus: het weekblad van de Vlamingen. Seen on 20 April 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/r20rr1rf14/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

voor Beigië^S PER JAAR : fr 2 50 Jaargang, Nr 9 - Dondcrdag 26 Februari 1914 PRIJS PER NUMMER : 5 Centiemen voor Nederland f 2.— Bureelen van het Beheer : — Bureelen van den Opstelraad : Aile brieven en mededeelingen dienen voor andere landen . . . fr. 5.— 8, OFFERANDESTRAAT, 8 — ANTWERPEN — TELEFOON 2178 ten laatste Dinsdagavond ingezonden. SCHOOLWET en nog wat Dus, de schoolwet is gestemd... en de Vla-mingen zijn ontstemd. Wat ôôk 'n Vlaamsch volksvertegenwoordiger zei over zijn tevreden-heid, laten we, voor 't oogenblik, maar liefst links liggen, want reden-voor-tevredenheid is er geenszins.We weten nu wel, dat eenige poli-tieke, Vlaamsche dagbladen over hùn tevreden-heid of hùn ontevredenheid spraken, maar, daar ook, kwam de politiek bederven wat moest rein gehouden worden van die ellendige vuiligheid : hun artikelen rokenvieselijknaar kliekjes-gedoe, dat de open uiting van den volkswil belet, op schaamtelooze wijze. Het lust ons hier heelemaal niet te roepen, dat, voor het Vlaamsche land, de schoolwet 'n ramp is. Elke Vlaming voelt het. Die wet be-stendigt, allerongelukkigst, 'ntoestand, die, op weinige uitzonderingen na, éénig is in de be-schaafde wereld. Men merke er bij aan, dat Wallonie daar niet onder lijdt. Vlaamsche volksvertegenwoordigers vroegen, dat het bij de wet nu zou bepaald worden, dat men, in Vlaamsche scholen, niet met het aan-leeren van de Fransche taal zou beginnen, dan met het vijfde studiejaar. Men moet heelemaal geen pedagoog zijn om het redelijke van die vraag te begrijpen... Maar in het beestenspel, dat parlement heet, en waar de lui komen om of tegen te spreken of ja te stemmen, hangt 'n dampkring, die tôt juist-denken heelemaal on-bekwaam maakt. Wanneer daar iemand, bij uitzondering dan, juist-voelt, juist-denkt en juist-spreekt, dan heeft hij honderd kansen tegen één om uitgemaakt te worden of voor 'n gek, of voor 'n verrader of voor 'n mensch-van-niets, die zich bekommert om zaken, waarvan hij geen iota verstand heeft. Als het parlement de weergave is van de mentaliteit der natie, — en naar ons meenen zou het zôô moeten zijn, — o arme natie dan ! verknecht volk ! onnadenken'de massa ! rugge-graatiooze kiezers! mannen-van-niemendal, die niet voelt hoe u de vuist thans jeuken moest om I dien stal te kuischen... in hoog-prachtig gebaar van moe-getergd-zijn ! Dus bij de wet, — 'n wet gestemd door 'n aantal Vlaamsche volks (?) vertegenwoordigers, — is het toegelaten de hersenen van Vlaamsche kinderen, — goed, die van u en mij, weetge't, Vlamingen, — te verknoeien van af den jeugdi-gen ouderdom van zes jaar. We vragen ons af wat vreemde lui, vijanden van ons volk, wel zouden gestemd hebben om ons meer en pijn-lijker te treffen ! Kinderen van zes jaar, wel, die kunnen eenige woorden zeggen in hun moedertaal, met moeite hun naam en de straat waar hun huis staat, voorts 'n boterham vragen en zoo nog wat, en dat is goed. Zij komen naar de school, en met veel ondervindingrijk geduld,en met aan-houdenden iever en met taaië zorg,zal 'n onder-wijzer(es) ze leeren spreken, lezen, rekenen, teekenen,.. en dan, van af die eerste dagen, wanneer hij of zij na ongelooflijke inspanning verkrijgen zal, dat ze, bij, het schouwen naar 'n plaat, die, bijv. 'n kat voorstelt,zeggen : De kat I is 'n dier... zal hij of zij, naar den wil en den eisch van het programma, en naar de wetten der nieuwere onderwijsleer moeten leeren, volgens rechtstreeksche methode : un livre, un encrier, un porte-plume, ceci est un cahier, enz. De kleine dingetjes, dààr, op de banken, kennen, met moeite, het onderscheid tussc'nen 'n boek en 'n schrijfboek, zien in hun lessenaar wellicht geen inktpot staan, kregen nog nooit 'n pennestok in de hand... om 't even, toch gaat het... laat zien... rond de drie tôt vier uur per week van : — Monsieur, ceci est un porte-plume. — Mademoiselle, cela est un encrier. Verdomd ! kan het gekker! kan het droever ! Vier uren per week, dat is per schooljaar van rond de veertig weken honderd en zestig uren, die onzinnig, belachelijk en hatelijk worden verloren geworpen, heelemaal verloren.Dat is op vier schooljaren 160 u. X 4 = 640 uren, we zeggen, zes honderd en veertig uren, die zouden kunnen gebruiktworden aan moedertaal en rekenen ; en aardrijkskunde in het 3e en 4e studiejaar, die voor de Vlaamsche kinderen redde-loos verloren zijn... want in Wallonie is men sliinmer. Daar vindt men het niet noodig 640 u. te besteden aan iets, waaruit men geen nut trekken kan. Gevolg : onze kinderen kennen nôch Vlaamsch, nôch Fransch... 'n Vlaamsche brief kunnen schrijven zonder 'n fout er in, is na het zesde studiejaar, 'n uitzondering... En in het Fransch zijn onze kinderen gewoonlijk niet in staat iemand, op behoorlijke wijze, den weg te wijzen... tenzij in 't Beulemansch : —Marchez sur votre main droite,mossieu,c'est la première rue'à gauche,en dan un plaine, là ça est. Meen nu toch niet, dat we overdrijven. We zouden het zôô heel-graag willen. Maar 't is niet. We zijn schier beneden de waarheid en elke onderwijzer(es) zal bijtreden wat we schrijven... als hij of zij niet in de hoogste klas staat, waar hij of zij door de gemeentelijke en andere overheid gekeurd en geschat wordt naar den valschen uitslag van 'n wedstrijd,waarvoor men, 'n heel jaar lang, de opvoeding verwaar-loozen durft, om materie in te pompen tôt meer-dere eer ende glorie van de school en het schoolhooîd van die of die straat.., De fout van dat ailes, Vlamingen ? Gij-zelf ! Gebrek aan cultuur, uw verregaande goed-zakkigheid, uw verdommelijke laksheid, uw je m'en foutisme, wanneer de Vlaamsche strijd daden vraagt in plaats van woorden, wanneer er wat anders behoeft gedaan dan naar 'n meeting te loopen of achter 'n vlag in 'n betooging ! Uwfout... uwfout... uw fout is het, Vlamingen ! Uw gebrek aan cultuur komt voort uit het ellendig onderwijs, dat ge genoot binst uw kin-derjaren... Ge hebt geen lust meer gevoeld om u verder te ontwikkelen. Zoovèr hadden ze 't, ter school, gebracht,dat ze u *zelfs den lust naar ontwikkeling ontnamen. En, eenmaal zôôver, is het gemakkelijk met u te doen àl wat men wil. Ge ziet er toch niet klaar in. Waarom hebt ge volksvertegenwoordigers, die u niet vertegenwoordigen ? Waarom zijt ge onmachtig dààraan eenige verandering te brengen ? Waarom kunt ge niet maken, dat het waarheid is, wat de Grondwet zegt : Aile macht komt uit het volk ? Waarom kunt ge niet beletten, dat den geest uwer kinderen verknoeid wordt op bespottelijke en allerdroefste wijze ? Waarom luisteren ze in Brussel niet naar den volkswil, die de macht is, volgens de Grondwet van het land ? Waarom kunt ge de belângen van héél het volk niet plaatsen boven de belangen van per-sonen, die beweren die of die partij te vertegenwoordigen ? Waarom zijt ge, als lammelingen, onmachtig en wordt ge gedwongen, gij Vlamingen, naar de Kamer van Volksvertegenwoordigers,mannen te zenden, die u slaan op beide wangen en blazen u den spot en den smaad in het gezicht ? Waarom, o volk, werden uw mandatarissen, uw zaakgelastigden uw overheden, die ge bid-den moet en toejuichen moogt, en die zich om u bekommeren als 'n hond om 'n pak peper... Kan het walgelijker ? Waarom ? Omdat ge, bij gebrek aan cultuur, aan klaar inzicht, u leiden laat door uw dagbladen, die er niet voor ommezien u leugens voor te dienen, met onwaarheden uw geest vol te persen, valschheid te verspreiden, — als die maar hun politieken winkel dienen... omdat ge Kiesvee zijt, geparkt Kiesvee, Kuddelui, gehoorzamend aan den drijver, uw dienaar, die uw meester werd. Vlamingen, staat dan toch op... Gloeien uw wangen dan nog niet genoeg ? Of waart gij, die me leest, over 'n paar Zondagen te St Niko-laas en hebt ge den feniks Nobels toegejuicht ? Dan... dàn hebt ge zelfs niet wat ge verdient ! Laat u dan morgen voor schoteldoek gebruiken, vereer wie u die eer aandoet en juich er om... met geestdrift in het hart en schittering van vreugde in uw slavenoogen ! R.-D. ZIELE-LIED J E Ik wou mijn ziel uitbeelden in grootsche kleur en lijnen ; maar ziele-tint is hemel-fijn en het beeld geringe weelde I Ik wou mijn ziel uitdrukken in weidsche zang-getijden ; maar ziele-zang is eeuwigheid en het lied heel kort verrukken / Ik wou mijn ziele geven in weeldrig woord-gewemel ; maar ziel-dicht is subtiel als d'hemel, het woord vol aardsche leven ! NINOVE. MAURITS STEENHAUT. Mengelwerk van "Carolus" 9 MIJN WONNIG LAND door OSCAR SIX Maar vooraleer de koers aan gang was,werd Charel ongeduldig, verliet hij plotselings zijn stoel, en slenterde met haar in de pesage, en nevens de barak-ken waar de bookmakers hun eerste weddingsborden voorbereidden. — Favorite — dix contre un \ — Joliette — égalité. — Fortune — Eclair — Palmyre... Al die vreemde namen droeien voor zijn oogen, maar hij waagdetoch eenige briefjes op Favorite die plechtstatig met haar rooden jockey rondtrappelde tus-schen 't volk. De gendarmen hand-haafden de orde, en hun groote haren mutsen staken dreigend boven de menigte uit. Het nationale vaandel hing hoog in de blauwe lucht aan den keper te wap-peren ; een muziekkorps met blin-kende bugels en trompetten ; en muzie-kanten met witte pluim, en lange degens om de spannende tuniek ge-gespt,deed weldra zijne blijde deuntjes over de koppen wiegen. De paarden namen de aangewezen % plaats in, achter de koorden ; de men-schen stonden op het plein, hoog boven op de rijtuigen en de groote char-à-bancs, met bonté zonneschermen in de glinsterende lucht ; en als de klok ten teeken van 't vertrek, begon te luiden, stormden de peerden met gerokken hais en snuivenden neuze vooruit, zwollen de gekleurde kieltjes van de jockeys in den wind, en voorover gebogen, de teugels in de hand, kromden de ruiters zich over de manen van de peerden, en zwaaiden ze de ronkende karwats door het ruim, dat heel het gevaarte in blik-semende tocht, door een wolke van stof verdween, en dat de dieren en de jockeys in één hunkerenden wenteldraf, langs de muren ginder van 't gevang in toomelooze vaart, rondom het groote plein, als in een droom verzwonden. Ze mieken de ronde in enkele secon-den, kwamen aangerend met trappe-lend hoevengeweld, snoven, briesch-ten stormden vooruit in een enkele kladde als een bieënhoop bijeenge-zwermd.Ze beschreven eene groote bocht voorbij de tribunen, waar honderden vanzakdoeken, als kleine witte vaantjes wuifden, en gelijk een sneltrein, stormden ze vooruit,om weerom in een warre-lende wolke van geharrewar, gedommel en gewentel te verdwijnen. En zoo volgde de koers haar ijlenden gang, zoo juichten de bezoekers, en stormden de peerden, wen de muziek op haar verhoog in 't gestreuvel van hagelwitte veeren, haar blijde deuntjes verhief, tôt dat Charel allengskens zijne banknoten in waardelooze bookmakers-briefjes zag veranderen, en hij den heelen inhoud schier van zijne brieven-tasch verloor. En als de laatste koers aan gang was, en de tweewielers, ronkend voorbij hem snorden, achter de wit-en rood geschilderde pikketjes die de koorden schraagden, voelde hij een zware loomheid in zijn beenen dalen. Zijn ademhaling was belemmerd en hij liep met dwaze blikken rond. Hij scheen iemand te zoeken, en be-merkte weldra dat hij Sidonie tusschen het weg en weere drummend volk had verloren. Hij liep van de eene zijde van het plein naar de andere rond, duwde de menschen weg, reikteden hais tusschen de rijtuigen door, en keek naar de tribunen waar hij alsaan de zakdoekjes in de zonneklaarte zag bewegen. En als hij de statige Brabançonne hoorde spelen en de velekleurige rijschool haar intrede zag maken, om in blinde vaart over de loopgrachten en de hagen te springen, en om allerhande paarden-spelen te doen, was hij heel en gansch zijn hoofd verloren, en doolde hij door het roezemoezend stadje rond, tôt dat hij 's avonds nevens Merten aan de Rijsselpoorte, schier onder een ronken-den automobiel werd gesleurd, waarin hij Sidonie ontwaarde, die met den jongen heere van 't kasteel, in ronkende vaart, over de brug van de oude wallen ijlde. — Ha nondedju ! riep hij uit... die leelijke valsche teeve ! Maar hij had zich opzij gesmeten, en bleef ongedeerd ; en daar hij reeds ge-dronken had, sleurde Merten, den ouden goeden Merten de Leugenare, hem mede naar de kroegjes, in de smalle strate over zijn huis, en begon hij tusschen de meiden en de rookende soidaten zijn avonturen te verhalen. Het Roeselaarsch bier bedwelmde, en joeg hem naar het hoofd, en terwijl Merten met zijn stoppelbaard, en zijn kleine oogen, lachend over de tafel boog, begon hij plechtstatig : — Toen ik in Parijs, gelijk een prins regeerde... — Boffer ! riepen ze... hoor me 'nen keer dien preusigaard ! Maar het orgel roffelde, de gouden popjes dansten er boven, de bellekens rinkelden ; met neusgeluiden bliezen de lange metalen buisjes heur schette-rend geluid, en dansend bewoog ailes in wilde vaart voor zijn oogen. XII De dagen snelden voorbij, de maan-den vlogen, en Charel ging weer, met

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
This item is a publication of the title Carolus: het weekblad van de Vlamingen belonging to the category Vlaamsgezinde pers, published in Antwerpen from 1911 to 1914.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Add to collection

Location

Periods