De Belgische standaard

869 0
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1915, 14 July. De Belgische standaard. Seen on 20 April 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/pc2t43jz2g/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Jaar, N° 101 Wijf centiemr m het nummer WGensdag 14 Juli 1915 De Belgische Standaard Door Ta al en Volk DA^BLAT) Voor Ood en H&strd en Lama _— ^ im «-*• ' - . .V.'V, ,V?Bc -s' « OE ei iaiSOBE STAfiOMRO » wnoHjïîi ftplifks. Abonnementsprijs voor 50 tHimeiers bij vooruitbetalîrig. Voor (le soldâtes : 3,50 fr. Voor de niei-solduten — in 't lattd 3.50 fr. j buitim 't land 4.50 Ir. InâUn mt*r $x$mflareh- van *lk ttummtr wordm gtvraaçd, wordt S aboiiwmmts fr§s mindtr. OeetTiiULjrc* ar : ILQEFONS PEETER8. L5TB OP8TBL.LERS ; M. E. BEL,F1 AIRE, L. DUYKERS, Vlctcr VANGRASflBEREW, Sartre VAN DERSCHELBEtë. Juul FiLLIAERT. Voor aile mededeelingen zich wenden tôt : Villa MA COQUILLE, Zeedijk D E P'A^ME Àankondigiagen : 0.25 fr. de regel. — Reklamea t 0.4.0 fr. de rege Vluchtelingen : 3 inlassehingen van 2 recels, o.jjo fr De Slag (1er Zilveren Helmen. ["t Heelal, Het was den twaalfden Oogst van 't jaar dat, door voortaan " het gruweljaar der tijden " heetea zal... Onthouden zullen latere eeuwen hoe, op dien zomerdag, onz' Leeuwen hen keerden tegen 't duitsch geweld in 't Haeleasch veld ! Met éénen tegen vijf, zoo lagen onze Belgen. De duitsche raitersstorm, die ging hen vast verdelgen, hen rijgen aan het sabelstaal, hen overtrapp'len, allemaal ! " Ei ! steekt uw kop eens uit, ofboven uw haverschooven ! " Want, achter haverschoof en gracht in klei gespit, verspieid alhier, aldaar, doch elk in zijn gelid, zoo lag ons kleine vollr te loeren, het 00g ten loop, de vuist aan 't roer, en den shako in den bruinen nek : zoo schiet men krek Daar komt van Haelen uit,[een heel schadron van mof-van loggo ruiters, lomp onz'jongens tegenploffen [fen " Zc gaan een wandelingske doen, en zijn te Leuven voor den aoan... " Doch ei ! wat raast daar uit die schooven die gele kooven ? Wat kiinkt er 't allen kant hun zoo venijnig toe met knetterknal op knal, waar dond'rend " woe, woe zich tusschen mengt bij korte horten ? " [woe " Ei ! ziet ze van hun peerden stortea ! Ziet peerd en man ten gronde slaan, aan 't spart'len gaan ! Ei I ziet ze dansen zoo langbeende, gekke kikkers, de lucht in, als 't kanon, bediend door scherpe mikkers hun rotten raakt en rijt uiteen dat hais en kop, dat scheen en been, na zwirr'lend vliegen, dansen, draaien, Jeu grouij uc/.aalcn ! [man — Van 't eerste duitsch schadron — 't telt honderd zestig dat Haelen uitreed, bleef— îk heorde en weet er van— een zestig man nog levend over Dit zei me een ruiter uit Hanover die 's avonds op de wacht zoo w at gevangen zat. En vijf, en ze s schadrons van zwai e duitsche ruiters die reden Haelen uit — De Belgen — die "vrijbuiters " wielrijderksns — karabiuiers piotten, kanonniers, lansiers, doorschoten van nabij, van verre, hun trotsche sterre ! Zï) rolden over 't veld 'lijk op de kegelsbaan de kegels, één voor één, dooreen ten gronde slaan ! Zij vielen om bij voile zwaden... Als 't graan waardoor de zichten waden. . Een dertig man van elk schadron ! bleef zien de zon ! von Biilow moest er 00k, op 't hooge ros gezeten, den weg van Haelen uit, op zijne landkaart meten — Dit ziet Rousseau, de held, die ach ! doorschoten doch nog levend, lag... Hij heeft eens dooden roer genomen, laat Biilow komen... Hij krijgthem onder schot... er kiinkt een korte "paf!" de trotsche ruiter stort van zijnen klepper af ! Rousseau kruipt langs de duitsche lijken hij gaat eens naar von Bûlow kijken hij rukt diens helmhoed van den kop en zet hem op !... Hij sukkelt op het peerd des doodsgewonden graven, en brengt, met dollen moed, den klepper weêr aan 't hij rent zijn' makkers te gemoet [draven en zwaait met Biilows zilv'ren hoed... Zoo ging hij aan die and're helden zijn schotje melden. En, 'lijk von Biilow viel, zoo vielen over 't veld wel honderd ruiters, die het duitsche stamboek meldt als edellieden hooggeboren — Drie duizend man werd daar verloren, " De Bloem van Duitschlands ruiterij " — zoo hieten zij. Des morgens reên ze fier door Hasselt, Heick en Hae-toen was er haast geen eind' aan al hun pronken, [len, zij zouden, ja, de voorwacht zijn [pialen, van keizer Valschaard uit Berlijn, eerst Brussel, dan Parijs betrekken met trotsche nekken ! Des avonds zag men hen terug op Hasselts baan... T<>en keek hen vrouw enkind en boerkespottend aaa.. Hun 'koppen hingen neêrgezonken, hun rijcn waren zeer gesldnken... Zoo keerden zij met schâ en scband uit Hageland. En na dien heeten slag, bij 't bloedig zonnezinken, kwam Vlaamsch en Waaîech soldaat bij,mij er eens op Zij mochten wel, want eed'ler dorst [drinken. heeft nooit\erschroeid een heldenborst ! 'k Heb goed hun zegepraal beschonken en meé bedroaken ! Met kinderlijke vreugd' zoo toonden, één voor één onz' dapp're jongens mij hun dure krijgstrofeéa jçexaft en- langs^WlStar d'ge Aii : j. een duitschen •' mauser " of een degen doch meestnog zilv'ren helmen blank met rinkelklank... [Sporen, En 'k sprak : " wij hadden reeds den Slag der gulden doch 00k van dezen kamp zal de eeuw na de eeuwe Voortaan, door aile tijden zal, [hooren... tôt Belgiës Roem, met hoog geschal, de mare van " den Slag " weêrhelmen der zilv'ren Helmen ! " {Uit 't bezette land) 'N BELG. De Positie van Rusland Wat is 'n mensch toch een ijdel ding. Ik had reeds in mijnpen een complimentje voor mezeif omhetgeenik in mijn artikel over den toestand van Rusland mededeelde, wat toch ieder gezond hoofd gevoelt, dat zoolang het Duitsch-Oostenrijksch leger er niet in gelukte het Russische leger in twee te splitsen, het te omsingelen of te vernieti-gen, het van geen overwinning kan spreken. Nu lees ik daar in het "Berlinor Tage-blatt" dat Moltke, de duitsche fameuse ge-neraal er zoo reeds overdacht, en dat het blad 00k van meening is dat Duitschland nog eenige veldslagen zal te leveren h6b-ben vooraleer eene beslissende victorie te behalen. "Wat het Russische leger 00k hebbe geleden, segt het duitsche blad — en de duitsche bladen schatten het verlies niet gering, op 177.000 gevangenm in Juli al-léén —'het Russiseh leger staat in't veld. - -En H-&<,aat op -©ea-geedô-plaats. T>-o»vij&nd had voor doel het Russiseh leger op twee of meer plaatsen door <e breken en dan gedeel-te na gedeelte te verslaan. Dat doel v as bij-na bereikt. Maar 't Russiseh leger trok in goede orde achteruit. De terugtocht geieek eu heelemaal niet op een vlucht. Zelfs was 't er den Rus niet om te doen zijn achteruit-tocht te beschermen. Neen het leger trok al vechtende terug en bsreikte zoo het doel dat Joffre zijnerzijds in Frankrijk bereikt; zooveel Duitschers en Oostenrijkers sioge-lijk buiten gevecht stellen zonder zelf veel I te verliezen. De kansen voor het Duitsch-Oostenrijk-■ sche leger om door te breken zijn nu zeker voor een tijd verkeken. 't Zal voor het Duitsch-Oostenrijksch leger nu heel wat moeilijker worden om de groote kanonnen bii te halen. En zoolang de Russen op de huidige lijn stand houden komt Warsauw niet in gevaar. De vraag volgt dan 00k zoo natuurlijk en ze wordt overal gesteld. Zullen de Duitschers zich niet op de défensief houden in het Oosten, met een klein leger de Russen tegenhouden door 't bouwen van loopgrach-ten, een deel van 't leger vrijmaken en het naar het Westen sturen. Daarop antwoordde Belloc, de gekende krygskriticus : "Dat Duitschland het moge beproeven een offensief in 't. Westen aan te gaan, na-dat het er niet in gelukt is in het Oosten, is waarschijnlijk genoeg. Maar dat het een be-stendige verdedigingsliin kan maken in het Oosten zooals het deed in het Westen, is on-mogeiyk. Deafstanden zijn te groot; zoolang als het duitsche leger geen beslissenden slag heeft behaald tegen de Russen, door de ver-deeling van het leger of op ziine minst door de verovering van de Vistule-lijn en de drij-ving van Russen achter een omheining, vmoet het voortgaan met ziine krach ten in te spannen in het Oosten. Die kraGhtinspan-ning is hun aan 't uitbloeden aanmanschap-penenaan 't uitputtenaan bommen veel vlugger dan zij kunnen vei vaardigd worden."Belloc schatda verliezen der Russen op | 600.000 en komt tôt het besluit : "De balansin 't Oosten is niet in 't voordeel van den vijand maar is tegen hem." Dr Van de perre, volksvertegenwoordiger. DUITSCHE VERLIEZEN. Seder' 't begin van den oorlog heeft het Duitsche leger verloren : 123 generaals, 35-667 voetvolkofficiercn, I.550 ruiterijofficieren, 4.247 artillerieoffi-cieren en I.382 officieren van den dienst. Oorl^gsnleuws. ori'EN YZER. In de laatîte dagen hadden we slechts ar-tilleriegevechten aan te stippen. Zij waren bijzonderlijk hevig op Nieuwpoort.en ten zui-den Diksmuide. Met Nieuwpoort te bombardeeren beoogen de Duitscheis nogmaals het stukschieten van de sluizen, want ze kunnen het maar uit hun gedacht niet krijgen dat zulk een werk hen van nut zou kunnen zijn. Zonder ons , al of niet daarmee in te laten kan dit bombardement dan 00k eene andere beteekenis heb-ben als we het in verband brengen met de beschieting ten zuiden Diksmuide. Wel mogeliik mogen we hier het voorspel inzien van eene geweldige duitsche actie die als ondersteuningsoperatie zal uitgevcterd worden voor het offensief dat zich bereidt en dat we in onze laatste kronijk breedvoerig bepaalden. Mogelijk denken ze 00k, de stak-kerds ! dat een machtige en binst verschei-dene dagen aandurende drukking voldoende Izal zijn om het Belgisch leger te kunnen doen plooien. Doch de Duitschers schijnen heel kort van geheugen te zijn en wat ze in Oktober 1.1. niet kofcden bewerkstel-ligen, alswanneer ons leger aoch over uit-? geruste mannen, noch over voldoend mate-riaal, noch over versterkte schansen be-I schikte, zullen ze nu onmogelijk ten uitvoer | kunnen brengen al waren ze de wereld sterk. Daarvoor zullen onze kran.ige jongens wel zorgen. Gerust en met eene merkwaardiçe "kalmte en vastberadenheid wachten ze de dingen af die gebeuren moeten en hun eenig-ste begeerte is ira, nog eens te laten blijken dat deinzen een woord is dat voor hen niet meer bestaat. ) 1 Dit toont genoegzaam aan met welk betrouwen het hoogere legerbe -stuur steunt op onze helden. Hoe zouden we dus kunnen twijfelen aan hun macht en hun kunnen ! Intusschen doen de Duitschers alsof ze in hunne verwaandheid ailes willen doen bui- . î gen. Vreedzame dorpen sparen ze zoo min | als opene steden en onlangs nog werden een | vijftigtal op A... geworpen, obussen dat tôt nogtoe gespaard bleef. De kerk werd J erg getroffen. ROND YPER. Hier gaat het 00k met kleine aanvallen die geregeld door de Engelschen afgeweerd en Iteruggeslagen worden. Voor ons, die onze Engelsche vrienden van nabij, tôt in de loopgrachten zelf, aan 't werk hebben gezien, kan het geen twijfel lijden dat de Duitschers hier hunne pogingen op voile-dige mislukkingen zullen zien afloopen. Uit | jngewonnen inlichtingen blijkt dat we ons in 't korte aan belangrijke troepenversterkin-gen van Engelsche zijde mogen ver wachten. En verklaarde Kitchener niet dat het Engelsche leger met einde Lente heel en al zou ingericht, gedrilti en strijdvaardig staan ? Te meer het jongste succès van Generaal Botha, waardoor nu aile troepen die in Zuid-Afrika opereerden viijkomen, mag ons nog dit vooruitzicht schenken dat wel mogelijk een expeditiekorps uit de Kaap de reeds zoo sterke troepenmachten op 't engelsch front zal komen aanvullen. Generaal Smuts gaf dit jongstleden te kennen en in 't aanzenden van ^irikaansche troepen vond 00k het engelsch gouvernement geen bezwaar meer, nu de oorlog in Duitsch Zuid-West Afrika zoo gelukkig is afgeloopen. Betrouwen we dus op deze Engelsche vrienden ! WESTELIJK FRONT. Nog steeds duurt het duitsch tasten voort op heel het fransohe front. Geweldige bom-bardementen geschieden dag en nacht en hunne woede vieren ze het liefst bot op de kathe-dralen en monumenten die als uitdagende ge-tuigenissen bleven staan van hun vandalen-werk. Zoo isindelaatstedagen, Atrecht'skathe-draal in vlammen opgegaan en zij zelf hebben moeten bekennen, - onder 't belachelijk voor-wendsel dat bij dit kunstgebouw fransche kanonnen opgesteld waren, - dat ze systematiek dit vernielingswerk uitvoerden, omdathun ge- Laatste BericMBn, I - Pa iljs, 12 Juli 15. Nabij ATRECHT (Arras) heeft de vijand, na een g'root getal stik-bommen geworpen te hebben; een aan val gepoogd ten Zuiden SOUCHE1 | maar die mislukte. Rond 2 u. een tweede aanval, waarbij de Franscher \ het kerkhof verloren. Ten Z.-O. NeuviUe-St.-Vaast had daarna 'n wreec | gevecht plaats. In 't Noorden van de Oise, rond Quennevières en Wouvron, ; in ARGONNE artilleriegevecht. In Wœvre geweldige kanonnade. In de VOGEEZEN hebben de Duitschers een mijn doen ontploffen ten Z.-W. Ammertzuiller', de aanval die volgde werd afgeslagen met groote ' TrAr1i#a'7Pn ^;rsnr Hpn VHQTlH » J.JIVOV AX » WJ. " * 1 V J iijcwiwmtK'Miiiicaii'»tpotnm — —■ ' » nww» *" - deeltelijke aanvallen langsSouchezschipbreuk ' leden. Nu op dit gedeelte van 't fransch front eene betrekkelijke kalmte is gekomen, beproeven ze hun peilen op 't meer zuiderlijk gedeelte, tusschen Argonne en de Vogeezen. Dit schijnt onze meening te staven dat langs dien kant wel een verraadsche geweldige aanval zou kunnen gebeuren, gepaard gaande met eene drukking ep het Yzerfront, drukking die j zich dan wel uitbreiden zou tôt op het front ' rond Yper. Intusschen blijven de bondgenooten 00k jj maar niet werkeloos en antwoorden slag op slag. Het mag dan 00k wel veelbeîeekenend heeten dat juist daar op die plaatsen waar de Duitschers hunne pogingen het hardst willen doorvoeren, nog winsten langs onzen kant werden verwezenlijkt. Dat moet opbeu-rend werken ®p onze ietwat ongeruste gexnoe-deren, want het toont ons dat onze bondgenooten op ailes voorbereid zijn, ja selfs zich in staat verklaren een offensief in een tegen-offensief om te zetten waaruit desgevallens voor ons de best- keeringen in de oorlogsge-beurtenisen zouden kunnen gebeuren. IN DE DARDANELLES. Een ambtelijk bericht is verschenen dat de operaties tusschen 9 en 24 Juni vermeld. Daaru't kunBen we opmaken met welke moeilijkheden de strijd in. het GallipoJisch schiereiland gepaard gaat. De trage vooruii-gang moet niet geweten worden aan de sol-daten zelf, die streden met een weerga-loozen moed en schi tterende heidhaftigheid, maar alleenlijk aan den ongunstigen toestand van terrein en deslerke versterkingen der Turken. De held enfeiten, die in de aandurende gevechten gebeurden, zijn dan 00k ontelbaar. Het war. .dan bok te hopen dat een blijvend voordee)'., in 't korte, al deze opofFeringen en gedurage krachtinspanning kwam beloonen. Te Constantinopel heerscht onder de Turksche bevolking eene ware pan tek, niet alleenlijk teweeg gebracht door de oorlogs-gebeurtenissen zelf, maar 00k door de be-smettelijke ziekten die thans in de volkrijke wijken woeden. Ontelbaar zijn de gevallen van choiera die dagelijks bestatigd worden. Heele regimenten van het leger werden er door aangetast en niettegen staan de aile maatregelen, kwam men er niet toe den geesel le bestrijden. Het Duitsche Antwoord. Eindelijk is het duitsche antwoord op de tweede nota van de Vereenigde Staten klaar gekomen. Waarlijk de duitsche diplomatie moet het niet oprecht meenen om slechts zulk stuk na een maand truntelen (de amerikaan-sche nota dagteekent van 10 Juni) de wereld in te zenden. Het is slechts goed om de wereld te verbazen en inzonder om ontstemming bij de Yankees te weeg te brengen. Op de feiten antwoordt het Duitsch gouvernement met leu-gen en ontkenningen. Volgens deze nota zou Engeland alleen verantwoordelijk moeten gesteld worden voor den duikbooten-oorlog. 't Is zijne manier van handelen die het Duitsch gouvernement er toe noopte zijne handelwijze ingevolge te regelen I Het geval van de Lusi-tania moet, volgens deze nota, voor goed nu in den doodboek gelaten worden,want Duitschland beweert (bewijst niet) dat het schip ge-wapend was. Om nu het bestaan van Ameri-kaansche burgers te verzekeren, wordt slechts de Amerikaansche regeering gevraagd, aan de duitsche overheid de afvaarten van Amerikaansche booten bekend te maken, dan zullen middelen getroffen worden om aan de torpe- j deering te ontkomen, indien nochtans deze booten geen oorlogscontrabande vervoeren. i Dit wil zeggen dat Duitschland we! genegen is geen Amerikaansche booten te couleeren indien de Vereenigde-Staten wel willen toestaan dat geen schip zal varen zonder de toestem-ming van den Keizer. En men verwacht nu het gevolg !... Nieuws uit Kales. Eertijds op het front in de dorpen langs de vuurlime en hier weer bij onze Belgen heb ik het âikwijls gedacht hoe wij toch een taai volk zijn, een volk dat door maanden-lang lijden niets verloren heeft van ailes wat het kenmerkte ; dat ailes wat het goed en schoon in zich heeft als een heerlijke openbaii'ng naar buiten heeft getoond, tôt verwondering van dezen die het zagen. Dat we moed hebben, vraag het aan Luik, Pellenberg, Haelen, Mechelen, aan de Scheldeboorden, vraag het aan de vlakten van den Yzer en van Veurne-Ambacht. Dat we fierheid hebben, lees het in het glanzend oog van onze soldaten, lees het op de verwrongen gezichten van die werklieden, die liever honger lijden dan hun kloeke kracht te leenen voor een landverra-dend werk... En dat de leute, de echte vlaam-sche leute niet dood is, wie heeft het niet pe-zien, als onze jongens weer voor eenige uren van de loopgracht waren verlost en zelfs daar, onder den regen van moordend ijzer kon die blijde toon aan on*e zielen niet ge-smoord worden. Ook bij ons hier, bi] ons de ballingen is de leute niet dood te krijgen als we zijn onder ons. 't Is ^en geute zonne-licht neergeworpen uit een donkeren hemel en die ons zeggen komt dat eens van achter de donker gepakte wolken de zonne dagen zal in voile pracht van zomerschittering. Zoo'n geute zonnelicht aan den hemel van ons leven was weder Zondagavond. Altijd meer wordt onze kring bekend, en altijd vinden wij elkander daar weder. Gisteren hadden we het genoegen voor het eerst bij ons te hebben onzen nieuwen Eere-Voor-zitter, den hootdaalmoezenier Z. E. H. Stey-aert. Elken Zondag en dikwijls in de week hopen we hem te hebben onder ons en door ziin werking onzen kring nog te zien komen tôt grooteren bloei, tôt grootere aan-trekkelijkheid voor ons, die in den vreemde een tehuis hebben moeten, waar we zijn onder ons en leven en'zingen onder ods. En nu de avond zelf. 't Was het schoone aan het aangename gepaard. Mooie liede-ren, Fransche eu Vlaamsche kwamen reeds bekende gezichten ons weer zingen. « Créda du Paysan » en « La Charité » spraken Qtis van ons rotsvaste giloof, sterkten ons iu den vasten wil elkaar ook hier te helpen en te trachten ons te laten voelen, hier nog meer dan thuis dat we broeders zijn, lijdend het-zelfde lijden, maar voor dezelfde schoone zaak. En dan kwam weer dat heerlijk mooie, vol zachte melancholie : « Ik ken een lied dat 't hart bekoort... » o ja, « die tijd is lang voorbij » dat wij het zongen op den vrijen Vlaamschen grond, maar weder komt de dag dat 't vlaamsche lied weer zal weerklinken door ons straten, op onze pleinen. aau de wieg van onze kleinen, om Ze van jongs af aan den oorlogszang te teeren. Gij die dit zongt daar gisteren, ik ken u niet, maar ge hebt geroerd wat 't hevigst trilt nu in ons zielen,... Dan vroolijker stukken als Mar-leentje van den vriend Kleintjens enz. en de koddige voordrachten van « den Gentenaar». Daar tusschen in goocheltoeren, vol belang-rijkheid en kunstig uitgevoerd.. Ge ziet, een afwisselende avond, een mengsel van ernst en ronde gulle vroolijkheid. En zie,op 't einde een verrassing. Daar staat de E. H. Beckx recht, garnizoensaalmoezenier van Antwer-pen en die pas van daar komt. In een woord dat pak heeft op de soldatenharten zegt hij de bewo ^dering uit der broeders achter de Duitsche linies voor den taaien heldenmoed van het Yser-leger ; spreekt hij ons van de laffe dwingelandij waaronder Bélgie ligt ge-bukt, een dwingelandii, moest ze duren, erger dan de dood, want zoo roept hij ; tranen in de oogen, « wij Belgen zijn een taai, vrij volk en liever sterven wij dan te leven onder laffe dwingelanden»... Zoo spreken ook wij, zoo spreken allen die het hoorden. A. D. G. m. s. 1,

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
This item is a publication of the title De Belgische standaard belonging to the category Katholieke pers, published in De Panne from 1915 to 1919.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Add to collection

Location

Periods