De eendracht: weekblad voor het Vlaamsche volk

1359 0
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1918, 10 August. De eendracht: weekblad voor het Vlaamsche volk. Seen on 28 March 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/1g0ht2hw5z/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Derde Jaargang, Nr 3a. — 10 Augustus 1918. Prijs : 10 centiemen. Derde Jaargang, Nr 32. - 10 Augustus 1918. DE EENDRACHT Prijs per Jaargang fr. 5.20 » » drie maanden » i.3o Postchekrekening Nr 86. Weekblad voor het Vlaamsche Volk Redaktie en Bureel : Lange Nieuwstraat, 108, ANTWERPEN. Een Politiek Overzicht Lezers hebben opgemerkt dat ik in de laatste weken, nu zich zoo buitenge-woon belangrijke gebeurtenissen omirent de toekomst van Vlaanderen afgespeeld hebben, zoo weinig daarover in dit blad heb gescbreven. Oorzaak mijner onthou-ding was mijn ziekelijke toestand die mij, spijts ailes, rust oplegds. Nu wij vastslellen dat de zaak van den Raad van Vlaanderen, alsmede de rede van den Rijkskanselier en al wat zich daarrond heeft gevlochten toch aktuëel blijft, acht ik -het niet van be-lang ontbloot hieraari nog. een artikel | te wijden. De oproep van den R. v. VI. heeft voor gevolg gehad dat het Vlaamsche vraagstuk zooals nooit voorheen in de vreemde pers is besproken en dat het nu voor goed naast de andere natio-naliteitsvragen voor de wereld is gesteld. Toch is deze proklamatie op zich zelf minder belangrijk dan de uitroeping onzer zelfstandigheid, waartoe de R. v. VI. in zijne zitting van 22 December 1917 besloot en die wij als de grondvesting va'n Vlaanderen's vrijmaking blijven béschouwen. Hoe het dan komt dat de proklamatie van 20 Juni een grootere uitslag oplevert en meer bijdraagt tôt bekend-L. rnaking.pnzt'r beweging in het buitenland? Hier rrfoeten wij zes maanden terug-gaan en de omstandigheden der zelfstan-digheidsverklaring nog eens ten berde brengen. De stemming van den den R. v. VI. op 22 December was eene ver-rassende, onverwachte daad, niet alleen I voor de buitenwereld en speciaal voor de bezettende macht die in de eerste plaats op deze daad moest reageeren, maar ook voor den Raad zelf, die vooral niet grondig genoeg de gevolgen zijner staats-greep en de mogelijkheden, deze te doen erkennen, had overwogen. Deze politieke zet van den R. v. VI. kwam eenigzins te vroeg en trof de Duitsche Rijksleiding gèheel onvoorbe-i reid, zoodat van deze niet dadelijk een I antwoord mocht worden verwacht. Wel ! liet zij toe dat op 20 Januari van dit jaar de stemming van 22 December werd openbaar gemaakt en de zelfstandigheid van Vlaanderen plechtig uitgeroepen, maar deze toelating beduidde nog geene stellingname van Duitschland in dit vraagstuk. Te min wijl de op 24 Fe-bruari volgende rede van den Rijkskanselier de zaak tamelijk duister liet en oôk de Gouverneur-Generaal op 7 Fe-bruari niet verder was gegaan dan de toezegging van von Bethmann Hollweg bij de reis naar Berlijn op 3 Maart 1917. | Hoezeer de aktivisten het ook mochten betreuren, de zelfstandigheidsverklaring door den R. v. VI. was feitclijk voor-loopig niets meer geweest dan een vrome wensch. Nu heeft de proklamatie van 20 Juni ons toegelaten een stap verder te doen op de baan der bevrijding van het Vlaamsche volk. (Wij veronderstelden dat onze proklamatie de inleiding zou zijn van ver-| klaringen der Duitsche .Regeering be-treffende haar oorlogsdoel in het Wes-ten en hare oogmerken met België ®n wij door onze stemming evenzeer de 1 algemeene belangen van den vrede als deze van ons vaderland konden dienen. In sommige middens heeft onze proklamatie geen gunstige indruk verwekt. Wanneer wij echter eene vergelijking maken met de ontstemming die des-tijds de reis naar Berlijn bij de Vla£msch-gezinden verwekte en de aarzeling die op de uitroeping der politieke zelfstandigheid volgde, mogen wij zeggen dat deze politieke zet van den R. v. VI. haast ongemerkt is voorbijgegaan. Bij de beoordeeling der proklamatie moeten wij onderscheid maken tusschen vorm en inhoud. De vorm is bijzaak, de inhoud is ailes. v De vorm: al had de R. v. VI. zijnen oproep kunnen richten « Aan allen », toch is het enkel Duitschland aan wie wij op dit oogenblik steun kunnen vra-gen voor ons streven. Niet voor het Vlaamsche volk, niet voor de Entente noch voor de onzijdige staten was de oproep bestemd, enkel voor Duitschland en met deze omstandigheid moet men bij het beoordeelen van den tekst reke-nen.De inhoud : deze ligt uitsluitend be-sloten in het gedeelte van de proklamatie dat wij hieronder afdrukken : Economisch, politisch en strategisch aan de poorten van Duitschland gelegen, weet Vlaanderen dat zijn Zelfstandigheid eene reéele waar-borg voor Duitschland is, maar ook dat ze zonder Duitschlands hulp niet tôt stand komen kan. Deze Zelfstandigheid is slechts dan een zekere en voor a'ie tijden onaantastbara grond-slag voor onze nationaliteit, als zij een politieke zelfstandightid it, die eigen en afzonder-lijke nvetgeving, regeering en rechterlijke macht bezit, en on» mogelijkheid schenkt onze poli-tische, economisrhe en kuitureele belangen zoo te regelen geiijk de natuurlijke bestemming van Land en Vo'.k het v«reischt. In het voile bewustzijn- onzer verantwoorde-lijkheid tegenover ons Volk, gelooven wij daar-om. dat Vlaanderens bevrijding vaft aile ver-franschende macht, ook Duitschlands bevrijding van vijandelijke bedreiging in het Westen beteekent, Stamgemeenschap. geschiedenis, zelf-behoud, wijzen Duitschland en Vlaanderen naar hetzelfde doel : E-FN VRIJ ZELF5TANDJG VLAANDEREN. De zin dezer woorden is klaar genoeg en waar b. v. eenige Hollandsche bladen in dezen oproep een aanbod tôt aanhechting en aansluiting hebben ge-zien, geven deze aldus ten klaarste be-wijs van kwade trouw. Het antwoord van Duitschland op dezen oproep is gekomen onder vorm van een artikel in de « Kôlnische Zei-ting ». Wie de wegen en middelen der Duitsche diplomatie kent, weet dat het immer, b.v. ten tijde van Bismark, ge-bruikelijk is geweest, zich van de bladen te bedienen om officieuse en offici-cieele mededeelingen te doen. Voor wie echter aan de bron van dit artikel zou twijfelen, is k»rt daarop de brief van den Gouverneur Generaal aan den R. v. VI. gekomen, waarbij de vertegen-woordiger der Duitsche Rijksregeering in België zich met dit artikel eens ver-klaart.Over de strekking van dit antwoord hebben wij ons niet verder in te laten, daar het voldocnde gekend is, cvenals ook de aanspraken die de Rijkskanselier op 11 en 12 Juli over België hield in de hoofdkommissie van den Rijksdag. De rede van den Rijkskanselier en het artikel van de « Kôlnische » moeten in onderling verband worden beschouwd, zoodat het klaar is dat zij elkander aan-vullen. Heeft Graaf Hertling met scherpe duidelijkheid tôt uitdrukking gebracht, dat Duitschland op geene wijze eene aanhechting van België. onder welken vorm dan ook, voor deel heeft, het officieuse artikel van de « Kôlnische » laat evenmin aan duidelijkheid te wen-schen over, waar het verklaart dat België niet meer tôt stand komt naar het vroe-gere model als centraliseerende en fran-ciseerende staat, maar wel onder vorm eener statenverbindig van Vlaanderen en Wallonie (reëele unie zooals Oostenrijk-Hongarië), waarbij aan elken staat eigen wetgeving, bestuur en rechtspraak ver-leend wordt voor zijne inwendige aan-gelegenheden. Deze uitspraak van de Duitsche regeering brengt het Vlaamsche vraagstuk eenen flinken stap dichter bij de oplos-sing. Zooals wij dadelijk in ons nummer van 6 Juli deden opmerken, bevordert zij ook de eendracht onder de Vlamin-gen, wijl zij een der meeningsver?chil-len (de souvereine itaat Vlaanderen) van de baan helpt en de vijandschap der passieven, die vooral geen aanslag tegen het voortbestaan van België wilden ple-gen, niet langer gewettigd laat zijn. Hebben wij hierboven terloops gewe-zen op de houding der Hollandsche bladen, die zich over het algemeen antipatiek over de daden van den R. v. VI. en de aktivistisehe beweging hebben uitgelaten, van meer belang is het den indruk na te gaan die de laatste gebeurtenissen* in Duitschland hebben verwekt. Uit gezaghebbendë bron vernamen wij dat de bekendheid met de Vlaamsche beweging eçn reuzenstap vooruit heeft gedaan en deze op den voorgrond staat van aile politieke besprekingen. Dit is aeker geen geringe uitslag daar de aktivistisehe beweging vooral op den steun van het Duitschê rijk gerekend heeft om het Vlaamsche vraagstuk door de Vredeskonferentie op voordeelige wijze te doen oplossen. Is de belangstelling voor het streven der Vlamingen in hooge mate gaande gemaakt in al de lagen van het Duitsche volk, en in al de politieke partijen, daarmede is echter nog niet gezegd dat de beoordeeling van het Vlaamsche vraagstuk onverdeeld gunstig is en het belang dat de zelfstandigheid van het Vlaamsche volk voor Duitschland oplevert algemeen wordt erkend. Wie b. v. dagelijks de bizonderste Duitsche bladen doorloopt ontdekt dadelijk de ongewone verschillen die zich in de zienswijze der onderscheidene pers-organen openbaar maken. Men kan dan ook allerminst spreken van één Duitsch standpunt die in de pers verkondigd wordt, maar wel heeft men te doen met evenveel vencheidenheden in de beoordeeling van de Vlaamsche poiitiek als er schrijvers zijn. Deze kennen tôt drie groote groepen herleid worden. In de eerste groep vindîn wij de annexionisten, «le allduitschers en anderen die op het standpunt van den Duitschen vrede staan. Onder andere waarborgen om de machtspositie van het Duitsche rijk na den oorlog te verzekeren noemen zij eene min of meer ver gaande aansluiting van Vlaanderen, die hem, door militaire en maritieme bezetting van de Vlaamsche kust en van de verkeersmid-delen, zou toelaten Vlaanderen als een bruggehoofd en uitvalspoort tegen En-geland te gebruiken. Deze meening is vooral vertegenwoOrdigd door de « Va-derlandsche partij », Gerust mag men zeggen dat deze groep enkel eene minderheid vertegenwoordigt. Daartegenover staat eene tamelijk ver-breide meening bij een gedeelte van des aanhangers der « meederheidspar-tijen », de voorstaanders van den <: Ver-sichtsfrieden », die in de Vlamenpolitiek een beletsel tôt den vrede willen zien. 't Is het bekende standpunt van de « Vorwarts » en van de groote hoop der sociaal-demokraten. Dit prijsgeven van het Vlaamsche volk wordt eveneens ver-dedigd door de « Frankfurter Zeitung » en « Berliner Tageblatt ». Tusschen deze twee groepen die een ongunstig standpunt in zake de Vlaam-Vlaamsche zelfstandigheids-beweging in-nemen, staat het regeeringsstandpunt dat in de laatste weken veropenbaard is geworden. Zooals wii hierboven onze tevredenheid over de regeeringeverkla-ringen hebben uitgedrukt voegen wij er hier bij dat het in het welbegrepen be lang der Vlaamsche beweging ligt het huidige standpunt van het officiëele Duitschland openlijk bij te treden en het van aile afwijkingen naar de eene of andere zij de te helpen vrijwaren. Met het oog hierop is een breed ar-beidsveld opengelegd aan de Vlaamsche propaganda en aan de voorlichting der openbare meening in Duitschland over de» aard en de veelzijdige gezichtspun-ten van ons streven. Deze beschouwingen leiden er ons ten slotte onze aandacht nog eens te ves-tigen op de verschillende stroomingen in de Vlaamsche beweging en op het al dan niet gewenschte van het voortbestaan der verschillende richtingen voor de toekomstige ontwikkeling van onzen strijd. Het Unionistisch standpunt, dat voor het Vlaamsche volk de grootst moge-lijke zelfstandigheid wil binnen een vrij, onafhankelijk en on\ijdig België, zege-viert op dit oogenblik. Het Jong-Vlaamsch ideaal van den Souvereinen Vlaamschen staat, hoe verlokkelijk het ook moge zijn voor elk stambewust Vlaming, is ten slotte eene politieke onmogelijkheid gebleken en kan nog enkel als toekomstbespiegeling blijven bestaan. Welke gedragslijn zal de extremisti-sche richting voortaan volgen T Kan het gewenscht zijn dat zij blijve vasthou-den aan «le tôt heden gevolgde ideaal-politische lijn. of dat zij, in het belang van de geheela Vlaamsche beweging, rekening houdende met het voltrokken feit, evenals de Unionistische groep aan realpolitische overwegingen toegeven ? Het antwoord kan naar ons oordeel niet twijfelaehtig zijn en moet in de tweede richting gegeven worden. Te 'meer daar het vasthouden aan de Jong-Vlaamsche eischen een werkelijk gevaar voor het welgelukken van onzen strijd oplevert. Zien wij b. v. niet dat het Jong-VIaamsche streven onze beweging in een ongunstig daglicht gesteld heeft, niet enkel bij de groote volksmassa in Vlaanderen en in de onzijdige landen, maar ook, wij kunnen het bevestigen, in Duitschland ? Wij zouden het jjdus onverantwoor-delijk achten indien de eisch van de Vlaamsche Soevereine Staat als een pro-grammapunt van onze oorlogsbe^veging behouden bleef. WILFRIED. REGEERINGSBELE1D. Men verwijt ons wel eens dat wij het maar niet eens kunnen raken over den staatkundigen vorm, dien wij aan onze nationale aspiratieswenschente geven. Als we sommige tegenstanders mochten gelooven, zou het een onvergeeflijke zwak-heid, een misdadige lichtzinnigheid van de aktivisten zijn, dat zelfs de leiders niet weten te zeggen welken vorm het verband met Wallonie aannemen moet, hoe zij zich het centrale organisme voorstellen dat het federale rijk naar buiten dient te vertegenwoordigen, zonder aan de volledige politieke autonomie van beide landsdeelen afbreuk te doen. Wij ook hebben de poiitiek van die aktivisten, die maar opkwamen voor de zelfstandigheid van Vlaanderen in om 't even welk staatsverband, een tamelijk waaghalzerige malheid gevonden. Omdat het, zoolang de heele wtreldbol niet in een federale republiek herschapen wordt, juist de groote vraag was in welk poiitiek verband het Vlaamsch staatswezen met de veiligste waarborgen van eigen zelfstandigheid kan ingeschakeld worden. Maar dan is 'het toch ook waar dat wij dadelijker en praktischer taak hadden in het overnemen der uitvoerende macht uit de handen van het oude regiem. Dan is het ook waar dat de definitieve politieke status in laatste instantie toch niet van onzen wil en onze wenschen alleen afhangt en tal van problemen) thans te verwikkeld om er een weg in te vinden, zoodra de tijden- rijp zijn met die vanzelf-sprekende geleidelijkheid die de afwikkeling der gebeurtenissen"1 regelt, meer voor de hand liggende, met den dag duidelijker zich afteekenende oplossingen zullen krijgen. In officieel Belgische kringen wordt de poiitiek in elk geval niet zoo veel ernstiger opgevat dan bij ons. Wij raden een der bestrijders van Dosfel's Ver-weerschrift, die zoo'n groote oogen opgezet heeft bij den bekenden passus: « Wil men eenvoudig, dat de Koning andere ministers benoeme ? Zullen het betere \ijn ? Kan de Koning dit nu doen ? Wil men het Koningschap df-schaffen ? Wil men een onder Uorsten-huis ? » maar eens aan de openingsrede te lezen, waarmee Mr. Theodor, afge-vaardigde voor Brussel de vergadering der Belgische parlementsleden,teSte-Adresse ingeleid heeft. (1) Te oordeelen naar het verslag in N.R.C. werd er nogal kritiek in geoefend op het beleid der regeering. Maar het meest verbluft ons de passus waarin de vraag gesteld wordt, « welke positie 'België in het concert der geai-lieerden inneemt ? » « Is ons land nog altijd on\ijdig of is het met die on\ijdigheid gedaan sedert een der mogendheden, die \e gewaarborgd, het verdrag claaromtrent had verbroken 1 Heeft on^e regeering \ich een poiitiek afgebakend ten aan^ien van den toekomstigen politieken status van België ? Zal België weder on^ijdig worden of \al het volkomen soeverei-niteit verlangen met aile rechten en aile verantwooi delijkheid die daaraan vast^itten ? » Na vier jaar oorlog moeten de parlementaire vertegenwoordigers van het souvereine volk zich nog afvragen welke plaats hun land in het concert der geallieerden eigenlijk inneemt. Wat een zuiver en klaar regeeringsbeleid moet het zijn dat thans de vraag nog onop-gelost laat of België nog onzijdig is of eenzijdig gebonden aan de Entente-politiek. Net of die vraag slechts een akademische beteekenis heeft en geen invloed oefent op de oorlogspolitiek. Men gaat de roekeloosheid begrijpen waarmede Havere zich aansloot bij de besluiten van de ekonomische konferentie van Parijs. Zoo spelen die heeren met het lot van ons land. L. Uit ons Martelaarsboek E. P. van Linden. Linth. Redemptorist in 't klooster te Antwerpen. Preekte iederen Zondag in de sol-datenmis te Wulveringhem. Gekend om zijn vlaamschgezindheid. Altijd was er een man van dçn veilig-heidsdienst in de kerk om hem te vangen in zijne woorden. Dat bleek uit het volgende briefje v.tn Hoofdaalmoe- . zenier Bert : Mon cher Aumônier, Jusqu'ici je n'ai pas encore reçu de réclamations par rapport à votre sermon de dimanche dernier. Daar zijn invloed op de Vlaamsche soldaten te groot werd verbood men hem voortaan nog in 't Vlaamsch te preêken. Den Zondag daarop volgende begon hij dus in 't Fransch. De Vlamingen trokken buiten, dit ziende roept bij : Mes chers amis, je vous prie de rester. Doch daar ze niet luisterden, herhaalt hij in 't Vlaamsch : Vrienden, blijft als 7 u belieft. Toen allen naar hunne plaats teruggekeerd waren begon hij « Ik versta u, jongens, gij wilt aangesproken worden in de taal die uwe moeder u spi ak, toen ^ij u het kruisteeken leerde maken en de namen van Jésus en Maria leerde (i) Zie De Éendracht nr 3i, kol. 417.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
This item is a publication of the title De eendracht: weekblad voor het Vlaamsche volk belonging to the category Oorlogspers, published in Antwerpen from 1916 to 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Add to collection

Location

Periods