De eendracht: weekblad voor het Vlaamsche volk

1251 0
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1918, 15 June. De eendracht: weekblad voor het Vlaamsche volk. Seen on 19 April 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/kd1qf8mb0d/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Derde Jaargang, Nr 24. — i5 Juni 1:918. Prijs : 10 centiemen. Derde Jaargang, Nr 2.4. i5 Juni 1918. DE ENDRAACHT Prijs per Jaargang fr. 5.20 » » drie maanden » i.3o Postchekrekening Nr 86. Weekblad voor hot Vlaamsche Volk Redaktie en Bureel : Lange Nieuwstraat, 108, ANTWERPEN. HET KABINET COOREMAN. Voor wie zic!i een klaar. gedacht wil vormen over de ministerwisseling die zich in Havre heeft voorgedaan, is het niet geraden veel hladen en persbeoor-deelingen te lezen. « Quot capita, tôt s en sus » is hier 00k het geval. H 1 otîîciëele communiqué zegt dus dat de Broqueville heenging om verschil van inzicht nopens de wijze van regee-ren. Dit wordt zôô uitgelegd, dat de Broqueville, hierin aangemoedigd door zijne pérseamatïlla, Neuray e. c., Steeds meer en meer autokratiscli was gaan optreden, wal ten langen laatste niet meer naar den zin was, noch van zijne medeministers, noch van het handvol parjeinentsleden die in het buitenland verblijven. Deze uitleg is niet onaannemelijk. Alhoewel er dan dient bijgevoegd dat dat verschil van inzicht zich dan toch feitelijk moet gekonkretiseerd hebben in meenirigsverschillen ten opzichte van een of meer bepaalde vraagstukken der bin-nen- of buitenlandsche politiek. Logi-scherwijze is dan 00k aan de meer bepaalde redenen, die rechts of links voor het ontslag van de Broqueville aangegeven worden, eene zekere waar-schijnlijkheid te hechten. Als dusdanig zijn n. m. zijne houding tegenover de Vlaamsche beweging, -zijn standpunt in zake het ekonomisch verbond met de "ÏÏirtcvûcla 1 iv-lcii, *' v'r, ^vacKmg vas zi-jil ministerie voor de nationale wedërop-bouw, de door hem in beschermin;; genomen annexionistisclie drijverijen en andere meer. * % ¥ Voor ons, Vlamingen uit het bezette gebied, en vooral voor de aktivisten, is dit ailes niet van overwegend belang. In zekeren zin kan het ons vrijwel koud laten of het nu de Broqueville of Cooreman is, die het Haversch (of avei'rechtsch ?) regeeringsroer in handen houdt. Want indien van zekere zijde het aankomen van Cooreman voorgesteld wordt als eene Vlaamsche overwinning of als eene aanwijzing dat Havre den Vlaamschgezinden weg of allérminst eene politiek van inschikkelijkheid ppwil; — indien van den anderen kant de « Echo belge » zich in het zweet stelt ont te bewijzen dat de Broqueville (die z. g. onder den invloed van Helleputte zou hebben gestaan) gevallen is, wijl hij naar toenadering streefde tôt de aptivisten in het bezette gebied, — wij kunnen onze houding naar dit woordengehaspel niet richten. De t-ijd is voorbij dat de leidende Vlaamschgezinden zich aao strooipijlen vastklampten en zich lieten foppen door sluwe politiekers, bij wie zij in hun /.msbegoocheling eenige Vlaainschgezind-lieid veronderstelden. Zoo Werd destijds Mgr. Mercier door eenige Vlaamsche snullen aanzien als zijnde de Vlaamsche beweging genegen ; zoo werden verkapte Franskiljons, als Franck te Antwerpen, Nobels te St Niklaas, Biffer te Gent, de VVaal Poullet te Leuven, door de Vlaamschgezinden op de kussens ge-bracht. Maar dit is het verleden en wij hebben aile reden om in die betreurens-waardige fouten niet te hervalle'n. Passieven, die zich nog altijd vermeien în de blijde verwachting, dat de Haversche regeering, bij hare «triomfantelijke terug-komstx,hetV'aamsche volk tôt belooning van zijn lijdelijkheid, de vervulling van al zijn verlangens als een feestgerecht zal opdisschen, blijven natuurlijk in hun roi, wanneer zij hunne door de Broqueville teleurgestelde verwachtingen op Cooreman overdragen ! Wij echter zouden blijkcn geven van eene verre-gaande lichtzinnigheid, wanneer wij «Hosan'nah» riepen alvorens den Messias te hebben erkend. * * * Cooreman is een Vlaming die de Vlaamsche volksziel kent, en als dusdanig kunnen wij hem verkiezen boven den Franschfhan de Broqueville. Ook heeft hij zich in het verleden laten kennen als een schrander man, die door zijn politieke takt en lenigheid de al-gemeene sympatie in de parlementaire middens verworven had. Ik zie hem nog in September 1909 op het Katholiek Kongres te Meclielen als bemiddelaar optreden op de storm-achtige vergadering, waar de Vlamingen van Mgr. Mercier de vervlaamsching van het vrij middelbaar onderwijs opeisch-ten' Ik lioor hem nog zeggen « Er mogen uit deze vergadering noch over-.winnaars noch overwonnenen gaan. » Inderdaad volgde op Cooreman's bevre-digingsvoorstel de stemming van de wet Franck-Segers, die aan de Vlamingen eene gedeeltelijke voldoening schonk. Maar eene onuitwisbare vlek op Cooreman's politieke loopbaan, is zijne houding tijdens de Gentsche tentoonstelling in 1913, waar hij, evenals Braun, Cop-pieters de Hemptinne, Casier, en anderen hand in hand ging met de Fransche minisler David, de Fransche gezant Klobukowski, de Fransche Konsul-ge-neraal Crosier en andere vertegenwoor-digers der Fransche regeering. Dezen kwamen te Gent de intrede van België in de Entente bezegelen en hun veto uitspreken tegen de vervlaamsching der Gentsche hoogeschool. ★ * & Tegenover het kabinet Cooreman nemen wij eene afwachtende houding aan. De activisten die zich als grondbe-ginsel gesteld hebben, hun Vlaamsch recht te aanvaarden van wie het hun geven wil, zouden zich om elke toege-ving van wege de Haversche regeering verheugen. Met dien verstande echter dat wij niet schijntoegevingen of met kreupele oplossingen te paaien zijn, maar dat niets ons van den eisch van vol-komen zelfstandigheid van het Vlaamsche volk en erkenning der ée'ntaligheid van Vlaanderen afbrengen kan. Hier-omtrent is geene transaktie met de Bel-gische regeering, hoe goedgezind zij ook moge schijnen,' mogelijk. Veel zal voor de toekomst van den Belgischen staat afhangen van de houding die het Kabinet Cooreman tegenover het Vlaamsche vraagstuk zal a.an-nemen.Het kabinet de Broqueville bleek tegen elke redelijke oplossing gekant. Zijne anti-Vlaamschgezindheid wettigde ten voile de afkeenge houding der aktivisten. Het' huidige kabinet zal de beslissende daad moeten stellen. Daarin zetelen mannen als Cooreman, Helleputte, Van de Vijvere, Segers, Renkin, Poullet en Van de Velde, die allen tijdens hunne politieke loopbaan ruimschoots gelegen-heid hadden zich bewust te maken van de verzuchtingen van het Vlaamsche voll^ Mocht zulk kabinet in de tegenwoor-dige omstandigheden onbekwaam, on-machtig of onwillig blijken, het Vlaamsche vraagstuk op afdoende wijze op te lossen en den rassenstrijd in België te beëindigen, dan werd daardoor het on-omstootbaar bewijs geleverd dal de Via* minge'n van de Belgische regeering geen heil meer kunnen verwachten en dat de Belgische staat in zijne huidis inrichting in principieele tegenstrijdig heid is met de levensvereischten va het Vlaamsche volk. Kunnen Vlamingen, die het aktivisn niet aankleven, de verandering "in c Belgische regeering hoopvol begroetei wij ook, zij het dan misschien niet i dezellde gemoedsstemming. Het Pielgisch stelsel speelt zijn laats troef uit. Zal het den slag thuis halei Wij wachten af. WILFRIED. xisr sacowc^^Eîiva: St-LUTGARDIS. Katholieke werkdadige Vlamingen, ver-langt u troost en opbeuring te midden Yan den bitteren strijd ook tegen de franschgezinde hoogere geestelijkheid ? Komt u dan vermeien langsheen de heilig lichte levenslanen onzer • Vlaamsclie Patrones der Heilige Luitgaarde. Zij is nog te weinig gekend, wordt nog te weinig aanroepen, deze heilige Maagd uit Limburg; alhoewel uit zoo menige bladzi;de van haar leven de bevestiging straalt van onzen Vlaatnschen strijd. Aan-schouwt dan even slechts eenige Vlaamsch schitterende diamanten geregen aan haar zuiver gouden levensdraad ! De heilige Luitgaarde leefde veertig jaren in bet klooster U wiers met zusters -d-ie niet «.iclei's dan Fr.uisch sprakeu n tocli heeft ze nauwelijks zooveel van die taal kunnen leeren, dat zij brood kon vragen als zij honger had. (i) Bij mirakel verstond zij de personen, die bij haar om hulp kwamen en slechts Fransch kenden en (i als sij in de duytsche taie eenighe persoonen aenspraeck, die de duytsche taie niet en konden, wiert zij van hun mirakeleuselijk verstaen. » (2) Maar, wanneer mensclien,die Vlaamsch en Fransch kenden, haar aanspraken in het F> ânsch, verstond \ij geen enkel woord van hetgeen $e \eiden. * * * Zoo spreekt er voor vele Vlamingen een luide les uit het leven dezer een voudige kloosterzuster. Trouvvens, aile heiligen trachten naar de volkoir.en ge-lijkvormigheid met Christus en ook deze eigenaardige trek der Heilige Luitgaarde komt geheel overeen met het leven van haar goddelijken Bruidegom. Was Hij ook niet geboren uit een klein volk, op het oogenblik dat de Romeinsche adelaar de ganscli beschaafde wereld over-vleugelde ? En de goddelijke leer van het Evangelie, die door de eeuwen heen aile volkeren tôt zich moest trekken, werd door Hem immers niet verkondigd in eene internationale taal, maar wel ■ in de volkstaal van het kleine Palestina. Volgden de apostelen niet zijn voorbeeld^ Door een wonderlijke gave van den Heiligen Geest zelve werd op Sinxendag de verbaasde menigte uit aile wereld-streken te Jerusalem toegesproken elk in zijn eigen taal. Schreet over groote Ruusbroec, de wereldberoemde niet in zijne en onze moedertaal ? Was het goddelijke weiktuig in het wonder van LourSes niet de eenvoudige Bernadette die door de Heilige Maagd werd aangesptoken in de gewestelijke spraak ? H5 * * Het is treilend, vooral voor ons Vlamingen, dat de feestdag van de Heilige Luitgaarde juist valt in. het midden der maand Juni, toegewijd aan het Heilig (1) Bolland. Yita St. Lutgàrdis, bladz. 196. ^ (j) P. Ribadineira en de H. Rosweydus, Generale legende der heilighen. lfven van de TT T Kl ^ » Hart van Jésus. Langen tijd immers vôôr Christus de twaalf beloften mededeelde aan Margaretha Maria Alaeoque, was Luitgaarde een vurige minares van het Heilig Hart van Jésus zoodat men haar ook noemt Luitgaarde van het H. Hart en de geschiedschrijvers van haar getui-gen : de H. Luitgaarde is het eerste voorbeeld der ijveraars van het Heilig Hart van Jésus. Dit jaar werd in aile kerken van het Vlaamsche land plechtig gevierd de vijf-tigste verjaring van de toewijding van België aan het H. Hart. Voor sommige geestelijken echter schijnt van de gods-dienst en de heiligste godsvrucht weer een middeltje tôt aanvuring van eene valsche vaderlandsliefde onder het simpel geloovige volk. Wii, katholieke activisten, mogen nie dulden, dat men van de heiligste dingen misbruik maakt om onze werking te verguizen. Daartegen verzetten wij ons met woord en daad en wij ook nemen onzen toevlucht tôt het gebed en het Allerheiligste van Jésus. Wij bidden : O, Heilig Hart van Jésus, door de voorspraak onzer Vlaamsche Patrones, leer ons Vlaamsche volk en vooral aan zijne leiders dat er voor u geene rassen bestaan om te hcerschen en andere om te dienen ; leer hun door het voorbeeld der Heilige Luitgaarde, dat ook het een-voudigste meisje van een klein volk, niets kennende en sprekende dan hare moedertaal, waardig i' uw iiitverko>'en bruid te worden en geplaatst op de altaren der Kerk. Maak ons volk door en door Vlaamsch ; maak van ons volk een heilig volk ; want ons volk kan enkel heilig worden wanneer het wordt het zelfstandig Vlaamsche volk, dat enkel en alireen door de uitbloeiïng van zijn eigen zuiver Vlaamschen aard, met de hulp der Vlaamsche taal, groot wordt in zijn eigen Vlaamsch zijn tusschen aile andere volkeren. Gij toch hebt ons volk Vlaamsch geschapen en enkel in Vlaamschen volksbodem zal Uwe genade kunnen gedijen tôt eeuwig rijpen zielenoogst. De Genade immers verre van met de natuur in strijd te liggen, dient slechts tôt hare hoogste vervolmakie. O Heilig Hart, men beschuldigt ons, dat wij zondigen tegen de vaderlandsliefde omdat wij strijden tegen de eenmaking van Vlaanderen en Wallonie en zoogezegd tegen het gezag. Ja, wij kunnen ot mogen U het België van vôôr den oorlog niet toewijden, waarin de eenheid berustte op de heerschappij van het iransch element en de verdrukking van het Vlaamsche volk ; wij moeten ons verklaren tegen een overheid die groote-lijks aan hare plichten te kort komt en tegen aile machts- en ge^agmisbruik. O, H. Hart, door de voorspraak der Heilige Luitgaarde geef aan het Vlaamsche volk zijn zelfstandigheid, den besten waarborg tôt het behoud van zijn geloof en christen Vlaamsche zeden, het beste verweermiddel t^gen den verderflijken Franschen invloed, de eenige mogelijk-heid om U voor immer ons volk toe te wijden in een vrij, onafhankelijk België. Lu PI. Geesteiijke stroomingen. Aan het weefgetouw der tijden. Wir bekcnnen uns zn dem Gpschlecht lias ans dem Dunlden in dac; Helle strebt. P, Roiireach. Gerugsteund door den invloed der philosophie van J.J. Rousseau— wier verre vertakkingen weer zijn te vinden in de geheimste verzuchtigen van enkelè vrijzinnige Renaissance-menschen;—niet heel en al bewust gestuwd dojr het cynische athe'isme van Volaire, is de Fransche Revolutie, wier geschiedenis langs vele dool- en omwegen van tôt extremen gaande volksfurie loopt, (toch dienend tôt verdieping en alzijdig-dyna-mische inwerking op aile gebied) in het Europa der 19e eeuw geworden de wegbereidende factor voor het sterk ge-prononceerde individualisme dat geheel die eeuw dragen zou. In de Napoléon figuur hait zich deze tendens in meest prangende gestalte. Erkend drager der ideeen van een jongere generatie, man der revolutie, toont hij eerst aan wat het machtige uitdiepen der sterke persoonlijkheid ver-mag. Over geen enkele buitengewone hoogere bekwaamheid — behalve een stalen uithoudingsvermogen beschikkend, wrocht hij met de pijnlijke haast zijner nerveuse hand meer dan de onpraktische, would-be sprookjes-gracieus-doende ko-ningen in tien eeuwen vôôr hem deden. Zijn werk was het werk van één m,an. Die hem omringden zijn beste werktui-gen, alhoewel hij zeer humaan, met de allergewoonste concessies aan omstandigheden, omgeving, oogenblikkelijke opwinding enz., een goed mensch was. Wat hij deed was het werk van eene persoonlijkheid, van den man Napoléon. Niet van den vorst. Want vorst is de man Napoléon nooit geweest. Hij was volksman. Een scherpe geest en een zeer vaste hand. Een ziel vol Ahnungen, intuitief weten of voorvoelen. Maar het europeesche conservatisme, de massa geest, weinig ontwikkcld, rnoei-lijk op te zetten tôt een daad, dan, eenmaal verblind, zot-geweldig losrollend op een fataal overschreden doel, werd wakker, kwam in opstand tegen één man, (niet tegen het volk, niet tegen den vorst). En het werd een heroïsche strijd van den éénling met allen. Is symbolisch de materieele nederlaag van één man, voor het lot van het individualisme in de 19e eeuw ? Wellicht. Maar Napoléon verloor nooit zijne indi-vidualiteit tegenover de massa. Tôt het bittere einde toe bleef hij de sterk-levende man. Maar hij voelde aan den lijve dat ook met den enkeling het werk van den enkeling ten onder gaat. En dit is dan ook de kiem en oorzaak der dood van het Individualisme. De mensch is allereerst een sociaal wezen. Werkt en leeft hij niet in dien zin dan wreekt zich vroeg of laat de maatschappij op hem en zijn werk dat niet maat-scliappelijk al-menschelijk is. Eene sterke persoonlijkheid werkt op de minderen rondom. .Voert ze booger op en sterkt ze. Zoo Napoléon, nevens het epische van zijn gestalte i ijzen anderen op. Hij als middenpunt. Zij rond hem. Hij het licht,. « qui move le altre stelle ». En deze ook bloeién rijkelijk op. Zoo bereidend den weg, door het scheppen en versterken van persoonlijkheden tôt het Individualisme. Nadat in Frankrijk de laatste degens in panoplie gehangen waren, in muf-ruikende oude ontvangstsalons, stond er een nieuw geslacht op. Het was geen wonder dat Napoléon, die volstrekt geen artistiek aangelegd man was, in de kunst slechts zag een middel tôt réclamé. Dat hoorde bij het uiterlijk weinig pom-peune, alhoewel zeer-zôô doende van zijn verschijning. Zoo hoorde het kro-ningstafereel van David bij zijn parvenu-achtig-pontifîeerend gebaar. Het ceremo-nieus-akademische der classieke school is daaruit te verklaren. Elke tijd heeft als kunst de uiting van zijn innigst begeereti. Elke kunst zegt wat de kul-tuur, wat de mensclien zijn waar ze in 'leeft. Zoo ook toen. Napoléon verdwe-nen, kwamen andere machthebbers. De geweldige dadenorgie waarin het vorige geslacht zwolg was allerlamentabelst weg-gespoeld. De _ daad was dood en liet

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
This item is a publication of the title De eendracht: weekblad voor het Vlaamsche volk belonging to the category Oorlogspers, published in Antwerpen from 1916 to 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Add to collection

Location

Periods