De gazet van Leuven: weekblad voor het arrondissement Leuven

2161 0
04 November 1917
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1917, 04 November. De gazet van Leuven: weekblad voor het arrondissement Leuven. Seen on 19 March 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/ft8df6kx4v/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Tweede Jaargang, nr 44 Prijs per nummer : 5 centiem. Zondag, 4 November 1917. I—I ABONNEMENTSPRIJS : — Per jaar .... 2,50 fr. □ Voor 6 maanden . . 1,25 fr. Voor; 3 maanden . 0,65 fr. Allé Briefwisselinq te zenden : 148, Naamsche Vest, 148, LEUVEN i Poatoheok-rekenlng Nr 242 Elke medewerker blijft verantwoordelijk roor zijn opstel. Ongeteekende brieven of bijdragen worden nlpt i" «anmerting genomen. Haiiarchriften worden niet teruggegeven. —il— IIIIIH II..».— Il I I AANKONDIGINGEN : Naar overeenkomst. I j BOEKBESPREKING : Het inzenden van één exemplaar geeft recht op vermelding ; twee |—■ exemplaren op bespreking. DOODGEWONE GEVOLGEN M V VJk/VIJJIII VlilJU VIM I VWVIWJkl Er wordt getoornd dat wij, Vlamingen, zuch-ten onder verdrukking. Is dit geen ophitserij ? Er wordt geweeklaagd dat 011s Vlaamsche volk diep ligt gezonken. Is dit geen zwartkij-kerij ? Er wordt geredevoerd dat de verfransching het gif is, 't welk ons volk doet wegkwijnen, de hiel waaronder het zieltoogt. Is dit geen overdrijving ? « Vervlaamsch », zoo besluit men, « en met het Vlaamsch herrijst de grootheid van Vlaan-deren ». Is dit niet onnoozel ? Laat ik niet ophitsen. Laat ik niet zwart-kijken. Laat ik niet overdrijven. Laat ik me hoeden voor onnoozelheid. En laat ik trachten duidelijk te zijn, en enkel dàt. I. Eendracht en Qelijkvormigheid. In 1830 bevochten Walen en Vlamingen, België's onafhankelijkheid. En België's eerste regeering sloeg aanstonds aan 't werk om 't nieuwe koninkrijk onwrikbaar te maken. Zooals gezeid, bestond het nieuwe koninkrijk ait Vlamingen en Walen ; twee rassen, breed verschillend door karakter, gebruiken en ge-woonten, en hemelbreed door taal. Het spreekt van zelf dat enkel beider echte eendracht de sterkte van den nieuwen staat kon stevigen. Het spreekt van zelf dat er eendracht heer-schen zou, zoo beiden even diep geëerbiedigd werden en even mild door de Staat bedeeld, zoo beiden even rechtstreeks konden opklim-men tôt de ambten, zoo beiden even gemak-kelijk zich bekwamen konden om te bemach-tigen het dagelijksch brood voor het lichaam en de ontwikkeling voor den geest : twee rassen jubelend in 't zelfde recht en strevend in een zelfden plicht, saamgesteld tôt onder-linge bescherming ! Spijts breed verschil in karakter en gewoonten, spijts hemelbreed verschil in taal, hadde sterke eendracht gesmeed wat ze uit Franschen, Duitschers en Italianen smeedde in het drietalig Zwitserland : een onwrikbaar gemeenschappelijk vaderland. Maar België's eerste regeering wilde België onwrikbaar maken, en ze verwaarloosde 't noodzakelijkste : de eendracht. En in plaats van op de eendracht die rotsvast wortelt in de harten, ging ze steunen op het drijfzand der eenvormigheid, der uiterlijke eenheid. Ze meende dat het voldoende was, zoo maar beiden denzelfden naam van Belgen droegen, en zoo beiden zich uitdrukten met hetzelfdewoord. Ze meende dat het genoeg was beiden de-zelfde taal op te leggen, 00k als één van beiden die niet kende. Of liever, ze wilde het graag zoo meenen, omdat die ééne taal 00k de eenige was, gekend door vele grooten onder België's eerste regeering. En ze ver-plichtte de gansche meerderheid van Vlamingen de taal te bemachtigen van de minderheid der Walen. Niet om de éendracht, want het was een verongelijking, een vernedering, een onmogelijkheid, die de Vlaming nooit ver-mocht mogelijk te maken : na tachtig jaren zijn op honderd Vlamingen nog tachtig Fransch-onkundig.Niet om de eendracht, zeide ik, maar om uiterlijke eenheid. En om dit onbereikbare bereikbaar te maken, dreef België's eerste regeering haar dwang door met aile beschik-bare middelen, ten spijt van aile noodlottige gevolgen. II. De Boterham van den Staat. Het eerste, o zoo eenvoudig middeltje lag vôôr de hand. Zoo'n talrijke schare van men-schen moeten in staatsdienst hun brood zoe-ken. Hun kon men gerust en zeker van den uitslag, de grondige kennis van het Fransch als hoofdvoorwaarde voorschrijven. De Walen kon men het heimelijk als een verdienste aan-rekenen, geen woord Vlaamsch te begrijpen. Buiten het Fransch geen zaligheid, zonder Fransch geen staatsbetrekking. Wel zonder Vlaamsch, liefst zonder Vlaamsch. Want hoe minder de beambte, vooral de hoogere ambte naren, uit het Vlaamsch wijs gepaakte, hoe sneller, onfeilbaar, vollediger, hoe uitsluite-lijker Fransch de verschillende besturen zou den worden. En zoo bracht de logische loop der dingen mede, dat de Belgische Staat den Waal beloonde, omdat hij niet zoo ongeriefe-lijk was, even als de Vlaming de twee Belgische talen te beheerschen. En van dien tijde dateert het stelsel zoo ergerlijk-koddig indien het niet zoo hatelijk ware, dit stelsel waarvan een overwonneling verschoond blijft, maar dat de vrije Vlaming niet eens meer onnatuurlijk acht. Van toen af werd ge in België minister zonder Vlaamsch — Hubert, Berryer en hoe-veel anderen ! — maar geen portier van 't mi-nisterie zonder Fransch. Van toen af kan een generaal de Vlaamsche soldaten aanvoeren zonder een gezegend woord van zijn jongens te begrijpen ; maar de jongens geraken niet wijs uit hun rekrutendienst zonder een felle dosis Fransch. Zonder Vlaamsch klomt ge op tôt algemeen bestuurder der Posterijen, maar bracht het niet tôt brievenbesteller zonder Fransch. Ge kendet geen woord Vlaamsch en werdt rechter bij het Beroepshof, maar stelt vaak een vergeefsche cipierskandidatuur zonder Fransch. Aan de Hoogeschool gingt ge doceeren zonder van het Vlaamsch 't bestaan te vermoeden, maar werdt geen bewaarschool-juffer zonder Fransch. Hoe lang kon het dan aanloopen eer de Belgische besturen met Walen en met Fransch waren overstroomd ? De Waal kreeg bezwaarlijk den tijd om aan zijn studiën te denken, of reeds kende hij 't voor-naamste wat van een ambtenaar gevergd werd : want hij kende Fransch — wanneer de Vlaming met zware moeite de eerste begrip-pen van dit hoofdvak aan het studeeren viel. Nu mag ik u wel vragen, - wanneer ge 't zonder Fransch niet eens tôt cipier, portier, be-waarschooljuffer, niet eens tôt ordentelijk rekruut kreegt gebracht, wanneer ge met Vlaamsch alleen te dom waart om door een ambtenaar, een generaal, een minister te worden begrepen, en hoogstens goed genoeg om door een Vlaamsch-onkundigen rechter on-schuldig te worden gestraft ; wanneer ge zonder Vlaamsch de leiding van het land in handen kreegt, — nu mag ik u wel vragen : wie kon nog zoo onmenschelijk-onnoozel zijn om 00k nog aan iets anders dan Fransch, en weer aan Fransch, te denken ? Was 't Vlaamsch nog tôt wat anders goed dan om het maar rap te vergeten ? Bekleedden wie 't niet kenden, de Walen, niet onveranderlijk de plaatsen, die ge niet bemachtigen kondet, zoo ge, na eene grondige kennis van Frartsch 00k nog Vlaamsch durfdet te begrijpen ? Moest ge dan immers niet beschikbaar blijven voor die plaatsen, waar men zich spijts rustelooze verfransching, niet altijd zonder Vlaamsch kon redden ? En moeten aile ambten, waar 't Vlaamsch kon uitgeschakeld, in hooger plaat-selijk of in centraal bestuur, niet — door een doodgewoon gevolg — het erfgoed blijven der Vlaamschonkundigen ? Maar laat ik niet overdrijven. Laat ik u liever stichten door een paar cijfers. Want van 1830 tôt 1917 raakte het Algemeen Bestuur der Posterijen, een bezol-digingetje van twaalf duizend frank, nooit in handen van een Vlaming. 't Was opvolgenlijk voor de Walen Goffaux, Michaux, Vinchent, Gife, Garant, Stassin, Sterpin. Want op de veertig onderzoekers in 't open-baar stapelhuis te Brussel was vôôr den oorlog één Vlaamschsprekende naast negen en dertig Walen. Want de vijf contrôleurs en de drie ontvan-gers waren er respektievelijk vijf en drie Walen. Want bij den Hoogeren Raad van Spoor-wegen is op 8 ambtenaren één Vlaamschsprekende, bij het Algemeen Beheer zijn er 2 op 15, bij het Bestuur van Wegen en Werken 2 op 17, bij het Bestuur van den trekdienst 8 op 26. En bij de Exploitatie, op 42 ambtenaren, dolen de Vlamingen met hun vijven. Want in 't beste ministerie voor de Vlamingen, 't ministerie van Spoorwegen, trekken de Vlaamsche beambten een heel eindje onder het milh'oen, namelijk 853.000 fr. en de Walen zoo goed als twee millioen, namelijk 1.948.600 fr. ('t Vervolgt). Verbanning van Priester Vander Meulen Aanbieding van een gouden kelk INSCHRIJVINGSLIJST geopend door « De Gazet van Leuven » Katholieke Vlaamsche Gouwbond van het arrondissement Leuven fr. 20,60 Opdat het gemeentebestuur van Werch-ter een Vlaamschen stempel zou gebruiken. 1,25 Opdat er zonder uitstel een sanktie kome op de taalverordening van 9 Aug. 1917. 2,50 De gevers gelieven het ons aan te duiden indien zij verlangen dat hun naam niet ver-meld worde. Verdere giften en mededeelingen te zenden aan het bureel van « De Gazet van Leuven ». Men kan het bedrag 00k storten op de post-checkrekening nr 242. Kleine Kronijk De stijging van den broodprijs. Het brood zal eene nieuwe prijsverhonging on-dergaan te rekenen van 5 November a. s. De tegen-woordige prijs van 64 centiem het kilo zal gebracht worden op 68 centiem. Niets is nog beslist wat aangaat een mogelijke verandering in de .grootte van het huidige broodrantsoen. Nochtans zal dit laatste niet verminderd worden, integendeel, de mogelijkheid van een vermeerdering wordt onder-zocht. (N. B. A.) Bekendmaking. Het eiland Oetel. Zooals onze lezers weten is dit Russisch eiland door de Duitschers bezet. Ziehier eenige historische inlichtingen er over : Als men de Deensche eilanden ter zijde laat is Oesel het tweede groote eiland van de Oostzee. Het heeft eene oppervlakte van 2617,9 km2 en ■ telt rond de 60.000, meest Esthnische inwoners, doch 00k een aantal Duitschers. De hoofdstad en terzelvertijd de eenige stad van het eiland is Aren-burg q et ongeveer 4000 inwoners. Slechts weinige van de talrijke bochten zijn voor schopen toegan-kelijk. Het eiland werd bij het begin der 13e eeuw door Waldemar II, van Denemarken bezet, die in Arensburg een fort oprichtte. In 1227 werd het eiland door de zwaardruiters veroverd. In 1559 werd het aan Denemarken verkocht en bleef onge-veer een eeuw onder diens beheer. In 1645 ging het in 't bezit van Zweden over en die verloren het na den Noordschen oorlog aan de Russen, die de vesting Arensburg ten jare 1710 veroverd hadden. Een wereldtentoonstelling te Brussel in 1921 ? Ondanks den oorlog hebben de plannenmakers niet heelemaal verzaakt aan het voorbereiden van grootsche ontwerpen, wier verwezenlijking zij ho-pen te zien, zoodra de Vrede zal hersteld zijn. Zoo geeft de " Nieuwe Rotterdamsche Courant „ van den 20sten dezer een artikel weer, dat verschenen is in het " Tijdschrift van de Maatschappjj van Nij-verheid „ en het volgende zegt : " Wij vernemen uit betrouwbare bron dat een ontwerp opgemaakt is met het 00g op de oprich-ting te Brussel, in 1921 of 1922, van eene nieuwe wereldtentoonstelling. Een konsortium van bankiers heeft het maatschappelijk kapitaal der onderneming reeds gegarandeerd ; dit zal 15 millioen frank be-drageD. Uitgestrekte terreinen langs de Tervuren-laan worden voor de tentoonstelling voorbehouden; in het lagere stadsgedeelte, namelijk in de vlakte van Thurn en Taxis zal men gelijktijdig een tentoonstelling organiseeren, welke ailes zal vereeni-gen wat betrekking heeft op de scheepvaart en de watersport. Een lnchtdienst zal de tentoonstellin-gen verbinden. Het ontwerp voorziet eveneens de oprichting Tan een ruiterstandbeeld van Leopold II, onder een mo numentalen koepel, welke zal verrijzen St-Michiel- , laan. Van uit dezen koepel zal men genieten van 1 het prachtige panorama van Tervuren. Aile groote ' beeldhouwers van België zullen uitgenoodigd wor- 1 den aan dit monument mede te werken. : IETS VOOR IEDERE WEEK In het land van vrede. Beati mortui qui in Domino moriuntur, Voor een paar dagen wandelde ik eens ovei het kerkhof. Er liggen Belgen en Duitschers begraven, ze liggen daar zoo stil, zoo stil, ze weten van geen kanongebrul of krijgsge-schreeuw meer. Ze liggen stil in de laatste loopgracht te wachten op nog levende broers en vrienden. Belgen en Duitschers, ze liggen daar zoo kort bijeen. Zouden ze nu nog lijk vroeger 's nachts uit hunne gracht kruipen en malkaar de hand drukken? Hoort, de wind zucht laag aan den grond, door het mistnat gras. Ze klagen over hun jong leven dat zoo snel en zoo vreugdeloos te niet ging. Wie heeft het zoo gewild ? Ze hooren onze menschenvragen, ze lachen en halen de schouder op. Wie kan zoo iets willen ? Ligt dat in menschenmacht ? Wie zal er God vergeten en zijnen wil aan menschen toeschrijven? Ze lachen samen de Belgen en de Duitschers die daar liggen, ze lachen om de levenden die zoo waanwijs zijn, en zoeken te weten wie onder hen den wil van God gewild heeft ! .... De Vesuvius barste uit en in een mierennest onder aan den berg was er twi,st onder de neejstige diertjes om te weten wie van hen er schuld aan had ! Hoe lachen de dooden die nu in de diepe grafstilte nadenken over onze droefdomme handeling hierboven. Hoe wan-hopig lachen ze omdat ze weten hoeveel ellende er nog volgen zal, hoe de kinderen van zij die gevallen zijn 00k nog vallen zullen. 's Nachts kruipen ze uit hun graf en ze zitten samen, Belgen en Duitschers, dicht bijeen rond eene gebroken zuil, lijk rond een wacht-vuur en ze praten over dien vreemden men-schenwaanzin : hoe ze het niet meer begrijpen dat ze eens 00k zoo waren, hoe God hun ver-geven heeft en hoe ze nu begrijpen dat haat de straf is. Haat en nijd, de menschen hebben het monster groot gekweekt, ze hebben het ge-streeld en schoongeprezen en het is hun meester geworden, ze zijn er door bezeten en niemand onder hen zal het bezweren. God heeft het gewild, het monster zal dood-bloeden met hun eigen bloed. Het monster zal bloeden in vader en kinderen en het zal niet sterven dan in het verre nageslacht. Lang nog zullen de dooden wachten op dooden, en vragen als ze komen : leeft het nog ? hebben ze nog niet begrepen ? Weten ze nu toch einde-lijk wat er gebeurd is en duurt de straf nog voort? Hoeveel geslachten nog eer hetmensch-dom den laatsten oorlogskreet geboet heeft ? Ze zitten stil rond de gebroken zuil gehurkt en luisteren naar het verre kanongedommel. Hoor ze maar moorden, zeggen ze, en lachen wanhopig omdat de menschen toch maar niet begrijpen kunnen. En zij, de Belgen en de Duitschers, ze kijken elkaar aan en ze begrijpen niet meer waarom ze eens elkaar vermoord hebben. Het kwaad is niet meer in hen, hun waanzin is genezen, in hun hart is het monster doodgebloed. ibo. Het leven. Het leven is een Oceaan, Waarop wij, menschen, moeten varen ; Maar velen zijn er die vergaan Door 't roekloos tarten zijner baren. — De plichtsbetrachting, ware deugd, Alleen kan naar de haven leiden. — De haven is het heil, de vreugd, Het oord van goed en zoet verblijden. De klippen zgn én spel, én drank, Die rechtstreeks in den afgrond boren ; Den afgrond vindt men in den draak Om 't hart door overdaad te smoren f P. Lambert. Leest en verspreidt De Gazet van Leuven let best ingelicht blad van het arrondissement.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
This item is a publication of the title De gazet van Leuven: weekblad voor het arrondissement Leuven belonging to the category Oorlogspers, published in Leuven from 1916 to 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Add to collection

Location

Periods