De Landbouwer Weekbîad voor Landbouwera ultgegeven onder medewerklng van het Duitsch Generaal Gouvernement in België. Bo!Q?«obft bt&den mogon u!t < De LandbouwtP > mets ovo^ncmon, sonder» tftlfcana d« b^on U varmolden. %k*X*Sa»MJU*JKlBUW W2. |K I Opstelraad en vcrzending : eizerl. Duitsch Bestwir, afdeel. VII, Naiaenstraut, 10. !j DruKktrij : Stafctsdrufckerlj, Eeuvensche -weg. <f*. || e»M'BTCr<M3<ra«aBE3ES» ^Tr-gwaMitt. MiuaBBsaBsamez Brussel, 1 4- M a art 1917 A.ANKONDIGINGEN : 3J ceutiem de kleine regel. Bijlaseii, bijzondéré prijs. 3e Jaargaa». INHOUD: Bij'ondere verïiandellngen: Zaaiiilg op rijcn of breedwerpige zaaiing — Bevrozen rapcn dadelijk inzuren. — Over de IentezaaiseK— »>ij i-ogge. Onkruidbeknmping door de schooljoijgd.— Overeggen der gi'uau- AklierboiiiD, veeleelt, tain- en boschbouw, enz. : I)e tandcn als herken- velden. — De aardappelen. — Kweekt aardperen.'— Het be(r«kken îiingbteeken van den leeftijd bij het rundyee. — Beschullende van groenlenzaad uit Duilscliland.— De tuin in Maart'.-- Looneude inenlmg tegen bloedpis «1er runders. — Zwijnefikweek in dezen vroege grocnten. - De praktiselic Sclirebertuiuier. — Bondige tijd. — De aanstekelijke scheedeontstekuig bij het zwijn. — raadgevingeu : i. Bijenleelt. 2. Iloenderteclt. 3. Landbouw. Petroleum voor broeikasten.—Het opkweekcnderdwerghoenders. 4. Fruitteelt. — Uit stad eu land. — Plagen bij onze huisdiereu. , — Zasiin^ op l'ijen of breeiSncrpigc x^aîing bij rogge. De immer weer gestelde vraag wat het voordccligst is, de zaaiing op rijcn of de breedwerpige zaaiing, laat zich niet met, een eenvoudig « ja » of « neen » beantwoorden. Men kan zich wel omslandighedeu dcnken waaronder de ecne manier meer waard is dan do andere. Men kan dus over deze zaak enkel beslissen volgens de toeslanden. Serst moet men in aanmerking nemen lioe de grond is. Heeft men een zwaren, va sien grond, dan moet men hier de zaaiing op rijen de vooxkeur geven, daar door deze de korrels beter met aarde bedekt wordeu en ér niet zooveie bovenop liggen blijven, waar zij niet goed kiemen kunnen. Op zware gronden hoeft men 00k niet te Vreezen dat het zaad te diep in de aarde liomt. Ook op lichte gronden — en zulke komeïr voor de roggetéelt hoofdzakc-lijk in aanmerking — levert de zaaiing op rijen vele voordeelen op. Vooreerst wordt aan zaaigoed gespaard. Mon moet bij de breedwerpige zaaiing immer ongevecr 160 kg. per ha. gebruiken, terwijl op akkers in goede kultuur in drilzaaiing te rechter tijd uitgevoerd 100-120 kg. voldoende zijn. Dit is een ruime besparing, die bijzonder thans van belang is. Een ander voordeel van de drilzaaiing is het gelijkmatig diepe onderbrengen van het zaaigoed, waarbij men de diepte binnen zekere grenzen regelen kan Daardoor vvorden weer een gelijkmatig opkomen, gelijkmatige ^ntwikkeling en rijpheid mogelijk gemaakt. Het juiste tijdpunt voor de snee is bij niet te sterk gedrilde rogge veel gemakkelijker te bepalen dan bij breedwerpig gezaaid koren, waar van de aren nooit gelijk-tijdig rijpen. Bijzonder wanneer men — zooals het bij rogge steeds 'zou moeten gesehieden — wil pikken wanneer het graaD geelrijp is, is dit van belang Een groot voordeel van de drilzaaiing bestaat dan nog in de betere en gelijkmatiger verdeeling van het lieht, vooral ook op de onderste halmdeelen. De zonnestralen dringen in de lusschenruimten en bewerken een betere verliarding der eellen. Hierdoor worden de habnen weerslandskrachtiger tegen het neervallcn, wat juist bij rogge van bijzonder belang i3. Ten slotte is door drilzaaiing een behakken mogelijk gemaakt. Zoo ook op den lichten roggegrond in 't algemeen een aîsluiten van de lucht door verkorsting der oppervlakte minder te vreezen is, en het ophakken daarom ook minder noodig is dan bij tarwe, zoo is die maatregel toeh vaak vereischt ter verdelging van onkrui-den, die ais b. v. maankop en korenbloem den winter overleven. Hier helpt namelijk ook eggen weinig, dat de rogge slechter verdraagt dan ophakken. AVil men rogge ophakken, zoo bepaalt men den afstand van de drilrijen op 25 cm., terwijl anders een afstand van ongeveer i5 cm. voldoende is. De beschreven voordeelen der drilkultuur zjuden kunnen doen besluilen dat deze alleen de goede ziaiwijze voor rogge ware. In sommige gevallen zijn er echter ook bezwaren, zoodat de breedwerpige zaaiing beter schijnt. Een hoofdregol bij de zaaiing van rogge eu dieu men volstrekt moet in acht nemen om geen minderè opbrengst te hebben, is, dat de roggè maar oppervlakkig mag ondergebraclit vvorden. Bij drilzaaiing bestaat nu het gevaar, wanneer de schaar met gewichten belast wordt, dat de rogge te diep in de aarde komt. Men kan nu vôor de drilmachine een middelzware wals laten gaan, die het te diep indringen der drilschaar verhindert.Ook voorkomt men dit gevaar doordien men de zaaivoor zoo tijdig trekt, dat zich het land goed vast leggen kan, eer men het bezaait. Juist daar de rogge te diepe ondorbrenging in teg-enstelling met tarwe slecht verdraagt, is het de alge-meene regel, ze maar op land te zaaien,dat goed vast ligt. Nu is het echter in bedrijven met uitgebreide aardappel-teelt vaak ook met den besten wil niet mogelijk dezen cisch van de rogge te vervullen, zoo men de zaaiing niet te lang uitstellen wil. Voor een vertraagde zaaiing is rogge echter ook zeer gevoelig; tegen einde September moet zij in de aarde zijn. Men is alzoo, tegen beter weten in, dikwijls gedwongen rogge in versch gcploegden oî diep gebroken land te zaaien. In dit geval schijnt het beter te zijn, van de drilzaaiing af te zien en breedwerpig te zaaien Onder zulke omstandigheden zou men moeilijk kunnen vermijden dat de drilschaar, ook wanneer zij niet met gewichten belast is^Jiet zaaikoren te diep in de aarde bracht ; vooral op aangesiijkte gronden bestaat dit gevf ar. Deze zouden zich ook door de wel nauwelijks vast genoeg laten leggen. Van aanhangers van de breedwerpige zaaiing wordt als voordeel van deze manier aangegeven, dat zij niet zooveel arbeid veroorzaakt als de zaaiing op rijen en dat het zaaien dus sneller afgeloopen is. Op zich zelf is dat waar; want twee paarden doen met de breedzaaimachine meer dan met de drilmachine; daarbij wordt ook nog een man gespaard. Daar mea wegens het fritvliegengevaar het zaaien van rogge niet voor midden September beginnen kan, terwijl deze arbeid vôôr 't einde dezer maand in hoofdzaak moet geëindigd zijn, zal men ook gaarne elk middel gebruiken om met de zaaiing van de rogge snel gedaan te maken, vooral omdat in den herfsttijd vele noodzakelijke werken moeten vol-tooid worden. Zoo men echter groote, rechthoekiga vlakten heeft, zoo vergt de drilzaaiing werkelijk geea groote vermeerdering van werk en dan is er geen redea om van de voordeelen ervan af te zien. Hier moet mea ook nog in acht nemen dat men achter de drilmachina enkel lichtjes eggen moet, terwijl bij de breedwerpiga zaaiing, een enkele eggestreek vaak niet voldoende isf. Daarentegen, zal men in hoeken en kanten veel snelle?

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.