De legerbode

981 0
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1917, 30 June. De legerbode. Seen on 20 April 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/fj2988398q/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

den Dinsdag, Donderdag en Zaterdag verschijnende Dit blad is VOOR DE BELGISCHE SOLDATEN bestemd ; iedere compagnie, escadron of batterij ontvangt tien of vijftien Fransche en Nederiandsche exemplaren. TOEN EN SCHETSEN Y AN ÏÏET FRONT De Dekking Toen de wachtmeester het nieuw logement Sàg, trok hij den neus op : — Dat kan tegen ons oud barakement niet op. Zijn inakker, die het hok had ontdekt en geko- zen, protesteerde : — Wij zullen hier heel goed zijn, gij zult zien. Wij gaan 't wat inrichten. Men kon natunrlijk wel beter vallen, maar toch ook sleehter. Zoo legde het ten minste eens een jas-uit, aan een goede vrouw die zich verontschuldigde hem in een wanordelijkë kamer binnen te brengen : — 'tls hier voor 't oogenblik wel wat slordig... — O, dat doet niets, antwoordde de jas beleefd, ik kom uit de loopgraven, waar 't nog heel wat anders is... Want, bij gebrek aan beter, zal de oorlog ons toch geleerd hebben menschen en dingen en ge-beurtenissen te aanvaarden zooals zij zich voor-doen. Op het oogenblik dat voorbij vliegt, noch het gejammer over het verleden, noch de vrees voor de toekomst stapelen, dat is den grond van aile wijsheid : t Maak u geen kwaad kloed », zegt de jas. Om terng te komen op onzen wachtmeester en zijn hut, ook deze maakte zich geen kwaad bloed bij het voldongen feit. Hij en zijn makker namen bezit van het nieuw logement. Dan, om beurten, volbrachten zij liun militairen plicht, die er in bestond wacht te houden op een naburigen waar-Oemingspost.Het was toen prachtig weer. In een hemel sonder wolken, schitterde den ganschen dag èene blakke, roode zon. Ook de nachten waren Btikkend heet. In de hut, waarvan het dak bestond uit met eene dunne laag cernent overdekte plankjes,— debouwers hadden over gèen asfalt-karton kunnen beschikken, — was het zoo heet dat de uilen er van gaapten. Eindelijk kwam het langverwachte onweer. De heilige die aan de hemelschewaterton stond, deed goed zijn werk : — Stervelingen, wilt gij water hebben ? Welnu ziehier... De waterbui was overvlôedig, al te overvloe-dig zelfs, zoodat de regen eindelijk de overhand verkreeg op het dunne cementen dak, dat haar den weg naar het binnenste van de hut ver-Bperde. Ten slotte drong het er langs verschei-dene spleten in door, het drupte zoo wat overal door en eerbiedigde zelfs den beddenbak niet van de bewoners. Met behulp van enkele blik-ken doozen, ontleend aan een naburig dépôt van ttetalen afvol, gelukte de bewoner van de dek-king de door de ramp aangebrachte ischade wat te herstellen. Toen hij zijn makker op den waarnemingspost ging aflossen, stelde hij hem op de hoogte van den toestand : — Gij weet, kerel, 'k heb goed nieuws... — Wat dan ? — Ge moet nu niet ver meer loopen om een bad te nemen ; wij hebben nu 'nen zwemdok thuis. — Hoe dat ? — In ons dekking. Gij zult er eenige schoone Xraterplaskens vinden waar gij 't mee kunt doen. — Houdt u zelven voor den zot. — En toch waar zijn ! En als ge onderweg wat cernent zonder familie vindt, moogi ge hem gerust in uwen binnenzak steken, dan kunt ge er het dak nog mee repareeren. En als ge uw schoenen Voor schipkens aanziet, kunt ge bootje varen. Daar de andere zich gereed maakte om uit te ïeilen, kreeg bij nog denvolgenden raad mee : —Als gij den volgenden keer moogt kleeren vra-gen, vraag er dan ook 'nen zwemband bij • dan •ult ge ten minste niet verdrinken. Stalky. P. S. ~ Het weze mij hier toegelaten, na de luitenants L. P. en « een karabinier » — ten voile bevoegd om de karabiniers naar behooren lof toe te brengen, — mij met hen te vereenigen om •an deze dapperen recht te laten wedervaren en Iran hulde te brengen. Hun tusschenkomst in het fevccht van Steenstraete enLizerne is een glorie- Iad te meer in de an jalen van hun regimont. De taM yan dsn ï ScMM is waniopig, Donderdag in den loop van den dag verspreid-de zich het gerucht van de dood van den h. Schoi-laert, voorzitter van de Belgische Kamer. Het nieuws was onnauwkeurig. Ongelukkiglijk werd de toestand, die den vorigen dag reeds zeer hachelijk was, weldra nog erger en Vrijdag morgen behield de h. Dr kolonel Lebran, die zoo juist de lijdenssponde van den Staatsman verliet, niet de minste hoop meer : De h. Schollaert bevond zich in dood-strijd.De Strijd tegea den Alkool De Fransche regeering heeft nieuwe maatre-gelen genomen om de alkoolplaag te bestrijden ; zij zijn niet radikaal ; zij bepalen er zich toe een nieuwe stap te zijn, een mijlpaal te meer naar het te bereiken doel : de eenvoudige afschaffing van dezen drank die het menschdom vergiftigt. De maatregelen strekken er toe den verkoop in het klein te beperken van geestrijke dranken die ter plaatse gebruikt worden : ï° Yoor wat betreft de vrouwen en minderjarigen beneden de 18 jaar, tijdens gansch den duur van de ope-ning der inrichtingen, 't is te zeggen van koffie-huizen, herbergen en andere drankslijterijen ; 2° voor al de andere verbruikers tijdens den-zelfden duur van de voornaamste maaitijden. Wat de mede te dragen geestrijke dranken betreft, de prefekten werden uitgenoodigd deze volstrekt te verbieden. De openbare maeht werd getroffen door de stoornissen, die niet slechts het misbruik, maar ook nog het gebruik van den alkool te weeg bracht, bijzonderlijk bij hen die de eer hebben het uniform te dragen en wier geheelonthouding in dit geval een regel zonder afwijkingen zou moeten zijn. De alkool baarl de misdaad, de prostitutie, het schandaal onder aile vormen ; hij zou het voorwerp van het algemeen misprijzen moeten zijn. Een onuitwischbare smet kleeft op den alkoolieker en blijft hem vervolgen. Zoo, voor de opvoeding van onze kinderen, om het mis- {)rijzen dat hun moet ingegeven worden voor de ieden die zich bedrinken, men hun niet meer, zooals in den tijd der Spartiaten, dronken heloten toont, 't is te zeggen menschen die tôt op den laagsten trap gezonken zijn en die men al zwij-melend voortleidt ; ten minste kan men, met behulp van de ondervinding, hun met den vinger de groote kwaal aantoonen waaronder de inaat-schappij door het alkoolisme te lijden heeft ; men kan hun wijzen op de verkwiste fortuinen ; op den verloren geest van arbeid en tucht, de verstrooide gezinnen die aan de namelooze ellende bloot staan ; en als bekroning van heel dezen stoet ellenden, de ruïne en de zelfmoord. Laten wij ons dus verheugen, telkens er maatregelen genomen worden die den alkool kunnen bestrijden en laat ons den wensch uitdrukken, bij onzen zegevierenden terugkeer het nieuwe België verlost te zien van dit akelige « pak » en van aile zijns gelijken. J. B. Eene Welverdiende Hulde Verleden Zondag had te Jersey een roerende ceremonie plaats. Omringd van de voornaamste ambtenaars van het eiland. van den Franschen consul en van enkele Belgische afgevaardigden, heeft de luitenant-goeverneur Jouve het Britsch Legerkruis overhandigd aan den E. P. Louis de Gueser, Fransch brigadier, die, werkzaam bij de Britsche troepen als waarnemer taalman, deel heeft genomen aan de gevechten van Antwerpen en Oostende, en de beide beenen verloor, welke thans door kunstmatige beenen zijn vervangen. De E. P. de Gueser behoort tôt eene Lorrein-sche familie ; een zijner broeders snf velde op het slaarveld. Sedert lang ontving hij d -ausche Legermedalje en het Beigisch Legerk. Waarom Wij Strijden Onder dezen tilel heeft generaal Pétain, opper-bevelhebber van de Fransche Noorder en Noord-Oosterlegers, in het laatste nummer van Le Bulletin des Armées de la République, een wer-sprekend en inhoudsrijk artikel gepubliceerd dat hij aan de « Poilus de France v opdraagt. Ziehier in welke kraehtdadige en bondige be-woordingen, generaal Pétain de redenen uiteen-zet waarom de bondgenooten strijden : « Men weet al te weinig of men vergeet soms te veel waarvoor wij strijden. « Wij ptrijden omdat wij door Duitschland werden aangerand. « Wij strijden om den vijand van ons grond-gebied te verjagen en om, door een vaste en volledige vrede, tebeletten dat dergelijke aanval ooit vernieuwd worde. « Wij strijden omdat het eene misdaad zou zijn, door een schandelijke zwakheid, tevens onze dooden en onze kinderen te Verraden. « Wij strijden opdat de vrede welstand in ons land zou medebrengen en een moeilijken toestand zou te keer gaan die, met een slecht einde van den oorlog, veel erger zou zijn dan deze Waaronder thans de onzen lijden. « Wij strijden hardnekkig, wij strijden met tucht, omdat dat de hoofdvoorwaarden zijn tôt de zege. » De oppergeneraal stelt vervolgens op heldere wijze in het licht dat de oorlog door Duitschland werd gewild en ontketend, ondanks de pogingen door de Europeesche mogendheden gedaan om dit verschrikkelijk konflikt te beletten uit de breken. Hij bewijst dat de aanval door Duitschland werd voorbereid en voorberaamd ; dat er door dit land toe besloten werd op het uur dat het gunstigst scheen om zijn reusachtige panger-maansche eerzucht te bevredigen, die er in bestond de Duitsche heerschappij over geheel Europa en gansch de wereld te doen heerschen. Zijn plannen hebben schipbreuk geleden, dank aan den heldenmoed en de hardnekkigheid van. de verbonden legers. Dan, « vernederd door zijn mislukkingen, uitgehongerd door den blokus, uitgebloed door de tpirijke gevechten », verlangt Duitschland ongetwijfeld den vrede. Maar het wil dezen « eerenvol », zooals zij zeggen, 't is te zeggen vol profijtjes. 'I Is dezen vrede dien zij meent ons aan te bieden, een vrede van roof-dieren. » Men weet dat Duitschland geweigerd heeft zijn oorlogsdoeleinden te doen kennen. <c Wat is het te zeggen », schrijft aan het slot generaal Pétain, « zooniet dat, zonder het heden aan de wereld te durven bekennen, de Duitschers al hun aanmatiging behouden hebben ? De Duitsche socialisten trachten overal de formule te verspreiden : « Geen veroveringen », maar bij hen weigeren zij de regeering af tekeuren, die veroveringen wilt, die ze steeds gewild heeft en steeds willen zal. De Duitsche regeering heeft Europa willen overheerschen, na degenen te hebben verpletterd die als een hinderpaal iri haar weg stonden : Bijzonderlijk Frankrijk moest slaaf van de Pruissen worden. Het zal dit niet zijn zoo het ze verder in bedwang houdt. Maar Duitschland heeft er geenszins van afge-zien zijn plannen te verwezenlijken voor wat de verplettering en de overheersching betreft. , « Het heeft den oorlog gewild om ze te verwezenlijken; dit land alleen heeft hem in Europa voorbereid, het heeft hem gewild, er toe geleid, verhaast, verklaard en niet uit te boeten ge-maakt door zijn handelwijzen, afschuwelijk door zijn middelen. Door deze buitensporige aan-matigingen op de heerschappij te behouden zonder ze te bekennen, is het een hindei'paal tôt den vrede. « En zoo het dan ook als een roofzuchtige mogendheid strijdt, wij, wij doen niet anders dan ons verdedigen in naam van'de vrijheid eu om ons bestaau te redden. » 30 Jtmi 1917 Numrner AAi

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
This item is a publication of the title De legerbode belonging to the category Oorlogspers, published in Antwerpen from 1914 to 1940.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Add to collection

Location

Subjects

Periods