den Dinsdag, Donderdag en Zaterdag versefiîjnende Dit blad is VOOR DE BELGISCHE SOLDATEN bestemd ; iedere compagnie, escadron of batterij ontvangt lien of vijftien Fransche en Nederlandsche exemplaren. ONZE KOLONIE I. — De Ontdekking van den Kongo. De ontdekking van de monding Tan den Kongostroom, wordt over het algemeen toegekend aan den Portugees Diego Coo, in 1482. Later kwamen handelaars en geestelijken zich op de oevers van den stroom vestigen ; eerst in de xviii8 eeuw werden er wetenschappelijke, 'politieke en militaire zendingen naartoe ge-stuurd.Om de streek van Midden-Afrika, die de-Belgische Kongo geworden is, lagen er ver-scheidene toegangswegen voor de ontdekkingsreizigers open. Zij konden van de Westkust van jAfrika vertrekken en den loop van den Kongo-stroom opvaren; ofvvel, als menvan de Oostkust vertrok, was het mogelijk het gebied van de gi'oote meivn te bereiken en vervolgens den Kongo in het bovengedeelte van zijn loop. ! Al deze wegen werden gebruikt en een groote hoeveellieid ontdekkingsreizigers van verschii-lende nationaliteiten trachtten het tôt dan toe nimmer doorzochte Midden-Afrika te bereiken. Onder de meest belangrijke pogingen van dezen aard, moet men die van den Ëngelschen kapitein Tuckey plaatsen die, te beginnen van 1816 van de Westelijké kust vertrekt en den Kongostroom tracht op te varen. Hij stuit op de reusachtige inoeilijkheden die in het gebied der watervallen zijn weg versperren ; liij gelukt er niet in deze moeilijkheden te overwinnen en sterft alvorens zijn taak tôt yen einde te heliben gebracht. . Deze ongelukkige poging van Tuckey deed langen lijd gelooven dat het Kongobekken ontoe-gïnkelijk was als men van de kust van den Atlantischen Oceaan vertrok en zoo komt het al de tochten die volgden verschillende Wegen kozen en bijzonderlijk dien welke zich *an den Indischen Oceaan naar het gebied van de groote meren richt. De meest ber<^emde ontdekkingsreizigers, die I pjnd dezen tijd van zich deden sprekeh, waren Livingstone en Stanley. I Livingstone ontdekte in 1851 den boven Zam-| bezistroom; dan zette hij zijn ôpzoekingën verder Vooit in het Kasaïbekken en trok door Oost-Afrika van het Westen naar het Oosten (1852). Vervolgehs ontdekt hij liet Moeromeer (1867), het Bangwelomeer (1868) en ten slotte, in eea andere reis, het Zuidelijk gedeelte van het Tan-Sanykameer (1869) en den loop van den Kongo-Stroom te Nyangwe <1871). Andere ontdekkingsreizigers doorkruisten het ffierengebied, van de bronnen van den Nijl tôt aan die van den Kongostroom, zooals Cameroun, "'ton, Speke, Gi'ant. Maiir het is aan Stanley dat de eer toekomt de [ eerste te zijn geweest, die den Oost-Westçlijken floortocht van Middcn-Afrika heeft gedaan, en aaarbij den tôt dan toe geheimzinnigen loop van flen kongostroom heeft bestudeerd. In 1874 uit Bagainoyo vertrokken op zoek ïaar Livingstone, bereikt Stanley, door twee Amerikaansche dagbladen gezonden, den Kon-lostroom, waarvan hij den loop afzakt ; in 1877 bereikt hij Borna. ' Een echt wonder, » zoo zegt Elisée Reclus, i t van zeldzame stoutmoedigheid en wonder-are hardnekkigheid bij den dader getuigt, van 11 ontembare volharding, van een builenge-oon zedelijk overwicht en van een militair génie van eersten rang, j H- — De Aardriiksku n dige Conferencie in 1876 l ^0Iî'ns. Leopold II was de ziel van de groote "beweging, die gedurende een kwart j w iul'°Pa bezig hield, en die een houvast ii Seven aan al de verlangens die toen overal «oeken °m ^6t Seteimzinnig zwarteland te door- ee?Sialvorens °P <îen troon te stijgen had Hij Lf e!ee' belang hij in onze nationale don i"Sle stel(le- Zijn reizen in den vreemde had-v ' "fra Seleerd de blikken zijner landgenooten hftrl'1 /oL^er ëezichteinders te doen openen. Hij 1Q iooi een werk uitgegeven : « De Aauvul- ling van het Werk van 1830 », waarin hij tôt de noodzakelijkheid voor België besloot om aan gene zijde van den Oceaan uitwegen te zoeken. Door in 1876 te Brussel de Aardrijkskundige Conferencie bijeen te roepen, legde Leopold il de grondslagen van de Belgische kolonisatie in Midden-Afrika. De Conferencie begon op 12 September 1876, in het paleis te Brussel, onder voorzitterschap van den Koning. Groot - Bi'itanje, Frankrijk, Rusland, Italie, Duitschland, Oostenrijk-Hon-garië en België waren er vertegenwoordigd. Beroemde reizigers, voorzitters van groote aardrijkskundige maatschappijen, politieke man-nen en philanthropen hadden den oproep van den Belgischen vorst beantwoord, die er de volgende redevoering uitsprak : « Aan de beschaving het eenige deel van onzen aardbol openen waar zij nog niet is door-gedrongen, de duisternissen verbreken die gansche bevolkingen omvatten, dit is, durf ik zeggen, een kruistocht die deze eeuw van vooruitgang waardig is, en ik ben gelukkig vast te stellen hoezeer de openbare meening aan dezes volvoering gunstig is : De stroom is met ons. » De debatten van de Conferencie duurden vier dagen. Zij werden geleid door Leopold II en eindigden met het oprichten van de « Association Internationale Africaine ». Eene internationale commissie, geplaatst onder voorzitterschap van den Koning der Belgen, werd samengesteld. Zij kwam bijeen op 20 en 21 Juni 1877 en besloot dat de eerste tochten langs de Oostkust zouden gezonden worden. Nationale komiteiten waren gcvormd gewor-den in de landen die tôt de Aardrijkskundige Conferencie waren toegetreden. Het Belgisch komiteit werd belast den eersten tocht in te richten. ( Wordt voortgezet.) A. C. Italië en België Betooging van diepe sympathie Bij gelegenheid van het overlijden van den heer ichollaert, heeft de Italiaansche Karaer der voll^vertegenwoordigers, bij bemiddeling van een der ministers en van haren voorzilter, haap rouwbeklag gestuurd aan de Belgische Katner, alsmede hare wenselien voor België's herleving. Narnens de regeering heeft de heer Meda ver-klaard zich aan te sluiten bij de betooging van solidariteit jegens een volk, dat zulke diepe sympathie en bewondering verdient, en de wensch geuit dat de Belgische Kanier eerlang vrij te Brussel opnieuw kunne vergaderen. De voorzitter heeft herinnerd dat de Italiaansche Kamer voorheen hare sympathie heeft betuigd aan het volk dat zulk schitterend voor-' beeld van socialen voorspoed in Europa heeft gegeven en dat, als martelaar, het toonbeeld is van de grootsche berusting in zijne idealen en diepe vaderlandsliefde. De Italiaansche Kamer neemt innig deel aan den rouw van de Belgische Kamer en laat haar de verzekering van hare diepe verkleefdheid en hare diepe deelneming in 't verlies geworden. De woorden van den voorzitter werden op levendige toejuichingen onthaald. AMERIKA'S HULP Het Eerste Leger Luidens een telègram uit New-York (3 Juli) zijn de verrichtingen van den revisie-raad, tôt het te been brengen van het eerste Ameri-kaansch leger, dat uit 625,000 man zal bestaan, begonnen in de gansche Unie. Het vormen der leaders wordt ijverig doorge-dreven te Plattsburg, waar 40,000 leei'lingen-ofiBcieren zonder rust noch duur, een maand reeds, hun baantje aanleeren. Op die 40,000 kan-didaten zullen 10,000 binnen enkele weken hun brevet van officier ontvangen, om de eefste ka-ders van het leger samen te stellen. De Verjaring van de Onafhankelijkheid DER VEREENIGDE-STATEN De 4 Juli te Parijs » De Parijzenaars hebben verleden Woensdajf om strijd de Amerikanen gevierd. De betooging was uitèrst geestdriftig en dat is vrij verstaan-baar wanneer men de prachtsoldaten heeft zien voorbijtrekken, welke de groote Republiek naar het "Wësterfront stuurt. De Ianen wemelden van volk, dat trilde van vervoering en opgetogenheid. Een persoon wees bij den doortocht de zonen van den gewezeu voorzilterRoosevelt aan.Zij behooren, inderdaarl tôt het eerste contingent « teddies » dat naar Europa werd gezonden, en wel tôt den staf van generaal Pershing. De oudste, Theodoor Roosevelt, is reserve-commandant, en zijn broeder luitenant-kolonel. De Amex-ikanen zijn flinke, kranige soldaten. Zij schijnen het midden te houden tusschen de Zuid-Afrikaanders en de cowboys. Vastberaden is hun voorkoméb, lenig en veerkrachtig hunne tred. Op hun gelaat staat de eenvoud te lezen. Het zijn voor 't meerendeel vrijwilligers die den wapenhandel in Mexico, in de Philippijnen of in Cuba hebben geleerd. Bij het Gedetskteeken van La Fayette Dit gedenkteeken staat op een buitenboek van Parijs. De schoolkinderen, in eerste linie gt;~ schaard, hebben Amerikaansche vlaggetjes in de hand. Een dichte menigte verdringt zich in de hoven van de oude abdij, waaraan tal van tragische herinneringen uit het Schrikbewind zijn verbon-den. De Amerikaansche kolonie te Parijs is daar voltallig. Het graf van La Fayette ligt op het achterkerk-hof, in een voorbehouden vak. De grafsteen, versierd met twee Amerikaansche vlaggen, is geplaatst aan den voet van den muur waarin de gedenkplaten zijn gemetseld van de zestien kar-melieten van Compiègne. Aan den voet van het spreekverhoog, staati de heeren Sharp, gezant, generaal Pershing, kolonel Stanton, minister Painlevé, de heer Besnard, maarschalk Joffre, generaal Dubaii, goeverneur van Parijs, en de heer Brand Whit-lock, gezant der Vereenigde Stateu bij de Belgische regeering. De heer Brand Whitlock neemt het woord, om zijne redevoering te houden. In den aanvang trilt de stem van diepe ont-roering en de keel als geklemd, er vloeien tranen van onder de brilglazen des redenaars. Maar weldra herneemt hij voile zelfbeheersching en met heldere en gloedvolle stem, zet de gezant zijne prachtige, treffende redevoering voort, die de omstaanders diep ontroert. Redevoering van den heer Brand Whitlock, gezant der Vereenigde-Staîen bîj de Belgische regeering a Mevrouwen, Mijne Heeren, « Van tijd tôt tijd, een of tweemaal in één eeuw misschien. komen er mannen met verheven geest ter wereld. die wegens hunne liefde voor het menschdom waardig zijn de vaandrigs van 's menschen vrijheid te zijn. Zij zijn ter wereld gekomen met een vizioen, eenen moed en een geloof, welke hen verre boven hunne makkers verheffen, alhoewel zij door hun liefde, hunne sympathie en hun mededoogen, dicht bij 's menschen hart blijven. Door hunne toewijding en streven, slaan zij nieuwe wegen in en vervatten, in hun persoon, hun volk en hunnen tijd. Hunne levengeschiedenis is de geschiedenis hunner natie. Washington en Lincoln, en hij, V(56r wiens grafwij hier staan, waren zulke mannen. » In welsprekende bewoordingen schetst de redenaar het heerlijk leven van den onsterfelij-ken Lafayetté. den verheven vaderlander. den kampioen van de gerechtigheid, die, naar deze zelf bekende, een dubbel vaderland had, naine" . lijk Frankrijk en Amerika. 7 Juli 1917 iSTiimWer AAA

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.