De legerbode

1413 0
14 November 1914
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1914, 14 November. De legerbode. Seen on 19 April 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/222r49gn1x/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

den Dinsdag, Donderdag en Zaterdag verschijnende Dit blad is VOOR DE SOLDATEN bestemd ; iecïere compagnie, escadron of batterij ontvangt tien Fransche en tien Nederlandsche exemplaren; le lonsîeraoip ïhesis Men heeft ons altijd gezongen dat baron von der Goltz, die zich Gouverneur van Bel-gië heet, een der sommiteiten was van de oniwikkelde klas van Duitschland. Wij zullen ons wel wacliten daaraan te twijfelen, te meer nu een zijner laatste pro-clamaties te Brussel toelaat eens te meer een treffend bewijs te lever en van de moreele tvaarde van die lieden. Hoe luidt die proklamatie? Ze kondigt de Belgische bevolking aan dat de spoor- en telegraaflijn op cle lijn Brussel- Thienen, tusschen Lovenjoul en Vertrijck, vernietigd werd ; « die twee dorpen hebben daarover rekenschap moeten geven en gijzelaars moe-ten stellen ». En von der Goltz houdt eraan de zuiver duitsche thesis der collectieve straffen te herinneren : « In het vervolg zullen de lokaliteiten in wîer nabijheid zulke dingen geschieden, zonder meedoogen gestraft worden. dat ze eraan medeplichtig zijn of niet. » <( In het vervolg » ? Waarorn in liel vervolg? Juist of het, sedert de Duitschers in Belgie binnenkwamen, niet alijd zoo geweest is. De Barbaren waren maar pas over de grenzen als ze, onder voorçvendsel dat bur-gers meestreden, de eerste stad die ze op hun weg ontmoetten, Visé, gansch vernielden en er de inwoners vermoordden zonder onder-scheid van geslacht of ouderdom, van onschuldigen of schuldigen indien er schuldi-gen waren. En sèdertdien ? De opgehoopte, nog roo-kende puinen vanaf Aarlen tôt Oostende, vanaf Dinant tôt Antwerpen bewijzen ze niet iat de monsterachtige thesis volgens dewelke de onschuldigen met de schuldigen mogen gestraft worden, altijd in eere is geweest bij de beschaafde wereld in Duitschland. Als kristen, moet von der Goltz de geschie-denis van Sodomma kennen. Iladde men vijf onschuldigen in de stad gevonden, dan zou de God der Joden heel de schuldige stad ge-spaard hebben. De God der Pruisen heeft dat ailes veran-derd. Een schuldige is voldoende opdat hij zich het recht toekenne om verscliillende ste-den te verdelgen. t Is dus geen ijdele beeldspraak te zeggen dat de duitsche ktiltuur de beschaving meer dan duizend jaar zou achteruit doen gaan ! De Belgische Soldaat door een Duitscker beooMeeld De 11 September 1914, schreef een soldaat van net 48® reserye-regiment infanterie van het lJuitsch léger, die zich. te Elewijt bevond, in zijn krijgszakboekje : « Hij die beweert dat de Belgische soldaat een loodaard is, heeft dezen nooit leeren kennen. « De Belgen weten zeer wel dat zij niets tegen ons vermogen, dat zij geene enkele versterking mogen verwachten ; zij verdedigen zichnochtans met ztilke flinke krachtdadigheid dat wij er zeer zelden in slagen ze nit hun' stellingen te verja-gen, en dat ten prijze van de grootstè opofi'eringen. >!J den aanvang hadden wij gemeend in eens ïf met lien te maken, maar het is zonne-juaar dat wij zoover nog niet geraakt zijn met ien en dat kan nog lang blijven duren. » Onze Duitscker schreef dat over twee maanden. Men 8iet dat hij een goed profeet was ! Gesieraal J0FFRE Elk numraer van het Bulletin des Armées de la République beyat een door een academielid of door een voornaam Fransch schrijver ge-schreven artikel. In een der laatst versehenen nummers wijdt de heer Henri Lavedan eene studie aan generaal Joffre. Ziehier enkele uitknipsels : « Uit Joffre straalt zeker en vast een hoogere voorbereiding. Een enkele oogslag op hem ge-geworpen volstaat om terstond niet die hoogere voorbereiding maar tevens die hoogere waardig-heid op te merken, en treffend is het hoe de weinig spraakzame denker, die spreker kort van stof, met zachte mediumstem u aanstonds ver-trouwen en zekerheid inboezemt. Hij zoekt niet naar welklinkende volzinnen. Hij houdt daarvan niet, maar hij luistert veeleer en dit met aandachtigheid. Hij luistert naar den spreker, zooals hij ieruand zou bekijken, en vangt op. jVJen ziet dat zijn gedachten steeds aan "t werken zijn, ofschoon hij dit tracht te verduiken. Hij volgt wegen, maakt plannen, lost vraag-stukken op, stelt eolonnen krijgsvolk of eijfers in lijnen en, in dien geestesarbeid verslonden, uit hij natuurlijkerwijze zeldzame woorden, be-houdt liever het stilzwijgen. Ten rechte dan ook wordt hij « Joffre den Zwijger » genoemd en die benaming heeft de geschiedkundige waarde eens adelijken titels. « Ziedaar meer dan twee maanden reeds dat met weergalooze behendigheid en standvastig-heid en in voorwaarden die zich nooit op een slagveld hebben voorgedaan, hij den vijand in bedwang houdt, hem kerft, bijt, stuk krabbelt, hem soms eventjes iaat vooruitkomen om hem daarna in wanorde terug te slaan, en hem uit-geput wil achteruit dringen naar waar hij hem wil verslaan en tôt rede brengen. « Ja, voorwaar, geen stond heb ik durven twrijfelen over zijn bekwaamheid, zelfs wanneer de toestand er zwart uitzag of was en dat ik den afgelegden weg niet opmerkte. Voor het even ! ik ken het eindrichtingspunt. Er is maar één, en ik heb vast vertrouwen en geloof dat dank zijn taaie en ijzersterke pogingen, generaal Joffre dit eindpunt zal beréiken, en dit zonder dobberen, zonder stilstand, zonder grens. » DE REIS NAAR PARUS Wie lacht daar met de wakkre Duitschers ? Wie spot daar met des Keizers woord ? "Wie heet hun allergrootst verlangen * ' • Een grove dwaasheid, ongehoord ? j Hun wensch is immers niet onwijs : \ 't Is eene wandeling naar Parijs !... "Wie kan hun dat nu kwalijk nemen ! Parijs is eene schoone stad ! "Wie zou daar niet van profiteeren f Die er gelegenheid toe had ! Men heeft er wijn en lekkre spijs : ; Op dus, ter wandeling naar Parijs ! ; De kosten zullen zij bereeknen Als Wilhelm Rex in d'hoofdstad komt ; "•><- De franschman zal die zelf betalen, "" Ofschoon hij daar wat tegen bromi. Zij zien, verdammt, niet op den prijs, ■ Voor hunne wandling naar Parijs ! / » En ziet, hoe zij ontvangen worden : j Men neemt hen ransel en geweer, j j Kanonnen, sabels, mitrailleusen, j Want dat bezwaart hen al te zeer. 1 En goed bewaakt, heel stil en wijs, ( Gaan zij op wandel naar Parijs ! Men kan dit groote aantal Moffen - Niet eens logeeren comme il faut, Daarom zendt men hen nog wat verder : Men sluit hen op tôt in Bordeaux ; Tôt in Algiers zelfs gaat de reis, Na d'eerste wandeling naar Parijs ! "Wie ons bezoekt gaan wij bezoelcen, En, 'wijl de Duitschers ginder zijn, Gaan Belgen, Franschen, Djelcken, Russen, Eens kijken naar de stad Berlijn. Daar cijCren we uit den kostenprijs Der Duilsche wandelinar naar Pariis. HET EOEMRIJK AVONÏIÎUH. Jjn'ef aan een jong soldaaf. Ik heb, zeer lieve vriend, den brief gelezen, dien ge aan uw vader geschreven hebt, zoo vol moed dat ons bij het lezen de tranen in de oogen kwamen. Uw regiment zoo zwaar beproefd,... helsche tooneelen,... gij zeLf uitgeput, ofschpon niet gekwetst. En toch bezweert gij zelfuw vader moed te scheppen. Ha ! dappere jongen, ik had nooit over u getwijfeld en ik wist dat er een edelmoedig hart in uwe borgt klopte; maar wrelk een opbeuring voor ons u zoo effenaf heldhaftig te zien ! Uw brief heeft zijn doel bereikt en voortaan zullen we niet meer angstig zijn noch klagen ; het zal ons enkel spijten ook 2elf zoo roemrijk avontuur niet te kunnen beleven. Uw brief heeft ons de koortsachtigheid van onze woelende jeugd doen herleven ; toen we begeerig Waren naar reizen in onbekende stre-ken, naar veroveren en rondrijden. Wij lazen Fenimofe Cooper en, hoe dikwijls zijn we. met hem, den weg naar den oorlog opgegaan ! Hoe dikwijls hebben we ook gekapt engekorven met de cc Drie Musketiers » van Dumas ! Hoe hebben we menigen avond gesidderd bij het lezen der bondige zoo zuiver fransche « verhalen », vau Guy de Maupassant, waarin de Duitschers altijd den leelijken roi spelen Wij voelden in onze aderen zieden het edelbloed der Vlaanrsche gemeentenaren of der Waalsche strijders dit; onder allerhande bannieren hun glorievoileu naam van dapperen en onversaagden door Duitschland heen droegen. Enkele onder ons gingen Congo bescharen, anderen poogden de wereld af te draven : men zag ze in Transvaal, in China, in aile staten van Amerika. Maar, over 't algemeen, voelden we ons onbekwaam tôt den vreedzamen strijd, daar we slecht de talen kenden, en, tegenover de an-dere vei'overende volkeren over een beperkte ruimte beschikten. Ten slotte verslapte onze jeugdigde veerkracht, en door noodzaak ge-dwongen, vatten we den nederigen arbeid aan, vochten tweegevechten met spelden bij gebrek aan zwaardgekletter, en zekeren dag bevond zich don Quichotte herschapen in een vreedzamen molligvetten Saneho Pança in rust de vreugden van het huisgezin smakende. En gij, toch gij waart gekomen, en vooral sedert enkele jaren had het wonder instinct van het ras u verwittigd dat ge eens forsch en sterk zoudt moeten zijn, zonder natuurlijke zv^akbeid, gereed tôt een ongemeenen stoot. Metlijf en ziel. ondanks onnoozel gekijf der anderen, hebt g;e U aan de levenwekkende vermaken van het sport overgegeven : uwe ledematen lenig gemaalct, uwe borsten gesterkt en, gezonde zielen in ge-zonde lichamen, wachttet gij zonder vrees de toekomst af. Ik zag ze hier vôôr enkele dagen voorbijstap-pen, de jonge mannen uws gelijken van Overzee, gekomen om met U tegen de « Moffen s op te rukken. Hunne zware zakken op den rug, hun geweer op den schouder,met bloote beenen,lenig. glimlachend, vlug slappend als helden, gereed om door het vuur te gaan, op de roerende tonen van hunne doedelzakken. Ik heb ze be'geleid tôt aan hun kamp boven op de vlakte. "VVat waren ze schoon en hoe benijdde ik ze Hoe benijd ik ook U ! Ja, ik begrijp ze beter, dank aan uwe lessen,die heerlij ke woorden van een jong fransch gekwetst soldaat : « Wij hechten waarlijk te veel prijs aan het leven. » Liever, wij hebben opnieuw geleerd dat gemakkelijk, eentonig leven te misprijzen, waarin men, zonder nut en zonder roem, stilaan verslijt. Gij ten minste zult, indien ge sneuvelt tegenover den vijand, wen ge voçr altijd uwe oogen sluit, dien verheven troost hebben bewust te zijn dat ge niet nutteloos uw offer hebt gebracht. En blijft ge gespaard, welk eten bevre-diging dat heerlij k verleden ! Het leven zal U dan niet meer eentonig en ontmoedigend schij-nen. Uwe voortaan verzadigde ziel zal in het roemvol aandenken dat ge U, het geweer in de liand, bevecht, de noodige opbeuri]lg■ vinden in de dagen van neerslaclitiglieid, -v'~ 14 November 1914 Nummer 30

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
This item is a publication of the title De legerbode belonging to the category Oorlogspers, published in Antwerpen from 1914 to 1940.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Add to collection

Location

Subjects

Periods