De Scheldegalm: gazette van Audenaerde

1156 0
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1914, 23 August. De Scheldegalm: gazette van Audenaerde. Seen on 16 April 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/7w6736nf6d/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

N' 3302. Zondag 23 Augusti 1914. 56' Jaar. DE SCHELDEKALM GAZETTE fil ADDENAAHDE Aan onze geachte Inschrijvers. Door den gewichtigen toestand waarin ons land zich bevindt, - de oorlogs-verklaring1 - gedaan sedert den 3 dezer maand door Duitschland aan Belgie, en hierdoor gansch Europa om zoo te zeggen in oorlogis gebracht, zijn aile fabri-kanten verplichtge worden hunne werkhuizen stil te leg'gen, even zoo ook onze papierfabrikant. Daarniemand kan voor-zeg'g'en wanneer deze rampspoedige tijd voor nijverheid en allerhande handel zal eindig-en, zijn wij met spijt genoodzaakt ons blad De Scheldegalm, Gazette van Audenaarde tijdelijk op een half blad uit te geven, ten einde g-ebrek aan papier te voor-komen.Wij zullen met nauw-keurigheid de laatste oor» logsgebeurtenissen mede-deelen en verhopen dat onze geachte inschrijvers onze voorzorgmaatregel zullen gelieven te aanvaar-den. DE UITGEVERS. ■CTaan—■■———111 ■ — Aan het Publiek. Het lot is geworpen ! Sedert een aehttal dagen is ons klein Belgen-land aan 't oorlogen met het ontzaggelijk, sterk gewapend Duitschland ! Ons grondgebied werd gesehonden en treu-rige dagen liggen in 't verschiet. Moedig en onversaagd moeten wij deze schrik-kelijke beproeving doorstaan, want vroeg of laat moest zij ons toeh te beurt vallen ; laten wij niet vergeten dat moed en waardigheid twee deugden zijn welke de Belgen in tijd van tegen-spoed nimmer vergeten hebben ; laten wij ver-eenigd, schouder aan schouder staan om ons nationaal bezit te verdedigen, getrouw aan onze fiere leus : Eendracht is Macht ! Vermits wij allen ons leven ten pande van ons geliefd vaderland stellen, moeten wij in deze droevige omstandighedeu ook niet voor geldopoffering achteruit gaan ; Belgie is rijk genoeg om materiale zorg van kant te zetten. Aan ons dapper volk zal recht toekomen, onze wenschen voor verlossing en vrijheid zullen aanhoord worden, en voor het behoud onzer onafhankelijkheid zullen wij ailes ten beste hebben. Oogetwijfeld zullen onze machtige en rijke naburen ons helpen voor de herstelling der zware sehade die ons zal toegebracht worden, omdat zij ons initiatief en onze werkzaamheid bewust zijn Gelatenheid is onmisbaar, zooveel te meer omdat niet een Europeesche natie door het hui- dig konflikt schijnt te moeten gespaard blijven. * * Eetgeen vooral onverstaanbaar blijkt te zijn, is de oorlogsverklaring van Duitschland aan Belgie. Nergens werden de Duischers beter dan in ons land onthaald. Om daarvan overtuigd te zijn, moet enkel geblikt worden naar den Ant-■werpschen groothandel, naar de beheerraden onzer bankhuizen, naar menige nijverheids-ondernemingen alwaar Duitschers aan 't hoofd stonden. In al onze bijzonderste steden en han-delseentrums, bovendien, zijn er Duitsche winkels en handelaars bij de vleet. Niemand toch in ons land zag er bezwaar in zich te spij-zen in een, door een Duitscher opengesteld gasthof, of eenige koopwaar mee te nemen uit een winkel door Duitschers beredderd. Hoeveel hunner werden niet, hier ter Beurs, tôt wissel-agent benoemd, terwijl voor dit vak in Duitschland, geen enkel Belg in aanmerking genomen wordt ? Zij werden dus, in Belgie, overal op denzelf-den voet als onze landgenooten behandeld, en om die herbergzaamheid worden wij met den eersten, vreeselijken schok van 't Duitsche leger beloond. Die wraakroepende handelwijze is oprecht walgelijk, en Keizer Willem II laadt zich aldus eene schrikkelijke verantwoordelijk-heid op de schouders. * * * Er mag zonder vrees gezegd worden dat ons land in eenen bevredigenden geldelijken toestand verkeert, en alwie de gangbaarheid en de waàrborg van ons papieren geld betwist of ontkent, vischt in troebel water ; dergelijk gerucht wordt enkel verspreid door geweten-loozen die van de gebeurtenissen gebruik maken om op andermansrug geld te kloppen. Waarom anders zouden die beunhazen 15 tôt 17 frank aanbieden voor een bankbriefje dat, volgens hunne bewering, geen waarde heeft ? Voor hetgeen uwe Beurswaarden, titels en obligatiën betrcft, behoudt ze zorgvulclig in portefeuille. Voorzeker is de oorlog eene vreese-lijke ramp, doch niet al de werkhuizen, fabrie-ken, ondernemingen en mijnen zullen vernie-tigd, of zelfs bedreigd worden ; na den vreeselijken schok zullen de goed gegrondvestc zaken wederom opbloeien, zooveel te gemakkelijker nog omdat hun aantal, ongtlukkig genoeg, kleiner zal geworden zijn. De kroosbriefjes insgelijks moeten zorgvul-d'g bewaard blijven, want voor 't oogenblik is hoegenaamd geen middel om dezelve tegen geld om te zetten Van dien kant ook valt, hoe lastig het ook zijn mag, geduld tegebruiken. Hoofd enhart hooghouden, is dus onmisbaar om de sombere dagen door te komen ; elke on-beredeneerdevrees moet van kant gezet worden. De oorlog die begint kan niet langdurig zijn,te veel offers, eilaas, en te veel geld zal hij vergen om niet spoedig de oorlogsvoerende mogend-heden tôt vrede te dwingen. Moed dus, en vertrouwen in de toekomst van ons duurbaar Belgenland ! Maandag avond, 10 ure ! OFFICIEEL. De Duilsche troepen die zondag mislukt zijn in hunne poging om naar Waver op te rukken, zijn maandag, zonder te vechten, achteruit ge-trokken in de richting van Hannut. De neerlaag door de Duitsche ruiterij in het gevecht van Haelen geleden, heeft haar klaar-blijkend voorzichtig gemaakt. Zondag is deze ruiterij met groote voorzich-tigheid achteruit getrokken, zonder ernstig slag te leveren. Al de duitsche troepen, die men in de laatste dagen aan het front van ons leger gezien heeft, hebben, daarbij, eene duidelijke zichtbare verdedigende houding aangenomen ; zij verschansen zich overal. Evenwel schijnen deze vijandelijke troepen eene nieuwe poging te willen doen met zich Noordwaarts te willen bewegen, in de richting van Leopoldsburg-Moll. De dag van maandag is bijgevolg zonder gevechten of ontmoetingen, van welken aard ook, voorbijgegaan. De Regeering- vertrekt naar Antwerpen. Dat deze tijdingniemand ontstelle ; er bestaat geene reden toe. In tegenstrijd met de wet van 1859, is de regeering te Brussel gebleven, gedurende het eerste deel van den oorlog, tijdens hetwelk ons leger alleen tegenover den vijand stond. Nu dat bevriende legers op ons grondgebied zijn, heeft de regeering geoordeeld dat zij zonder hinder naar Antwerpen kan vertrekken, overeenkomstig den wil van de wetgevers, die de groote versterkte stelling gemaakt hehben. Het is niet omdat de toestand erger is dat de regeering de hoofdstad verlaat, verre van daar:; onze heldhaftige troepen hebben nieuwe over-winningen behaald, en te Dinant hebben de Franschen een zegepraal aan te teekenen. De Koninklijke Familie Een wensch van de regeering inwilligend, zijn de koningin en de koninklijke kinderen, maandag namiddag, om 3 ure 17 minuten, eveneens uit Brussel naar Antwerpen vertrok-ken, waar zij het paleis van de Meir hebben betrokken De diensten van het paleis blijven te Brussel, en de koning blijft bij onze wakkere soldaten. Staatsministers. Op verzoek van de regeering zullen verschei-dene Staatsministers, namelijk deze die tôt de oppositie behooren, zich ook voorloopig te Antwerpen vestigen. * * De gezant vanEngeland heeft nog niet beslist of hij ook naar Antwerpen zou gaan. De heer Klobukowski, minister van Frankrijk zal te Brussel blijven. Hij zal een zijner mede-werkers naar Antwerpen zenden. Voor de zaken van het Fransch consulaat moet men zich tijdelijk wenden tôt het Spaansch consulaat. Schrikkelijk artillerie - gevecht te 80 u vignes. Het kasteel van een Gentenaar door de houwitsers in brand gestoken. Eenige maanden geleden had de heer Beer-naerts het prachtig kasteel « de la Roche », te Bouvignes-bij-Dinant, op den linkeroever der Maas, aangekocht en vertoefde daar sedert-dien.Nu had hij zijn kasteel ter beschikking ge-steld van het Roode Kruis van Dinant, maar er waren nog geene gekwetsten heengebracht. De heer Beernaerts verhaalde dat zaterdag 15 augusti laatst'ieden, vroeg in den morgend, een hevig gevecht begonnen was tusschen de Franscheen de Duitsche artillerie, waarvan de kanonnen, langs beide zijden der Maas opge-steld waren. Weldra bemerkten de inwoners van het kasteel, dat de houwitsers langs aile kanten vlogen en met oorverdoovend geluid ontploften, en dat het gebouw zich te midden van het kanonvuur bevond. De acht personen, die op het kasteel aanwe-zig waren, verscholen zich onmiddellijk in den kelder der hovenierswoning. Alhoewel aile openingen met zakken zand gevuld waren, sloeg een houwitser, die nabij een keldervenster ontploft was, een zak zand weg en stukken van het springtuig vlogen in den kelder, gelukkig-lijk zonder iemand te treffen. Rond 1 ure 's namiddags, ziende dat de toestand onuithoudbaar werd, kwamen de kasteelbewoners uit den kelder, om te beproe-ven te ontvluchten. Met den grootsten schrik bemerkten zij op dit oogenblik dat het ïasteel in lichtlaaie vlam stond. De houwitsers hadden het in brand gestoken. Het vuur tastte juist de garage aan waarin twee prachtautomobielen stonden, eene van 40 en eene van 12 paardenkracht. Ailes verlatende, vluchtten nu de kasteelbewoners onder den bommenregen dwars door het land, buiten het bereik van het geschut. Zij kwamen gelukkiglijk er allen heelhuids van af. Na eene vlucht van meer dan 2 uren, kwamen zij te Falaën, op 12 kilometers van Bou-vignes, waar zij een trein vonden die hen naar Gharleroi vervoerde. In deze stad was ailes rustig en wist men niets van wat er aan de Maas gaande was. M. Beernaerts had ook deherhaalde pogingen bijgewoond der Duitschers, om langs de door-gangsbrug van Bouvignes over de Maas tetrekken; zij werden telkens door de Fransche artillerie teruggedreven. De duitscherspoogdentot vijf maal toe over de brug te rukken. De Franschen lieten hen tôt te midden der brug komen en dan werden de mitrailleuzen in werking ge-steld, die de Duitschers bij iedere poging weg-maaiden. Deze gaven het dan op. Het was verschrikkelijk ! De bevoorrading der bevolking Eene commissie beambten van het ministerie van binnenlandsche en bnitenlandsche zaken, van oorlog, van geldwezen en van landbouw is tôt stand gekomen om de bevoorrading der bevolking te verzekeren in de goedkoopste voor-waarden.Die commissie zal opzoeken : 1. — Welken voorraad van aile slag het land bezit. 2. — Welke mondbehoeften, noodig voor het land gedurende den tijd van bezet, be-schikbaar zijn op de vreemde markten. 3. — Op welke voorwaarden, in hoeveel tijd an tegen welken prijs die waren in Belgie kunnen gebracht worden. Zij zal op verzoek aan de overheid, bijzonder aan de gouverneurs en aan de burgemeesters de inlichtingen bezorgen die ze zal bekomen hebben en aan de Regeering de voorstellen doen welke voortvloeien uit hare opsporingen en noodig schijnen voor het land. In geval de regeering eetwaren aankoopt zal de commissie het verkoopen en de verdeeling ervan regelen in het land. Gevecht bij Geldenaken. Zondag heeft een nogal hevig gevecht plaats gehad in den omtrek van Meldert, Hougaerden sn St-Jan-Geest. Het gevecht begon om 4 ure s morgens. Eerst was het een artilleriegevecht, »evolgd van een hevig geweergeschut. De Belgische ruiterij nam vervolgens deel aan het gevecht. Toen do soldaten op een zekeren af-stand der Duitschers gekomen waren, sprongen zij van hun paard, deden het neerliggen en verborgen er zich achter. De Duitschers trokken hunnen sabel enpoog-ien to chargeeren, doch vruchteloos. Zij onder-jingen groote verliezen. De belgische regimen-;en, die chargeerden waren vol geestdrift. Een îunner streed gedurende vier uren tegen het 18e Duitsche huzaren en berokkende het veel sehade. In de Vogeezen. Nadere bijzonderheden. (Officieel). — Een belangrijk gevecht is ge-leverd in de streek Blamont-Cirey-Avricourt waar de Franschen met een Beiersch legerkorps :e doen hadden. De dorpen Blamont en Girey 3n de hoogten werden door de Franschen op ïchitterende wijze ingenomen. Zondag trokken de Duitsche troepen achteruit, hunne dooden en jekwetsen alsook talrijke gevangenen achterla-;end. De Franschen dringen steeds vooruit in de streek van de Opper-Vogeezen, aan de Duitschers wijken. In den Opper-Elzas hehben de Franschen rhaun ingenomen. De Duitsche krijgsgevan-»enen bevestigen dat generaal von Demling, bevelhebber van het 15° legerkorps, en waarvan het hoofdkwartier te Thaun is, te Saint-Biaise, in de valei van de Bruche, gekwetst is. Een Duitsche regimentsvlag werd afgenomen. Twee Fransche vliegmachienen, uit Verdun vertrokken, zijn boven Metz gevlogen en hebben twee houwitsers geworpen op de hangers van « Frascati », waar de Duitsche bestuur-bare balons Zeppelin liggen. Op de vliegers werden wel twee honderd kanonschoten gelost ; zij zijn ongedeerd te Verdun teruggekeerd. Men heeft nabij Bouillon nog een Duitsch vliegtoestel met twee officieren gekaapt. Een der officieren is gekwetst. De Franschen rukken op in de Vosges. Kanonnen en Vaandel genomen. Parijs 18 augusti. — De Fransche troepen rukken steeds voort in de streek Donon. Zij bezetten nu Schirmeck op 12 kilometers stroom-afwaarts van Saales. De Franschen hebben 12 veldkanonnen met caissons en 8 mitralleuzen genomen. De Franscbe ruiterij drong door tôt in Mul-bach en Lutzelhause, gemeenten gelegen op de Broeche. Ten Zuiden hebben de Franschen eene stad bezet en ten Oosten de bergen Urbeis, gelegen op den weg van Schlestadt. In Elzas bezetten de Franschen delijn Thaun-Carnay-Dannemarie.Het eerste vaandel aan de Duitschers ont-nomen werd gisteren morgend overhandigd aan den minister van oorlog om overgebracht te worden in het Paleis der Invalieden. Het is het vaandel van het 132" regiment voetvolk der Duitschers, dat genomen werd door het 10® Fransche jagers. De Oostenrijlcsche vloot verslagen, Een zeegevecht had plaats te Budua, tusschen de Fransche en Oostenrijksche vloten. Het Fransche eskader, komende van het Zuid-Westen, heeft het Oostenrijksch smaldeel in voile zee aangevallen. Twee Oostenrijksche kruisers werden in den grond geboord. Het gevecht duurde verschei-dene uren. Duitsche stoomers gekaapt. Uit Tokio wordt gemeld, dat Engelsche kruisers de Duitsche stoomers « Valdemar » en « York », geladen met levensvoorraad en komende van Samoa, gekaapt hebben. Dappere vliegers. Verleden week waren twee Belgische vliegers genoodzaakt, ten gevolge van eene hapering van den motor, neer te dalen in eene stad waar het krioelde van uhlanen. Daar men de noodige herstelingen niet kon doen, vluchtten de twee luchtvliegers weg. Op de vliegmachien niet meergedacht, toen zij twee dagen later ver-namen, dat het vliegtoestel, nog altijd op de-zelfde plaats lag, onder de bewaking van uhlanen. Zij vertrokken onmiddellijk met eenige soldaten, een grooten automobiel en eene mitrail-leus. Op het overwachts vielen onze jongens op de uhlanen, schoten er eenige neer en dreven de andere op de vlucht. Met de mitralleus werden zij op afstand gehouden, terwijl het vliegtoestel in allerhaast uiteengenomen en op den automobiel geladen werd. De Duitschers te Antwerpen. Men heeft te Antwerpen verscheidene Duitschers aangehouden, die nog geen gevolg hadden gegeven aan het bevel onmiddellijk de stad te verlaten Een Duitscher der Scheldestraat heeft zich nog liever gezelfmoord dannaarzijn land terug te keeren. In het Stuivenberggasthuis bevinden zich elf vrouwen van Duitsche nationaliteit, die zinneloos geworden zijn, wanneer zij vernamen dat zij naar Duitschland moesten terugkeeren, Een duitsch ruiteri/korps teruggeslagen te No vil le. Drie regimenten ruiterij poogden zondag door de belgische rangen heen te dringen te Noville om alzoo naar Waver te kunnen opruk-ken. Het kwam hun echter duur te staan. Eerst trad onze ruiterij op en dreef de duitschers uiteen. Onze soldaten, hun eigen niet meer kunnende overmeesteren, wilden vooruit om den vijand te chargeeren, maar zij vielen op verborgen mitrailleuzen. In andere handen dan die van de duitschers zou zulks voldoende geweest zijn om gansch ons schadron te dooden. Doch de pruisen schoten slechts vier man dood. Een twintigtal onzer jongens werden gewond. Ziende hoe groot het gevaar was, gaf de belgische luitenant onmiddellijk aan zijne man-schappen bevel achteruit te trekken Zulks geschiedde in de beste orde. Doch de duitschers, die den aftocht als eene overwinning aanzagen, kwamen in voile vaart afgestormd. Eenige houwitsers, door onze kanonniers met eene ongewone juistheid in hun midden gezonden, koelde hunne geestdrift, te meer daar er volop in hunne rangen gemaaid werd. De pruisen maakten rechtsomkcer en vluchtten als hazen. Eene duitsche batterij, die vooruitgekomen was om de vijandelijke ruiterij te steunen. werd na acht schoten onzer troepen tôt zwijgen gebracht en moest vluchten. Het kanon kon nog meegesleept worden, maar de schietvoorraad bleef achter. De duitsche aftocht veranderde spoedig in eene vlucht. Tijdens het gevecht werd eene patroelje van zes uhlanen door acht belgische gendarmen verrast. Twee duitschers werden gedood en twee gewond. Men heeft ook een ruiter van het 16e huzaren gevangen genomen. Duitsche trouw De duitschers schijnen de internationale wetten over het Rood-Kruis ook al niet meer na te leven. Men wist reeds dat zij ambulanciers doodschoten, en nu heeft men nog besta-tigd dat hunne verkenningsautomobiels schier altijd een vaantjevan 't Rood-Kruis dragen. tijdens een gevecht voor 't fort te Boucelles, kwam een duitsch bataljon eensklaps uit een bosch met witte vaandels, als wilden zij onder-handelen. Onze troepen lieten hen naderen, zooals het betaamt, doch toen zij zich nog op 200 meters afstand waren, wierpen zij hunne witte vaandels ten gronde en vuurden hunne wapens op de belgen af. Te Boucelles ook rukten de duitschers tegen onze jongens op, achter belgische krijgsgevan-genen die zij voor zich dreven. Onze troepen waren genoodzaakt op de ongelukkige belgen te schieten, doch zij mikten naar de beenen, zoodat zij licht gekwetst neervielen. De belgen velden dan de duitsche rijen de eene na de andere neer. Aan de Famihen der soldaten. Vele menschen die een zoon, een echtgenoot, een broeder of een naastbestaande bij ons dapper legger hebben, maken zich ongerust omdat zij geen nieuws ontvangen. Die lieden hoeven in het geheel niet beangst te zijn en zij moeten uit dat stilzwijgen niet opmaken, dat de personen die hun duurbaar zijn, sneuvelden of krijgsgevangen gemaakt werden. Als de brieven der soldaten niet toekomen, dan ligt zulks een voudig hierin, dat de ge-meenschapswegen op vele plaatsen afgesloten zijn. Zoo liggen er hier en daar bij den staf heele hoopen brieven, die niet, voor het oogenblik althans niet, kunnen verzonden worden. Dus, brave menschen, weest niet ongerust en hoopt in de toekomst. Mobilisatie van het Leger. BERIGHT. Te rekenen van 2 dezer maand Augustus en tôt nader bevel, moet het adres van elk poststuk voor een lid van het gemobiliseerd leger, bene-vens degewoneaanwijzingen van naam, graad, regiment en eenheid (of dienst) vermelden tôt welke legerafdeeling de bestemmeling behoort, zonder aanduiding van verblijfplaats. De prinsen Leopold en Karel-Theodoor bij onze Volkskinderen. De prinsen Leopold en Karel-Theodoor heb, ben zaterdag morgend twee scholen bezocht-waar er elken dag soep wordt uitgedeeld aan de arme kinderen der binnengeroepen soldaten. De prinsen bezochten het eerst de stads-school der Hoogstraat. Ongeveer 150 kinderen waren volop aan het eten, toen de prinselijke bezoekers er binnen kwamen. De kleinen lieten hun nog half gevulde teljoor staan, klap-ten in de handen en juichten : « Leve de prinsen! Leve de koning! Leve de koningin! » De prinsjes onderhielden zich met de kleinen, deden de ronde der gebouwen en begaven zich vervolgens naar het St-Jorisgesticht der Celle-broedersstraat, bestuurd door de Broeders der Christelijke Scholen. De prinsjes, die op hunnen doortocht door eene talrijke menigte geestdriftig werden toe-gejuicht, werden ontvangen door den Broeder Denis, bestuurder van hetgesticht; den heer Max. burgemeester van Brussel, enz. Zij werden hier ook geestdriftig toegejuicht. Een ultimatum van Japan De Japaansche Regeering heeft aan de Duitsche Regeering een ultimatum doen overhandigen, waarin gevraag'd wordt : Ie Al de Duitsche Oorlogschepen terug te trekken uit de Japaansche en Chineesche zeeën, ofzete onttakelen. 2e Binnen een tijdverloop van eene maand, het grondgebied en het pro-tectoraat van Kiaou-Tcheou te ont-ruimen, dat zou aan China worden afgestaan. Japan vraagt een antwoord voor 23 Augusti, te middag. Zoo niet zal Japan de noodzakelijke maatregelen nemen. In de verklaring die het ultimatum vergezelt, dringt Japan aan op de noodzakelijkheid de belangen te be-schermen, met het oog op dewelke het Engelsch - Japaansch Verbond werd gesloten, alsook op den wensch om troebelen in de zeeën van het Verre Oosten te voorkomen. Japan is voor zijne houding over-eengekomen met Engeland. De Chineesche Regeering wil, ten-gevolge van dit ultimatum, 't grondgebied van Kiaou-Tcheou met hare eigene middelcn torugnemen. In de officieele kringen te Washington wordt't ultimatum beschouwd als een van de grootste uitbreidingen van den Europeeschen oorlog. Japan heeft Amerika- doen verwit-tigen, dat de onzijdige belangen der Vereenigde-Staten zullen gevrijwaard worden. m DE iUBûERS TO De Minister van Binnenlandsche Zaken stuurt tôt de burgers de volgende aanbevelingen, indien de vijand zich in hunne streek vertoont : 1° Niet tegen den vijand te vechten. *2° Noch beleediging'en nochbedreigingenteuiten. 3° Binnen te blijven en de vensters gesloten le houden, opdat men niet zeggen kunne dat er uit-gedaagd wordt. 4° Indien de soldaten, om zich te verdedigen,een huis of eene wijk betrek-ken, zal men er uitgaan, opdat men niet zeggen kunne dat de burg-ers ge-scholen hebben. Degewehldaaddooreen enkelen burger bedreven, zou een echt schelmstuk zijn, dat de wet met aan-houding slraft en veroor-deelt, want dit kan aanlei-dinggeventoteene bloedi-gebeteugeling,plunderingen tôt uitmoording van de onschuldige bevolking-, van vrouwen en kinderen. BERICHT. Het art, der wet van 30 Maart 1891, luidtals volgt: Julien gestraft worden met eene gevangzitting van 1 tôt 7 dagen en eene geld-boetevanl tôt 23 franhen, of met eene dezer straffen: 1') Aile persoondie zonder regelmatige toelating den armband van het Siood Kruis zou dragen, 2'J Aile persoon die ten onrechte en zonder toelating gebruik zou maken van den naam of van de kentee-kens van het Siood Kruis om de openbare liefdadig-heid in te roepen, hetzij om koophandelsreklaam te malien, dit ongeminderd de straffen welke zouden kunnen ingeloopen worden uit hoofde van mishruik vun vertrouwen o faftroggelarij. Aile overtredingen aan deze wetsbepaling dienen aan de bevoegde overheid kenbaar gemaakt te ivorden. De Prokureur des Konings, J. DEVOS. AUDENAARDE, den 12 Augusti 1914. ministerie van Binnenlandsche Zaken Beheer van Burgerwacht en Militie Vergelding. —■ In Frankrijk gevestigde Belgische familien en in Belgie gevestigde Fransche familien. ALBERT, Koning der Belgen, A.an allen, tegenwoordigen en toekomenden, HEIL. Gezien de wet van 4 Oogst 1914 betreffende de vergelding in zake van militie voor het tijds-bestek der mobilisatie van het leger ; Overwegende dat een decreet van den Voor-zitter der Fransche Bepubliek, aan de in Frankrijk gevestigde behoef tige familien der Belgische militairen dezelfde ondersteuningen verleent als aan de familien der Fransche militairen : Willende, bij wederkeerigheid, het bestaan verzekeren van de noodlijdende fransche familien in het Rijk gevestigd en waarvan debrood-winner onder de fransche vaandels werd ge-roepen of terug geroepen ; Op voorstel van Onze Ministers van Oorlog, van Binnenlandsche Zaken, van Buitenlandsche Zaken en van Financien, Wij hebben besloten en Wij besluiten : Art. 1. — De bewilligingen voorzien door de wet van 4 Oogst 1914 op de vergelding voor het tijdsbestek der mobilisatie van het Leger, worden verleend in de voorwaarden door deze bepaald, aan de in Belgie gevestigde Fransche familien die te dien einde eene aanvraag doen aan den Burgemeester hunner verblijfplaats. Art. 2. — Onze Ministers van Oorlog, van Binnenlandsche Zaken, van Buitenlandsche Zaken en van Financien, zijn, elk op zijn ge-bied, belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeveninons Hoofdkwartier, 16 Oogst 1914. ALBERT. Van 's Konings wege : De Minister van Oorlog, (Get.) Ch. oe Broqueville. Nota. —- De Gemeentebesturen zullen de uitvoering verzekeren der bepalingen van het Koninklijk Besluit hierboven, hetwelk zooveel mogelijk ruchtbaar dient gemaakt te worden; zij zullen eene bijzondere rekening moeten bij-houden voor de aan de familien der Fransche militairen uitbetaalde vergoedingen. De Minister van Binnenlandsche Zaken, (Get.) Paul Beiîryer. Op bevel : De Burgemeester, PAUL RAEPSAET. Stad Audenaarde. Aan de leden der Burg;erwaeht en het Vrijwillig'erskorps van Audenaarde. Sedert 1905 werd er niet meer overgegaan tôt de kiezing van de kaders der burgerwacht. Zaterdag 15 Augustus, is de lijst der burgerwacht, na eene algemeene talrijke vergadering, ten stadhuize gehouden, ernstig onderzocht en bepaald vastgesteld geweest. Een groot getal vrijwilligers hebben de begeerte uitgedrukt een bijzonder vrijwilligers-korps te zien vormen. Uit mijn onderhoud van dezen dag, 16 Augustus, met de bevoegde overheid volgt : 1° Pompierskorps. Dat dees korps, bijzonderlijk bestemd tôt den dienst der plaatselijke politie, onder de bevelen van den burgemeester, buiten de burgerwacht moet gehouden worden en dat het alleen de hoedanigheid van o.orlogvoerend korps bezit, onder de verantwoordelijkheid van zijnen bevelhebber.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
This item is a publication of the title De Scheldegalm: gazette van Audenaerde belonging to the category Katholieke pers, published in Oudenaarde from 1858 to 1914.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Add to collection

Location

Subjects

Periods